1892. No. 43.
Zaterdag 9 Januari.
Zesde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. D'HÜIJ. te Middelburg;.
PRIJS HER AH VERTE NU EN
IJK.
Afschaffing van Accijnzen.
EI.KEN MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prjjs per drie maanden franc® p. p. f 0.95.
Enkele nummersf 0.02*.
UITGAVE VAN
EK
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel jmeer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
meer 10 cent.
Middelburg ook voor Si. Laurens Dage
lijks behalve Zaterdag en Maandag; tot 5
Februari.
Wanneer de minister van financiën dit
jaar met een voorstel tol afschaffing of
vermindering van sommige accijnzen komt,
zat hij ongetwijfeld op de hulp van man
nen uit alle richtingen kunnen rekenen.
Zijne voorstellen behoeven geen partij-
kleur te vertoonen. Handhaving of afschaf
fing van accjjnzen toch heeft niets speci
fiek liberaals of antirevolutionairs. Niet
de politici, de practici hebben het woord
bjj de bespreking der belastingplannen.
Alleen zou men kunnen vragen Moest nu
juist daarom een antirevolutionair minister
voor een liberaal plaats maken, om van de
zen laatste ongeveer dezelfde voorstellen te
ontvangen als van den eerste
Doch deze vraag hlrjve buiten spel. Be
antwoorden wij slechts de vraag: Welke
accijnzen zouden in het belang des volks
kunner» afgeschaft worden
Reedt schijnt uitgelekt dat de zeep- eu
de zoutaccijus er dezen zomer aan moeten.
Dit is toe t« juichen; ofschoon afschaffing
van den suikaraccijns vrij wat meer in het
belang des volks zou zijn.
Immers iu ons land bestaan de volgende
accijnzen, waarvan de opbrengsten voor
1892 zijn geraamd als volgt
Accijns op suiker f 8,500,000
v wijn 1,800,000
gedistilleerd 24,500,000
zout 3,850 000
zeep 2,000,000
hier en azijn 1,070,000
geslacht 3,000,000
f44,720,000
Als aceijnzen up de eerste levensbehoeften
des volks, laat men gewoonlijk gelden de
accijnzen op zout, zeep, bier en azijn en
geslacht, te zamen opbrengend f 9,920,000.
Suiker rekent men er in den regel niet bij.
Toch behoort suiker tot de eerste levens
behoeften, tot de krachtigaie voedings
middelen. Het moetin ieder gezin mogelijk
zijn dagelijks warme dranken (mits geen
«terken drank) met suiker te gebruiken.
Vooral in kringen waar geen sterke drank
in huis komt, heeft de werkman, de huis
vader, het kind aanspraak op spijzen of
dranken met een weinig suiker. Kon dus
in de eerste plaats de suikeraccijns afgeschaft
worden, dat is 8V2 miljoen gulden, dan zou
werkelijk een volksbelang behartigd worden,
Wij vragen ook afschaffing van den
zeepaccijns, die gemiddtld 2 miljoen gulden
bedraagt.
Want wel weet de huismoeder zich met
surrogaat en vervalschte zeep te behelpen,
door namelijk een mengsel van loog en oleïne
tot een pap te bereiden, doch dit surrogaat
maakt den naam zeep te schandeis ver
giftig, maaki de goederen schoon door het
vuil er uit te bijten, woekert voort in bet
goed en vreet in in het houtwerk, ja is zelfs
•chsdelijk voor de huid van den gebruiker
terwijl het aan het goed op den duur een
ondragelijken stank mededeelt.
De zeepaccijns werkt niet minder schade
lijk door de verkeerde toepassing der wet,
die het mogelijk rnaakt dat zoogenaamde
stukken zeep in den handel worden gebracht
die voor de helft uit stoffen bestaan die den
naam van zeep niet verdienen. De gebrui
ker ondervindt dit maar al te vaak, als zijn
fijne stukje zeep op de helft gebruikt, als
suiker wegsmelt of zoo hard wordt dat men
zich onmogelijk meer er medewasschen kan.
Een groot bestanddeel onzer fraaie stukjes
zeep is aardappslmeel, eea onschadelijke stof
inderdaad, doch er zjjn soms veel minder
onschadelijke bestanddeelen in. Ook hier
geldt dat het goedkoopste niet hat beste,
en dat goedko' p duurkoop is.
Kon afschaffing van den zeepaccijns tevens
afschaffing der zeepvervalsching ten gevolge
hebben en tevens vermindering van het ge
bruik van «olie en loog», de afschaffing zou
een zegen zijn voor de volksklasse.
In eene rede, den 22sten December
1888 door den heer Domela Niewen-
huis in de Tweede-Kamer gehouden,
schatte deze den accijns, jaarlijks door een
arbeidersgezin betaald voor suiker a 3 ons
gebruik per week, de som van f4.2l per
jaar. En voor zout bij gebruik van een
half kilo per week aan accijns per jaar
f2,34. Hieruit blijkt dat de accijns niet
alleen op suiker maar ook die op zout op
den minderen man druktzoodat ook af
schaffing van den zoutaccijns wenschelijk
is. Ook om een einde te maken aan dén
przedelijken smokkelhandel van Belgisch
zout met den aankleve van dien, als ver
sterkte rijkspolitie en een uitgebreid corps
commiezen op de grenzen, zou de gevraagde
afschaffing nuttig zijn. Wel staat hier
tegenover dat daardoor het kwaad van de
Belgische naar de Duitsche grenzen zou
verhuizen waar zout met f 7.68 per 100
kilo is belast, doch dit is de zaak van
onzen Duitscheu nabuur. Nederland is niet
Verplicht te zijnen pleziere den zoutaccijns
te haadhaveri.
Ook «Het Centrum» schreef dezer dagen,
en wij meenen terecht:
«Afschaffing van onzen hoogen zout-ac-
cqns. f9 op 100 kilogram terwijl het
artikel f 3 per 100 kilogram kost zou
zeker den detailprijs er van doen dalen.»
Behalve deze accijnzen heeft men nog
die op vleesch, bier en azijn. Het aandeel
dat de volksklasse daarin betaalt, is luttel.
Een gezin dat 1/2 kilo rundvleesch per
week gebruikt betaalt per jaar fl,57 aan
accgns. Het betaalt voor azijn en bier bij
gebruik van 1 liter per week van elk, voor
elk 52 cent per jaar aan accijns. Een heel
verschil met de overige levensbehoeften. Wan
neer dus de regeering vast besloot tot af
schaffing van de accijnzen op suiker, zeep
en zout, dan zou de volksklasse al aardig
geholpen zijn.
Door deze afschaffing zou het Rijk wel
een inkomst van 14 miljoen 'sjaars derven;
doch dit ware dan misschien wel te vin
den op het gedistilleerd, waarop de accijns
thans ruim 24 miljoen bedraagt.
Onder de christenen en de socialisten
treft men tal van gezinnen aan, waar nooit
sterke drank gebruikt wordt. Hen zou dus
de hoogere accijns op het gedisteleerd niet
treffen. Bovendien behoort dit tot de mis
bare «levensbehoeften». Misschien ware een
verhooging ook van den accijns op wijn of een
belasting op fijne sigaren wel te overkomen.
In ieder geval dit was reeds Groen van
Prinsterers stelregel geen belastingen
afschaffen zonder aequivalent, dat wil zeggen:
Stop zooveel bronnen van inkomst als gij
wilt, mits gij er weer maar andere voor
opent. Schaf deze accijnzen af, doch geef
er andere, minder drukkende belastingen
voor in de plaais.
Wat de accijnzen op vleesch, enz. aangaat,
afschaffing daarvan schijnt weinig voordeel
te zullen opleveren, als misschien voor de
verkoopers. Hiertoe zal de regaering dus wvl
niet licht overgaan.
7 De Geloofsvervolging in Rusland.
De tvangelisch-luthersche predikant Tiling,
te Pussen in Rusland, werd tot vier maanden
gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij zijn
eigen gemeenteleden verhinderd had zich vrij
willig aan te sluiten hg de grieksch-ortho-
doxe kerk.
Dit vonnis oudergaat hij, niettegenstaande
in het proces uitdrukkelijk werd erkend, dat
pastor Tiling «volgens zijn ambt verplicht
was voor de belangen der luthersche kerk te
zorgen en niet onverschillig kon staan tegen
over den afval van die kerk van de grkksche.»
Zoodra het vonnis geteekend was werd de
predikant gevoerd naar de gevangenis te
Mitau. Bij het binnenkomen van de gevan
genis werden hem terstond zijn uurwerk,
trouwring, geldbeurs, potlood, enz.ontnomen.
Hern werd een cel van 6 voet lang en 3
voet breed aangewezen, met een bed dat
te vuil was om bezien te worden. Zijn
verzoek om op eigen kosten zijn eigen bedde-
goed te mogen laten halen, werd afgeslagen.
In den beginne mocht de luthersche stads
predikant hem bezoeken, maar weldra werd
dat verboden, «omdithij te dikwijls kwam».
De Generaal-Superintendent van Kurland
heeft na vele en krachtige pogingen, eindelijk
verlof gekregen om zijn beproefden ambts
broeder te bezeeken. Al die harde maatre
gelen worden toegepast, omdat men «bevreesd
is dat pastor Tiling van uit de gevangenis
zijn gemeente zou vermanen om toch bjj de
evangelische kerk te blijven».
De geheele behandeling van den predikant,
staat volkomen gelijk aan die van moorde
naars en slraatroovers.
Wat moet een kerk als de Grieksche zich
toch zwak gevoelen, die de toevlucht moet
nemen tot zulke middelen om het ware ge
loof te handhaven Graafschapper
Y Een zegen.
Veel wordt er tegenwoordig geofferd voor
kerk, school en verschillende Christelijke in
richtingen.
Dat is een zegen. Daarin ligt een niet
te waardeeren kracht. Daarin steekt een
beginsel.
Hoort wat Groen van Printerer reeds in
1849 schreef
Altijd is het van belang voor een
I Staat burgers te bezitten, die iets over
hebben voor hun beginsel. Ik spreek
in 't algemeenzoo een beginsel ver
keerd is wordt terechtwijzing en des-
noodt beteugeling vereischt, maar het
is altijd gelukkig voor een land, dat
er nog zijn die een hooger doel heb
ben, dan eigenbelang en zich voor dit
hoogere laten kwellen en drijven. Dit
is goed-, uxmneer men hen allen ver
dreef, zou er wellicht rust zijn, maar
een rust, die het vaderland, als met
een roest verteert.-»
Opmerkelijke woorden, waarbij we niets
anders voegen dan dit:
In 't geven ligt ook aen politieke kracht
7 1891.
De bekwame schrijver van het «Over
zicht» in «De Vredebode» schrijft:
«Nederland moest de meest geliefde en
beroemde namen in z(ja doodenlijs» schiijven.
Een schilder als de beroemde Bosboom
wordt niet licht vervangen en mannen als
het Kamerlid Verniers van der Loeff worden
terecht betreurd. En hoe men ookderichting
en resultaten van diens wetenschap moge be-
oordeelen, zeker is dat de overleden hoog
leeraar Kuenen, een sieraad der Leidscbe
Akademie was, die op wat men althans noemt
wetenschappelijk gebied, lauweren voor
Nederland heeft verworven, zelfs in het
Buitenland en een dier z. g. modernen was
met een warm hart voor wat zij hun
Ideaal heeten.
Waar open plaatsen komen, moeten jon
geren die aanvullen. Zal het geschieden in
eiken stand, in elke roeping, hij elke taak
met meer ernst, meer trouw, meer karnkttr,
bovenal in meer waarachtige Godsvrucht
Zullen de opengtvallen plaatsen in de
kringen van wetenschap, kunst en staat
ingenomen worden door hen die Gods Woord
den rug toekeerden eudie dusal3 ds. de Lielde
zeide, alles in valseh licht zien, wijl ze het
zien buiten Jezus Christus, het waarachtige
Licht in wien alleen alle schatten der (ware)
wijsheid en kennis verborgen zijn Moge
dit God verhoeden; het is zeer ernstig af
te bidden.»
8 Januari 1892.
Naar aanleiding der schorsing van
het gemeenteraadslid Hoekstra in Hen-
naarderadeel, wegens levering van brood
aan het burgerlijk armbestuur te Rien,
maakt «Het Vaandel» de volgende opmer
kingen:
«De vraag die hier op den voorgrond
treedt is of de levering ten behoeve eener
instelling, die van de gemeente haren oor
sprong en hare vterking ontleent in de
termen van dit artikel valt. Enkele mi-
nisteriëele beslissingen zeggen van niet.
Wij wijzen op ile volgende beslissingen
Missive van den Minister van Binnenl.
Zaken 9 Maart 1852, waarin de vraag, of
een raadslid deel mag nemen aan levering
ten behoeve eener instelling van weldadig
heid afhankelijk wordt verklaard van de
omstandigheid, of deze administratie zelf
standig is of niet, dat zij met het beheer
der gemeente zoo nauw verbonden is, dat
zij daarvan deel uitmaakt.»
Bij missive van 14 Januari 1854 geeft
dezelfde Minister te kennen, Jat deze opvat
ting ook geldt al mocht het Bestuur door
den Gemeenteraad worden benoemd en
subsidie uit de gemeentekas ontvangen.»
Nu is en wordt de arm voogdij ten allen
tijde aangemerkt als een zelfstandig collegie
en daaruit zou voortvloeien, dat krachtens
deze beslissingen de schorsing in strijd is met
de wet.
Nog duidelijker spreekt M. Boissevain in
de «Gids» van 1853, die zegt:
«Het doel der wetsbepaling is, om te ver
hoeden dat een raadslid tevens leverancier,
zijn geldelijk belang tegen dat der gemeente
in, zou bevorderen. Dit kan niet plaats heb
ben, waar de lev. ring geschiedt aan eene
zelfstandige instelling (b. v. een algemeen
burgerlijk armbestuur) al wordt dan ook
het Bestuur door den Raad benoemd en
al is zij ook aan het gemeentebestuur reken-
plichtig. Wanneer men aan eene derge
lijke instelling levert dan levert men niet
aan de gemeente. Het bestuur der instel
ling beoordeelt of de leveling is overeen
komstig de gestelde voorwaarden en het
raadslid leverancier kan daarop door zijn
stem geen invloed uitoefenen.»
De heer B. P. v. Kerkwijk, broeder
van het Kamerlid, burgemeester en secre
taris van Ouddorp op Flakkee, is aldaar
pv. rieden.
De volkstelling welke in België in het
eind van 1890 heeft plaats gehad en waar-
van de uitkomsten in de Staatscourant van
31 Dec. jl. zijn openbaar gemaakt, heeft
getoond dat de bevolking was gestegen tot
6,070,284, dus 550,275 meer dan 10 jaren
te voren. De vermeerdering is dus 10 pCt.
geweest. De volkstelling hier te lande op 31
Dec. 1889 gehouden, wees een bevolking
aan van 5.511,415 of 501,282 meer dan op
31 Dec. 1879. In ons land is de stijging
in die 10 jaren dus ruim 11 pOt. geweest.
Goes. Men schrijft ons: Dezer dagen
was ik in een winkel waar ook een knaapje
kwam van christelijken, van gereformeerden
huize, en die daar iets kwam halen voor
zijn «oudste», zooals hij zeide. Op mijn vraag
wie dit was, antwoordde liet kind dat hij
zijn vader bedoelde.
Naar aanleiding hiervan, hen ik zoo vrij
door middel van uw blad aan alle christe
lijke ouders te verzoeken, toch zorg te dra
gen dat deze goddelooze verbastering van
den vadernaam toch niet hij ons in zwang
ko;nc. Het mag studenticoos klinken,
cfiiistelijk klinkt liet niet, >n ik geloot dat
G. d die dezen heerlijken Vadernaam voor
zichzelf uiidacht en hem in Zyne gunst ook
aan enkelen zijner menschtnkinderen al-
staat, hierover grootelij ks toornt.
Ik herinner mij dat eenige jaren geleden
in een liberaal blad, schoon op andere gron
den, tegen deze zeltde hebbelijkheid onzer
kinderen werd geprotesteerd door middel van
het navolgende rijmpje, tot opneming waar
van ik u uitno dig.
't Woord waden, vroeger zeer in zwang,
Schijnt in den ban reeds sedert lang
Geen mensch zegt thans mijn vadermeer,
Maar elk zegt nu«mijn oude heer».
Het vaderschapdus van voor dezen
Moet nu het «oudeheerschap» wezen;
En vadervreugdnaar allen schijn
Moet oudeheersvreugdvoortaan zijn.
Uok vaderlandklinkt zeer gemeen,
En heunelijk broeit dan ook 't vei langen
't Door oudenheerslandte vervangen...
Ach, lieve taalwaar gaan wij heen
Neerbosch. Volgens het jaarverslag van
de Weesinrichting te Neerbosch hebben in
189 J de inkomsten aan giften en bijdragen
voor d» weezen in erflatingen de som var.
1119,476,20 bedragen of f 13,259,74 minder
dan het laatst verloopen jaar. De weeztn-
drukkerij gaf een zuivere winst van f 15,501.05
Het nadwelig slot bedroeg f 8.774,04Vs.
De gezondheidstoestand der kinderen was
zeer gunstig. Zelfs had van 15 November
tot 15 Mei geen enkel sterfgeval plaats,en
dat op een bevolking van uieer dan '1000 per
sonen, waarvan 3/4 gedeelte kinderen zijn be
neden den leeftijd v.in 12 jaren. In hetge-
heel zijn slechts 5 kinderen overleden of li/s
pCt. van de bevolking.
Het uieuwe weeshuis is geheel voltooid en
is het grootste gebouw, dat tot dusver isge-
bouwd. Het bevat 5 schoollokalen en een
zaal veor gymnasaiek. Op het bovengedeelte
zijn 2 slaapzalen voor 200 kinderen; en ver
schillende kamertjes voor het personeel, om
toezicht te h udeu. Dit gebouw is ook al we
der voor het grootste gedeelte bevolkt. Behalve
dit weeshuis is nog een schuur gebouwd veer
den tuinman en daaraan wordt een woniug
verbonden voor. den smid. Nog zal een ge
bouw worden gesticht, waarin de drukkerij
zal worden overgebracht.
De landbouw heeft opnieuw eene belang
rijke uitbreiding ondergaan; 180 hectoliter
aardappelen zijn uitgepoot, die uitstekend
zjjn geslaagd. De boerderij ontving een dorich-
machine ten geschenke, die uitstekend vol
doet Op de klompenmakerij zijn 7000 paar
klompen vervaardigdook op de meubelma-
kirj zijn prachtige ameublementen vervaar
digd geworden, die tot groote voldoening
van degenen, die ze bestelden, zijn afgele
verd.
Op de binderij zijn duizenden geschriften
in gereedlieid gebracht. Het getal abonnés
opde tijdschriften en bladen bedraagt 18000;
23000 Weezer.almanakken, 19000 scheur
kalenders en 7000 almanakken, voor de
jeugd zijn gedrukt en verspreid; daarbij
nog honderd duizenden traktaatjes, hoeken
enz., terwijl naar Indië, Amerika enZuid-
Afrika nog 18000 boeken zjjn verzonden.
Op de school ging alles geregeld zijn
gang.Twee nieuwconderwijzerszijn benoemd,
zoodat het getal nu 8 bedraagt; het getal
schoolgaande kinderen is geklommen tót
500.
Voor de jongens, die de inrichting ver
laten hebben, was het zeer gemakkelijk
plaatsen te vinden zelfs werden meer aan
vragen ontvangen, dan waaraan kon worden
voldaan.
In de SI. Ct. is opgenomen de wet
van den 28sten December 1891, tot afwij
king van den regel gesteld bij art. 241 dar
gemeentewet, betreffende de heffing van