1891. No. 35. Zaterdag 19 December. Zesde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. LTHUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENT1EN JAN WOUTERSZ. DE ZEEUW. elk en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Pi ijs per drie maanden franco p. p. 0.95. Enkele nummersƒ0.02'. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel ,meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met 1 Januari a. s. op ons blad abonneerenontvangen tot dien datum de krant GRATIS. 18 December 1891. Middelburg. Woensdag werd bij voort gezette behandeling der waterleidingverorde ning in den gemeenteraad het volgende nog verhandeld: Art. 18 luidt; »De directeur is onder goedkeuring be- »voegd zon dei- voorafgaande waarschuwing >den toevoer van water af te sluiten: »a wanneer de verbruikers in strijd met ïde bepalingen dezer voorwaarden handelen; »J» wanneer de schadevergoeding in art. »1 litt. D of art. 17 vermeld, niet binnen »den bepaalden tijd is gekweten; »c bij verzuimde betaling van den prijs »van het water, van de buur, of van de nkosten van beproeving, bg de artikelen 1 »en 2 vermeld. Heropening van de dienstkraan geschiedt »op vertoon van een bewijs van den gemeente- ïont vanger, zooals in art. 3, laatste lid, »omschreven.« Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Art. 19 luidt: »Aan den directeur of zijne beambten smoet dagelijks tusschen des voormiddags »8 en de naniiddigs 10 uren vrije toegang worden verleend tot alle gebouwen, lokalen, »tuinen en andere plaatsen, waarin leidingen en toestellen aanwezig zijn». De heeren Tak en A. P. Snouck Hur- gronje stellen voor achier «beambten» te voegen de woorden«laatstgenoemden op svertoon van een schriftelijken last van den »directeur». De heer A. P. Snouck Hurgronje vraagt waarom B. en W. dit artikel willen. De heer W. J. Sprenger antwoordt, dat het artikel alleen is voorgesteld ter wille der leiding, bedoeld in art. 7. De heer van Dunne wil gaarne toegeven, dat het ter wille der leiding is, maar kan dit toch moeilijk rijmenj{met den tijd, die voorgesteld wordt. De amendementen, die de heer Tak heeft voorgesteld bij art. 7 ten aanzien van den schriftelijken last des directeurs en den tijd waarop vrije toegang moet verleend wor den, wil hij ook hier zien toegepast, hetgeen zonder hoofdelijke stemming wordt goedge keurd, terwijl het aldus gewijzigd artikel met algemeene stemmen, behalve die des heeren 8'nijders, wordt aangenomen. Art. 20 luidt: «Ingeval van brand in de gemeente moet »elk bezitter van eene leiding deze gesloten ïhouden of althans elk waterverbruik daar- »uit zooveel mogelijk beperken.» De heer E. P. üchorer stelt voor achter «beperken» te laten volgen«tenzij het 6.) ""FEUILLETON.^ Eene episode uit de dagen der Hervorming door W. K. HAGA. «En dat is immers niet zoo. Is Hij niet gekomen om het verlorene te zoeken Zie eens aan. hoeveel moeite Hrj wil nemen En zegt Hij zelf niet, om den vreesachtigen allen schroom te ontnemen«die tot Mij komt, zal ik niet uitwerpen Waarom zouden we dan nog de toevlucht nemen tot een mensch, die eveneens door genade is zalig geworden Kom, wenden we ons dan tot Hem, dat Hij de duisternis en kommer uit uw hart wegneme, en u leere, Zijne verworven kruisverdiensten door een kinderlijk geloof u toe te eigenen 1» Hiermede vouwde vrouw Jansz de han den, knielde voor de legerstede neder en droeg den kranke in een vurig gebed aan den eenigen Heelmeester op, opdat Die hem naar het lichaam weder mocht oprichten, maar bovenal zijn ziel gezond maken en hem voor een onvergankelijk leven voorbe reiden. Dat de Heerealles, wat zijn zien op de alleen heilaanbrengende verdienste mocht beletten, genadiglijk mocht wegnemen, op dat hij niet meer op menschen of op hei ligen zijne zaligheid mocht bouwen, noch in eigen goede werken den grond voor eeuwig welzijn mocht zoeken. Toen vrouw Jansz geëindigd had en weder oprees, lag de zieke met gesloten oogen en gevouwen handen, terwijl zijne lippen zich nog bewogen, als bad hij voort. Eindelijk sloeg hij den blik opwaarts. Het was hem aan te zien dat het gebed hem had verkwikt. De eenvoudigheid van taal en de vertrouwelijke omgang rnet den He- melschen Vader, welke er uitsprak, hadden hem aangegrepen en hem bij het onderscheid water tot blusscbing van den brand dien- »stig kunne zijn.» Dit voorstel wordt door B, en W. over genomen en het artikel zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd- Art. 21 luidt: »De gemeente is tot geenerlei schadever- sgoeding gehouden, indien de levering van «water belemmerd of verhinderd, of uit «voorzorg beperkt mocht worden, noch in- ïdien door aanfeg of inrichting van de toe voerbuis, of hoofdafsluitkraan binnenshuis «schade wordt veroorzaakt.» Zonder discussie of hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 22 luidt: »Waar in deze verordening wordt gespro- ïken van de commissie wordt daarmede sbedoeld de commissie van bestuur derge- »meente-gasfabriek en duinwaterleiding. Waar gesproken wordt van den directeur, wordt bedoeld de directeur der gemeente sgasfabriek en duinwaterleiding of die hem «vervangt.» Zoader discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. De Voorzitter brengt daarna het geheele tarief in omvraag, hetwelk met algemeene stemmen, except die van den heer E. P. Schorer, wordt aangenomen. Alsnu doet de Voorzttter het voorstel om de punten omtrent de burgeravondschool, die nog op de agenda voorkomen, in verband met de afwezigheid des burgemeester», in eene volgende vergadering te behandelen, De heer Tak i>s tegen aanhouding. De punten in kwestie zijn spoedeischend met het oog op de positie der leerlingen. Boven dien zal deze vergadering hoogstwaarschijn lijk de laatste in dit jaar zijn. Aan de orde stelt du de voorzitter het voorstel der heeren van Dunné c. s. strek kende B. en W. te verzoeken, de meest nauwkeurige inlichtingen omtrent de leerlin gen der burgeravondschool aan den raad over te leggen, in voege als door de aanvra gers gewenscht wordt. De heer Tak zegt, dat de onderteekenaars van het voorstel, tot wie hij behoort, tot hetzelve gekomen zijn om meer licht in zake de burgeravondschool te verkrijgen, daar de ingewonnen berichten veelal met elkan der in strijd zijn. De heer de Stoppelaar vindt het evenzeer gewenscht., dat zoo mogelijk meer licht worde ontstoken. Als lid der Commissie voor de burgeravondschool, dus bevoegd om te oor- doelen, weet hij echter niet hoe meer licht zal te ontsteken zijn. Zijns inziens verspreidt het jaarveislag der school al het noodige licht, daar alle mogelijke inlichtingen er in opgenomen zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. Aan de orde is nu het voorstel van den heer F G. Sprenger om het bij art. 24 van de verordening burgeravondschool be- bepaald tusschen zulk bidden en het vorme" lijk en harteloos geprevel dat hij zoo menig maal van de geestelijken zijner Kerk had gehoord. De godsdienst zijner vrienden seheen hem zoo eenvoudig en gezond toe, en deze er kentenis, al geschiedde ze stilzwijgend en wellicht niet zonder voorbehoud, gelijk trouwens te verwachten was van iemand die van zijn jeugd af tot de Roomsche Kerk had behoord, was een stap op den weg die hem in den kring der gereformeerden in leidde. Yrouw Jansz, wier hoogste vreugd het was, hem uit de banden van dwaling en bijgeloof te bevrijden, zette het daartoe aangevangen werk met overleg voort. En toen de krankheid langzaam begon te wij ken, stelde de ernst, dien de jongeling met zich zeiven maakte, haar in de gelegenheid hem steeds meer bg de onvervalschte heils waarheden te bepalen. Van tijd tot tgd las ze hem iets uit de H. Schrift voor en wees hem er op, hoe die Schrift de eenig betrouwbare toetssteen is voor ons innerlijk leven, en hoe zij alleen den onfeilbaren weg ten leven aanwijst; hoe noodzakelijk het voor ieder mensch is, die zekerheid omtrent zich zelf en omtrent zijn toekomst wil hebben, die schrift voort durend te raadplegen en hoe de Heer Jezus en zijne Apostelen er steeds op aangedron gen hebben den Bij hel niet ongebruikt te laten. Het zal ons niet verwonderen dat onze vriend menige tegenwerping maakte en dat het hem heel wat kostte om hetgeen hij vroeger met eerbied had beschouwd, als ongeoorloold, ja als godslasterlijk aan te merken doch nu eenmaal de toegang tot de Schrift hem geopend was, viel het /rouw Janz niet moeilijk met hare eigenaardige paalde omtrent den leeftijd der leerlingen niet toepasselijk te verklaren op hen, die thans reeds onderwijs genieten, terwijl de heer van Dunné een voorstel had ingezondan om de bepaling omtrent dien leeftijd ge durende het loopende cursusjaar buiten werking te stellen. JJe heer E. P. Schorer is,billijkheidshalve ten opzichte van de tegenwoordige leerlingen der school, zeer met het voorstel Sprenger ingenomen, veel verder als het reikt dan het voorstel van Dunné, waaraan hij zgne adhesie niet kan schenken. In de vroegere ver ordening werden ook leerlingen boven de 18 jaar op de school toegelaten, men raadplege deswege art. 16 dier verordening. Hij is er bepaald op tegen, dat de tegenwoordige leerlingen de dupe der nieuwe bepaling zouden worden. De heer de Stoppelaar merkt op, dat, waar in de oude verordering van den leef tijd gesproken wordt, die leeftijd wordt aan gegeven met bijvoeging van de woorden «in den regel.» De heer van Dunné kan zich met die bewering van den heer de Stoppelaar niet vereenigen; «in den regel» heeft in de oude verordering alleen betrekking op den leeftijd der aanneming, den twaalfjarigen leeftijd. Onze burgeravondschool, vervolgt hij, ver vangt de Burgerdagschool, waarop zeer zeker geen leerlingen hoven de 18 jaren op hunne plaats zijn. Reeds meermalen zijn hier opmerkingen gemaakt omtrent de bur geravondschool, bij het ter tafel komen van het plan voor nieuwen schoolhouw heeft hij zelfs klachten hooren uiten. Die opmer kingen en klachten zijn oorzaak, dat hij meer inlichtingen wensehelijk achtte en die ook gevraagd heeft. Zoo lang die inlichtingen niet verstrekt zijn, moet men in den blinde blijven rondtasten en ontraadt hij eiken ingrijpenden maatregel, die financieel na- deelige gevolgen met zich zou kunnen bren gen. Hij is een voorstander van goed onder wijs, vooral van het onderhavige, hiervan getuigt zijn voorstel om den toestand nog gedurende dit cursusjaar te bestendigen, maar het onderwijs houdedanook geljjken tred met de financieele draagkracht der gemeente. Laat ons eerst de inliehtingon afwachten en, zijn ze van dien aard dat ze gunstig zijn, welnu, dan kan men nog altijd aan het einde van dit cursusjaar maatrege len in verband met die inlichtingen nemen. De heer F. G. Sprenger vindt, dat het schrikbeeld van uitbreiding der school niet van overdrijving is vrij te pleiten. De heer Tak brengt in het midden, dat allerlei tegenstrijdige berichten omtrent de senool aan de orde van den dag zijn. Men spreekt /an eene nieuwe school wegens be perkte plaatsruimte en van den anderen kant handelt men alsof die plaatsruimte niet zoo beperkt is. Een juist oordeel te vellen is onmogelijk, men moet eerst de gevraagde gegevens afwachten. Intusschen gaat hij overredingskracht hem aan te toonen, d^t het verbod om den Bijbel te lezen, slechts een door de priesterschaar aangegrepen mid del was, om voor het volk dë dwaling in vele leeringen harer Kerk te verbergen. Zij wees er hem op hoe het misoffer op ergerlijke wijze te kort doet aan de een maal volbrachte offerande van den Zaligma ker en dat de aanroeping der heiligen de eero Gods aanrandt, doordien hiermede aan schepselen eigenschappen worden toegekend bIs: alomtegenwoordigheid en alwetendheid, welke alleen aan het Goddelijk Wezen eigen zijn. En zoo ging zij voort roet de eene na de andere Rome's leeringen in hare berispelijkheid aan te toonen. De genezing zijns lichaains hield gelijken tred met die zijner ziel. Van tijd tot tijd mocht hg het bed verlaten en het duurde uiel lang of hg Dam in den huiselijken kring vori Meester Andries plaats, waar hij meer en meer versterkt werd in de be ginselen der Reformatie. En toen hij ton laatste met dankbaarheid voor de onder vonden verzorging naar zijn eigen verblijf terugkeerde, had hij zich met zijn gansche hart bij de volgelingen der gezuiverde leer aangesloten. In bewusteloozen toestand was ook broeder A ntonio, zoo heette de monnik, de lotgenoot van Jan Wouters,door dienstvaardige handen naar zijn cel in het Augustijnen Klooster en te bed gebracht, en daar had hij lang tusschen leven en sterven gezweefd. Hevige koortsen hadden zgn krachtig ge stel aangegrepen en kluisterden hem aan zijn leger. Nu en dan scheen zijne bezinning terug te keeren, doch neen, het was slechts ijlende, dat hij over de verwoeste kerk, de verloren schatten en het gevaar, waarin hij verkeerd had, sprak. 'tGing alles dooreen. Nu eens met den heer van Dunné mede om den toe stand nog een jaar te bestendigenin dien tijd zal men zich moeten behelpen; de ge gevens zullen intusschen inkomen en men zal doeltreffende maatregelen kunnen nemen. De heer de Ligny verklaart zieh voor het voorstel van den heer Sprenger vooral uit een oogpunt van billijkheid tegenover de leerlingen. Het voorstel Sprenger wordt aangeno men. Tegen stemmen de heeren van Dunné, van der Swalme, Jeras, Tak en Snijders. Op eene vraag des voorzitters of iemand nog iets in het midden te brengen lieeft, vraagt de heer Tak, nu het tarief voor de waterleiding is vastgesteld, hoever de wer ken voor die leiding gevorderd zijn. Daar die werken nog steeds onder toe zicht staan van de commissie van fabricage, verzoekt de voorzitter den heer den Bouw meester' op die vraag te antwoorden. De heer den Bouwmeester deelt hierop mede, dat de levering en het leggen der buizen is afgeloopen en op tijd is geschied; dat de oplevering van den watertoren, die zoo goed als geheel gereed is, op 17 dezer moet plaats hebben; dat de machines en het machinegebouw gesteld en gereed zijn en dat de proefstooming, die moest plaats hebben op 15 dezer, door verhindering van den heer Slang totl7 dezer verdaagd is; dat de werken aan de Oranjezon gereed zijn, met uitzondering van de pnse d'eau, waarvan, bij eene totale lengte van ca. 300 M., slechts 130 meter klaar zijn, welke echter, volgens het gevoelen van den heer Stang ruimschoots vol- doande zijn; dat eindelijk, gelukt de proef stooming, het water onmiddellijk in de bui zen en den toren zal vloaien, zoodat het leverbaar zijn zal, wanneer het na verloop van eenigen tijd, die echter niet bij bena dering is op te geven, de vereischte zuiver heid zal hebben verkregen. De heer Tak dankt voor de gegeven in lichtingen. De heer Koole vraagt of niet behandeld moet worden een tot B. en W. gericht verzoek, om, met het oog op het kerstfeest de volgende week den marktdag te stellen op Woensdag, in plaats van Donderdag. De Voorzitter meukt den heer Koole op, dat de beslissing hieromtrent tot d# compe tentie van het Dag. Best. behoort. De vergadering is hierop uiteengegaan. Verleder, week had te Tiel de ver kiezing plaats voor een lid der Tweede Kamer ^vacature Dgckmeester). Van anti revolutionaire zijde was gecandideerd A. baron Mackay, door de liberalisten van Tiel smadelijk de voormalige president van het ontslagen godzalig ministerie genoemd. De liberale candidaat, de heer M. Tijde- man, geboren Tielenaar, schoolopziener te Breda, trad in zgne geboortestad voor de kiezers op. Over zijne redevoering en de daarop gevolgde verkiezing schrijft de Arnh. rees hij ijlings op en wilde zijn rustbed ont vlieden, terwijl de verschrikkelijke angst, welke op zijn gelaat geteekend was, deed zien, dat hij zich nog in gevaar waande. Een andermaal tastte hij onophoudelijk en gejaagd om zich heer., als wilde lig nog iets aan de vlammen ontrukken. Meermalen balde hij krampachtig de vuist en verhief ze dreigend omhoog, als zag hij de vijanden Zijner Kerk, op wie hg de ramp wilde wre ken. Eindelijk seheen het leven de overhand te zullen behouden. De zware wonde aan het hootd, welke hem zoo lang het verstand beneveld had, ging tot genezing over en mede onr de algeheele herstelling zoo mo gelijk door verandering van luchtstreek in de hand te werken, begloot hij zoo spoe dig tnogelgk gevolg te geven aan de vor- eerende onderscheiding, hem tè beurt ge vallen, namelijk om naar Brussel over te komen, teneinde aldaar in het bgzonder voor het Heilige Gericht werkzaam te zijn. Dit was een nieuwe verandering ln zijn leven, reeds rijk genoeg aan wisselingen. Zoon van onbemiddelde ouders, wier liefde hij slechts met een eenige teerbe minde zuster deelde, hat hg reeds op vijf tienjarigen leeftijd het ouderlijk huls te Kui lenburg verlaten om met hunne toestem ming een aanzienlijk heer te volgen, die, door zijn schranderheid en uitstekende ver mogens aangetrokken en zelf geen kinderen bezittende, hun had aangeboden voor zijn wetenschappelijke opleiding te zullen zorgen. Het aanbod was na ernstig beraad aan vaard en na een hartelijk afscheid was hij naar Italië gereist had daar gedurende eenige jaren de beroemdste scholen bezocht om eindelijk met zgn beschermer een reis naar het heilige land te ondernemen. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1