1892. No. 46.
Zaterdag 16 Januari.
Zesde Jaargang.
VERSCHIJNT
PRIJS DER ADVERTENTIES
G. M. KLEMK.ERK, te Goes
F„ P. D'HUIJ, te Middelburg.
Een „preek met toepassing".
Landbouw.
Gemengde Berichten.
UITGAVE VAN
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Prqs per drie maanden franco p.p.
0.95.
en
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
Enkele nummers
o
meer 10 cent.
li.
(Slot).
De heer van Burk zegt verder onder an
deren Er worden 1300 mannen aan twee
flinke «cholen opgeleid uitsluitend tot se
cretarissen der christelijke jongelingsver-
eenigingen die samen tussehen de 275 en
300 duizend leden tellen. Onder hen zijn
30000 studenten van hoogeseholen en col
leges, van hen geven zich jaarlijks duizen
den aan den Heer.
En hoe werkt nu de vereeniging Zij
heeft hare takkea in de heele stad, waar
zq werkt onder kantoorklerken, de negers, stu
denten, reizigers, het treinpersoneel. Vooral
onder deze duizenden werkt zq. In de
nabijheid van het middelpunt der treinen
heeft zij een gebouw gesticht, waar deze
menscUen in de schafturen zich kunnen
verfrisschen, slapen, rusten, leien, eten,
badenwat hen uit de kroegen in andere
kweekplaatsen der zonde houdt. Ja zelfs is
er een ziekenzaal waar zij verpleegd worden
door diakenen of diakonessen.
Haast aan iedere hoogeschool is een chris
telijke jongelingsvereeniging.
Uit de leden der vereeniging worden
toeziende voogden gekozen, bestuursleden
die het geld en het gebouw beheeren.
Nooit kan de J. V. daar zelfstandig
worden. Zij is niet alleen reddingsboot,
maar ook ark om bijeen te houden^ die
gered zijn. Deze leden kiezen ook 1 secre
taris die dagelijks in het gebouw te spre
ken iseomité's voor Zondagsschoolarbeid,
ZiekenhulpToezicht in speel-, gymnastaek-
of concertzaal. Zij zijn de machinerieën die
het geheel in werking stellen.
Maar hoe komt de J. V. aan geld De
leden contribueeren en de rijke christenen
doen het overige. In Nederland noemt men
ze begunstigers als zq de J. V. hun ge
nadegift, een rijksdaalder per jaar, soms
toewerpen. De Amerikanen geven meer en
willen geen dank. Integendeel zij achten
het in tun belang de J. V. te steunen.
Vanderbilt, de spoorwegkoning, geeft
jaarlijks duizenden en zegt«als mijn man-
men leden der Christelijke Jongelingsver
eeniging zijn dan zjjn ze 100 percent meer
waard in hun arbeid». Stuart, een rijk han
delaar in galanterieën, heeft meer dan dui
zend bedienden. Hij gaf onlangs 15000
dollars voor de J. V., zeggende «ik heb
zooveel te doen met mijn christendom en
mijn zaak dat ik na 5 uur als mijn zaak
geslote» is hen niet kan naspeuren. En
nu gaan er velen naar kroeg of bordeel
ze kunnen gaan naar het eind der wereld
en ik weet het niet. Maar is daar nu een
corps van christen jongelingen die hen daar
afhouden en bij hen opnemen wil, dan heb
ik daar graag 15 duizend dollar voor over,
en ik wil er geen dank voor hebben.
Gij Hollanders die uw gave aan de J.
V. geeft, 't is het minste dat gij voor haar
doen kunttenzij gij tevens hare vergade
ringen bezoekt.
En wat hebt gij nu over voor de jonge
lingsvereeniging zoo luidde de toepassing.
Het wordt tqd dat gij al uwe krachten wijdt
om uwe zonen naar boven te leiden en niet
meer naar onder. Bij ons spreken de pre
dikanten lof over de J. V. Hij is een gek
cf hij slaapt te lang, dje daar iets tegen de
J, V. zegt. Wiens schuld is 't dat de J.
V. hier niet is wat zij zijn moet Gij houdt
de handen over de portemonnaie geknepen
als zij uwe hulp vraagt. Is de J. V. niet
van uw kerk, leer dan van de Amer.kanen
dat waar het evangelie der zaligheid is, daar
de kerk is. Ieder nieuw lid eener J. V.
wordt in Amerika lid van zulk een kerk
naar eigen keuze. Hand aan hand gaan
zij samen, van alle kerken, voorwaarts om
zielen voor Jezus te winnen. Zoo moest ook
gij Hollandsche christenen Holland voor
Christus veroveren.
Weest lankmoedig over den jongeling.
Beschuldigt hem niet. Bidt voor hem. Waar
in Amerika jaarlijks duizenden verongelukte
jongelingen binnen stroomen, is het in Hol
land beter?
Ouders, uwe christenzonen gaan naar de
diepte! Waar zijn ze de jonge mannen in
Nederland (en spreker ging hierbij van zijne
plaats om denj Bijbel te halen, dien hij in
de hoogte stak) waar zijn ze dia nog lezen
in dat Woord, die het zoeken, er in gelooven,
er voor beven, het betrachten door woord
en daad overall Waar zijn uwe zonen
ouders, die voor Jezus willen leven Hoe-
relen gaan Zondagsmorgens nog naar de
kerk De Hollandsche jongens van onzen
tijd denken meer te weten dan Christus
zelf. Tot dien Christus moeten zij terug,
terug door de Jongelingsvereeniging.
Is de J. V. niet wat zij wezen moet,
maakt gij haar beter. In Amsterdam, tij
dens spreker de Wereld-Conferentie bij
woonde, telden hij en zijn vrienden op het
zelfde tijdstip in al de kerken te zamen nog
geen 400 jongelingen ondei de morgengods
dienstoefening! Ouder», waar zijn de uwen?
En als zij dan nog in de kerk zitten, doen ze
't uit sleur of voor den vorm, of uit liefde?
Stelt hier nu eens tegenoverin 1889
zaten in Holland in de gevangenissen, hui
zen van bewaring en verbeteringsgestichten
voor korteren of 'langen tijd 24000 jonge
lingen, allen boosdoeners en er zijn maar
13500 leden eener Christelqke Jongelings
vereeniging.
Nederland geeft jaarlijks miljoenen uit om
zich te sterken tegen een vijand die wellicht
nooit komthet helpe de Chr. J. Y. in den
strijd tegen «en veel gevaarlijker vijand die er
is en honderden ten verderve voert. Grijpt ze
die ten doode wankelen. Zegt niet, mijn jongen
is te goed voor de J. V. Zijn zij dan beter
voor slechte plaatsen?
Meisjes, hebt gij niet liever een jong man
uit de jongelingsvereeniging dan een die zijn
lichaam vernielde in de zonde? Er is een
breede schare van dronkaards van alle tijden
gevolgd door hunne weduwen en weezen,
ook in deze stad, die zoo zij voor ons voor
bijtrok onze deernis en afgrijzen zou wekken.
In een wegzinkende maatschappij kan een
J. Y. tot zegen zijn; zij kunnen wel nie
mand reddendoch zij kunnen wel werk
tuigen zijn.
Spreker noo ligt allen uit de J. V. met
gebed en geld, liefst met zichzelven te steunen.
Een hartelijk slotwoord van ds. v. Griet-
huysen was uit het hart der schare gegrepen,
die ds. v. Burk Ps. 134:3 toezong.
Na het einde der vergadering bleven leden
der 3 christelijke jongelingsver«enigingen
met den spreker bijeen. De vruchten dezer
samenkomst zullen, naar te hopen is, niet
uitblijven.
15 Januari 1892.
De minister van Koloniën brengt ter
kennis van belanghebbenden: dat in 1892
voor twee jongelingen gelegenheid bestaat
om te worden aangenomen ten einde onder
het genot van een subsidie van f 5100 te
worden opgeleid tot militair apotheker bij
het Nederl.-Indische leger. De aanvrage
om toelating (bij gezegeld request) meet vóór
Juli e. k. bij het departement van Koloniën
zijn ontvangen.
Kapelle. Met ingang van 29 Janueri a.
s. zal de heer De Vries, stationschef alhier,
van standplaats varanderen en naar Hel
mond vertrekken. Met dat tijdstip is tot
stationschef alhier aangewezen de heer Jans
sen, thans chef-adsistent op den buitendienst
te Venloo.
Bij kon. besluit is aan H. A. A. baron
Collot d'Escury, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als kantonr. plaatsverv. in
liet kanton Hulst, en in zijn plaats benoemd
K. J. A. G. baron Collot d'Escury, burg.
van Boschkapelle en Stoppellijk en arr.-
schoolopziener.
In plaats van kolonel jhr. Pompe v.
Meerdervoort is de kolonel C. Deykerhofi
benoemd tot civiel eD militair gouverneur
van Atjeh en onderhoorighedeq.
In 1891 beljepen 's Rqks inkomsten
bijna 3 miljoen meer dan door minister
Godin de Beaufort geraamd was. Liberale
bladen meesmuilen natuurlqkdatdezeschoone
uitkomst niet zou verkregen lijn indien
bijvoorbeeld de successierechten niet meer
hadden opgebracht. Voorwaar een waarheid
als een koe, doch waartoe moest dit er nu
bij vermeld Hootdzaak is immers dat de
opbrengst 3 millioen meer bedroeg.
Advertenties. De redactie ontving
een schrijven van een vriend die aanstoot
neemt aan sommige advertenties in ons
blad, die niet strooken met deszelfs karakter.
De klacht had eigenlijk tot de uitgevers
moeten gericht zijn. De redactie staat
buiten de advertentiënzaak. Toch willen
wij dien klager wel antwoorden dat aan
zijn verzoek om dergelijke advertenties te
weren, niet wordt voldaan. Niemand vergt
van ons dat wij de op de 4e bladzijde aan
gekondigde bonkers of suiker, genever of
koepokinenting eerst gaan keuren; de ad
vertentie is voor rekening der adverteerders.
De advertentiebladzijde is publiek erf, een
markt, waarop iedereen, mits hq zedelijk
zij, een plaats kan huren. Het publiek wete
dus eens voor al, dat de advertentiën in
ons blad geen aanbevelingen van redactie
of uitgevers zijn. En die ook dele pagii.a
trouw leest, zal weten dat de redactie van
«de Zeeuw» in spijt van de daarop betrek
king hebbende advertenties, is tegen Zondags-
arbeid, tegen koepokinenting, tegen drank
gebruik; tegen verkleining van het karakter
deahuwelijks; tegen plaatsvervanging; tegen
*1 wat strijdt met de Christelijke historische
beginselen.
Goes. Donderdagmiddag trad voor een
17 tal leden der afdeeling Heinkenszand
van de Zeeuwsche landbouwmaatschappij
in «De Prins van Oranje» als spreker op
de heer M. Lucieer, provinciaal veearts te
Yzendijke, ter behandeling van raskennis
en fokkerq van het paardea koopver
nietigende gebreken.
Na een inleiding over de plaats die het
paard in het dierenrijk inneemt, stelde spr.
in hellicht hoedoor verschillende natuurlijke
invloeden als klimaat enz. natuurlijkerassen,
ontstaan en hoe men kunstmatige rassen,
alzoo geheeten tegenover de natuurlijke,
verkrijgt. Mist de fokker de vereischten
om een nieuw ras te vormen dan neme hij
de toevlucht tot kruisen. Is een ras tot
zij n grootste volmaaktheid gebracht, dan noemt
men het volbloed. Bij vermenging mot een
ander soort zegt men van dergelijke dieren:
er zit ras (bloed) in.
De mogelqkheid om te kruisen berust op
de erfelijkheid der eigenschappen. De fokker
zorge dat geen verkeerde eigenschappen bij
de fokdieren aanwezig zijn. Goede voeding
is noodig, alsmede er nu en dan versch
bloed in te brengen. Toch moet het inbrengen
van vreemd bloed tqdig worden gestaakt,
om invoering van minder gewenschte eigen
schappen of verfijning te voorkomen.
De hengst moet goed gevoederd zijn, men
verge niet te veel van zqn «krachten», niet op
te jeugdigen leeftijd, wat invloed hteft op den
stand der achterbeenen «n hem het uitzicht
van hoogeren ouderdom geeft en nooit meer
terecht komt. De eigenschappen van den
vader vertconen zich meer dan die der moe
der bij het veulen. Maar heeft echter de
gestalte van het veulen dan gewenschten
vorm dan vertoont zich soms op eens weer een
atachismus, terugslag als bles, witvoet enz.
Het vermogen om zijn schuldigheid te doen
is niet bij alle hengsten dezelfde. Merlatti
is te Zierikzea onder 6 veulens van 5 de
vader.
Doch ook eigenschappen der merrie gaan
op het veulen over. Om een ras van zwaar
deren bouw te verkrijgen, neme men niet
de zwaarste paarden, en het ras verschille
niet al teveel. Een hengst is op 5-jarigen
leeftijd volwassen. Voor dien tijd, althans
voor het 4e jaar dekke hij niet. Doch
ook niet later, wijl hij door zich op te
winden, bij niet-dekken, te veel verzwakt.
Ook de merri« blqve tot dien letftqd op het
3e jaar vrq, wil men geen schrale veulens
hebben. Ook niet vroeger, daar het bekken
te breed zou worden, wijl het beenvormings-
materiaal van zichzelf aan haar veulen werd
afgestaan.
De hengst kan in 4 a 5 maanden 60 maal
dekken, 1 sprong daags, met een vrqen dag
in de week.
Op beperkt terrein blijkt eindelijk incest)
teelt (door dekking van eigen kinderen-
noodig. De incestteelt kan echter tot uit
sterven leiden, wat spreker met voorbeelden
bewijst.
Mindere raszuiverheid is voor de fokking
geen beletsel. Engelsch volbloed, Trakehner,
Percherons, AngloNormandische enz. zijn
schoon geen ras, uitstekend voorde fokkerij.
Abnormaliteiten echter heffen elkaar niet op.
Spreker brak verder een lans voor het
Paardenstamboek, die schoone reclame en
adverteermiddel der paardenheuders. Door
uwe paarden te doen inschrijven hebt ge
wel eenige kosten doch die werden ruim
vergoed door de genoegzame warrborgen die
gij kent dat uw paard zijn ras kan in stand
houden. Paarden die later blijken gebreken
te hebben, worden natuurlijk geschrapt. Na
verloop van tijd zal de waarde van het
paardenstamboek gezien worden, en zullen
paarden van bekende afkomst belangrqk
meer waard zijn dan andere zonder bekende
afkomst.
Blijkt deze maatregel van rijk, provincie
en maatschappij echter onvoldoende, dan
zou een verplichte hengstenkeuring moeten
ingevoerd worden, waarvan ook spr. een
voorstander is, echter met dien verstande dat
hij niet overigens goede hengsten maar met
een niet schadelijk gebrek wil afkeuren.
Verschillende afbeeldingen van paarden
van verschillend ras en slag werden nu
door spr. vertoond en verklaardwaarna
spr. op verzoek de koopvernietigende gebre
ken behandelde.
In andere landen zijn deze gebreken met
name genoemd, bq ons niet. Zij zijn de
spat en galdampigheid maanblindheid.
Eeu spat is een beenuitzetting, bij een gal
zoeke men de font aan de binnenzij van het
spronggewricht. Een spat is niet altijd zicht
baar. Het paard hinkt een weinig, doch
na wat gsloopea te hebben, schijnt het ge
brek over te zijn. Toch schijnt dit maar
zoo. Daarom koope men nooit een bezweet,
of vermoeid schqnend paard. Dampigheid
bestaat in een piepend geluid gepaard met
heftig slaan van de flanken. De oorzaak
ligt in het te nauw worden der luchtspleet.
Het snorkend geluid der neusvleugels is
echter iets anders, nl. het rillen van het
valsche neusgat; spreker gat eenige gewoon
ten der paardennegotie daarbij ten beste,
die wij als strqdig met de oud Hollandsche
eerlijkheid ter zqde houden. Spr. gaf ook
ten beste belangrijke beschouwingen in
zake maandblindheid, tandwisselingenz.
en beantwoordde enkele vragen.
De sneeuw heeft aanleiding gegeven
tot eene nieuwe vindiDg onder de vracht
rijders te Heerenveen. Sedeit langen tijd
gebruiken deze rijders de tramrails als hun
nen weg. De wielen hunner karren worden
van flenzen voorzien en heel makkelijk wordt
de zwaar geladen kar op de rails voortge
duwd of door onder het voertuig gespahnen
honden, voortgetrokken.
De directie der Tramweg-maatschappij
vermag daartegen niets; een der vracht
rijders, tegen wien proces-verbaal werd
opgemaakt, werd vrijgesproken.
Nu de sneeuw het rijden langs destraat
moeilijk maakt en de rails van de sneeuw
zijn gezuiverd, hebben vrachtrijders, die
anders met gewone, zware vrachtwagens,
door een paard getrokken, rijden, tramkarren
aangeschaft en met één paard er voor rijden
deze nu lustig langs de rails.
Het voldoet zóó uitstekend, dat, al is de
sneeuw verdwenen, de zware vrachtwagens
niet weer zullen verschijnen. Dat deze
vrachttramkarren schadelqk voor het goe
derenvervoer per tram werken, ligt voor
de hand.
Het verdrijven van mollen!
Hoe nuttig het dier ook moge wezen, in
groente- en bloembedden ziet men ongaarne
zjjn mijnwerkerstalentaanhet daglicht treden.
Wil men het dier op een afstand houden,
neem dan eenige oude bloemstokken of ander
hout, wikkel de ondereinden daarvan in
lappen die met petroleum gedrenkt worden
en plaats deze ongeveer een voet diep in de
molshoopen en elders waar men vreest, dat
de mol verschijnen zal.
Daar het dier de petroleumlucht niet ver
dragen kan, zal hij zich op een eerbiedigen
afstand houden.
Een aanvallig driejarig knaapje te HoogJ
vliet zou bier drinken en greep daartoe on
gemerkt een fleschje, waarin zich nog wat
loog bevond. De kleine brandde deerlijk
mond en keel. Hoewel de toestand tamelijk
bevredigend is, is de patient toch niet buiten
gevaar.
Waarom spoelt men die fleschje» ook niet
uit
«Nichtjes», die niet gewild zqn I
Onlangs kwam bij vrouw H. D. v^an der
Kloet, te Hardegarijp, een nichtje van haren
man, Dina B. Van der Kloet, die vroeg om
een paar dagen te mogen logeeren. Omdat
haar man al zqne nichten niet kende, ge
loofd» men haar, en spoedig was men met
elkaar op streek. Zooals dat meer gaat onder
familie, als men aangenaam kennis maakt,
liet vrouw Von der Kloet een der volgende
dagen hare gouden en andere sieraden aan
de nicht zien, maar miste toen een gouden
ring. Bij de kleeren was een manteltje dat
nicht graag wilde overnemen, maar vrouw
Van der Kloet wilde het niet verkoopen. Zij
leende het haar echter voor een paar dagen
om naar Garijp te gaan. Nicht kwam even
wel niet terug en later bleek, dat zij alles
behalve familie was en heette Trijntje E.,
oud 19 jaren, dienstbode te Marum. Zij had
den ring weggenomen, toen vrouw v. d.
Kloet haar de gouden sieraden liet zien,
en had na haar vertrek ring en mantel
verkocht.
De rechtbank te Leeuwarden heeft haar
schuldig verklaard aan diefstal j en verduis
tering en veroordeeld tot 3 maanden gevan
genisstraf.
In een der urinoirs aan het Centraal
station te Utrecht vond een der arbeiders
eergistermiidag een reeds bejaard net ge
kleed heer voorover op den grond liggen.
Na te vergeefs getracht te hebben hem
weder op de been te brengen, deelde hij zijne
bevinding aan een politieagent mede, waar
op men den ongelukkige naar een der
wachtkamers overbracht en de hulp van een
geneeskundige inriep, die echter slechts den
dood kon constateeren. Het lijk werd her-