KONINGIN WILHELMINA. Dinsdag September. Vijfde Jaargang. v Volksopvoeders. 1891. No. 141. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES GOD, ORANJTEN NEDERLAND, Een proportioneel Kiesstelsel. ZEEL elken MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers0.02'. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 1880. -- 31 Augustus -- 1891. Wijze: Wilhelmus van Nassauwe. Wilhelmus van Nassauwe Was 't lied van Nêerlands volk In vreugde en in rouwe Der trouwe harten tolk. En moest dat lied verand'ren Door 't sterven van den vorst 't «Lang leve Wilhelmina Klinkt toch uit volle borst. Dat Wilhelmina leve Bevrijd van leed en smart I «Oranje en Neerland» blijve De leuze van ons hart. De roem van 't Huis Oranje Zonk niet in 't graf terneer. De Oranjeboom kan groeien En bloeien als weleer. Een rijsje is voortgekomen Uit d' afgehouwen tronk, Een scheutjen uit den wortel, Die lang ten grave zonk. Die seheut zal vruchten dragen Wordt 's volks gebed verhoord, Dan plant God 't oude stamhuis In Wilhelmina voort. Wat zou Gods macht verhind'ren Wie zou Hem tegenstaan God is bereid te zeeg'nen, Wie in zijn weg wil gaan. Met God en met Oranje Blijft Nederland steeds vrij Die band blijve ons verbinden, Dat bidden, smeeken wij. God en Oranje en Neêrland Zoo blijve 't steeds, en trots De revolutiemannen, Staat Neêrland als een rots. God zal u niet beschamen, Mijn dierbaar Vaderland Blijf trouw «God en Oranje,» En sterk den eendrachtsband. Den Haag. J. VAN BEIJEREN. Bovenstaand lied, alsmede eea ander, „Heil de Vorstin," is verkrijgbaar b(j de iirma H. J. Gerretsen te 's-Hage. 't Is te wenschen dat het nieuwe minis terie niet spoedig met kiesrechtuitbreiding komt, want dan zouden wij weer zoo'n ministerie krijgen als in 1888 en dan was het met het liberale opperbestuur weer voor een tijdje uit. In dien geest heeft men zich van «liberale» zijde onder anderen Het Handelsblad reeds uitgelaten, 'tis van die zijde een kostelijke erkenning dat het liberalisme in den lande verre de minderheid heeft. Vooral van het oud-liberalisme is de natie reeds sinds lang afkeerig. Naarmate daaraan ter eener zijde kerkelijk hervormde elementen worden aangelijmd, naar die mate brokke len de radicale deelen ter anderer zijde geheel af, en wat er afviel, was in de laatste jaren belangrijk grooter dan wat er bekwam en ook zelfs dit laatste blijft aangelascht, er valt dus niet altijd op te rekenen. Maar het nieuwe ministerie behoeft ook niet door de oogen zijner Amsterdamsche vrienden te zienen, zjjn de inlichtingen van het Dagbl. v. Ned. juist, dan is het ook niet van plan zulks te doen er worden namelijk reeds maatregelen genomen om kiesrechtuitbreiding voor te bereiden. Wij zullen moeten afwachten of de richting naar algemeen stemrecht, of die naar het zoogenaamde huismanskiesrecht (kies recht voor ieder die een eigen huishouding heeft te onderhouden) zal worden gekozen. In den eersten zin heeft de stembus be slist. De liberale Unie had de kiezers ten strijde geroepen en de verkiezingsevange listen hadden hunne toezegging gedaan onder de leus: kiesrechtuitbreiding zoover de grondwet toestaat. En de uiterste grens die de grondwet toestaat is algemeen stemrecht. Zie artikel 80. De natie heeft dus verder af te wachten wat met het kiesrecht gebeuren zal. Maar dan dient daarbij ook de vraag aan de orde te komen of het tegenwoordige kies stelsel niet moet vervangen worden. Kiesstelsel is de bij de wet bepaalde wijze hoe het stemmen en het opmaken van den uitslag der stemming zal geschieden. Hoe gestemd wordt, is al den kiezers bekend; en hoe de uitslag der stemming wordt bepaald, weet men ook. De stem briefjes worden geteldde blanco briefjes en die van onwaarde er af getrokken, en die dan op de helft der briefjes plus een wordt begeerd, die is de gekozene. Al de andere kiezers die dus op den ander stem den, hebben dus voor niemendal gestemd. Hun stem is weg. Men heeft het bij de verkiezingen dezen zomer weer gezien. In vele plaatsen werd een lid van den gemeenteraad gekozen met een of twee of meer stemmen over, te Oudelande zelfs een met juist de helft der stemmen. In eene plaats brachten 150 kiezers vier nieuwe leden van eenzelfde staatkundige kleur op eenmaal in den raad; terwijl 130 kiezers van tegengestelde kleur er niet een in konden brengen, al de moeite dier menschen was tevergeefs geweest. En zoo gaat het in nog onbillijker mate met de stemmingen voor staten of tweede kamer. Daar kunnen 1600 kiezers een vier tal of een zestal leden tegelijk afvaardigen terwijl 1599 dus 1 minder er niet een kunnen kiezen, ook al hebben zij hun stembiljet nog zoo netjes ingevuld. Nu is zulk een wijze van stemmen en opmaken van de lijst der gekozenen wel heel gemak kelijk, maar tegelijk zeer onredelijk. Immers hier zegevieren niet de beginse len, maar de cijfers. De helft plus een heett gelijk. Dat is de meerderheid. Waren de districten in ons land zoo danig ingericht (en dat het benoorden den Moerdijk te doen is, hebben de «liberalen» herhaaldelijk bewezen) dat overal de helft plus een of iets meer der kiezers voor een liberaal of een antirevolutionair stemde, dan kreeg men in de tweede kamer een partij van enkel liberalen of van enkel antirevo lutionairen, al naar gelang de rn eer dei heid zich heeft uitgesproken. De meerderbei 1 zou dan eenvoudig niet vertegenwoordigd zijn en de meerderheid kan dan zonder haar over haar beslissen. De minderheid kan zelfs niet protesteeren tegen hare onderdrukking en dat in weerwil van het mogelijke feit dat hare beginselen meer dan die der meerder heid deugdelijk zijn gebleken. Zelfs kan bet geval zich voordoen dat door dergelijke indeeling der districten de partij die meerderheid in de Kamer is, toch in het land de minderheid heeftzoo als dit thans het geval is met de liberale partij. Deze toch beschikt over bijna 3 vijfden der stemmenen onder de kiezers bedraagt in aantal haar kracht nog het twee vijfde gedeelte niet. Negentig dui zend kiezers benoemden 56 liberale kamer leden 120 duizend kiezers brachten er slechts 44 van de tegenpartij in. Ook dit is een grief tegen het meerder heidsstelsel. En komen wij nu op 't beginsel, op prin cipieel terrein over, dan wordt door den antirevolutionair dit kiesstelsel gebrandmerkt als voortgekomen uit de idee der revolutie en als zoodanig verwerpelijk. De revolutie toch beschouwt de maatschap pij als een verzameling van apart, onafhan kelijk, zonder eenig organisch verband naast elkander staande individuenen zoo be schouwt het al wat uit de revolutie leeft; de kiezers zijn een hoop zielen op een stuk gronds, zooals da Costa het eens uitdrukte. Een hoopje souvereinen, die door gezame- lijke uitbrenging van hun stem de volks- souvereiniteit uitoefenen, en de leest aan geven, waarop een vertegenwoordiging in Kamers en Staten en Gemeenteraden moet woorden geschoeid. De antirevolutionairen nochtans belijden dat de maatschappij uit organen bestaat. Gelijk uit een man en vader, uit één gezin, een staat, de maatschappij is voortgekomen zoo heeft de maatschappij, de staat, met die verschillende organen waaruit zjj bestaan, te rekenenen wie anders dan de huis vader diende in de eerste plaats het orgaan van zijn gezin bij de stembus te vertegen woordigen. Maar bij een dergelijke regeling die den census, de geldquaestie bij het kiezerschap afschaft, behoort noodzakelijk de wegneming der partijdige indeeling van de kiesdistricten en het stemmen naar het stelsel van de helft plus een. Nederland diende dan te zijn één kies district. Alle kiezers die zich groepeeren om eenzelfde beginsel, zouden dan hunne stem voor dat beginsel uitbrengen; de anti revolutionairen, de katholieken, de liberalen, de sociaal democraten enz. Bleken dan van de 309 duizend kiezers in den lande 100 duizend op antirevolutionairen gestemd te hebben, dan zouden van de 100 leden der tweede kamer ook een derde deel antirevo lutionairen moeten zijn. Of zoo bijv. 150 duizend kiezers zich voor een liberaal ver klaarden dan zou de tweede kamer of welk college ook, voor de helft uit liberalen moe ten bestaan. Of ook, zoo 25 duizend kiezers in den lande hun stem op sociaal democra ten uitbrachten, diende een twaalfde deel dat is 8 sociaal democraten hen in de tweede kamer te vertegenwoordigen. Zoo krijgen wij een vertegenwoordiging naar proportie, dat is naar verhouding der getalsterkte van de verschillende partijen of groepen die ge stemd hebben. Monster-combinaties of monsterverbonden worden door dezen maatregel overbodig ge maakt, en de twijfelmoedigheid der kiezers- groep die in zeker district toch steeds in de meerderheid bleef en daarom maar niet meer mee deed, zal er eveneens door worden opgeheven. Miskend. Ook al zweeg de tegenstander gansch en al over het thans afgeloste ministerie, zelfs dan nog zou het ons onmogelijk zijn dit voorbeeld te volgen. Gelijk men bij voor keur in den eersten tijd het hart uitstort over een gestorven vriend, zoo ook zal een op recht antirevolutionair te vergeefs trachten zijne uitnemende woordvoerders uit het heen gegane ministerie te vergeten en het te meer betreuren dat zoo weinig andersden kenden hun allen gelijkelijk recht doen wedervaren. Want al werd van sommige onzer oud ministers gezegd dat zij waren meegeval len, niet allen deelen de eer van dien lof. Godin de Beaufort blijft bij allen de type van den echten luilak, ten spijt van wat bij in bankwet en pensioenwet, in suikerwet en paardenwet, in zijn wet tot tegemoetko ming der gemeenten enz. voor het lands belang tot stand bracht. Hartsen is de oude botterik die Buitenlandsche zaken in de war liet loopen, niettegenstaande hij alle verwikkelingen tot een goed einde bracht denk aan de Lawaquaestie, en aan de grens regeling op Borneo. De iSavornin Lobman eindelijk is de partijman, die dit ministerie aanzette tot een «perfide politiek» en een «Lohmannenheerschappij» in het leven riep. Zullen de ambtenaren aan Binnenlandsche zaken, die dezen boeman van naderbij heb ben gezien, niet een eenigszins ander oor deel vellen over dezen laatsten afgetreden bewindsman En was bovendien het verleden van den heer Lohman zoo wantrouwen wekkende? Van hem die zich nimmer tegen voorstellen van andere regeeringen verzette, omdat zij van zulk een regeering uitgingen; dienim mer een wet afstemde om reden daarbuiten gelegen en voor dit en andere goede be ginselen zelfs een dr. Schaepman wist te winnendie katholieke kamerleden voor zich innam en liberalen vertrouwen inboe zemde; en ook tijdens zijn ministerschap van geen partij wetten of partijbenoemingen wist. Het is goed dat men hierop de aandacht vestige. De lieer Do Savornin Lohman is lang schuin aangezien door Marnixmannen en Bronsveldianenen zie, aan het eind zijner ministriëele loopbaan kan niemand hunner anders zeggen dan dat hij recht vaardig geregeerd heeft in alles. De room- schen heeft hij niet naar de oogen gezien, de hervormde kerken heeft hij zelfs niet gedreigdde schoolwet heeft hjj stipt uit gevoerd de hcogeschool te Utrecht heeft hij uan zich verplicht«vrienden» heeft hij niet aan baantjes geholpen, gelijk de liberalen dft steeds van elkander hadden af gezien en zijne benoemingen waren strikt onpartijdig. Naar veler meening benoemde hij veel tej veel liberalen in openbare be trekkingen. Zijn pokkenwet zoo heftig bestreden, was reeds door minister Mackay voorbereid, en zjjn stedenwet was een borduursel op mi nister Heemskerks stramien. En wat onder anderen Het Handelsblad deed voorkomen, als zou zijn tegenwoordig heid in het ministerie met de beide boven- genoemden den roem der vier anderen Mackay, Havelaar, Ruys en Bergansius hebben verduisterd, dit is een aantijging die allen grond mist. Integendeel, nog niet lang had de heer Lohman zitting in het kabinet gehad of zelfs «liberale» correspondenten bewonder den de vlugheid, waarmede hij zich in de zaken van zijn departement had ingewerkt en gelijk in de kamerclub, zoo ook in het ministerie was de heer Lohman de man die in den goeden voortgang der zaken lang niet liet kleinste aandeel had. Wij hebben van meet af betreurd niet dat hij minister werd, maar dat hij de club verliet, waar hij het vertrouwen genoot en invloed had. Meer dan eenig ander man van doorzicht en van krachtig initiatief, achten wjj hem in de eerste plaats geroe pen om in de tweede kamer terug te kee- ren. De «liberale» pers die hem zoo in het oog loopend bij zjjne collega's achter stelt, weet zeer goed, dat hij een niet licht te achten controleur van hun ministerie zal zjjn. Nu professor Noordtzij voor Kampen moest bedanken wijl aanneming in strijd met het belang der theologische school werd geacht, hopen wij dat men den opengevallen zetel zal aanbieden aan den oud-leider der kamer club, die door alle antirevolutionaire kamer leden, van Huber tot Keuchenius, benoemd en geëerd wordt. Doch hoe het ook loope, het antirevolu tionair deel des lands verwacht dat onze vier antirevolutionaire oud-ministers zoo spoe dig mogelijk in de Kamer terugkeeren, het zij als leden der Kamer of als raadsleden der Kroon I Wat het ministerie deed. Aan het adres van het Handelsblad dat het oude sprookje van een nietsdoend be wind dezer dagen nog eens opwarmde, schrijft de Nieuwe Prov. Gron. Cour. het volgende Maar waarom let liet Hand., als het de ministers over hun luiheid kapittelt, dan niet op de wetten die, voornamelijk door de werkzaamheid van Bergansius, over de in kwartiering en het militair onderwijs in het Staatsblad kwamen? Waarom zwijgt hét over de boterwet, de wet op den kinder- en vrouwenarbeid, de postwet, de pensioen wetten, de wetten op den accijns en invoer recht van bier en azijn? Waarom zwijgt het over de afschaffing der kanaalgelden waarvan voor Amsterdam en mede voor het geheele land groote voordeelen verwacht worden? Ja, waarom wordt van Buitenland sche Zaken nu zelfs geen woord gerept, alsof de arbitrage betreffende de Surinaamsche grensregeling niet een van de schoonste overwinningen ware geweest, die wij op di plomatiek gebied hebben behaaldalsof niet door het beleid van Buitenlandsche Zaken en Koloniën de grensregeling op Borneo, zoolang onder vorige kabinetten hangende gebleven, op uistekende wijze tot stand ware gebracht Heeft de Minister Ruys niet ter voor bereiding van een meer volledige sociale wetgeving velerlei verricht Moet dan ge heel worden gezwegen over de menigte ontwerpen die bij de Kamer werden inge diend, maar waarvoor de Kamer geen tijd kon vinden om ze af te handelen Als daar zijnde ontwerpen betreffende de uitbetaling van loon, eener wet op het faillissement, eener wijziging der gemeente wet ter verkrijging van eene billijke ver deeling der lastende inundatie-wetde wet op den staat van beleg? Wel zijn die ontwerpen nog niet wet, omdat de Kamer, ondanks haar voortdu- renden arbeid, geen tijd had ze af te doen. Maar bewijst juist dit laatste niet, hoe be spottelijk de bewering is dat deze Minis ters niets deden De Kamer zelve kon den arbeid niet bijhouden! Waar kerkt hij v Tegenwoordig wordt het oordeel over een bewindvoerder ook al bepaald door het antwoord op de vraag waar hij ter kerk gaat. Bepaald teekenend voor den toestand van Suriname is, wat een liberaal nu pas weer uit Parimaribo durft schrijven in het D. t>. N. „De nieuwe Gouverneur, de heer Jhr. Mr. van Asch van Wijck, maakt een goe den indruk, maar ik heb tegen hem, dat hij bij de Hernhutters ter kerke gaat." Zulk een geschrjjf teekent den toestand. De nieuwe Gouverneur maakt een goeden indruk maar maarhjj kerkt bij de Hernhutters, met andere woorden hij is een geloovig man. Ging de Gouverneur, zegt de Wagenin- ger, »aar de synagoge, dnn was 't goed; naar de sociëteit of andere plaats van we- reldsch genot, dan was 't nog betermaar naar de kerk, en dan nog niet bij den modernen Zaalberg, maar bij de verachte Negergemeente neen I dan kan hij ook al niet deugen. In de Volksonderwijzer, een blad, dat zegt de belangen van 't onderwijs te willen bevorderen, lezen we in het Augustus- nommer y>Een kroniek De heer André de la sPorte, schoolopziener, opende te Zaan- »dam eene vergadering van 't- N. O. G. smet een woord van hulde, gewijd aan »de nagedachtenis vanja, raadt »eens van koning Willem III. »Wij weten niet of de heer de la sPorte voor zijn morgendrank «Oranje- »bitter» gebruikt, maar 't schijnt wel

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1