1891. No. 30. Dinsdag 8 December. Zesde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Zullen wij nog langer lijdelijk blijven tegenover de gru welen der Vivisectie JAN WOUTERSZ. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers0.02L UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Vivisection zijn moorden, die zich achter een geleerden naam verschuilen. Walter Scott, Men verwjjt den tegenstanders der Vi visectie dat zij tegenover de geneeskundige wetenschap alleen zedelijke bezwaren stellen. Ware dit nu zoo, dan zou het eer een ver dienste dan een fout kunnen heeten. Toch is het verwet niet geheel juist; want aan de hand van vele wetenschappelijke geleer den kunnen zij ook de wetenschappelijke zijde der zaak bespreken. De brochures van den bond tegen de Vivisectie bewijzen dit. De «Avondpost» gaf dezer dagen de volgende bloemlezing, die wij ook voor onze lezers ter kennismaking zeergeschikt achten. «Vivisectie» is het «proefnemen op het levend dier», zegt het woordenboek. Beter deed men, de verklaring van Walter Scott óver te nemen: «Vivisectiën zijn moorden», en er bij te voegen «op depjjnbank». Oor deelt zeiven: Een Florentjjnsch professor stelde het zich tot taak, de grootste pijnen te voorschijn te roepen, om daarover boeken te schrijven. O. a. gebruikte hij een vernultig uitgedachte machine, door middel waarvan hij elk ge deelte van het daarin gesloten dier naar goedvinden grijpen, doorboren, nijpen of verbrijzelen kon. De nauwkeurig beschreven bijzonderheden zijn zoo afschuwelijk en de proeven zoo satanisch, dat een onbevangen lezer huiverend terugbeeft. Een Fransch professor sneed een hond, na hem gecurariseerd te hebben (curare ver lamt de beweging, maar verhoogt de gevoe ligheid), stuk, legde zjjn zenuwen bloot en prikkelde deze tien uur lang met behulp van electrische stroomen. Hierna werd deze hond die nog altijd leefde, dank zij de kunstmatige ademhaling, welke men onder houden had om hem het bezwijken te be letten een geheelen nacht in het labora torium achtergelaten, zonder een enkelen kreet van smart te kunnen uiten! (2) Een ander vivisector kookte zijn slacht offers. (s) Weer een ander bracht verscheidene konijnen heet water in de maag. De in wendig ontzettend gebrande dieren leefden nog eenige dagen. (4) Nog een ander vermoordde jaarlijks 700 honden. Hij kreeg in zijn woonplaats door zijn wreedheden zóózeer de openbare meening tegen zieh, dat de sjouwerlieden tegen hem samenspanden en z(jn leven in ernstig ge vaar verkeerde. (s) Een Leidsche vivisector bestudeerde de 4.) FEUILLETON. Eerte episode uit de geschiedenis van Dordrecht. door W. K. HAGA. Zooafs we reeds vernamen was meester Andrissz. houthandelaar. De zaak, waarvan hjj na den dood zjjns vaders eigenaar was geworden, had tengevolge van zijn vljjten energie zoodanige uitbreiding ondergaan, dat het ouderlijk huis spoedig onvoldoende ruimte aanbood en hij zich verplicht had gezien zijn handel naar zijn tegenwoordige woning over te brengen. Zoowel door den aangenamen stand tegen over de St. Nicolaaskerk (thans Niouwe Kerk), als door de groote bergplaats welke er aan verbonden was, kon de verandering eene verbetering genoemd worden. Ook het aantal knecht» bedroeg meer dan het dub bele van dat zjjns vaders, zoodat hij ook in dit opzicht in niet onbeduidende mate het zjjne toebracht tot de vermaardheid welke Dordrecht reeds toen ter tijd om zjjnen aanzienlijken handel bezat. Zijn huiselijk geluk was, naar den mensch gesproken, volkomen. Liefde was de band zoowel tusschen hem en zjjne beminlijke huisvrouw Maryke Pietersz, als tusschen hen en hunne kinderen, en die band werd ver sterkt en geheiligd, doordien Andriesz, het woord van Jozua tot het zijne gemaakt had: «Ik en mjjn huis, wij zullen den Heere dienen». Blijdschap, eendracht en godsvrucht wa ren de goede geesten die met hun gevolg in zjjne woning hun intrek hadden genomen, ondanks de bewering der Roomsche gees telijken, dat zulks onmogelijk was bij iemand, die gelijk Adriesz. met hart en ziel de nieuwe leer aanhing en het voorrecht smaak te in dezen door zijne echtgenoote gevolgd te worden. De omstandigheden, die in het algemeen oorzaak waren dat de Hervorming in oni gasspaDningen in depleuraholte. Yan honden werd de buik geopend en in de rechter pleuraholte een gasmengsel geleid. De dieren waren «min of meer genarcotiseerd» en alle waren getracheotoneerd, d. i. de luchtpijp was ingesnedenDe proeven duurden uren lang. (6) Het Leidsch Dagblad van 23 Nov. '91 bevat de volgende advertentie «De dieven, die hedennacht mijne konijnen uit dea tuin van het Academisch Ziekenhuis gestolen hebben, worden ten zeerste gewaarschuwd deze niet te gebruiken, daar zij met ver giftige stoffen waren ingespoten Arts. En dat alles ten dienste der wetenschap en in het belang van de menschheid gelijk het heet. Reeds ten tjjde der Romeinen zijn zulke proeven genomen, en altijd is daarmee voort gegaan, tot zij in onzea tijd een uitbreiding hebben verkregen, die jaarlijks aan duizenden en duizenden dieren op de martelbank het leven kost. En wat is tot nog toe de vrucht dier proefnemingen De helaas 1 te vroeg gestorven Dr. Anna Kingsford, de dappere kampioen voor de dierenwereld, uitmuntende door haar groote kennis en edele hoedanigheden, bewijst, dat de vivi sectie tot geen practiscti nut kan leiden. Zij beroept zich daarbij ook op sir Charles Bell, een beroemd Engelsch heelkundige. Deze verklaart, dat de vivisectie nooit het middel is ge weestom ontdekkingen te doen.(') Professor Lawson Tail, lid van het Ko ninklijk Chirurgisch Genootschap te Edirn- burg, heeft op de jaarlijksche algemeene vergadering van de Vereeniging tegen Vivi sectie, te Londen den 26en Mei jl. gehouden, verklaard, dat zijn proetnemingen oplevende dieren op r.iets waren uitgeloopen, daar het bleek, dat zij niet op de menschen konden worden toegepast. Deze proefnemingen hadden hena dus op een dwaalweg gebracht en ze hadden hem twaalf jaar letterlijk doen verspillen. «Hadden wjj», zegt hij, «de oude boeken geraadpleegd en onze messen van de arme dieren afgehouden, dan zouden we zeer snel tot het juiste beginsel zjjn gekomen.Dit zeg ik nadrukkelijk op eigen gezag en uit eigen ervaring in de chirurgie heeft de vivisectie niets dan kwaad gedaan» (9) De Duitsche professor Jatros zegt, dat de wetensehappeljjke waarde der vivisectie tot op heden oneindig veel te hoog is geschat en de zoo dikwijls zegepralend geuite be wering, dat gewichtige wetenschappelijke ontdekkingen van de grootste beteekenis slechts door haar mogelijk zijn geworden, geheel bezijden de waarheid is. (10) Doetor Boëns te Charleroi verklaart, met beslistheid, dat de vivisectie een treurige vaderland zulke vorderingen maakte, hadden voornamelijk in Dordrecht haar uitwerking gemist. Wij noemen er slechts twee: den handel en het wangedrag, waaraan vele Roomsche geestelijken zich overgaven. Door den handel zag Dordrecht dag aan dag talrijke vreemde kooplieden, voorname lijk nit Duitschland, binnen zijne muren. Deze, in hun eigea vaderland volle vrijheid van geweten en godsdienstoefening genieten de en bij ondervinding met de heerlijke vruchten der Reformatie bekend, prezen haar onbevreesd aan, en vonden een gretig gehoor. Voor velen toch waren de praktijken der Roomsche kerk reeds lang doorzichtig ge worden. Men z»g er steeds minder een ijveren voor het het heil der zielen, dan wel voor het zingenot en de aardsche genoegens der geestelijken in, en hoewel het ongun stig oordeel niet over allen gaat, kon de staat der geestelijkheid niet anders dan bedroevend, zoo niet verachtelijk genoemd worden. Het scheen dat de eischen, door den apostel Paulus aan de voorgangers der ge meente gesteld, voor Rome's dienaren niet meer golden. Kuischheid, ingetogenheid, matigheid waren deugden, welker beoefening door velen hunner als boven 's menschen krachten gaande, ten eenemale werd ver onachtzaamd, en het kan niet anders dan dat verachting het deel was van hen, die hunne werken der duisternis onbeschaam- delijk aan de beoordeeling van het licht blootstelden. Bij de Dordtenaren was menige geeste lijke broeder met een zwarte kool geteekend en men behoefdeslechtsden naam «Slampamp» of «Jan Beutel» uit te spreken, om bij den hoorder oogenblikkel jj k het beeld op te wekken van den zoogenaamden herder der schapen, die menigmaal in zijn gang langs 's Heeren straten bewees, dat hij de kracht des wijns bij vernieuwing te lichtgeacht had. Bovendien werden het zevtnde gebod evenals de afge. aanstellerij is, ouzen tijd onwaardig, even nutteloos voor de wetenschap als voor het onderwijs: en dat men in naam der weten schap en der menscheljjkheid behoort te eischen, dat er een einde aan worde ge maakt. (u) E. B. Simonds, professor in de pathologie, voorzitter van de Koninklijke school voor veearts-wondheelers te Londen: (nj «De vivisectie wordt aan deze school niet toege laten ik beschouw ze als een wreedheid en van geen nut bij het onderwijs». Thomas Walley, prof. in de ontleed kunde en ziektekunde, voorzitter van de Kon. veeartsenijschool te Edimburg: «Men doet hier niet aan proefnemingen op het levend dier. De gedragslijn aan eenige scholen in het buitenland is in dit opzicht ver foeilijk» (12). W. YVilliams, voorzitter van de Nieuwe veeartsenijschool te Edinburg«Ik ben van oordeel, dat de veeartsenijkunde voldoende onderwezen kan wordsn zonder vivisectie, weshalve deze hier te lande ook niet plaats heeft. De proefnemingen, die aan eenige scholen op het vasteland plaats hebben, zijneven nutteloos als gruwzaam». (ia; James M'Oall, prof. in de ziekte- en ont leedkunde, voorzitter van de Veeartsenij school te Glasgow «Ik gedoog hier geen vivisectie. Ik verafschuw de menschen, die de schennige hand slaan aan Gods schepse len, gelijk in het buitenland plaats heeft. (12) En professor Koch, de klank van wiens naam alleen eenige maanden geleden de harten van duizenden lijders sneller deed kloppen, getuigt: «De uitwerking van het middel op den mensch is geheel verschillend van die op het Guineesch varken Hierin zien we een nieuw en afdoend bewijs voor den allergewichtigsten regel voor alle proef nemers. dat een proefneming op een dier geen zekere aanwijzing geeft van de uitwer king van dezelfde proefneming up een men- schelijk wezen». (13; Al die onmenschelijke wreedheden zijn dus geheel overbodig geweest. Zij hebben, gelijk wjj hoorden, zelfs tot dwalingen ge leid, instede van den weg te wijzen. Ook als bewijsmiddel hebben zij geen waarde. Zekere vivisector heeft 4000 honden opge offerd om de juistheid van Sir Charles Bell's meening betreffende het onderscheid tusschen gevoels- en bewegingzenuwen aan te toonen daarna offerde hij er nogmaals 4000 op om te bewijzen, dat hij zich vergist had. i^4/ Maar waarom dan die proefnemingen niet gestaakt De echte vivisectoren komen er rond yoor uit, dat geen practisch nut be doeld wordt. Prof. Herman te Zurich zegt «Geen waar onderzoeker denkt er bij zijn nasporingen aan, om zijn waarnemingen voor de praktijk te benuttigen». (16) Mannen als die professor zijn geheel ge legde gelofte op het coelibaat bjjna algemeen als een doode letter of krachtelooze verklaring beschouwd. De predikers en de geschriften dsr Hervor ming hadden alzoo in Dordrecht een vrucht baren akker ter bewerking gevonden, en ofschoon de plakkaten steeds zwaardere straf fen tegen de omhelzing van de gereformeerde leer bedreigden, was het bekend dat in stilte reeds velen der Kerk hadden vaarwel gezegd om onder de prediking of lezing van het zuivere Woord, voeding voor hunne zielen te zoeken. Het gebeurde slechts enkele malen dat de een of andere reizende prediker voor de ver borgen gemeente optrad, maar dan was bet als ging men ten feestmale. Al was de plaats der samenkomst slechts een eenvoudige schuur; al moest men als boosdoeners heen sluipen, ja al was er de kans aan verhouden om het bijwonen der prediking met straf aan lijf en goed te boeten, men had voor niets ter wereld de gelegenheid om onder het geklank van 's Heeren Woord ter ne der te zitten, en de teekenen Zijns Verbonds te genieten willen laten voorbijgaan. O, hoe beschamend voor ons, kinderen der negen tiende eeuw, voor ons, die deze voorrechten indenaangenaamsteD en geriefelijksten vorm kunnen genieten, zonder eenige opoffering of vrees voor Ijjden, en ze niettemin zoo vaak en zoo gemakkelijk ongebruikt laten I Het wordt tijd dat we tot ons gezelschap terugkeeren, waar vrouw Jansz, reeds is als behoorde ze tot den huiseljjken kring. Gast heer en gastvrouw waren verrukt toen ze haar verlangen kenbaar maakte om eenigen tjjd te hunnen huize te mogen doorbrengen. Haar tegenwoordigheid verhoogde het huise lijk genot, en het vooruitzicht om gedurende de lange winteravonden bij den gezelligen haard gezeten over wederzijdsche geestelijke belangen en behoeften te spreken, en met elkander Gods Woord te onderzoeken en te genieten, deed zich in al zijn bekoring aan hen voor. voelloos geworden voor het lijden, dat zij veroorzaken, en de dieren langzamerhand gaan beschouwen als dingen ter hunner be schikking gesteld om er proeven op te nemen, en waarvan nog voorraad genoeg is, zoodat zij er niet zuinig op behoeven te zijn. (16) Hoe ware het anders mogelijk zjjn eigen hond de oogen uit te steken, hem later het gehoor te benemen en daarna het arme dier nog maanden lang te martelen, gelijk esn Pa- rijsch professor deed. Het arme dier be antwoordde die mishandelingen met zijn beul nog de handen te lekken. Een jonge dame vertelde me, dat zij op school meermalen den onderwijzer een leven de, kikvorsch had zien doorsnijden. Een schoo- ne methode van opvoeden! Vroeger wees men de kinderen, als dit pas gaf, zooals bjj de geschiedenis van keizer Domitiaan, er op, dat, wie als kind dieren martelde, als mensch tot heel wat ergers in staat kan zjjn. Nu doet men het hun voor. In het eerst vond zij het heel akelig, maar langzamerhand wen de zij er aan. De vivisectoren vonden dat martelen van dieren, willen we hopen, in het begin ook heel akelig, maar ook zij ge wenden er aan en nu De Florentijnsche professor, van wien boven gewag werd gemaakt, komt er rond voor uit, dat hij zijn proeven met groot genoegen heelt genomen. (4) Een ander geleerde zegt dat een echt vivisector een vivisectie met vroolijke opgewektheid, met genot moet onderne men. (18j Maar gesteld, dat al die gruwelen toch werkelijk nut hadden gehad dat er licht door verspreid was, een middel tegen de eene of andere tot dusver ongeneeslijke ziekte door ontdekt was, zou dit dan die wreed heden billijken? Neen, en nogmaals neen! Dieren martelen is laag en slecht, en nog lager en slechter, als het door ontwikkelde menschen geschiedt, 't Is waar, de vivisec toren martelen de dieren Diet uit lust tot martelen. Zij hebben er natuurlijk een goede bedoeling mede en het zjjn toch zeker niet allen zulks beulen als die Florentjjner en die Parjjzenaar, die hun eigen honden zoo schandelik mishandelden. Maar het beste, edelste doel kan slechte middelen niet heiligen. Eene op zich zelve lage, slechte handeling wordt niet goed, omdat men er iets goeds door tracht te bereiken. En groote geleerden verklaren zooals wij gezien hebben, niet alleen, dat de vivisectie voor de praktijk geen nut heeft, maar zelfs, dat zij hare beoefenaren menigmaal op een dwaalspoor brengt, zoodat zij de wetenschap eer achteruit dan vooruit brengt. En ook in een ander opzicht sticht zij kwaad. Dr. Samuel Johnson roept zijn ambtgenooten toe«De praktijken der vivisectie brengen ons beroep in miscrediet en zullen eindeljjk De werkelijkheid stelde de verwachting niet te leur, zoodat de tijd voorbijsnelde en de wisseling des jaars reeds eenige weken in het verleden lag, zonderdat men aan scheiden dacht. Zoo was het den 22 Januari van het jaar 1568 geworden. Het was een koude doch heldere dag. De zon, hoewel zich te zwak gevoelende om door haren warmtegloed den ruwen wintervorst te overwinnen, scheen juist daarom in hare helderste stralen te glansen. Het was als wilde ze door licht en vroolijkheid het menschdom inwendig verwarmen, waar dit uitwendig te doen haar moeilijk viel. Toch was het schoone weer niet de reden, waarom zich zooveel menschen op het voor plein en in den omtrek der Nieuwe Kerk verdrongen. Het was een ongewone drukte op een uur dat in den regel een ieder met de zjjnen om den middagdisch zat geschaard; nochtans was zij zeer verklaarbaar, want men behoefde slechts de blikken der aanwezigen te volgen, om gewaar te worden hoe uit het dak en de vensters der kerk dichte rookwol ken opdwarrelden: de sprekende getuigen van een daar binnen woedend vuur. Door eene nog onbekende oorzaak was in het trotsche gebouw brand ontstaan en het liet zich maar al te duide lijk aanzien, dat slechts weinig van haar uiterijjk schoon en inwendige pracht zou behouden blijven. Met groote inspanning werd echter getracht zooveel mog eljjk aan het vernielende element te ontrukken. De schout en zijn dienaren waren van den aanvang af op het terrein des onheils aanwezig geweest en gaven het den pastoor en den verderen geestelijken tot deze kerk behoorende, benevens den van el ders toegesnelden monniken niet gewonnen in het redden van de kostbaarheden, die te loor dreigden te gaan. Een aantal beelden, kelken en luchters van het kostelijkst me taal waren reeds in veiligheid gebracht; doch hoeveel was er nog niet te redden? Wordt vervólgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1