Zesde Jaargang.
1892. No. 40.
Vrijdag I Januari.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
NIEUWJAARSLIED.
HEIL EN ZEGEN.
Gemengde Berichten.
ëi.ken MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. 0.95.
Enkele nummers0.02'.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel jmeer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
meer 10 cent.
Bij 't nieuwe jaar dezelfde Vader
Wiens krachtige arm de wereld houdt,
heeft de zijnen te allen dagen
Op aad'laarsvleuglen trouw gedragen,
Hem zjj de toekomst aanbetrouwd;
Bij 't nieuwe jaar dezelfde Vader,
Wiens krachtige arm de wereld houdt.
Bij 't nieuwe jaar weer d'oude zorgen;
Nog brak het Jubeljaar niet aan,
Nog zwerven we om langs pelgrimswegen,
Berg op, berg at, in zon en regen,
En strijd, tot nienwen strijd doorstaan;
Bjj 't nieuwe jaar weer d' oude zorgen
Nog brak het Jubeljaar niet aan.
Bij 't nieuwe jaar een nieuwe hope:
Geen lente die geen bloemen strooit!
Ook thans zal weer de leeuwrik zingen,
De vrucht de bloesems weer verdringen;
De vreugde en blijdschap sterven nooit.
Bij 't nieuwe jaar een nieuwe hope:
Geen lente die geen bloemen strooit!
Bij 'f nieuwe jaar het oud geloove
Aanvaardt die leus en zegevier
Geluk, mijn volk, op alle banen
Ontrol op elk gebied uw vanen,
Docb Christus zjj de rijksbanier.
Bij 't nieuwe ja^r het oud geloove
Aanvaard die leus en zegevier
Bij 't nieuwe jaar een liartvernieuwing,
Een ander blad in 't levensboek
Laat d' oude schuld geen liefde deren,
Laat de oude v<-te in vriendschap keeren,
In zaligspreking d' oude vloek
Bij 't nieuwe jaar een hartvernieuwing,
Een ander blad in 't levensboek.
De nu ontslapen zendeling dr. J. P.
ESSER, bekend onder den pseudoniem Soera
Rana, plaatste dit lied in „Magdalena" van
1877.
Het jaar 1891 is weder ten einde.
Voorbijgegaan om nimmer terug te
keeren. Voorbij met zijne verras
singen en beproevingen. Voorbij met
zijn lief en zijn leed met zijne zor
gen en zonden, zijn voorspoed en
zijn tegenspoed. Voorbij die duizen
den uren, waarvan reeds een hei-
densche schrijver herinnerde dat zij
geteld en toegerekend worden. Het
is goed dat wij op den nieuwejaars-
morgen elkander met een «Heil en
Zegen» in hart en mond ontmoeten.
Doch het is ook goed elkander te her
inneren aan de oude waarheid, dat
wij op reis zijn naar de eeuwigheid,
dat wij onze jaren doorbrengen als
eene gedachtedat het den niensch
gezet is eenmaal te sterven en
daarna het oordeel, en dat er
geene zaligheid is buiten den eeni-
gen Naam onder de hemelen gege
ven geen vergeving der zonden, ook
van het oude jaar, zonder het Bloed
der Verzoening.
Deze prediking komt tot elk rede
lijk nsensch die zijn Nieuwejaar viert,
om het even of hij zich door Gods
Geest leiden laat, dan wel het hoog
ste gezag zoekt in de menschelijke
Rede.
Luisteren wij, lezernaar deze
roepstem, dan zal het «Heil en Zegen»
in onzen mond geen ijdele klank
zijn, en dan zal het ook alles «heil
en zegen» wezen, wat het nieuwe
jaar ons brengt.
Alles «heil en zegen», ook als de
beproeving nijpt
Vraag dit aan hen, die het woord
leerden verstaan dat alle dingen moe
ten medewerken, moeten het hun
ne b ij dragen ten goede. Zij zullen
u zeggen dat het hun in het oude
jaar ook bij tegenspoed alles wel is
geweest, en dat het zulks ook in het
nieuwe weer zijn zal.
Evenwel geen enkele verdrukking,
als die tegenwoordig is, schijnt een
zaak "van vreugde te zijn. Dit is door
duizenden op den aardbodem weder
ondervonden.
Hoevele klaagtonen werden weder
vernomen in het jaar dat achter ons
ligt.
Menigeen ook onder onze lezers
zag donkere wolken over zijn hoofd
heenvaren, of dierbare graven del
ven voor zijn voet.
Wat al herinneringen van rouwwor-
den op den nieuwejaarsdag weder
levendhoevele wonden opengere
ten bij de gedachte aan hen, die
niet meer met ons den strijd des le
vens medestrijden en wier stand
plaats zelfs men niet meer vindt.
Wenden wij den blik van onze
personen af naar de plaats onzer
inwoning, naar de gemeente tot
welke wij beliooren, naar ons va
derland, hcevelen missen wij ook
daar in het nieuwejaar die het oude
nog met ons intraden. En zoo wij
den gezichtskring nog verder uit
breiden, hoeveel rouw en leed wor
den wij dan buiten de grenzen van
ons vaderland gewaar.
Wij denken aan Rusland met zijn
Jodenvervolging en zijn jacht op de
protestantsche onderdanen; aan Zuid-
Amerika met zijne onrusten en om
wentelingen aan China met zijn
Christenmoord. Aan de duizenden
die van honger omkwamen en aan
die velen, welke hunne betrekkin
gen niet in het leven kunnen hou
den, in het groote Czarenrijk, dewijl
er de allernoodigste levensbehoefte
ontbreekt
En inmiddels nadert weder de zoo
zeer gevreesde zonderlinge ziekte, de
influenza, die voor twee jaren zoo-
velen heeft geveld, en ook thans we
der hare offers eischt.
Wij mogen evenmin de oogen
sluiten voor het gevaar dat den ge-
wapenden vrede onzer dagen verge
zelt. Tot de tanden zijn de natiën
gewapend en de brandende lont ligt
reeds bij het kruit, wachtende op de
hand die haar er in werpt.
Toch is er als altijd veel dat tot
blijdschap stemt. In alle landen is
de Heer onze God bezig Zijne kin
deren nader tot elkander te brengen.
De zending maakt langzame doch
zekere vorderingen. Het getal van
hen in de hoogere standen die den
Christus belijden, neemt toe. Ook
in ons vaderland viel op kerkelijk,
maatschappelijk en staatkundig ge
bied, toenadering waar te nemen
er werd eene vereeniging voorbereid
tusschen twee breede groepen van
christenen die bij elkander behooren
en op het Christelijk Sociaal Congres
een grondslag gelegd voor samen
werking van mannen uit alle standen
en kerken, die nog hechten a&n de
hoogste eenheid.
Onze jeugdige Vorstin werd met
hare Moeder ons gelukkig gespaard
en wordt zij thans door een achttal
ministers omringd, wier richting wij
uit beginsel moeten bestrijden, God
spaarde ons toch onze geliefde staats
mannen nog, onzen Mackay, den
man des réchts in de schoolquaestie
onzen Lohman den vertegenwoor
diger der echte nationaliteit; onzen
Keuchenius den getrouwen volks
vertegenwoordiger; en onze wakkere
voorgangers in den strijd tegen on
geloof en Godverzaking, tegen dron
kenschap en prostitutie mannen als
Kuijper en Pierson, Bavinck en v.
Gheel Gildemeester Ulfers en van
't Lindenhoutstaatslieden en pre
dikers, schrijvers en zoovele andere
getuigen voor de eere Gods, meer
dan in eenig ander land ter wereld
in ons kleine land vertegenwoordigd
en geëerd.
Daar zijn schreiende nooden, die
de natiën beroeren. Daar zijn toe
standen, die dringend genezing
eischen.
Onder alle partijen worden mannen
gevonden, die de oplossing van het
maatschappelijk vraagstuk ernstig
begeeren.
Belangrijk is ook wat de pauselijke
encycliek ons te lezen gaf. Is de
saamwerking tusschen katholieken
en antirevolutionairen in ons land
verbroken, mogen zij het nog eens
daarin eens worden dat de nood van
den arbeid en van den arbeider
dringt, en die te lenigen niet de
taak eener partij, maar die der ge-
heele natie is.
•j»
Nog veel zouden wij hieraan kun
nen toevoegendoch aan alles
ook dit predikt ons het Nieuwejaar
komt een einde. Wij ne
men dus voor ditmaal afscheid van
onze lezers met de bede dat het
nieuwe jaar ook voor hen rijk aan
«heil en zegen» moge zijn. Wij
voegen daarbij onzen hartelijken
dank voor den steun ons in bet oude
jaar geschonken, en bevelen ons
Redactie, Administratie en Uitgevers
opnieuw bij allen aan; terwijl
onze verwachting daarbij is van Hem
die ons tot hiertoe geholpen heeft.
De uitgevers zien terug op een
toegenomen debiet, waardoor zij het
blad konden vergrootenen de re
dactie mag roemen over vermeerderd
vertrouwen en toegenegenheid. De
kring onzer abonné's en lezers is
uitgebreid en van de gelegenheid
tot adverteèren werd drukker ge
bruikt gemaakt.
Ook dit zijn zegeningen waarvoor
alleen Gode de eere zij toege
bracht; gelijk voor eiken zegen
die onzen lezers in het oude jaar te
beurt viel, en die naar wij hopen
ook in het nieuwe hun deel zij.
31 December 1891.
Bij kon. besluit is als blijk van goed
keuring en tevredenheid de bronzen medaille
en een loüelijk getuigschrift toegekend aan
F. v. Rijssel, arbeider te Sas v. Gent voor
de door hem op 17 Juli 1891 met gevaar
van eigen leven volbrachte redding van
een drenkeling uit de westelijke schutkolk
aldaar.
Voorts is aan C. J. v. Lookeren Campagne
op verzoek eervol ontslag verleend als direc
teur van het Rijkslandbouwproefstation te
Hoorn en in zijn plaats benoemd dr. K.
H. M. v. d. Zande.
Benoemd tot gezworen van het wa
terschap Baarland dhr. H. A. Mol.
'sHeerenlioek. Woensdag had de instal
latie plaats van onzen nieuwen burgemeester,
den heer Timans.
Aan de grens werdZEA. opgewacht door
een stoet van rijtuigen waarin delederivan
den raad en van het R. C. armbesteur ge
zeten waren, met de harmonie en het wapen
der gemeente, gedragen door een gecostu-
meerden ruiter aan het hoofd.
Hem werd door den oudsten wethouder
het teelten zijner waardigheid omgehangen,
waarna de president der feestcommissie,
dhr. de Graag, een hartelijk wjordtot ZEA.
richtte.
Daarna reed men over het versierde dorp,
waar de burgemeester in de raadsvergadering
zich aan de gemeente die hij reeds zoovele
jaren als secretaris gediend had, opnieuw
verbond.
Het feest werd door muziek er. vuurwerk,
en eene bedeeling aan de armen der gemeente
opgeluisterd.
Het jaar 1892 is een schrikkeljaar
en telt dus 52 weken en 2 dagen. Het
paaschfeest valt op 17 April. Twee zoris-
en twee maansverduisteringen zullen daarin
voorkomen, waarvan alleen de beide laatste
hier te lande zullen zichtbaar zijn. De eerste
maansverduistering in den nacht van 11
op 12 Mei is een gedeeltelijke. De tweede
is totaal op 4 November en duurt 3 uur.
Hier te lande komt de maan eerst na de
verduistering op.
Te Utrecht waren Dinsdag in het
Ned. Gasthuis voor Ooglijders in een der
kamers twee verpleegden onbeheerd alleen,
en wel een half blinde vrouw met een kind.
Bij het opstoken der kachel vatten de
kleederen van het kind vlam. Gillende
vluchtte zij in de gang waar een knecht
de vlammen dempte, doch het kind overleed
den volgenden dag.
De heer H. W. Duitz te Steenwijk
heeft een uitvinding gedaan, welke van veel
waarde kan zijn voor handel en scheepvaart.
Hij heeft n. 1. op der ware grootte een
toestel vervaardigd, waarmede het naar zijne
overtuiging mogelijk is, bij vorst in kanalen
of andere niet stroomende wateren, een
vaargeul te maken en te houden van hoog
stens 14 M. breedte. Deze ijsopruimer, door
den heer D. met den naam «vaargeulhou
der» betiteld, maakt niet alleen het ijs los,
maar brengt bet op een afstand van édnof
meer meter van de geul. Het werktuig,
dojr een of twee stoombootjes voortgestuwd,
zou in staat zijn ijs van 20 cM. te breken
en weg te voeren en een gewicht van
16000 KG. te verplaatsen.
P.ij den smid te Hoornaar is gedurende
zijne driedaagsclie afwezigheid eene brutale
inbraak gepleegd. Ongeveer 140 pond spek,
6 kazen, een kistje draadnagels en een
kerkboek met zilveren sluitingzijn ontvreemd.
Vetvlekken en een in den kelder gevonden
eindje kaars wezen aan, dat de dieven met
licht nlle kastjes opengebroken en zoowel
kamer, keuken, kelder als zolder doorsnuffeld
hebben.
Te Nederliorst den Berg heeft iemand
die sinds jaren aan vallende ziekte leed,
plotseling een aanval van waanzin gekregen,
waaiin hij trachtte zijn stiefmoeder te wor
gen en zijn vader die haar te hulp kwam
te mishandelen. De ongelukkige vluchtte
toen naar de woning van den geneesheer.
Hij maakte zich meester van de sleutels,
en nadat hij de dienstbode met geweld uit
de keuken gedreven had, verborg hij zich
daar achter een barricade van allerlei voor
werpen. De politie arresteerde hem met
moeite: na hem eerst een mes te hebben
ontrukt. Onderweg echter ontsnapte hij en
snelde naar zijn eigene woning, waar hij
zich op den zolder opnieuw verschanste.
Weer moest hem een mes worden ontrukt
en nu wist men hem met een zacht lijntje
mee te krijgen waar het krankzinnigenge
sticht Meerenberg.
Een natuurlijk papierfabrikant is de
hoornaar een groote wesp. Hij knaagt
aan het hout van hoornen, vermaalt het
tot een soort van brij en maakt daaruit
een grauwe stof voor zijn nest, welke pa
pier is van de fijnste soort.
Drie knapen hebben Dinsdagavond in
een woning van twee dames te Zaandam
ingebroken. (De dames waren afwezig). Als
waren ze in hun eigen kuis, staken ze alle
lichten aan het achterschot eener kast werd
verbroken en alles wat van hun gading was,
werd meegenomen, o. m. een gouden ket
ting, een kelk met zilveren voetstuk enz.
Nog niet voldaan werd de wijnkelder onder
zocht en werd duchtig gedronken, zoodat
ze ten slotte ook nog vernielden wat hen
niet aanlokte om mede te nemen. Op de
komst van een buurvrouw nam het drietal
de vlucht, doch waren spoedig achter slot.
--De werkstakers te Tjalleberd, die leden
zijn van Patrimonium, hebben tegen het
oude loon den arbeid hervat.
Te Leiden zijn gisteren de volgende
diefstallen ontdekt. Een IGjarige knaap stal
een zinken afvoerbuis die hij van een woning
brak. Een sjouwer ontfutselde een dron
ken buitenman zijn purtemonnaie. Een stads
werker eigende rich een kruiwagen toe en
verkocht dien. Een IGjarige loopjongen bjj
een boekhandelaar, belast met het innen van
quitanties, had de door hem ontvangen gel
den verduisterd. De patroon dreigde hem
met de politie en drong op schuldbekentenis
aan. Van een oogenblik dat de patroon hem
den rug tozkeerde, maakte nu de jongen
gebruik en schoot zich voor het hoofd. Ge
lukkig werd hij niet doodelijk gekwetst.
Zondag stal een 14jarige knaap bij
zijne tante te Beek een bankbiljet van f 40
en ging daarna met drie vrienden naar
Nijmegen, waar een gedeelte van het geld
werd verbrast. Toen de jongen* een bank
biljet van f25 bij een herbergier wilden
wisselen, kreeg de laatste achterdocht, waar
schuwde de politie en de jeugdige deugniet
bekende spoedig zjjn vergrijp.
De moeder van een meisje, dat een
paar jaar met een jongmensch omgang had
gehad, wierp eergisteravond uit wraak,
omdat de man de betrekking had afgebro
ken, hem in de Nieuwsteeg te Rotterdam