1891. No. 38.
Dinsdag 29 December.
Zesde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
De Biliton-Overeenkomst.
JAN WOUTERSZ.
elken MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prjjs per drie maanden franco p. p. f 0.95.
Enkele nummers0.02'.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 eent, iedere regel Jmeer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
meer 10 cent.
Wederom stellen wij, en wel in het
no. dat D. V. op Vrijdag 1 Januari 1892
verschijnt, voor belanghebbenden de gele
genheid open, tegen den prijs van 25 cent»
(mits de 6 regels niet te boven gaande;
hun Nieuwjaarsgroet aan Familie, VriendeD
of Begunstigers als advertentie te doen
opnemen.
Tevens zal als naar gewoonte in datzelfde
no. van ons blad e«n nieuwejaarswensch
voorkomen; onder welken een ieder, tegen
betaling van 10 cents zijn naamberoep en
woonplaats kan doen zetten.
De Uitgever.
Advertentiën worden ingewacht uiterlijk
tot Donderdagmiddag 31 December te 3
uur, bij G. M. KLEMKERK, te Goes.
Verleden week heeft de Tweede Kamer
het Biliton-contract verworpen.
Wat is het Biliton-contract? De zaak is
gewichtig genoeg om even te worden toe
gelicht. Zij betreft een geldquaestie, en
wel een zeer belangrijke, waarbij Indië, en
dus indirect ook Nederland betrokken is.
De zaak is deze. Den 23 Maart 1892
loopt de concessie (toestemming; af welke
in 1852 door den Staat aan eenige parti
culieren werd verleend tot het ontginnen
der tinmijnen op het eiland Biliton. De
particulieren waren o. a. prins Hendrik en
baren v. Tujjl van Serooskerke. Later in
1860, vereenigden deze particulieren zich
tot een maatschappij,.
Nu kon men in dien tjjd nog niet weten
welke hooge winsten deze maatschappij later
behalen zou, dus waren de eischen bij het
contract door den staat gesteld, uiterst bil
lik. Aan het rijk zou namelijk 10 percent
der netto winst worden uitgekeerd.
Inmiddels zag men de buitensporigste
voordeelen in de zakken der ondernemers
vloeien. Het spreekt vanzelf dat de Biliton-
maatschappij het tijdstip waarop d* concessie
zou eindigen, met weerzin tegemoet zag.
Reeds in 1882 dua 10 jaar voor het
eindigen van dien termijn werd door den
gouverneur generaal 's Jacob onder den mi
nister van koloniën jhr. de Brauw met de
maatschappij een nieuw contract gesloten
waarbij dat van 1852 met 35 jaren werd
verlengd, zoodat het eerst in 1927 zou eindigen.
Volgens Het Centrum was aan die nieuwe
overeenkomst evenwel voorafgegaan een
"wijziging van een der concessiebepalingen.
Daar de concessionarissen in den eersten tijd
geen winst maakten, had de Indische Regeeriug
in 1864 bedongen, dat aan den Staat 3 pCt. van
debruto-opbrengst van het verkregen tin zou
worden uitgekeerd en daarbij een verlenging
van den termjjn in het verschiet gesteld. Bij
8.) FEUILLETON.
Eene episode uit de dagen der Hervorming-
door W. K. HAGA.
«Terecht opgemerkt, eerwaarde!» klonk
het antwoord van den aangesprokene. «Ik
heb inderdaad gisteren avond eene belang
rijke ontdekking gedaan. Toen ik langs
de Vest wandelde zag ik op korten afstand
twee personen voor mij uitgaan, die door
een druk gesprek mijn aandacht trokken,
en in wie ik dra Pieter Cornelisz uit de
Winstraat en Kalfsvel, de knecht van mees
ter Andriesz herkende. Ik had mij n;et
vergist, dat zij iets verhandelden, wat uw
Eerwaarde kan dienen, want behoedzaam
mijne schreden versnellende, zoodat ik onder
hun gehoor kwam, bleek het mij dat ze
het zoo druk hadden over «ene predikatie
die heden over acht dagen hier in de stad
zal gehouden worden».
«Heilige Maagd riep Antonio uit, de
oogen ten hemel heffende, «ik dank u, dat
ge mijn zwakke pogingen tot verdediging
uwer eere zoo wilt gaan bevorderen. Doch
ga voort, Vos vervolgde hij, dezen weder1
aanziende en blijmoedig toeknikkende, «gij
weet zeker nog wel meerwaar zal de
kettersche samenkomst plaats hebben en
wie is de prediker?»
«Het laatste heb ik niet kunnen verne
men,» hernam Vos, «doch wel dat meester
Andriesz zijn houtbergplaats voor het on
heilig doel heeft beschikbaar gesteld».
«Uitnemend zei de monnik, zich verge
noegd de handen wrijvend; «schooner gele
genheid om een menigte ketters in de val
te krijgen kon moeilijk aangeboden worden.
Gij hebt u uitstekend Tan uw taak gekwe
ten. Nu moeten we zien, wie er aan deel
neemt en vooral wie de leeraar is. Mij
dunkt, Vos! als gjj dat eens op u naamt
die verlenging nu werd in 1892 in stede
van 3, 4i/s pCt. der bruto-opbrengst voor
(ien Staat geëischt.
Over dit nieuwe contract werd echter zeer
veel gesproken en geschreven en voorname
lijk beriep men zich op art. 22 van het kon.
besluit van 2 Sept 1873 betreffende het verlee-
nen van mijn-concessien, bij welk besluit was
bepaald dat geen nieuwe concessies meer zou
den worden verleend dan bij openbare aan
besteding en met machtiging des konirgs.
Nu was de concessie van 7 ^Januari 1882
zonder deze machtiging en ondershands ver
leend, wel teekende de directeur van 's Ko-
nings kabinet de desbetreffende acte 27
Nov. 1882, doch aan de bepalingen van het
Kon. besluit van 1873 was niet voldaan.
Dit leidde tot een felle oppositie in de
Tweede Kamer, waarin het voornamelijk de
heer Keuchenius was die stukje voor stukje
dit onwettige contract Juiteenrafelde. Het
contract werd dan ook met 57 tegen 20 stem
men verworpen en de wensch uitgedrukt,
dat de regeering zich volle vrij heid zou
voorbehouden, om bij het eindigen der con
cessie van 1852 voor de nakoming der be
staande bepalingen en de behartiging van
's lands belangen zorg te dragen. Gevolg
was dat minister de Brauw aftrad.
De Biliton-maatschappij meende nochtans
dat het contract van 1882 geldig was en
dreigde met een proces. Inmiddels werd
minister Keuchenius aan het roer geroepen
en men begrijpt dat dit hare zaak geen
voordeel belootdf, en hare buitensporig hooge
winsten een einde dreigden te zullen ne
men. Minister Keuchenius bleef dan ook
op zjjn stuk staan, hoe ook het Kamerlid
wijlen v. d. Loeff hem waarschuwde opdien
weg naar het proces niet voort te gaan.
Daar kwam echter minister Mackay en
die bleek een weinig kneedbaarder te zijn
Althans hij trad met de Biliton-maatschappij
in overleg om een nieuw contract met haar
aan te gaan, niettegenstaande zij het oude
nog voor wettig hield. Thans werden van
den Staat gunstiger voorwaarden bedvngen
en verkregen, namelijk 5l/i percent der
bruto-opbrengst van het tin en de helft van
de winst welke de maatschappij boven de
3i/s ton betalen zal.
Na tal van rechtskundige beschouwin
gen, waarbij wij hier echter niet kunnen
verwijlen, besliste de Tweede Kamer ander
maal op advies van mr. Keuchenius, met
48 tegen 42 stemmen dat ook het betere
contract van minister Mackay verworpen
moest worden; wat naar den wensch van
minister Van Dedem was, die de tinmijnen
van Biliton voordeeliger door den Staat te
exploiteeren acht, als namelijk de Staat
het proces met de bewuste Bilitonmaat-
schappjj wint, wat lang niet zeker is.
(Van de antirevolutionairen waren bij
deze stemming afwezig de hh. Oppedjjk,
als gjj eens in die bijeenkomst wist door
te dringen en mij melddet wie er tegen
woordig waren, gij zoudt voorwaar de
Kerke een grooten dienst bewijzen en uwer
ziele zaligheid zeer bevorderlijk zijn».
«Het zal mij niet moeiljjk vallen», zei
de verklikker, «om aan uw wensch te vol
doen, want het wachtwoord zal ik wol te
weten komen. Heeft uw Eerwaarde soms
nog iets bijzonders op te merken
«Slechts dit eene», hernam Antonio, «ge
bruik uw oogen als ge er zijt, maar stop
uwe ooren, want men kan met die predi-
catiën Dooit te voorzichtig zijn. Zoo menigeen
is tot zijn verderf er door medege»leept.
Nu, go«d geluk I» ging hij voort, en hier
mede zijn bezoeker de hand tot afscheid
reikende, beduidde hg hem dat het «amen-
zijn als geëindigd was te beschouwen.
Wjj zien dan ook Vos behoedzaam het
vertrek verlaten, terwjjl de monnik zijne
lezing hervat, en beide vervuld zijn met
hunne onzalige plannen tegen de aanhan
gers der nieuwe leer.
IV. Eene predikiag voor de vervolgde
gemeente.
De lieve zomer van het jaar 1570 had
reeds plaats gemaakt voor den herfst met
zijne gure vlagen. De zon neigde al vroeg
tijdig ter kimme en gaf een aanzienlijk
deel van den dag aan de heerschappij van
den nacht over. Doch mocht dit door velen
met weemoed waargenomen worden, die
slechts noode van den heerlijken zomertijd
scheidden, er waren er ook, die, wel is waar,
den naderenden winterkoning niet van harte
een welkom toebereidden, maar toch met
genoegen de zon haren kringloop zagen in
korten. Het waren geen kinderen der duis
ternis, hoewel zij den sehjjn tegen hadden,
neen voorwaardoch zij waren helaas ge
noodzaakt om de donkere schaduwen van
Huber, Lucasse en de Geer; stemden tegen
de hh. Löben Seis, v. Alphen, A. v. Dedem,
Keuchenius, Seret en G. W. v. Dedem
terwijl de 11 overigen voor stemden.
28 December 1891.
lVolfertsdijk. Doar het bestuur der Ver-
eenigiog «Eendracht» is als naar gewoonte
de tweede kerstdag in het schoolgebouw re
kening en verantwoording gedaan over het
jaar 1891.
Hieruit bleek dat in gemeld jaar zijn aau-
gekoeht 7 ladingen kolen samen tot een getal
van 11200Vs HL., hieronder zijn begrepen
15 kar smeekoler. en 12 kar nootjeskolen;
nog zijn aangekocht 1000 KG. galjetten en
1250 KG. schaalkolen
Deprjj zen bedragen vrij bjj de leden aan huis:
Kaehelkolen f0,82 per HL.
Nootjeskolen -1.
Galjetten -1.50 perlOO KG.
Schaalkolen -1,60
De totale uitgaaf bedraagt f9227,01.
Wegens te veel gestorte contributiën werd
aan verschillende leden terugbetaald ongeveer
f400, terwijl onder de aanwezige leden nog
een verloting werd gehouden van 72 pond
■worst en spek.
De aftredende bestuursleden de heeren
Gillis de Jager en Janus Kallemein werden
beiden herbenoemd.
Door den heer de Jager is een renteloos
voorschot verstrekt van f 200, en zjjn de pak
huizen alzoo van een voorraad kolen voorzien
waaruit diegenen welke *iet genoegzaam zijn
voorzien tegen verhooging van 10 cent per HL
kunnen geholpen worden.
Een woord van dank aan het bestuur,
voornamelijk aan den secretaris, den heer A.
van de Linde, voor de vele werkzaamheden,
geheel kosteloos in het belang der vereeniging
verricht, mag zeker niet worden onthouden.
Mutatie- en zegelrechten.
In den laatsten tjjd, zoo schrijft de
«Schager Crt.» is vooral de strijd tegen
de mutatierechten op den voorgrend ge
treden, in het belang van den landbouw.
In 1888 bracht deze belasting bijna 5Vr
milliotn op, waarvan 2i/2 werd gedragen
door landerijen en daarbij behoorende
woningen; het meest dus door gebouwde
eigendommen, voornamelijk in j de steden.
De schrijver aeht het twijfelachtig, of de
vermindering der mutatierechten inderdaad
den landbouw bevoordeelt. Hij licht dit
als volgt toe.
«De waarde van de lander jjen wordt
voornamelijk beheerscht door rentestandaard
en marktprijzen.
«Rijzen de marktprijzen, dan stijgt de
huurwaarde en de koopers zullen gretig zij n.
Wordt de rente hooger, de koopprijs moet
den avond te baat te nemen, teneinde zich
aan het spiedend oog der vijanden te ont
trekken.
De lezer begrijpt reeds, wie wij op het
oog hebben. Immers zij, voor wie het dui
delijk was geworden, dat de kerk onder de
heerschappij van Rome'» hiërarchie, haar
karakter als zoodanig had verlorendie
zich daarom aan dit heillooze en kerkver-
woestende bestuur hadden onttrokken, om
zich weder onder den waren Koning der
kerk te stellen, en Zijn Woord ah regel
van leer en leven, in eere te herstellen.
Dit Woord was geheel op den achter
grond geraakt en had voor allerlei men-
schelijke inzettingen en leeringen moeten
plaats maken, in dier voege zelfs, dat wie
slechts aan de laatsten ongehoorzaamheid
betoond*, onverlet kon uitgaan, doch wie
het waagde om de uitspraak van het Woord
des Heeren boven alles te stellen, als scheur
maker werd beschouwd en der kerkgemeen
schap langer or waardig, ja, op vervolging
tot den bloede toe zich kon voorbereid hou
den. Wie daarvoor niet terugdeinsde en
ongeacht het streng verbod, de onvervalsch-
te prediking wenschle bjj te wonen, was
wel verplicht de eeszame wegen te volgen
en het vallen van den avond af te wachten
om ongehinderd op de plaats der samen
komst te komen.
Dit is de reden, waarom wij «p den
tienden Octoberdag hier een man, daar eene
vrouw behoedzaam hunne woning tien ver
laten. Het weder was niet van dien aard, dat
zjj voor hun genot de kille straten voor de
gezellige woonkamer verwisselden want een
koude regen viel neder en de boomen klaag
den onder de gestadige proeven, die de
storm op de kracht hunner wortels nam.
En loch was dit weder door onze wan
delaars gewenseht. Immers nu konden zij
zich met meer recht in hunne kleeding
lager worden.
«Afschaffing of vermindering der mutatie-
rechten zal de koopwaarde eenvoudig doen
stijgen met het bedrag der minder te betalen
belasting.
«Maar wat geeft dat alles den landbou
wer Is hjj eigenaar op het oogenblik der
vermindering of afschaffing en hij verkoopt,
ook hij genietkoopt hij later, hij heeft
de waarde, en het is hem vrij onverschil
lig of zjj gedeeltelijk in den zak van den
verkooper of vat den staat komt.
«Is bjj huurder, aPchaffiing of verminde
ring brengen geen voordeel, want ook bij
het pachten is mededinging en de verhuur
der vraagt rente van zijn kapitaal.
«Eindelijk een landbouwer eigenaar,
die verkoopt hetzij gedwongen ef vrijwillig
kan buiten rekening blij ven, want het
doel zou worden voorbjjgistreefd. Zij zeggen
den landbouw vaarwel
«Landbouwers in den regel pachters,wor
den alleen gebaat door ontheffing van meer
malen terugkeerende betalingen.
»Het grondbezit is niet uitsluitend eigen
dom van de landbouwers, afschaffing van
lasten op zoodanig bezit drukkende, behoeft
niet hun ten voordeele te zjjn.
«Voorzeker zal afschaffing den handel
ia onroerend goed bevorderen. De wet heeft
dat begrepen, en daarom sinds 1 Januari 1883
den overgang binnen 'tjaar aan een regis
tratierecht van f 0,34'/s per f 100 koopsom
onderworpen. Doch is verder gaan zoo
wenscheljjk
»Kan het in 't belang van den landbouw
zijn' dat van daag A, morgen B eigenaar
is, dat strjjkgeldhaleis minder bevreesd zul
len zijn bjj het doen van huni.e zaken, en
dat het een zeker soort lieden gemakkelijk
wordt gemaakt heden te bluflen op hunne
eigendommen, die morgen ten name van
een vriend prijken?
»Ik wensch niet als verdediger van de
mntatierechten op te treden, doch wil de
gedachte opperenzjjn, waar afschaffing
slechts beperkt en de nooden vooral van
den arbeidsstand en kleine burgerij vele
zijn, de mutatierechten het eerst aan de
beurt?»
Het blad acht afschaffing der accijnzen
en zegelbelasting, ook plakzegels, meer noo-
dig. Door de afschaffing van het formaat-
zegel, van het zegel op huurcontracten en
quitantiën, die te zamen in 1888 ruim 2Vs
millioen opbrachten, zou ieder worden be
voordeeld.
Ware het niet beter geweest deze dingen
een j«ar vroeger te zeggen De liberale
partij in de tweede kamer heelt den vori-
gen minister van financiën fel bestookt met
den eiseh tot dadelijke afschaffing der mu-
tatiereehten. De minister was voor wijziging
in dien zin dat voor een zeker aantal jaren
bij overgang van goed uit de eene in de
wikkelen en als ware het voor de guurheid
van het getijde, het aangezicht voor den
voorbijganger bedekken. Want klopte hun
het hart van bljjdschap bij de gedachte van
hetgeen hun te wachten stond, zij konden
•r zonder Ijjfsgevaar geen onbekende deel
genoot van maken en het was raadzaam,
dat voor den niet ingewijde het doel hunner
tocht verborgen bleet.
Het gold toch niets minder dan eene
prediking van het Heilig Woord, waarnaar
men zoo lang te vergeefs gehunkerd had.
Thans zou de lang gekoesterde begeerte
vervuld worden, nu de prediker Paulut van
Gent, op zijne doorreise door Dordrecht
zich bereid had verklaard voor de gemeente
op te treden.
Meester Andriesz had zjjne houtschuur
voor het doel beschikbaar gesteld.
Het was een groote drukte geweest,
deze voor de ontvangst der broeders en
zuster» in gereedheid te brengen. Doch
met een goeden wil vermag men veel,
en Kalfsvel was er ook bij, die de
handen uit de mouwen stak, niet het minst
voor een zaak als deze, die al zjjn sym
pathie had. En dan was vrouw Jansz. er,
die sinds haar laatste bezoek ieder jaar
eenigen tjjd bjj hare vrienden kwam door
brengen. Z j was den geheelen dag druk in
de weer om alles stofvrij te maken. Het
scheen baar goed te doen, want de eene
psalm na den anderen klonk haar van de
lippen, en als Kalfsvel er dan met zjjn zware
stem zich bijvoegde ea ook Meester An
driesz. meezong, neen, dan was het voor
vrouw Andriesz. ook niet langer in hare
keuken uit te houden, dan moest zij ook
naar de plaats der zangers om een voor
proefje te nemen van het hetgeen het dien
avond zijn zou.
Wordt vervolgd.)