ÜACAO „HOSANNA," Zoon. f0.271 finterlezing. HERINGA, 40 cent. E SPOELING 1891. No. 25. Donderdag 26 November. Zesde Jaargang. Ijuitvoering s van Oranje." :he Gist- en usfabriek ELFT. ETTEN, TELEGRAAF." VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Week van vereenigd Gebed JAN WOUTERSZ. WOORD EN DAAD. 2 per Xt Kg. bus. Spreuken 23 23a te richt dat a. s. Dinsdag op te treden in de kerk 3rite (Langedelft) de heer edikant te Klundert. Iedereende kerk n opengesteldaanvang it. Ingang: Langedelft tot uitnoodïging van zicht en Begunstigers. n het AG 26 NOYEMBERe, k. is 7Vs uur. Het Bestuur, iSSELS Kz., Voorzitter. SE Bz., Sectretaris. van Oranje" is van af iliek gesloten. der akkelijk verteerbaar en ITVOEDER voor melk- len en pluimgedierte. ;ens laatste ontleding te iwit, l37io vet. G - 25% eiwit en 7% vet. staat dus ver boven lis van erwten en ie prijs van f8,50 per menstelling en gebruikS' oor den landbouw rriek, den heer A. F anvrage gratis verstrekt jgbaar bjj den alleen iel Walcheren, den heer fflcinSj Middelburg. VIERKANTE Smallegangebuurt bij de Brug, Goes. 'er en prijsopgave EN, Opril 's Heer Hen worden mede bestellin OOTDIENST DELB.-ROTTERDAM. vember. nen Zondags van Vlis- Middelburg 8,15, va* DOTDIENST burg en Zierikzee. ■ikzee Spoorweg Goes, vember. Van Zierikzee Dinsd. 24'smorg. 7, Woen.25 6, Woen.25'smidd. 1,30 Dond. 26 Vrijd. 27 Zat. 28 Zond. 29 Maan. 30 2- 1.30 12,- 1,30 1,30 imber. van Antwerpen Dinsd. 24'smorg. 2.30 Dond. 26 3, Zon. 29 5, elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prqs per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers/0.02s. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. ONDERWERPEN door het Hoofdbestuur der Evangelische Alliantie voorgesteld voor de in het begin van het jaar 1892. He is ons goed tot God te naderen; dat mochten wq in voorgaande jaren onder vinden. Met het bloed van onzen Hooge- priester het Heilige der heiligen te mogen binnentreden is een onwaardeerbare genade, ook waar wij in de binnenkamer ons hart uitstorten voor God. Maar hoe hoog stijgt dat voorrecht niet wanneer wij met alle geloovigen, over de gansche wereld verspreid, een gemeenschap pelijke gebedsure vaststellen, en de aarde als 't ware omvat wordt door een netwerk van samenkomsten, allen van geloovigen met één hart en één zin, bij God op tredende voor elkander, voor de Kerk van Christus, voor de verspreiding van het Evangelie. Wij kennen Hem, die gezegd heeft«Indien er twee van u samenstem- men op de aarde over eenige zaak, die zij zouden mogen begeeren, dat die hun zal geschieden van mijnen Vader, die in de hemelen is.» Bij het licht des Woords de wereld rondom ons beschouwende zien wq de profetieën der Schrift in vervulling gekomen. Tarwe en onkruid, te zamen opwassende, komen tot rijpheid. Het ligt niet op onzen weg te bepalen wanneer de groote dag des hemelschen oogstes komen zal; onze taak zij te wachten op den Heer, in heilige samenstemmir.g van geloof en gebed, «ver wachtende onzen Zaligmaker, den Heere Jezus Christus.» Reeds heeft de Heer, in verhooring onzer gezamenlijke smeekge beden, «groote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.» Maar als wij gelooven en niet twijfelen zullen wij «grootere dingen zien dan deze.» En daarom, «heilige broeders, die der hemelsche roeping deelachtig zijt,» waar wij in den naderenden jaarkring ons wederom aangorden den Heer met nieuwen ijver te dienen en getrouw te belijden, laten wij daar elkander opwekken ons te vereenigen voor den troon des Almachtigen in lofzang, dankzegging en gebed. ZONDAG 3 JANUARI. Prediking. Ik zal water gieten op de dorstigen. Jes. 44:1—5. de eenigheid des Geestes door den band des vredes. Eph. 4:3. MAANDAG 4 JANUARI. Schuldbelijdenis, verootmoediging, lof- en Verootmoediging en Schuldbelijdenis. 2-) FEUILLETON. Eene episode uit de geschiedenis van Dordrecht. door W. K. HAGA. Aan blijken van deelneming ontbrak het haar niet. En geen wonder! Waar was de kranke, die niet aan Adriaanke Jansz. in zegening dacht De Heere had haar met tijdelijke goederen rijkelijk bedeeld, maar haar ook het voorrecht geschonken, eene goede rentmeesteres te zijn, aan wier deur de behoeftige nooit te vergeefs aan klopte en die immer hare gift van een hartelijk woord deed vergezeld gaan. Al deze lieden en ook de meer gegoeden uit het dorp, kwamen haar den volgenden dag hun rouwbeklag doen, hetgeen oor zaak was van groote drukte, en hoewel de talrijke bewijzen van toegenegenheid haar goed aan het harte deden, was ze niettemin blij toen de laatste belangstellende haar woning verliet en ze haar deur kon sluiten om den inmiddels gevallen avond in stille overpeinzing, en met haren bijbel door te brengen. In de uitvoering van dit voornemen zag zij zich echter teleurgesteld. Ter nauwer- nood had ze een half uur voor zichzelve gehad, toen er geklopt werd, en bij het openen der deur de pastoor van het dorp met een «wees gegroet, dochter!» hare wo ning binnentrad. Zqn minzame groet werd even minzaam beantwoord, en nadat vrouw Jansz. hem den gemakkelijken leuningstoel inu*"-»giuetwera minzaam beantwoord, en nadat vrouw jansz. hem den gemakkelijken leuningstoel toegeschoven en zelve eveneens weder plaats genomen had, kwam het gesprek al spoedig op haar droevig verlies «Ik beklaag u van harte, mijne arme dochter!» z°° vmg de geestelijke aan, «God Wegens persoonlijke, maatschappelijke en nationale zonden; ongestadigheid en traag heid in het gebed; jaloerschheid; wereldzin; hoogmoed; twistzucht; en andere zonden. Lof en dank. Voor alle geestelijke ze geningen; onze vereeniging voor den troon der genade; voor onzen grooten Hooge- priester; voor één geloof, één hoop, één verlossing; voor de ware eenheid van alle geloovigen en de toenemende begeerte naar hare volle openbaring; voorden rijken zegen ondervonden op de laatst gehouden bijeen komst te Florence. Gebed. Dat de geloovigen aan alle plaatsen den Heere Jezus steeds meer worden toegewijd; steeds vuriger verlangen aan hunne hooge roeping te beantwoorden en der wereld minder gelijkvormig te worden; dat zij, die door ouderdom, ziekte of droefenis buiten staat zijn zeiven werkzaam te zijn, zich in 's Heeren nabijheid in ruime mate mogen vei heugen. Ps. 51; Dan. 9:3—49; Ps. 34; Eph. 1:15-23. DINSDAG 5 JANUARI. De kerk van Christus. Lof en dank. Voor de tegenwoordigheid van den Heiland in Zijne Kerk aan alle plaatsen; voor de gave des Heiligen Geestes ter vertroosting, ondersteuning, leiding, verlevendiging en bezieling. Gebed. Voor vergeving van alle over tredingen en zonden in de kerken; dat de vereeniging der geloovigen in Christus levendiger worde gevoeld. Dat alle kerken getrouw mogen zijn aan haren Heer en Zijn woord; dat de Christenen elkander in hunne zwakheden leeren verdragen en «na jagen hetgeen tot den vrede en hetgeen tot de stichting onder elkander dient.» Dat alle dienaren des Woords en leeraars vervuld mogen zijn met den Heiligen Geest; dat zij het Evangelie met kracht verkon digen; dat Ritualisme, Formalisme en Ra tionalisme mogen wijken voorhet licht van de Heilige Schrift. Dat Christelijke bijeen komsten bezield worden door den Geest der wijsheid, der liefde en der kracht. Dat een einde kome aan de vervolging der Christenen in Rusland en elders. Zef. 3:14-20; i Joh. 1; Joh. 17; Ps. 63; 2 Tim. 3. WOENSDAG 6 JANUARI. De Huisgezinnen en het Opkomend geslacht. Lof en dank. Voor de heerlijke beloften weggelegd voor de godvreezenden en hunne kinderen; voor de jongelieden die zichzelven aan den Heer geven, strijdende tegen de zonden van den tegenwoordigen tijd en Christus dienende in Zijne Gemeente. Gebed. Dat de ouders mogen zijn heilig, vol toewijding, verstandig en waar, hunne kinderen opleidende in Bijbelkennis. Dat de liefde van Christus zij het licht, en Zijn wil de wet voor elk huisgezin; dat zoons zendt u eene zware bezoeking. Het is goed dat wij weten, dat het Zijne almachtige hand is, die ons kastijdt, en dat we het leed, dat ons treft, honderdvou dig verdiend hebben, anders zouden we wel eens geneigd zijn om tegen Hem te mur- mureeren.» «Gewis, eerwaarde vader!» zeide vrouw Jansz., terwijl zij slechts met moeite hare tranen kon bedwingen, «het is de zwaarste slag die mij kon treffen. Mijn lieve dochter, de eenige die mij nog overig was, de steun mijns ouderdoms, zij is niet meer!Maar, o zoete troost 1 ik weet hetzij leeft daar boven; zij is thans boven het aardsche leed verheven, en juicht voor den troon van het Lam in de reien Zijner heilige engelen». «Och, of dit zoo ware zeide de gees telijke, «Vrouw Jansz., ik wenschte wel /an harte om uwent- en harentwille, dat ik u dit kon toestemmen, maar helaas! gij moogt wel als David uitroepen: mijn kind! mijn kind! och, dat ik voor u gestorven ware!» «Hoe meent u dat, eerwaarde vader?» vraagde vrouw Jansz., de oogen in spanning op hem gericht houdende. «Dochter, dochter 1» hernam de pastoor, «ik bemerk het almijn vermoeden van sinds lang zie ik tot mijne smart bewaar heid gij zijt besmet met de nieuwe leer, die de weldaden der Heiligs Kerk leert minachten; die hare sacramenten voor de stervenden niet noodig acht en ze alzoo onbarmhartig ten verderve voert. Gelooft gij waarlijk, ongelukkige vrouw dat uwe dochter behouden is, zonder dat ik haar uit naam der Kerk absolutie heb geschon ken en haar de genademiddelen heb toe- bediend?» Dit was eene vraag van beslissenden aard, dat gevoelde ze. Het zou uit haar antwoord blijken of zij der Kerke nog ge en dochters van Christelijke ouders ge nadiglijk bewaard mogen worden voor de heerschende ongerechtigheid. Voor Zondag en gewone Lagere scholen; voor Jongelings- en Jongedochtersvereenigingen; voor alle inrichtingen van Middelbaar en Hooger onderwijs en alle Opvoedingsgestichtendat de godvreezende onderwijzers van het op komend geslacht wakker en getrouw mo gen zjjn. Jes. 44:1—8; Ps. 116; Deut. 6; Col. 3:1—17. DONDERDAG 7 JANUARI. De Tolken en de Wereld. Lof en dank. Voor de wijd geopende deur in menig land voor de verkondiging van het Evangelie; de krachtdadige mede werking van Bijbel en Traktaatgenootschap penen van de Christelijke pers; de verspreiding van Gods woord in meer dan 300 talen; voor den toenemendeu afkeer van den oorlog en de meerdere begeerte naar een vreedzame verhouding der volken onderling. Gebed. Dat de volken meer en meer geleid worden door waarheid en rechtvaardig heid; dat de dag des Heeren meer algemeen worde geëerbiedigd; dat Souvereinen, Heer- schers en Wetgevers al het gewicht hunner verantwoordelijkheid gevoelen tegenover hun volk; dat onze krijgs en zeelieden getuigen van Christus mogen worden; dat de plannen van het Pausdom mogen worden verijdeld; dat onzedelijke wetten en verordeningen verdwijnen: dat de oorlogen ophouden; dat aan slavernij en opiumhandel een einde gemaakt worde; en dat het Koninkrijk van Christus spoedig kome. Ps. 107; Matth. 5:118; Rom. 13:1; Tim. 2:1—8; Jes. 31. VRIJDAG 8 JANUARI. Zending onder de Mahomedanen en onder de Heidenen. Lof en dank. Voor de toewijding van mannen en vrouwen op het gebied der U.iwendige zending, en de zegepralen van het Kruis, waartoe zq het werktuig mochten zijn; voor het toenemend getal van jeugdige Ctiristenen, die zich beschikbaar stellen voor den arbeid onder de Heidenen. Gebed. Voor een overvloediger uitstorting van den Heiligen Geest, en een steeds grooter toevoer van arbeiders op den giooten akker des oogstes; dat de zendelingen be waard mogen worden voor de gevaren van de reis, van ziekte en vijandschap der in boorlingen; dat nieuwe deuren voor het Evangelie geopend worden; en dat het Ma- homedanisme en alle valsche godsdiensten plaats mogen maken voor de zaligmakende kennis van Christus. Ps. 67; Joel 2:23—32; Eph. 6:10—20; Joh. 4:31- 42. ZATERDAG 9 JANUARI. Zending onder de Joden en Inwendige Zending. Lof en dank. Voor de belangrijke uit trouw was, dan of ze haar heil had ge vonden in de verboden leer van Luther. Een oogenblik verzonk ze in gedachten, als overwoog ze de beteekenis en de gevolgen eener openhartige belijdenis. «Neen! dat gelooft ge niet,» zoo voer de priester voort, die haar stilzwijgen reeds ten voordeele zijner Kerk verklaarde. «Gij zijt immers nog mijne trouwe dochter, die mjj in de laatste dagen mijns levens het verdriet wilt besparen, van u uit mijne kudde te verliezen en u eene prooi te zien van de wolven, die daarbuiten rondwaren, zoekeade de onschuldige schaapjes te ver schalken en ze te dooden.» «Kom!» zoo vervolgde hij op smeekenden toon, «erken, dat ge gedwaald hebt en stel u vrederon der mijne hoede. De Heere is machtig en de Heilige Maagd is barmhartig, misschien laat ze zich var. mij voor uwe dochter ver bidden. Laat haar niet langer in de pijnen en red uwe eigene ziel van het verderf!» Vrouw Jansz. had met gebogen hoofd deze liefderijke vermaning aangehoord. De toon waarop de eerbiedwaardige grijsaard sprak, had haar aangegrepen. Kon ze ge dwaald hebben? Was het dan niet waar, dat alleen genade den armen zondaar be houdt? Was bet dan zelfbedrog geweest, dat onuitsprekelijk zalig gevoel, dat haar harte had doorstroomd bij de ervaring, dat Christus voor af hare zonden volkomen be taald had Vleide ze zich met eene val sche hoop ten opzichte van de zaligheid harer dochter? Hadden de oogen van haar kind dan niet van hemelsche blqdschap geglinsterd bij het vooruitzicht weldra bij haren Heiland te zijn?Neen, dat kon geen verbeelding zijn Dat was de heer lijke waarheid? Zou ze die kunnen ver loochenen Haar besluit was genomen. komsten van het zendingwerk, en het aan groeiend getal zendings- en evangelisatielo kalen; voor het toenemend streven der verschillende kerken om het verlorene op te zoeken en te redden; voor den ijveren de toewijding van zendelingen en evangelisten in de steden en ten platte landevoor meerdere belangstelling betoond in de zending onder de Joden en voor den bijzonderen zegen, die daaraan is toegezegd. Gebed. Voor alle arbeiders en medewerkers op Christelijk gebied; dat Gast- en Wees huizen, Doorgang-, Toevzucht-, Verbetering huizen en alle Reddingsgestichten mogen be stuurd worden met wijsheid, bekwaamheid en veerkracht; dat God genadig tusschen bei de kome om de Joden in Rusland van de ver volging te bevrijden, en dat dezen er toe ge bracht worden den Messias aan te nemen. Ps.118; Hand. 3:12—26; Jes.49; Zach.4. ZONDAG 10 JANUARI. Prediking1. En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Matth. 28: 20. Opdat zij allen één zijn. Joh. 17 21. Het Comité der Evangelische Alliantie in Nederland F. VAN BYLANDT. J. D. VAN WASSENAERVANROSANDE. J. E. N. SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE. Groen van Prinsterer, die na zijn doodde eer geniet, door alle liberalen geprezen en ons ten voorbeeld gesteld te worden, om zijne bezadigde en ware adviezen, heeft eens van de liberalen gezegd, dat «zq het ko ningschap ondermijnen, terwijl zq het vors telijk individu vleien». Leefde Groen v. Prinsterer nog, hq zou geen enkele reden vinden om deze bewering in te trekken. Wel werd in de laatste maanden de naam der Koningin-Regentes en «Haar geliefde Dochter» veelvuldig in verkiezingsspeeches en artikeltjes genoemd, doch dit behoefde geen bewijs te zijn dat de eerbied voorliet Gezag van Oranje daardoor ongerept was gebleven. Ten allen tijde hebben de vrijzinnige Nederlanders hunne hulde aan Oranje ge bracht, zoolang deze naar hun zin regeerde doch tegen het gezag van datzelfde Huis heel wat ingebracht, zoodra Oranje het voor de verdrukten, voor de minderheden dorst op te nemen. Een bewering die met bewijzen uit ge schriften van liberalen als Fruin en Pot gieter is te staven. Eigenlijk staan de zaken thans nog zoo. Denk maar aan de geschiedenis van het optre den der nieuwe ministers. Toen de benoe ming van een liberaal ministerie wat lang uitbleef, werd door de liberale bladen te Middelburg en elders onverholen de oorzaak «Het doet mij leed,» zoo sprak zij, de oogen opheffend, «dat ik u, eerwaarde va der niet kan volgen. Gij weet dat ik u liefheb en o 1 zoo gaarne zou ik als weleer mij onder uwe leiding plaatsen, maar ik mag niet. Sinds het den Heere behaagd heeft door het woord van Zijn godzaligen dienstknecht Jan Arendsz. mijne oogen te openen voor de dwalingen, welke de Kerk aankleven er. voor de onmiskenbare ver kleining van mijns Heilands kruisverdien- ste, waaraan ze zich schuldig maakt, kan ik mij niet langer aan hare leiding toever trouwen. Mijn bijbel is mijn onfeilbare raadsman. Dat i« Gods Woord en dat zegt mij, dat de mensch alleen door het geloof wordtgereehtvaardigd en niet door de werken of door voorspraak van heiligen. O, mocht het den Heere nog eens goeddunken, ook u «Genoeg,» viel haar de geestelijke in de rede. «Behoud uwe ketterij maar voor u. Ik ben oud van dagenik heb u uit liefde gewaarschuwd; gq slaat mijn woord in den wind, de gevolgen komen op uw eigen hoofd, ongelukkige! Indien gij u niet bekeert, zoo ziet het er donker voor u uit. Denk aan Jan van Woerden Voor mij hebt ge niet te vreezenmijn einde nadert, ik heb een afkeer van gewelddadige vervolging en zou niet gaarne mijne stervensponde door de vlammen der houtmijt verlicht zien doch gedenk aan mijn woord, opdat het niet eenmaal, als het te laat is, wat de Heere nog verhoede 1 uw lijden ver- zware!» Met deze woorden rees hij van zijn zetel op en verlietna vrouw Jansz. gegroet te hebben, hare woning. Wordt vervólgd.) 'I

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1