1891. No. II.
Zaterdag 24 October.
Zesde Jaargang.
-,11—+,
30, 3,30+,
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
LEEUPLICflT.
Het kind van den gevangene.
Gemengde Berichten.
het uit-
uitsluitend
op ver-
gasprijzen,
waar men
zoo schrik
oorden.
zjjn ge-
gemeenten
worpen met
temden de
horer, van
straatver-
begrooting
verhoogen.
ïouding tot
was, te
veel gas
de in de
rukte hoe-
iruik voor
den heer
lie hoeveel-
zeer juist
worden,
echter dat
,auld wordt
Voor een
wegen,
ffiehuishou-
aanzienljjke
in de
■lichting
eu hij is
tlantarens
men een
:r\jgen.
den heer
amendement
gasfabriek
uur wordt
tot eene
m gaat de
6,47
6,56
7,8
7,16
7.24
7,32
7,39
7,44
7,54
8,2
8,15
8.25
8,34
8,43
10,5
ilburg eu
20,10, -+
30f, 3,45,
waarbij aan
aangelegd.
Keersluis
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummersƒ0.021.
UITGAVE VAN
EK
van 1 5.regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel.
Onder bovenstaanden titel schrijft een
geacht schoolman het volgende in «De
Oranjevaan». Zonder eenig voorbehoud er
kennen we, dat het algemeen lager volks
onderwijs eeri der grootste weldaden is,
die eene natie kan te beurt vallen. En
evenzeer erkennen we openhartig, dat al
leen leerplicht, door de overheid streng
gehandhaafd, die weldaad algemeen kan
maken. Want dat vele ouders en pleeg
ouders of voogden hunnen kinderen of
pupillen alle onderwijs onthouden of door
slecht de scholen te doen bezoeken, dit
vruchteloos maken, valt niet te ontkennen.
En dat de ouders uitsluitend recht op hunne
kinderen zouden hebbon en de Kerk of de
Staat alle recht van meespreken in zake
het volksonderwijs zouden missen, is eene
van die groote vergissingen, waardoor de
betreurenswaardige toestand van het on
derwijs hier te lande in vele opzichten
wordt bestendigd.
Toch meenen we, dat de voorwaarden,
om leerplicht in te voeren, zonder kren
king der gewetens- en opvoedir gsvrijheid,
nog piiet aanwezig zijn. Dat zij er nog
niet zjjn, ligt eensdeels aan de wetten op
het onderwijs, anderdeels aan het betrek
kelijk weinig gebruik, hetwelk van de
meer gunstige wetgeving in 1889 is ge
maakt.
De onderwijswet is een beletsel tegen het
invoeren van den leerplicht.
lo. Het subsidie voor de bijzondere
school is te gering om haar algemeen in
te voeren.
De bijzondere school, zal zjj goed ingericht
zijn, behoort in alle opzichten in onderwij
zend personeel, localiteiten, leermiddelen,
bezoldiging, kweek- en normaalscholen gelijk
te staan met de openbare school, wil zij
hare leerlingen legen denzelfden leerprijs
haar onderwijs kunnen aanbieden. Eerst
wanneer voor onvermogenden en minver
mogenden de geheele kosten van het "on
derwijs worden vergoed, zal dit gelijke
standpunt voor den minderen stand worden
ingenomen. En voor de middelklasse be
hoort de gemeente evenveel bij te passen
als de staat doet, om den wedloop in
schoolgeld met het openbaar onderwijs te
kunnon volhouden.
2o. De staat is ook geroepen de bijzon
dere school te helpen in het onderhoud
der schoolgebouwen. Een gedeelte van
den huurprijs of van de renten der stich
tingspenningen hehoort te worden vergoed,
Dan kan worden verwacht, dat de bijzon-
FEUILLETON.
(Slot.)
«Ik heb hier uw dochtertje, dat naar u
komt zien.»
«Vader», riep reeds hit arme kind, maar
ontdekte bjjna te gelijk, dat die man haar
vreemd was, en onwillekeurig kroop zij
dicht bij den bewaarder aan.
Bij den tweeden ging het weer zoo, en
Katie riep met klimmende angst«neen,
dat is mijn vader niet».
Zoo moest, het dan wel naar de derde
cel, de plaats waar de geboeide woesteling
verblijf hield.
«Loyd» riep de bewaarder, «hier is een
meisje, kleine Katie, uw dochtertje, dat
verlangend is om u te zien».
Een dof «watwerd vernomen van de
legerstede waarop de man uit een diepen
slaap scheen te ontwaken.
«Uw dochtertje!»
Toen volgde een gerammel van ketens,
dat het arm kind deed ontzetten. Op eens
vertoonde zich du voor de tralies het wel
gevormd gelaat van iemand uit beter stand,
een goed gelaat maar dat de stempels van
een zondig leven droeg. De aanblik was
bijna te veel voor het kind, met een luiden,
krampachtig geuiten kreet riep zij«Vader,
vaderterwijl zij bezwijmd ter aarde viel.
«Katie was het wederwoord van den
geboeide, «kind, hoe komt gij hier?» en
het was in zijn stem hoorbaar, dat schrik
en aandoening in zijn binnenste worstelden.
Toen het kind wat bijgekomen was, zeide
de bewaarder«Loy 1, wenscht gij, dat het
kind bjj u binnen komt».
Een schor «Ja», verried, dat het spreken
den zoo piotseling verraste bijna onmoge
lijk was. De celdeur werd geopendhet
kind ijlde naar binnen en viel met wijd
geopende armen den ongelukkige om den
hals, die haar wederkeerig aan zijne borst
drukte.
«O Vader«O Katie, Katie 1» en toen
dere schooi er naar zal staan, om even goed
en doelmatig als de gemeente te bouwen.
Indien de vrije en orde-oefeningen door de
bijzondere school in de toekomst moeten
gehouden worden, dan is 't onmogelijk die
in de bestaande schoollokalen te geven en
is staatshulp geheel of gedeeltelijk hieivoor
vereischte.
3o. Het verbeterd onderwijs vordert, in
vergelijking van vroeger, grooter uitgaven
voor de schoolhygiène, leermiddelen enz.
Het bijzonder onderwijs ontvangt hiervoor
geen de minste tegemoetkoming. De be
moeiing van den staat in dezen is gewet
tigd. Want de localen der bijzondere school
moeten even gezond zijn als der openbare.
Hoe men er ooit ofte immer toegekomen
is om 4,5 M3 voor een leerling der open
bare school vast te stellen en 3 M3 voor een
der bijzondere, is waarlijk niet te begrijpen.
Is 3 M3 voldoende, waarom dan elders 4,5
Ms Is 4,5 M3 noodzakelijk, waarom dan
ginds 3 M3 toegelaten
Zoo de Staat van meet af aan, als over
tuigd, dat zoowel de gezondheid van de
jeugd op de bijz. als op de openbare scholen
even noodzakelijk behartigd moet worden,
flink had gesteund en eiken schoolbouw
aangemoedigd, hij zou niet meer dan zijn
plicht gedaan hebben. Van buiten en van
binnen, maar vooral van binnen en erom
heen moeten alle schoolgebouwen, uit een
hygiënisch oogpunt even goed zijn. De bij
zondere school moet niet behoeven te vree -
zen voor intrekking der subsidie en daarom
slechts rekenen op het onmisbare, maar
in staat gesteld om alles zoo goed mogelijk
te doen. 't Geldt de gezondheid der jeugd.
Of is die der bijzondere school niet van
even groot belang voor den Staat ais die
der openbare
4o. De Staat sehaffe den vaccinedwang
af. Artikel 194 verleent vrijheid van onder
wijs zonder eenige beperking. Nu mogen i n
kunnen geene wetten gemaakt worden, die
een grondwetsartikel buiten werkingstellen.
Alle organieke wetten, afgeleid uit de grond
wet, kunnen gewijzigd, verbeterd enz. wor
den, maar nimmer mag er eene wet gemaakt
die den burger in zijn grondwettig recht
verkorf. De vaccinatie heeft zoo min iets te
maken met de school als gebouw, als met
de kerk, den schouwburg, een rr.eetinglocaal,
eene koopmansbeurs, een kinderfeest, een
evangelisatielocaal, een vergaderzaal voor
kiesvereeniging, nut, socialisten enz Daarom
moet het vaccinebewijs niet voor de school
gevraagd worden. Het belemmert den voor
uitgang, de beschaving, de ontwikkeling van
duizeuden. Behalve de schade, door het vac
cinatiebijgeloof aan degezondheid toegebracht
belet het op menige plaats het volksonder-
volgde een schreiend zwijgen. Eindelijk
lichtte de gevangene het hoofd op om zijn
kind aan te zien, -- wat akelig gerammel
zijner ketenen trof zijn oor eerst kus
te hij haar, maar opnieuw boog hij zijn
hoofd als door schaamte verplet.
«Katie, wat deed u hierheen komen
«Vader, ik was zoo verlangend om u te
zien»; en weder leide zij haar hoofdje op
zijn schouder.
«En hoe zijt gij hierheen gekomen, Katie
Neen vrees niet voor wat gij hoort. Zij
sluiten cellen en zullen u straks weder
uitlaten. Hoe zijt gij hier gekomen
«Ik heb geloopen.»
«Geloopen, kind, van New-York af?»
«Ja, vader»
Geen geluid werd gehoord, dan een on
willekeurig rammelen der ketens, toen hij
haar aan zjjn hart drukte.
«En hoe verliet gij haar, Katie, uwe
moeder
De vraag werd met kennelijke vrees ge
daan, maar geen antwoord volgde. Hij zag
het kind met angstig vragenden blik aan,
en zeide«O Katie zeg het mij
«Moeder is gestorven, vader.»
Een rauwe kreet volgde. Het hoofd van
den schuldige zonk op den schoot van zijn
kind en hij weende met luid en kramp
achtig snikken. De gouverneur en bewaar
der, die op dit oogenblik binnentraden,
zeiden later, dat zij "nooit zulk een beeld
van radeioozen wanhoop hadden aanschouwd.
Het kind trachtte hem te troosten, maar
het was of hem alle kracht en leven ont
zonken waren, het was of zjjn snikken
hem smoren zou.
Nadat de bewaarder hem had doen drin
ken, kwam de gevangene weder eenigszins
tot zichzelven, en zijn eerste vraag was:
«Wanneer is moeder gestorven? O mijn
arme Marie, arme vrouw, hadt gij mij
maar nooitgekend. Wanneer stierf zjj Katie?»
«Och, reeds zoo lang. Ik denk dat het
wel weken geleden is, en moeder zei, dat
ik moest zien, of ik u niet spreken en
wijs en de oprichting van christelijke scholen.
Hoe eer hoe beter behoort deze dwang te
verdwijnen
Maar ook door de voorstanders der Bijzon
dere school is nog niet. genoeg gedaan, zelfs
binnen den beperkten kring hunner midde
len, om tot den leerplicht te kunnen overgaan.
Het is zoo, ook met staatssubsidie is het
stichten en onderhouden eener school moeilijk
en zwaar. Toch is sedert 1889 niet genoeg,
lang niet genoeg gedaan in deze richting.
Er worden veel te weinig nieuwe scholen
opgericht. Hondorden dorpen moesten reeds
hunne bijzondere scholen hebben. Zij ver
rijzen nog niet. Het aantal christelijke
scholen moest sne'lijk tot 1000 ot 1500 klim
men. 't Gebeurt niet en zeer langzaam vor
dert men iets.
Eerst als t gansche land met christelijke
scholen zal bevolkt zijn, kan er sprake zijn
van leerplicht. Nu, bij de bestaande on
gelijkheid bestaansrecht voor de wet is
nog niet het leven naar gelijk e voorwaar
den zou leerplicht tot onderdrukking van
het bijzonder christelijk onderwijs leiden,
en tot ongehoorden gewetensdwang voeren.
De voorstanders der bijzondere school, 't
zij kerkelijk of niet kerkelijk, moeten krach
tig bouwen. Wair men 't eens kan zijn,
daar vereenigd waar niet, daar afzonder
lijk. Hoe kleiner de school in betrekkelijken
zin is, des te beter kan er opgevoed worden.
De staat toone alles voor 't bijzonder onder
wijs te willen doen, waardoor het kan
bloeien alle hindernis voor 't onderwijs, als
vaccinatie enz. uit den weg te ruimen en
oprechtelij k alle onderwijs te waardeeren.
De gemeente stelle commissiën van plaat
selijk toevoorzicht in, die alle scholen ver
tegenwoordigen, zooveel mogelijk in even
redigheid met de schoolbevolking en waar-
deere ook de finantiëele weldaad van
't bijzonder onderwijs.
En dan kan wellicht binnen korten tijd
door alle man van goeden wille er op aan
gedrongen, dat het kwaad van geheel of
gedeeltelijk schoolverzuim, door leerplicht
vooral, worde uitgeroeid.
Zjj het spoedig zoo! H.
23 October 1891.
Door de katholieke Tweede Kamerleden
Haffmans, Harte, Vermeulen, Diepen, Lam-
brechts, v. Nunen, v. Vlijmen, de Ram,
v. d. Berch v. Heemstede, Smits v. Oyen,
Travaglino, Bahlmann, Mutsaers en Schreine-
macher is een oproeping gericht aan de
overige katholieke afgevaardigden om zich
aan te sluiten bij de door hen gestichte
club, zijnde eene Centrumpartij, die onaf
hankelijk zal staan van andere partijen.
vertroosten kon.»
«Ach, deze slag is hard, zeer hard. Ver
vloekte drank, hoe slecht was ik voor haar,
en zij, zjj heeft mij altijd verdragen en
altijd vergiffenis geschonken.»
«Vader, moeder heeft mij geleerd om voor
u te bidden, en zij zei nog op het laatst,
dat ik altijd voor u moest blijven bidden,
dat gij dan zeker goed voor mij zoudt zijn
en eens bij moeder in den hemel komen.»
»In den hemel, ik in den hemel,» jam
merde de radelooze en gaf opnieu.v aan de
losbarstingen van zijn wanhoop toe, maar
het was, of het kind voor hem een uit den
hemel gezonden engel was. Haar kussen,
het streelen met hare hand hadden meer
macht om zjjne verwilderde ziel te temmen
dan slagen en boeien. Hij had zich tegen
straf en tucht ingezet. Hij was een dronk
aard geweost; in zijn roes had hij eene daad
van geweld gepleegd, maar dat hij daar
voor onder boeven opgesloten werd, dit had
zijn hoogmoedig hart niet kunnen verduren.
Nu deed het zien van zijn kind en wat hij
uit haar mond vernam, hem al de zwaarte
zijner schuld gevoelen en bij beter opvoeding
zich den allerschuldigsten onder zjjne mede
gevangenen erkennen. Zjjn hart was ge
broken. Spreken kon hjj niet, maar stil
zwjjgend staarde hjj zjjn kind aan, als om
uit dien aanblik kracht tot een nieuw leven
te putten.
«Yader, ais gjj vrjj komt, zal ik voor u
zorgen.»
Hij hief zjjn hoofd op, zijne oogen waren
rood van 't schreien, maar macht tot spre
ken had hjj niet.
«Moeder heeft gezegd dat ik voor u zor
gen moest.»
«God zegene u voor uwe liefde mjjn kind,
gjj zult het behoud voor uw ongelukkigen
vader zjjn.»
«Ja, dat zal ik, vader.»
De gouverneur en de bewaarder waren
bjjna even aangedaan als het lieve kind.
Eindelijk zeide de eerste«Kom, Katie, nu
moet gij heengaan, maar later moogt gij
Enkelen hebben daaraan gevolg gegeven
doch de meesten weigerden voorloopig of
definitief aansluiting, wjjl zjj eerst sa-
mensprekirigen vragen over de voorwaarden
van onderlinge samenwerking; ot het nut
van club-formaties ontkennen.
Zooals wij reeds gemeld hebben heeft de
regeering weten gedaan te krijgen dat tot
lid van den raad van state werd benoemd
dhr. Hubrecht, secretaris generaal hjj bin-
nenlandsche zaken. Reden voor die benoe
ming is dat de heer Hubrecht goed op de
hoogte is van de schoolzaken en van quaes-
tiën de uitvoering der schoolwet betref
fende. Nu was voor deze betrekking ook
de oud-minister Mackay aangewezen, doch
de heer Hubrecht kreeg de voorkeur.
Niet omdat de heer Mackay antirevolutio
nair is, de regeering is nog te kort aan
het roer om van partjjdigheid te mogen
verdacht worden, dus daaraan ligt het
niet. Het ligt alleen maar daaraan dat be
hoefte bestond aan een man bjjzonder ver
trouwd met de wetgeving op het onder-
wjjs I
En in dat opzicht scheen volgens de
heeren Hubrecht het van den oud
minister te winnen.
Toegegeven, maar is dan daarbjj het
bewijs niet geleverd dat, volgens opvatting
der regeering, de schoolwet eigenlijk van den
heer Hubrecht afkomstig is en dus de op
positie tegen die wet eigenljjk tegen het
ontwerp van een onmisbaren geestverwant
is gericht geweest
Kruiuinge. Najaars-veemarkt 11 Novem
ber.
's Heer Arendskerke. Door de Staatsspoor
weg-maatschappij is benoemd tot stationschef
alhier dhr. P. J. v. Gent.
De avondbjjeenkomst die Sequah
eergisteren te Amsterdam hield, ken
merkte zich door buitengewoon ru
moer, verwekt door een bende straatjon
gens. Het publiek riepgooit ze er uit
waarop velen begonnen aan dat verzoek
gevolg te geven. Half de zaal geleek wel
een vechtpartjj, waarin een paar politie
agenten zich mengden. Volgens sommigen
zou er met een stok en sabel geslagen zijn.
Onder wjjl speelde de muziek een vrooljjken
marsch.
Toen de rust hersteld was, had er een
ballet plaats, waaraan zestien genezenen
deelnamen. De aankondiging, dat dit de
laatste avondbjjeenkomst was, veroorzaakte
groote ontsteltenis, daar velen nog hoop
ten geholpen te worden. Sequah laat vele
teleurgestelden achter.
altjjd vrjj uw vader bezoeken, dat zal hem
goed doen.»
«Vader, mag ik niet bij u blijven
«Neen, liefste, maar gjj hoort het, gjj
moogt weder bij mij komen.»
Minzaam werd Katie verwjjderd en toen
zjj in de kamer van den gouverneur kwa
men, vonden zij daar den ouden goeden heer
Maywood. Medelijden had hem gedreven
iets voor het arme kind te willen doen.
Het einde der beraadslaging was, dat hjj
voor Katies opvoeding zorgen zou. Was het
gedrag van den vader, die voor geen dief
stal ot dergelijken, maar alleen wegens in
dronkenschap gepleegde gewelddadigheid ge
vonnist was, en den verderen tjjd van zijn
kerkerverbljjf goed, dan zou hjj ook hem
helpen.
Iedere week mocht Katie van toen aan
eenmaal haar vader zien, en hjj was onder
haren invloed een ander mensch, even ge:
hoorzaam en gewillig als hjj norsch en
weerbarstig geweest was.
Dicht bjj de plek, waar Nelly Maywood,
Katie aantrof, is een huisje, waar nu de heer
Loyd met zjjn dochter woont. Niet langer
een roekeloos verkwister, bekleedt hjj eene
goede betrekking met uitzicht op verhoo
ging. Katie doet wat zjj hare moeder be
loofde, zjj zorgt voor haren vader en helpt
hem goed maken, wat hjj eens door zjjn
toegeven aan dranklust zoo schandeljjk
bedorven had. C. S. A. v. S.
Wjj waren zoo vrjj dit schoone welbe
kende verhaal over te nemen uit «De
Wereldstrijd», een nieuw blad, bode tegen
de drankgewoonten, uitgegeven bjj Kous
broek te Dordt. Het is flink geschreven
en de namen van Breijer en Adama v.
Scheltema zjjn waarborg voor duurzame
degelijkheid van dit gewaardeerde blad, dat
wjj in duizenden huisgezinnen wenschen.
Ook in Zeeland met zjjne talrijke ge
zinnen, die «matig drinken» moet de strjjd
tegen den sterken drank krachtiger dan
ooit worden aangebonden.