ÏB9L No. 39.
Donderdag 31 December.
Zesde Jaargang.
1
V E11S C II IJ A T
PRIJS DER ADVERTENTIES
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
De Staatsloterij.
JAN WOUTERSZ.
UITGAVE VAN
Et.KEN MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel jmeer 5 cent
Prjjs per drie maanden franco p. p.
f 0.95.
EK
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
Enkele nummers
O
meer 10 cent.
Wij herinneren onze lezers dat ons
Vrijdagno. reeds Donderdagavond verzon
den wordt. Advertentiën voor Goes wor
den ingewacht tot 3 uur, voor Middelburg
tot half 2. Prijs der nieuwejaarsadver-
tenties (1—6 regels) 25 cent.
DE UITGEVERS.
Ten vurigen jare heeft de heer Donner in
de tweede kamer een warm pleidooi gehouden
voor de afschaffing van de Staatsloterij. De
toenmalige minister van financiën, jhr. Godin
de Beaufort, antwoordde bij die gelegenheid
dat op het oogenblik de Staat de inkomst
dezer Staatsloterij niet missen kon, nmr dat
aan geleidelijke afschaffing de hand zou voeden
geslagen.
flet is zeer te bejammeren dat in deze
quaestie door den antirevolutionairan minster
niet een meer afdoende beslissing kon warden
genomen. Immers nu blijft hierdoor, «der
de liberale regeering, de toestand zooashij
altijd was; en heeft de opvolger van den
antirevolutionairen ministeralthansden sciijn
van recht om zich op zijn voorganger tebe-
roepen.
De heer Donner blijft echter, als ty»e
van den antirevolutionairan volksvertege-
woordiger, op zijn post, en toonde dit oo;
bij de jongste .behandeling der Staatsbe
grooting toen hij aan minister Pierson vroeg
hoever men thans gevorderd was met de
door minister Godin toegezegde inkorting
der Staatsloterij.
De minister antwoordde met den geachten
afgevaardigde uit Katwijk toe te geven dat
niemand de staatsloterij principieel zal
durven verdedigen; maar zij bestaat nu
eenmaal, en haar opruimen gaat zoo maar
op eenmaal niet. Hier is wel iets ven aan.
Immers hetzelfde bezwaar heeft in veel
ruimer mate de minister Vissering onder
vonden. Grooter tegenstander van deze
instelling dan hij, was bijr.a niet te vinden.
Tijdens hij professor was, schreef hij tal
van artikelen tot bestrijding der Staats
loterij en toen hij als minister aftrad, bleek
het dat zelfs deze energieke tegemtinder
niets had kunnen doen om dtz; instelling
te doen vallen.
Toch mag verwacht worden dat minister
Pierson op het voetspoor van minister Godin
de Staatsloterij niet zal bevorderen. Er
zullen geen nieuwe collecteurs meer worden
aangesteld op plaatsen waar zij niet bestaan
dus van uitbreiding is in het geheel geen
sprake meer.
Maar is met dit negatieve optreden de re
geering wel verentwoord? Zijn inderdaad geen
krachtiger, meer positieve, maatregelen
noodzakelijk om deze impopulaire, slechte
instelling af te breken?
Zeer terecht wees de heer Donner er dan
9.) FEUILLETON.
Eene episode uit de dagen der Hervorming
door W. Iv. HAGA.
In den namiddag kwam ook Jan Wou
tersz eens kijken, dieet'over verbaasd stond,
hoe men in zoo korten tijd de houtloods
tot een gezellige zaal had weten in te rich
ten. Hij kon niet nalaten aan Kaltsvel zijn
lofte brengen voor devernuftige wijze, waai op
hij de zitplaatsen had gemaakt en voor de
doelmatige spreekplaats des predikers, het
geen den wakkeren man niet onaangenaam
in de ooren klonk. Kortom, er heerschte
een vroolljke stemming bij onze vrienden,
en zij hadden voldoening van de genomen
moeite, want tegen het afgesproken uur
kwam de een ria den ander zich aan de
deur der schuur aanmelden, om na afgifte
van het wachtwoord door Kalfsvel als deur
wachter binnen gelaten te worden.
De schuur was al meer dan vol en men
wachtte niemand meer, toen ergeklopt werd
en een per oori na het afgesproken woord
te hebben gezegd, eenigszinf haastig binnen
trad en plaats nam.
Het trok de aandacht van Kalfsvel dat
de nieuw binnengekomene geen aanstalte
maakte om zijn gelaat meer zichtbaar te
maken. Onder vrienden behoefde men immers
daarmede niet te talmen Hij had het
woord richtig overgegeven, dus er bestond
geen aanleiding om hem den toegang te
weigeren, en toch vertrouwde onze wakkere
deurwachter de zaak maar ten halve.
«Dat is een vreemde snaak», dacht hij bij
zichzelven: «mij dunkt, ik heb hem meer
gezien, doch nooit in onze samenkomsten
ik moet dat heerschap in 't oog houden,»
en de daad bij het woord voegende, nam
hij toen niemand meer te wachten en de
deur zorgvuldig gesloten was, ongemerkt
ook op dat de minister beter deed met het
aantal loten te verminderen. Dit zou een
stap in de goede richting zijn.
Het is zeer te wenschen dat de antire
volutionaire partij de regeering op dit punt
geen ruét late; en krachtig tegen deze schan
delijke staatsinstelling blijve getuigen.
Het is immers ongehoord, dat de Staat,
die het dobbelen tegengaat, zelf een dobbel-
instelling organiseerttot dobbelen aanzet
en de winsten op dit onmogelijke bedrijf
jaarlijks bij duizenden inden zak steekt.
En juist het feit dat de Staat dit doet,
maakt den toestand zoo gevaarlijk.
Eerst dan toch als de Staat eene onze
delijke zaak exploiteert, wordt deze fatsoen
lijk. Sinds de overheid depublieke vrouwen
keurt, is de openbare huererij niet onze
delijk meer. Nu de Staat zelf opium vei-
koopt, is het opium schuiven een geoorloofde
zaak. En de «vergunning» aan de koffie
huizen van Staatswege verleend om de
gatten zich te doen bedrinken, heeft ook
het misbruik maken van sterken drank
als de natuurlijkste zaak der wereld getee-
kend. De Staat beschermt en ijkt; hij
vergunt en machtigt op die wijze de zonde,
desnoods als water in te drinken. En dit
is ook het gevaar dat de Staatsloterij
aankleeft.
De Staat zorgt dat niet gezwendeld wor
de in ons goede land. De overheid waar
schuwt in de nieuwsbaden legen dezen of
dien, die het pnhliek zou willen bedriegen en.,
geeft van de andere zijde den toon aan
om op groote schaal de spilzucht te voeden
en goed te praten. Want wel zijn de
deelnemers tegen bedrog gedekt, doch dat
verhoogt den prikkel om wat te wagen en
n het eind zich te ruïneeren.
Jhr. v. Loon, wijlen het antirevolutionaire
lamerlid voor Amersfoort, noemde dit reeds
i 1873 een «geld slaan van den Staat uit
<3 zonden der natie».
ijAan dit ongereclitig bedrijf kome spoedig
on einde.
Atjeh, opium, «vergunning», keuring van
pblieke vrouwen, Staatsloterij, zij blijven
ropen tegen het christelijk Nederland. Zij
zij de zeere plekken in het volksleven.
Ende ervaring leert dat Nederland niet
ongstrnft deze zonden aan de hand houdt.
h heeren Donner en anderen hebben
dam, iecieren keer als zij deze dingen onder
de andacht brengen van de ministers onzer
jeugige Koningin.
30 December 1891.
Dezr dagen verscheen de «almanak voor
1892, aarboekje, uitgegeven door de maat-
schapp, tot bev. van landbouw en veeteelt
in Zeekïd.» Het jaarboekje bevat voor het
eerst eu kort verslag over het af'geloopen
vereenigngsjaar. Overigens handhaaft ook
deze alranak den goeden naam zijner voor
achter da' onbekende plaats.
In stille aandacht zat de gemeente ter
neder. D prediker was nog niet aange
komen, hewel het bepaalde uur reeds ver
streden wc; doch dat behoefde nog geen
ongerusthel te baren. Men kon dit onder
de huidige imstandigheden wachten, zoowel
door opontbud met de vervoermiddelen als
door vijanolijke bedoelingen, welke het
maken van ten omweg of het zich voor-
loopig schuilnuden konden noodig maken.
«Komt!» zide Meester Andriesz., toen liet
eindelijk wat ang begon te duren, «wat
rullen we letg neder zitten en het heer
lijk Woord v.n God ongeopend laten, nu
we zoo uitnemnde gelegenheid hebben tot
gezamenlijk geieten. Vinden de vrienden
het goed dat ikhun een gedeelte voorleze?»
Een toestemaend antwoord van allen,
natuurlijk op na, was te wachten en daar
klonk het op vaten toon
«Een liedt Haiin a'iloth.
Ick hebbe tot <(n Heere geroepen in mijne
benauwtheyt, ene» Hij heeft mij verhoort.
O, Heere! redde mijne ziele van de valsche
lippevan de bedngelicke tonge.
Wat sal v de burieglicke tonge geven?
of wat sal se u toyoegen
Scherpe pijlen eeles machtigen; mitsga
ders gloeijende jene/erkolen.
O, wee mijdat \:k een vreemdeling ben
in Mesech: dat ick ii de tenten Kedars
woone.
Mijne siele heeft laige gewoont bij degene
die den vrede haten,
Ick ben vreedsaem maar als ick spreke,
se sijn aan d' oorloge.
Een Liedt Hammaaltlh.
Ick heffe mijne ooget op na de bergen,
vanwaer mijne hulpe konen sal.
Mijne hulpe is van dei Heere, die hemel
ende aerde gemaeckt heelt.
gangers wegens practische voorlichting
omtrent alles, waarin onze landbouw, tuin
bouw en veeteelt belangstellen.
Een mislukt Congres. Het Kerstmis-
congres der timmerlieden is mislukt. Het
was te begrijpen dat socialisten, katholie
ken en antirevolutionairen in één bond
onmogelijk zouden kunnen opschieten. De
beginselen loopen te ver uiteen. De socia
listen werken overal en altijd voor hunne
partij. De katholieken achtten samenwer
king onmogelijk. En de antirevolutionairen
weiden, gelijk te begrijpen is, hartelijk
(haast schreven wij: hatelijk) uitgelachen
wegens hun pleiten voor terugkeer tot den
eerbied voor Gods Woord en Wet.
«Het Handelsblad» geeft dien socialisti-
sclien lachers gelijk en zegt: «Er zijn ook
onder de (antirevolutionaiiej werklieden te
veel Keueheniussendiesteeds willen getuigen»;
alleen over de afkeuring van de werktuig
lijke lioutbereiding was men het ems.
«Keucheniussen»,7ullendusvoortaan heeten
de arbeiders die in een kring van niet-
geloovigen van hun geloof wenschen te
getuigen.
Ons/dunkt, eervoller scheldnaam ware
moeilijk uit te denken geweest.
Het 4e internationaal congres tot be
strijding van den sterken drank zal in Sep
tember 1892 te s Gravenhage gehouden
worden.
Bij kon besl. zijn benoemd tot bur
gemeester van Baarland A. Biuggeman;
van Domburg J. C. Lantsheeren van
s Heer Arendskerke jhr. U. E. Lewe van
Nijenstein.
Het hoofdbestuur der Friesche Maat
schappij van Landbouw heeft zich bij adres
tot den minister van Binnenlandsche Zaken
gewend, met het verzo k, f 1000 beschik
baar te stellen voor een proefveld voor
aardappelencultuur.
Het doel is om die proef van jaar tot
"Jaar voort te zetten, teneinde ziektevrije
aardappelsoorten te verkrijgen, zoowel voor
de fabrieken als voor de consumptie.
Naar de N. R. Ct. verneemt, zal bij
de wijziging der pensioenwet voor we luwen
en weezen o. m. voorgesteld worden om
aan de zoogenaamde «oude weduwen» (we
duwen, wier echtgenooten in dienst traden
lóór 1 April 1836j ook pensioen toe te
kennen.
Tevens zal de bepaling in art. 28, waar
bij aan de weduwen het recht op pensioen
wordt ontzegd, indien hare echtgenooten
gehuwd waren nadat zij hun 60ste levens
jaar reeds waren ingetreden, m. a. w. den
59-jarigen leeftijd bereikt hadden, in dier
voege gewijzigd worden, dat instede van
60ste 61ste wordt gelezen, daar het in den
geest der wet heeft gelegen om haar, die
een 60-jarige ambtenaar huwt, geen pen
sioen toe te kennen.
Hij en sal uwen voet niet laten wancke-
len: uw bewaarder en sal niet sluymeren.
S'et, de bewaerder Israels ei sal niet
sluymeren, noch slaepen.
De Heere is uw bewaerder, de Heere is uwe
schaduwe aen uwe rechterhand
Juist bij liet einde van dit vers trad de
prediker gevolgd door Jan Woutersz. binnen,
waarop Andrie«z. zijne voorlezing staakte.
«Ja, vrienden!» zei hij, na de aanwezigen
in het algemeen gegroet en dezen de hand
gedrukt en genen toegeknikt te hebben,
«dat is een gulden woord, hetwelk we daar
mochten hooren: ik heb het op mijne reize
naar deze stad kennelijk mogen ondervinden.
De vijanden hadden mij verscheidene lagen
gelegd, ja zelfs een prijs op mijn hoofd
gesteld, doch de Heere heeft hunne raadsla
gen te schande gemaakt en mij in hunne
handen niet overgegeven. Dank zij ook uwe
trouwe zorg om mij vriend Woutersz, een
eind tegemoet te zenden, daardoor heb ik
thans het voorrecht om in uw midden te
zijn. Komt, laat ons nu geen tijd laten
verloren gaan, dien we met onze woorden
aan de prediking van het Goddelijk Woord
zouden onttrekken. ,,Ik heb reeds te lang
op mij laten wachten: en hiermede begaf
hij zich naar de spreekplaats en droeg ia
een vurig gebed de verzamelde schaar aan
den Heer op, van Hem licht en zegen voor
de bediening des Woords afsmeekende en
bijstand in de dagen van strijd en vervolging.»
»Uyt de benauwtheid heb ick
»den Heere aenge oepen, de Heere
«heeft mij verhoort, stellende mij
»in de ruymte. Ps. 118:5.»
«Ziedaar, gewaardeerde vrienden!» zoo
ving de spreker aan, ,,het woord, waarbij ik
uwe gewijde aandacht wensch te bepalen.
Wij zien allereerst een droeven toestand:
benauwdheid der ziele. O, wie onzer heeft
De Haapsche corr. van de Zutfen-
sclie Ct. liet Kaïnerlid mr. Goeman Borgesius(?)
schrijft met liet oog op de verwerping door
de Tweede Kamer van het Billiton-contract;
Wat er nu zal gebeuren weet niemand,
maar velen vermoeden, dat geen der partijen
het op een proces zal laten aankomenen dat
de Billitoii-Maatschappij wel opnieuw met
de regeering zal gaan onderhandelen. Het
eerst gevolg van de verwerping is geweest,
dat de aandeeien van genoemde maatschappij
aanzienlijk gedaald zijn. Vier weken geltden
kon men ze verkoopen voor f 2800, na het
verschijnen van de ongunstige memorie van
antwoord, daalden ze tot f1800 en na de
verwerping van liet contract door de Tweede
Kamer, waren ze voor f '1600 niet meer te
plaatsen.
De herijk der maten en gewichten
zal plaats hebben te
Middelbuvtr, ook voor St. Laurens, 5, 6
7, 8, 12, 13, 14, 15, 19, 20, 21, 22, 26
27, 28, 29 Januari en 2, 3, 4, en 5 Februari
Zierikzee, ook voor Kerkwerve, 16, 17,
18, 19, 20, 22, 23, 24, 25, 26 en 27
Februari.
Brouwershaven, ook voor Duivendijke, 3
en 4 MaartZonnemaire 5 Maajt des voor
middags Noordgouwe 5 Maart des namid
dags; Dreischor 7 MaartEikerzee 8 Maart
des voormiddags: Ellemeet 8 Maart des
namiddagsRenesse 9 Maart des voormid
dags Noonlwelle, ook voor Serooskerke 9
Maart des namiddags: Haamstede, ookvtor
Burgh 10 Maart: Ouwerkerk 11 Maart des
voormiddags Nieuwerkerk 11 Maart des
namiddags; Bruinisse 12 en 14 Maart en
Oosterland '15 Maart.
Cortgene 22 MaartWissenkerke 23 en
24 Maart; Colijnsplaat, ook voor Cats, 25
en 26 Maart.
Goes, ook voor Kloetinge en Kattendijke,
benevens 's Heer Hendrikskinderen en VVis-
sekerke, 20, 21, 22, 23, 25, 26, 27, 28,29
30 April en 2 Mei.
Wolfaartsdijk 3 Mei; Heinkenszand, ook
voor 's Heer Arendskerlse, 4 Mei en 5 Mei
des voormiddags's Heerenhoek, ook voor
Borssele en Nieuwdorp 5 Mei des namiddags
en 6 Mei: Üvezind, ook voor NLse, 7 Mei;
Ellewoulsdijk, ook voor Driewegen, 9 Mei;
Baarland, ook voor Oudelande, 10 Mei;
Hoedekenskerke 11 Mei des voormiddaas
's Gravenpolder, ook voor 'slleer Abtskerke,
11 Mei des namiddags: Kapelle, ook voor
Schore 12 en 13 Mei Wemeldinge 14 Mei;
Yerseke 16 en 17 MeiHansweertl8 Mei
Kruiningen, met uitzondering van Hans-
weert, 19 MeiKrabbendijke, ook voor
Waarde, 20 Mi i en 21 Mei des voorin.
Rilland-Bath 21 Mei des namiddags en 23
Mei.
Breskens 13 Juni en 14 Juni des voor
middagsGroede 14 Juni des namiddagsen
15 Juni; N'ieuwvliet 16 Juni des voormid.
ze niet gekend en kent ze nog niet bij lijden?
Wanneer de ziel in hare droeibeid en angst
dreigt onder te gaanwanneer de zorge-
looze blijdschap en zelfgenoegzaamheid zijn
verdwenen en we aan onzen ellendigen
schuldigen staat ontdekt worden: wanneer
al de goede gedachten, die we omtrent
onszelven koesterden slechts ijdele waan
blijken geweest te zijn en wij met ontzet
ting gewaar worden, hoe s,-. adelijk weGods
wil hebben overtreden; hoe ver wij van
het pad des levens zijn afgedwaald. Dan
versmelten de hoogten, die we onszelven
tot voetstuk gegeven hadden, als was voor
de zon, en bevinden boe verschrik
kelijk diep de afgroud is, waarin we zijn
neergezonken, hoe stinkend het moeras,
waarin we dreigen te verstikken.
O, is er geen ontferming meer zoo roept
de benauwde zielezal de wanhoop mij
verteren, zal ik ondergaan in mijne ellende?
De psalmdichter heeft in dezen toestand
verkeerd bij weet wat het beteekent, be
paald te worden bij eigen verwerpelijkheid
in het aangezicht van Gods heiligheid maar
hij weet ook een middel om uit dien aller-
treurigsten staat gered te worden. En dat
onfeilbaar middel geeft hij ons aan de hand,
waar hij zegt«uyt de benauwtheyt heb
ick den Heere aengeroepen».
Dat is de weg dien we op moeten. Tot
Hem die het gebed der ellendigen hoort;
tot Hem, die een verterend vuur is voor
degenen, die in hoogheid wandelen, maar
een barmhartig Vader voor den boetvaar
dige, die om vergeving en uitkomst bidt
tot Hem, die allereerst een verbond der
genade heeft opgericht turschen Zichzelven
en den gevallen, vanHemafkeerigen mensch,
en die nooit te vergeefs op dat verbond
laat pleiten, die geen bidder laat staan.
Wordt vervolgd.)