BIJVOEGSEL.
1891. No. 25.
Donderdag 26 November.
rgang.
Zesde Ja»
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. IVHUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
r
DE ZEEUW.
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Pi gs per drie maanden franco p. p. f 0.95.
Enkele nummers/0.02'.
UITGAVE VAN
ek
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 3 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Vergadering van den Middelburgschen
Gemeenteraad van 25 November 1891.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering en
verzoekt de heeren van der Swalme en Koole
de afgeloste obligatiën der Gemeenteschuld
te vernietigen. Middelerwijl worden de
notulen der vorige vergadering gelezen en
gearresteerd.
De voorzitter deelt mede dat zijn inge
komen:
lo. Missive ged. St. betrekkelijk reclames
tegen den hoofdeljjken omslag, berichtende
dat de aanslag van A. A. Mes in de 16e
klas is gehandhaafd, dat die van G. Schlim-
mer is vernietigd en die van B. Neelmeijer
van de 14e naar de 12e klasse is terug
gebracht.
2o. Adres van J. Marsie om vernieuwing
van huur van een stukje bleekveld aan het
Smidsbolwerk.
3o. Adres van den Kerkersad der Chr.
Ger. Gemeente, atdeeling St. Pieterstraat,
om aankoop en ruil van grond van en rnet
de gemeente.
4o. Een voorstel van B. en W. meteen
ontwerp verordening tot regeling van den
geneeskundigen dienst in de gemeente.
Het stuk sub. lo. wordt voor kennisgeving
aangenomen de stukken sub. 2o. en 3o.
worden gesteld in handen van het Dag. Best.
om advies, terwijl dat sub. 4o. aan de leden
za! worden rondgezonden.
De heer de Ligny vraagt eenige inlich
tingen omtrent een in de vorige vergadering
genomen besluit, waar bij art. 24 van de
verordening op de burgeravondschool is
vastgesteld dat alleen leerlingen tusschen
12 en 18 jaar van die inrichting zullen
mogen gebruik maken. Gaarne wenscht
hij te vernemen of dat besluit ook terug
werkende kracht heeft.
De voorz. vermeent dat terugwerkende
kracht aan dit besluit wel degelijk ver
bonden is.
De heer de Ligny moet dan ten zeerste
het besluit betreuren, want het zal verschil
lende leerlingen met ontslag treffen.
De voorz. merkt opdat deze zaak nu niet
aan de orde is. Wii de heer de Ligny
een deze zaak betreffend voorstel ter be
handeling in eene volgende vergadering doen,
hij is volkomen daartoe gerechtigd.
Hierop dient de heer van Dunné, mede
namens zijne medeleden de heeren Schorer,
Tak, van der Swalme en Snijders, een voorstel
in, waarbij B. en W. worden uitgenoodigd,
aan den Raad over te leggen eene ljjst
van de leerlingen der burgeravondschool,
met vermelding van den ouderdom dier
leerlingen, het vak dat zij beoefenen, de
klasse waarvan zij deel uitmaken, kortom
alle mogelijke inlichtingen omtrent die
leerlingen te geven.
De heer van Hoek maakt bezwaar tegen
het in behandeling nemen van dat voorstel
aangezien het niet ter visie gelegen heeft.
De heer van Dunné merkt op, dat er
tegen het ter visie leggen van de zqde der
voorstellers niet het minste bezwaar beslaat,
zij stelden er echter prgs op, dat hun
voorstel in deze vergadering zou worden
ingediend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt tot
ter visie legging besloten.
Aan de orde nu is het tarief en de voor
waarden betreffende de levering van duin
water van wege de gemeente.
Door B. en W. was in de vergadering
van 25 Juli jl. een ontwerp te dier zake
ter tafel gebracht, welk ontwerp volgens
besluit der vergadering in handen gesteld
werd van eene bijzondere commissie, bestaan
de uit de heeren W. J. Sprenger, Tak, F.
G. Sprenger, de Stoppelaar en A. P. Snouck
Hurgronje.
Den 2en November bracht die Commissie
haar rapport uit, tengevolge waarvan B.
en W. in do. 16 November een nader voor
stel indienden, terwijl mede een voorstel
van denzelfden datum van wege den voorz.
inkwam. Het rapport en de bedoelde nadere
voorstellen werden den leden in druk mede
gedeeld.
De algemeene beschouwingen geopend
zgnde, neemt de heer van Hoek het woord
en. zegt, dat bij het indienen van het pri
mitief ontwerp het hem voorkwam, dat B.
en W. op den voorgrond stelden de gezond
heidskwestie en evenmin de finantieele zijde
van het vraagstuk uit het oog wilden ver
hezen. Entre ces deux mon coeur balance
scheen duidelijk tusschen de regels van het
ontwerp door. En toch is hun primitief
ontwerp nog zoo slecht niet, in vergelijking
roet hun nader voorstel, nadat het rapport
der Commissie verschenen was. Van al de
voorstellen lacht dat van den voorz. hem
het meeste toe. ofochoon het zijns inziens
nog niet ver genoeg gaat.
De heer E. P. Schorer is het in het alge
meen met den heer van Hoek eens bij
het behandelen der onderdeden zal het
echter blijken of zij in alles samengaan.
De heer van Dunné verklaart, dat ook
hem, na het lezen der voorstellen dat van
den voorz. als het wenschelijkste is voorge
komen.
De heer Koole deelt de zienswijze van den
heer van Hoek niet, waar zoo overvloedig
regenwater is, acht hij het watertarief
minder geschikt.
De heer Tak merkt op dat de strekking
van de voorstellen der commissie alleen is
om het euvel op te heffen, waaraan het oor
spronkelijk voorstel mank ging, n.l.datdegroo-
te huizen, in evenredigheid tot de kleine, min
der betalen.
De heer A. P. Snouck Hurgronje is voor
het voorstel, dat B, en W. indienden, de
commissie gehoord. Dat voorstel zou eene
uitgave van 10 cent per week voor den
minderen man vorderen en die uitgave is
z. i. zoo drukkend niet. Op vele andere
plaatsen als Krommenie. Gouda, Gorinchem
en Sliedrecht, is dusdanig tarief toegepast,
zonder klachten te veroorzaken.
De heer van Dunné is echter van mee
ning, dat die uitgaaf te drukkend is. In het
belang van goede inning en administratie
geeft hij dan ook in overweging, bij wonin
gen tot eene huurwaarde vau f 120 het
verschuldigde van de respectieve eigenaars
te innen. Bij den minderen man in we-
kelijksehe termijnen innen, zou te groote
kosten na zich sleepen, en in grootere be
dragen zou vaak tot moeilijkheden aanlei
ding geven.
De algemeene beraadslagingen worden ge
sloten, waarna tot de artikelsgewjjze behan
deling wordt overgegaan.
Art. 1 luidt
«Het water werdt geleverd naar het vol
gende tariet:
«A Huiselijk gebruik
«(Behalve voor besproeiing van gevels en
tuinen.)
(Behoudens een minimum van f2 en een
(maximum van f35 (een en ander met in
doegrip van de na te noemen opcenten)
«2' percent 'sjaars van het bedrag der be-
(lastbare opbrengst van woon- en winksl-
chuizeo, zooals dat voor de grondbelasting,
(over het dienstjaar van die belasting, on
smiddellijk voorafgaande aan het jaar waar
over het waterverbruik loopt, is vastgesteld.
«Waar de commissie of belanghebbenden
«meenen, dat genoemd bedrag niet in billijke
«verhouding staat tot dat voor andere woon-
«huizen vastgesteld, wordt het ten aanzien van
«de toepassing van het tarief door B. en
«W. zoo deze daartoe termen vinden, ge-
«wijzigd.
«Waar ten aanzien van tot woning of tot
«winkel ingerichte gedeelten van perceelen
«geene afzonderlijke belastbare opbrengst is
«bepaald, geschiedt dit voor de toepassing
«van het tarief door B. en W.
«Zoolang de belastbare opbrengst van
«eenig woon- of winkelhuis of tot woning
«of winkelingericht perceelsgedeelte niet is
«bepaald, geschiedt zulks voorloopig door de
«commissie.
Bovengenoemd pertentage wordt ver
meerderd met 20 opcenten voor eiken
persoon, die in het woon- of winkelhuis,
of tot woning of winkel ingericht perceels
gedeelte bij het begin van halfjaarlijks,
hetzij uitdrukkelijk, hetzg stilzwijgend aan
gegaan abonnement, naar het oordeel der
commissie werkelijk woont.
Onder de bovenbedoelde woon- of winkel
huizen en tot woning of winkel ingerichte
perceelsgedeelte worden niet begrepen open
bare gebouwen, gestichten en liefdadig
heid, ziekenhuizen, logementen, koffiehuizen,
sociëteiten en andere perceelen, waar water
benoodigd is tot uitoefening van eenig be
drijf of industrieel doeleinde. Voor deze ge
bouwen wordt geen water dan volgens
meter geleverd.
Bovendien
a voor ieder badtoestel ingericht volgens
aanwijzing van den directeur 17 's jaars.
b voor ieder watercloset ingericht volgens
aanwijzing van den directeur, indien de
aanvoerbais niet wijder dan is 13 mM. mid
dellijn f 1.50 en, indien ze wijder is, f3-
's jaars. (De aanvoerbuizen mogen in
geen geval wijder zijn dan 19 mM. mid
dellijn.)
c voor fonteinen met vaste mond
stukken:
voor ieder mondstuk van 1 millimeter
«dellijn f 6 'sjaars, voor ieder mondstuk
«van 2 millimeter middellijn 112 's jaars
«voor iedere mondstuk van 3 millimeter
«middellijn f20 'sjaars, voor iedere mond-
«stuk van 4 millimeter middellijn f 35
«'sjaars, voor ieder mondstuk van 5 mil-
«limeter middellijn f 55 's jaars, voor een
«mondstuk van 6 millimeter middellijn
«f 75 s' jaars.
«Voor andere fonteinen geschiedt de
«levering volgens meter.
«B. Stallen.
«Naar het aantal aanwezige trekdieren
«en rijtuigen te weten:
«Voor ieder trekdier f 3 s'jaars
een tweewielsrijtuig «2
een vierwielsrijtuig «4
een stuk groot vee x 3
een stuk klein vee «1.50
Voor huurkoetsiers en ondernemers van
«openbare middelen van vervoer geschiedt
«de levering volgens watermeter.)
«Wanneer stallen en woonhuizen in on-
«derlinge gemeenschap staan buiten de
«openbare straat, moet voor beiden worden
«aangevraagd en daarvoor worden betaald
«volgens bovenstaand tarief, tenzij decorn-
«missie van deze bepaling ontheffing verleene.
C Brandkranen.
«Ook daar waar overigens geen water
«wordt genomen, hetzij bij abonnement,
«hetzij volgens watermeter, worden brand-
«kranen toegelaten zij moeten in dat geval
«echter van wege den directeur zijn ver-
«zegeld. Voor zulke brandkranen is ver-
«schuldigd
«a voor elke brandkraan f 5 'sjaars;.
d> voor het aanbrengen van elk zegel,
«hetzg na verbreking ingeval van brand
«of van proefneming op verlangen van
«den verbruikerin tegenwoordigheid van
«dén directeur of die hem vervangt f 1
«c voor het aanbrengen van elk zegel
«buiten die gevallen f 10 tot 125 ter be-
«oordeeling van de commissie.
«Op verlangen van den aanvrager kan
«het zegel worden geplaatst op de gesloten
«hoofdafcluitkraan.
«Bij het aanbrengen of het verbreken van
«dit zegel wordt betaald het zelfde bedrag,
«alsof een zegel op elk der brandkranen
«afzonderlijk was aangebracht.
«Van elke verbreking van een zegel buiten
«het geval van proefneming in tegenwoor-
«digneid van den directeur of dien hem
«vervangt, wordt haar binnen 24 uren
«schriftelijk kennis gegeven).
D Levering' volgens meter.
«Levering volgens meter wordt toegestaan
«in de gevallen dat geene levering bij
«abonnement kan geschieden.
«Bij levering van water per M. wordt
«betaald:
«Voor minder dan 1 Ms per dag f 0,40
«per M3.
«Voor 1 tot en met 10 M3 per dag f 0,30
«per Ms.
«Boven 10 tot en met 25 M2 per dag
«f0,25 per M3.
«Meer dan 25 M3 per dag f0,20 perM3.
«Ter bepaling van het dagelijksch ver-
«bruik wordt het gemiddelde genomen der
«gedurende de laatste drie maanden ver-
«bruikte hoeveelheden.
«Een watermeter van zoodanige capaciteit,
«als de directeur onder goedkeuring van de
«commissie voorschrijft, wijst het verbruik
«aan.
«De watermeter moet van de gemeente
«in huur worden genomen. De huur be-
«draagt per jaar:
«Voor een waterm. v. 10 Mm. midi. f 3.
x x 13 x x x 4.
x x x x 19 x x x 5.
x x x 25 x, x x 6.50
«xx x x32x xx 8.50
«xx x x 38 x xx 10.
«xx x x 50 x xx 14.
«xx x x 75 x x x 17.50
«Alle schade door schuld of nalatigheid
«van den verbruiker aan den watermeter
«toegebracht, wordt door hem vergoed bin
nen den tjjd en tot het bedrag door de
«commissie te bep.den.
«Bij twijfel omtrent de juiste aanwijzing
van den watermeter kan een onderzoek ge
vraagd worden tegen voldoening eener som
van f2.50, met inachtneming van het be
paalde in art. 14.
«E Kostelooie levering.
«Burgemeester en (wethouders kunnen
openbare kranen doen aanbrengen, welke
op door hen te bepalen dagen en uren wor
den geopend, x
De rij der sprekers wordt geopend door
den heer van Hoek met eert amendement
op de eerste alinea, die hij voorstelt te lezen
«Behoudens een minimum van f2 4 pet.
'sjaarsx. Tot toelichting zegt de heer van
Hoek, dat hij vermeent eveneens te moeten
voorstellen alinea 5, waar sprake is van ver
meerdering met 20 opcenten voor eiken
inwonenden persoon, te doen vervallen. Zijne
amendementen strekken om den druk, die
zijns inziens door deze bepalingen op groote
gezinnen gelegd wordt, weg te nemen. Reeds
bij de algemeene beschouwingen wees hij er
op, dat het tarief te duur was; die duurte
zou de inwoners afschrikken tot aansluiting,
door een lager tariet zou het waterdebiet
vermeerderen.
De heer W. J. Sprenger kan zich met het
amendement van Hoek niet vereenigen. Het
is in zijn oog billijk, dat in groote gezinnen,
waar meer water verbruikt wordt, ook naar
mate van het verbruik meer wordt betaald.
De heer Tak wgst op het bezwaar aan
het amendement van Hoek verbonden, wan
neer meer gezinnen een huis bewonen. Dan
zal de gemeente schade lijden ende huisbaas
er wel bij varen.
De heer F. G. Sprenger moet de aanne
ming van het amendement ontraden om
financiëele redenen. Wanneer, zooals hij
reeds heeft hooren uiten naar alle waarschijn
lijkheid slechts een vierde gedeelte der wo
ningen zullen worden aangesloten, dan vreest
hij voor een deficit van f 11000 a f12000.
De heer van Hoek repliceert, den heer
Tak er op wijzende, dat het volstrekt geen
axioma is, dat het waterverbruik grooter
zijn zal, waar meer gezinnen hetzelfde huis
bewonen, terwijl hij den heer F. G. Spren
ger opmerkt, dat hij niet ontkennen kan,
dat de financiëele bezwaren voorzeker groot
zijn, maar dat de volksgezondheid in dit
opzicht ook een factor is die veel gewicht
in de schaal legt, getuige de steeds stijgende
subsidie aan het burgerlijk armbestuur. Bo
vendien, hij herhaalt het, waar de prijs laag
is, neemt het debiet toe.
De heer van Duuné die reeds bij de al
gemeene beschouwingen zich zeer ingenomen
betoond had met het voorstel des Voorzitters,
wil in dit opzicht elk voorstel ondersteunen,
dat de strekking heeft om de arbeidersge
zinnen zooveel mogelijk te ontlasten.
Het amendement van Hoek wordt hierop
aangenomen. Voor stemden de heeren W.
H. Snouck Hurgronje, de Ligny, van Voorst
Vader, van Dunné, Snijders, Schorer, van
Hoek, van der Swalme, Koole en van der
Harst.
Alinea 2 wilde de ad hoe benoemde com-
missip doen vervallen; B. en W. wilde ze
echter behouden.
De heer A. P. Snouck Hurgronje is er
voor de alinea te doen vervallen; hij vindt
het billijk, dat, wanneer een tarief is vast
gesteld, er niet van kan worden afgeweken.
De Voorz. merkt op dat alleen het be
houd is voorgesteld om moeilijkheden te voor
komen, daar ten opzichte van vele perceelen
de belastbare opbrengst zeer onjuist is gesteld.
De heer A. P. Snouck Hurgronje vraagt
waarom dan de belastbare opbrengst als
maatstaf is aangenomen.
De heer van Dunné kan den Voorz. in
zijne redevoering geen ongelijk geven, maar
het neemt niet weg dat hij het volkomen
met den heer Hurgronje eens is dat, waar
een tarief is vastgesteld, er ook de hand
aan moest gehouden worden. Billijke be
zwaren zouden later in overweging kunnen
genomen worden.
De heer Tak is voor schrapping der alinea.
De schatting der belastbare opbrengst heeft
omstreeks 1874 plaats gehad en hij vindt
het niet zeer staatkundig het werk der
schattingscommissie hier onjuist te noemen,
laat staan te veroordeelen.
Bij hoofdelijke stemming wordt hierna de
alinea vervallen verklaard, alleen de beeren
den Bouwmeester en Schorer stemden voor
derzelver behoud.
De alinea's 3 en 4 worden onveranderd
goedgekeurd.
Bij alinea 5 doet de heer WJ. Sprenger
het voorstel om boven het percentage van
4pCt. der belastbare opbrengst, in plaats
van de veorgestelde 20, 10 opcenten te
heffen voor eiken in het betrokken perceel
inwonenden persoon. Hij acht het, na het
bij alinea 1 aangenomen amendement van
den heer van Hoek, niet noodig zjjn voorstel
in het breede toe te lichten, maar wjjst
nogmaals op de billijkheid, die er in bestaat
om het water te doen betalen door hem,
die het verbruikt.
De heer van Dunné is tegen het voorstel.
W(j moeten consequent blijven zegt hij,
door de aanneming van het amendement
van Hoek, hebben wij reeds verworpen het
beginsel, dat in het voorstel ligt opgesloten.
De voorz. moet insgelijks ten sterkste het
heffen van opcenten ontraden, vooral als
men bedenkt, dat in perceelen tot f120
huurwaarde 6760 personen gehuisvest zijn.
Het amendement Sprenger wordt ver
worpen. Voor stemden de heeren A. P.
Snouck Hurgronje, W. J. Sprenger, F. G.
Sprenger, Tak, den Bouwmeester en de
Stoppelaar.
In verband met liet amendement van
Hoek op alinea 1, wordt nu, op voorstel des