Parijs in 1871.
1891. No. 135.
Dinsdag 18 Augustus.
Vijfde Jaargang.
Bekendmaking.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIE!*
DE CRISIS.
Ontkerstening der Natie.
Z'EEU
ei ken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. /0.95.
Enkele nummersf 0.02s.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 40 cent.
De KANTONRECHTER te Goes maakt
bekend dat met goedkeuring van Zijne Excel
lentie den Minister van Justitie te beginnen
met 1 September 1891, de terechtzittingen
van het kantongerecht te Goes alleen zul
len worden gehouden
Voor Burgerlijke en Handels
zaken eiken DINSDAG de» voormid
dags te half elf uur;
Voor extrajudicioele werkzaamhe
den des DINSDAGS des voormiddags te
elf uren;
Voor strafzaken des VRIJDAGS, voormid
dags tehalfelf nren.
De Kantonrechter voornoemd:
POMPE VAN MEERDERVOORT.
Na de kalmeerende artikelen van Han
delsblad en Vaderland is het geschreeuw
in liberale zusterbladen over den langen
duur der crisis wat opgehouden. Het Han
delsblad, zeker wel goed ingelicht, want de
heer v. Tienhoven woont in zijne buurt,
verzekerde dat er goed gewerkt werd en dat
men beter een paar weken langer kon wach
ten om dan een goed ministerie te krijgen,
dan overhaast een stel ministers bijeen te
scharrelen, die minder voldeden. En Het Va
derland, eveneens een liberaal blad, kwam
er rond voor uit dat de schuld der vertra
ging niet ligt bij de Koningin of bij de oude
regeering, of bij de Ranitz of bjj Heemskerk,
zelfs ook niet bij v. Tienhoven die hard ge
noeg zijn best had gedaan, maar uitslui
tend bij de heeren die gepolst moesten wor
den zeiven. Smidt toch was buitenslands,
en Tak was op rei' en weer anderen waren
niet in de stad en bleven enkele weken uit,
nota bene menschen die reeds voorde ver
kiezing met het ministerschap waren gedood
verfd geworden 1
De liberale bladen hadden gelogen dat
H.M. de.Koninginbelemmerende voorwaarden
had gesteld, en ziedaar een hunner broederen
die beslist komt verzekeren dat van de zijde
der Kroon geen belemmeringen waren in den
weg gelegd
Hoe treedt hier de hatelijke zijde van
al dat voorbarig geschrijf over de crisis in
al helderder licht
Het schijnt dus dat de heeren met hunne
meerderheid verlegen zitten. Zij hebben daarin
gelijk. Zij beseffen terecht (hunne bladen
wezen er reeds op) dat zij op geen enkel
punt eenstemmig zijn. Wel wisten zq dat
ook voor de verkiezingen wel, en werd het
hun door de antirevolutionairen in het debat
herhaaldelijk voorgehouden, doch toen moest
deze opmerking als middel tot verdachtma
king zoo ver mogelijk worden weggeworpen!
Nu de kiezers verlakt zijn en de Kamer
«om» is, kan men zachtjes aan de kalmee-
8.)
FEUILLETON.
(Eene bladzijde uit de dagen der Commune.)
Achtereenvolgens werden ook de overige
sterkten van de communards aangetast
enkele werden veroverdvoor andere wer
den de regeeringstroepen met groot verlies
teruggeslagen doch bij al deze pogingen
werden vele offers geëischt. Het fort Issy
was het voorname mikpunt der troepen.
Fel bestookt als zjj was, durfde de bezetting
het niet langer uithouden, te meer daar de
troepen al meer naderden. Na een gevecht
van twee uren werden de huizen, die door
barricaden onderling verbonden waren, door
dezen veroverd, en nu trokken de insur-
genten in de grootste wanorde naar het fort
terug.
Te middernacht bezetten de troepen het
park, en verschansten zich op 200 meters
afstand van het fort, welks commandant
zich bereids uit de voeten had gemaakt.
Dit laatste had den ondergang der be
zetting verhaast. Een geest van opstand
brak los en het meerendeel maakte zich
gereed om het fort te ontruimen. De mari
niers verzamelden het geschut, de poort
werd geopend en allen trokken weg, zich
zooveel mogelijk bukkend om te ontsnappen
aan de vijandelijke granaten.
In de grootste wanorde, met gescheurde
kleederen, bemodderd en ontredderd kwamen
zij te Parijs aan.
De tijding van deze onbeholpen terug
komst was lang niet naar den zin van
de Commune. Was bier soms verraad
in het spel Er waren immers nog levens
middelen in het fort, en moest men die nu
zoo maar den Versaillers in handen spelen
a'sof die er wat aan doen kon, werd
rende artikeltjes verwachten, waarin den
kiezers aangeraden wordt niet te veel van
het liberale ministerie te verwachten, want
de liberale Kamerleden hebben over alles nog
zoo geen gevestigde meening
Intusscher, kan men deze week, misschien
heden nog, de benoeming der ministers te
gemoet zien. En wel
Binnenlandsche zaken mr. J. P. R. Tak
v. Poortvliet,
Buitenlandsche zaken mr. G. v. Tienhoven
Koloniën mr. W. K. baron v. Dedem.
Financiën mr. N. G. Pierson.
Justitie mr. H. J. Smidt.
Oorlog luitenant kolonel A. W. Seyfïardt.
Marine vice-admiraal Cramer.
Waterstaat Conrad
Laten wij echter ons oordeel opschorten
tot de benoemingen in het Staatsblad staan.
Niet enkel in onze Koloniën is een open
lijke en drieste poging om het Christen
dom naar de Schriften (en een ander
Christendom kent de geloovige niette
bestrijden en het volk te ontkerstenen, of
wel er de aanneming en uitbreiding van
het Christendom tegen te gaan; ook in
Nederland poogt men der Natie het Chris
tendom, den Christus, het Brood des Le
vens, te ontnemende ontkerstening des
Volks wordt overal bijna gedreven.
En gaat zulks uit van Joden en Moham
medanen Doet men het soms om dezen
geen steen des aanstoots voor de voeten
te leggen, em hen tevreden te stellen
O neende ontkerstening gaat uit van
de naam-Christenen, van gedoopten in den
Naam des Drieëenigenvan hen, die nog
altijd willen volhouden dal in Nederland een
Christelijk Kolk woont. Zij gaat uit van
hen, die wel de zegeningen des Christen-
doms goede zeden, verlichting en bescha
ving willen, maar den Christus en een per
soonlek God, de Schrift en het geloof, als
in strijd met hetgeen zij de Weten
schap noemen, over boord wierpen.
Geloof en dweperij worden als synonie
men beschouwd.
Inderdaad in ons Vaderland dat met en
door het Christendom en de Hervorming
in de 15e eeuw een Staat, groot en aan
zienlijk, beschaafd en verlicht werdin ons
Vaderland wordt de ontkerstening der Natie
openlijk gedreven
Zij gaat van de eerste standen, van de
élite der bevolking uit, van boven naar
beneden. Die ontkerstening is, helaas
met het meeste succes reeds gedreven.
Ook de lagere standen, de werklieden,
hebben ten deele geloot en Christendom,
Bijbel, Gebed, de Geboden Gods als bal
last over boord geworpen, om er een jagen
naar aardsche welvaart en genotnaar hoog
stens een soort van een zedelijk ideaalom
er een verlicht Heidendom, den afgoden
met algemeene stemmen besloten den gene
raai Cluseret gevangen te nemen. Tegelijk
werd aan «burger» Rossel de betrekking
van zaakgelastigde voor oorlog opgedragen.
Deze Rossel was een man in de kracht
zijns levens, en evenals Cluseret een vijand
van uiterlijk vertoon. Ook hij weigerde
een uniform te dragen en zag zichzelven
het liefst in burgergewaad.
Nog disnzelfden dag zond hij versterking
naar Issy, en zoo werd het fort opnieuw
bezet, ofschoon te voorzien was dat zij er
niet lang plezier van zouden hebben.
Een terugtocht ';als deze, gevolgd door
eene ter sluiks uitgevoerde bezetting, moest
noodwendig wantrouwen stichten en een
onbehaaglijk gevoel van onzekerheid en
zwakheid verschaffenen zie, dit gevoel
had zich thans ook van de Parijzenaars
meester gemaakt. Zij vertrouwden zelfs
elkander niet meer.
Zoo ver ging het wantrouwen dat men
op een morgen eenige soldaten doodschoot,
beschuldigd van verraad. Toen die vreese-
Djke, misschien onrechtvaardige daad ge-
pieegd was, daalden de Parijzenaars in de
loopgraven, doch zij bespeurden geen onraad.
Dien ganschen dag rekenden zij op een
overval, doch niemand liet zich zien. Ein
delijk te middernacht zagen zij drie witte
lichten in de richting van het kasteel van
Mendon. Daarna zagen zij drie kolonnes in
stilte naar het fort oprukken.
Dan, ook de insurgenten waren op hun
post en ontvingen de regeeringstroepen met
de mitrailleuses. Een gevecht, alle vorige
in hevigheid overtreffend, werd thans ge
leverd, waarin de insurgenten het veld be
hielden. De aanval was afgeslagen. De
regeeringstroepen hadden ontzaglijke ver
liezen geleden.
Met toenemende woede werd echter
dienst der Rede, voor in de plaats te
stellen.
Wetenschap en Christendom worden im
mers geacht met elkander in strijd te zijn,
en de geleerde standen, de geletterden,
kiezen natuurlek, om geen dwazen of dom
pers, geen nachtschuitmannen te worden
genoemd, partij voor de Wetenschap.
Die verblinden alsof niet de ware weten
schap uit de eeuwige Bron van alle wijs
heid en kennis uit den God der eeuwen,
den vader van onzen Heere Jezus Chris
tus welt
Lichtvaardig hoort men in alle standen
over Bijbel en Christendom spreken, en
menig geloovige huivert als men onnaden
kend en spottend hoort zeggen sWelk be
wijs is er dat de Bijbel waarheid is? Wie
zegt mij dat er ooit een Jezus, zooals de
Schrift verhaalt, geweest is? Een God, die
zich met alles bemoeit en persoonlijk be
staat, ken ik nietAlleen wat mijn zin
nen opmerken, wat ik tasten en voelen
kan, wat de wetenschap mij leert, dat erken
ik te bestaan, enz. enz."
Wel mag men met recht van onze dagen
zeggendat de Groote afval, waarvan de
Schrift spreekt, gekomen is.
Zou de Heere inderdaad bezig zijn, om
ook in Nederland het Licht van den kan
delaar te nemen, zooals Hij dat eenmaal
in de Klein-Aziatische gemeenten (naar de
bedreiging van Zijn Mond uitgesproken)
heeft gedaan
Inderdaad zulks heeft allen schijn, waar
wij van boven naar benedeD de ontkerste
ning der Natie algemeen zien drijven.
Wij zeiden het reeds de algemeene ont
kerstening wordt van boven naar beneden
in Nederland gedreven.
Bij eenige gezegende uitzonderingen ko
men de rechtsgeleerden, geneeskundigen,
letterkundigen, wijsgeeren, natuur- en wis
kundigen helaasook vele theologen, die
straks in de Nederl. Herv. kerk den Chris-
telijken kansel zullen beklimmen de zooge
naamde mannen van wetenschap als ver
werpers van den Christus naar de Schriften,
in de Maatschappij, in de Scholen, in de
Kerk.
Het is aan de Rijks Hoogescholen zoo
danig, dat er het geloovig Christendom,
als in strijd met de wetenschap, voor ballast,
voor onwetenschappelijk wordt gehouden.
Kerkelijke Hoogleeraren stelde men wel
aar.maar onder dezen zijn er ook die
den Bijbel niet meer voor Gods Woord
houden.
Die mannen van de Hoogeschool geven
de behandeling en stof voor het Middelbaar
onderwijs aan. Helaas dit heeft, naar de
ervaring ons leerde, bijna overal met het
Christendom gebroken. Leeraars en leer
lingen wedjj veren als met elkander in de
minachting van dien ouden Bijbel, voor
welker vrij gebruik onze vaderen goed en
bloed opofferden.
de strijd hervat, zoodra de regeeringstroe
pen versterking hadden gekregen. Weldra
was dan ook de gansche linkeroever der
Seine in hunne macht. Heftig was van
beide zijden het kanon- en geweervuur, doch
de gefedereerden (Commune) leden de groot
ste verliezen.
Den volgenden dag had er een doortas
tende beweging plaats van de Versaillers
op het schiereiland Gennevilliers. Gedurende
den nacht waren zij zoo ver vooruitge
drongen, dat men voor een aanval op Pa
rijs begon te vreezen. In allerijl werden
daarom de stukken geschut, enz. naar de
wallen gebracht. Zelfs werden kanonnen
geplant op den Triomfboog, een daad die
meer voor de oolijkheid en ijdelheid dan
wel voor de dapperheid en doorzicht van
de Parijzenaars pleitte. Het was hier dan
ook meer een zaak van vertoon. Men wilde
zijne eigene batterijen tegenover die van
de Versaillers plaatsen, en het kanongebul
der van de regeering beantwoorden. Of men
al niemand raakte, dat was minder, maar
het schieten kon toch gehoord worden.
Ooggetuigen verzekeren dat zjj verschei
dene batterjjen hadden, van waar zij al hun
kruit letterlijk verschoten hadden, dat wil
zeggen zonder iemand te treffen. Slechts
eene batterij had den Versaillers veel schade
berokkend, en zie, dat was er juist een,
die de Pruisen nog hadden aangelegd.
Hiermede was weder het bewijs geleverd
dat de Pruisen van het terrein een beter
gebruik wisten te maken, dan de Franschen,
beter nog zelfs dan de Parjjzenaars zeiven
die toch zeker wel met het hun meest
bekende terrein op de hoogte dienden te
wezen.
Ook in de stad werd alles in gereedheid
gebracht om den vijand af te wachten,
edereen moest aan het werk, zoo mannen
Ontkerstening is dus in de Hoogere stan
den, bij de mannen der wetenschap, ook
in de middenstanden door het Middelbaar
onderwijs algemeen.
En hoe is het op de Openbare Lagere
Scholen
De wet sluit feitelijk Christus, Bjjbel,
Gebed en zelfs den Vader van onzen Heere
Jezus, buiten de schooldeuren.
Wat wonder, dat ook in de lagere stan
den grootendeels het Volk reeds is ont
kerstend.
En de kerk Doet zij daartegen haar
plicht
Wij zwijgen hier. Zij, die den Christus
moeten prediken, mogen zich die vraag
zei ven wel ernstig doen.
Dit is zekerook onder de mindere stan
den wordt een openlijke loochening van het
Evangelie als een daad van moed er. flink
heid, als een bewijs van een helder hoofd
gehouden, en velen, die nog wat gelooven,
schroomen het uit te spreken, om niet als
een weinig verlicht mensch veracht en
bespot te worden.
Welk een donkere toekomst voorspelt die
voortgaande ontkerstening der Natie voor
ons Vaderland
Mogen de dienaren des Heeren, moge
het geloovig Christenvolk tegen die vreese-
lijke ontkerstening den strijd voeren. Strjjd
tegen een ongeioovig Liberalisme, ook in de
Politiek. Waarlijk in de regeeringskrin-
gen is men hier en daar al zeer ver in het
ongeloof gevorderd. Een Minister, die zich
geloovig Christen noemt, die zich het kruis
van Jezus niet schaamt, wordt door de
meerderheid in de Kamers tegengewerkt.
Mogen de Antirevolutionairen rusteloos
ijveren tegen de algemeene ontkerstening I
Y He godsdienst der afgeleefdheid.
Niemand beter dan professor dr. J. H.
Gunning tin zijn «Woord aan de Gemeente,
18ü3) heeft, toen reeds, het modern open
baar staatsonderwijs, zoo lager-, als mid
delbaar- en hooger- scherper en tegelijk
niet minder waar geteekend en tentoon
gesteld.
Immers het geloof dat wij belijden is van
dien aard dat, als het ergens met stelsel
matig opzet op den duur wordt verzwe
gen, het gevolg daarvan, schoon ook onbe
doeld, is de grond van dit geloof on
dermijnd wordt in de harten der kinderen.
Want deze harten zijn van dien aard dat,
indien men ze op onzijdige wijze tr„cht op
te leiden, deze poging, hoe welgemeend ook
tot geheel iets anders dan tot onzijdig
heid leidt, gelijk een akker die niet bezaaid!
wordt, geenszins ledig blijft maar met on
kruid overdekt wordt. En vooral ook, de
erkenning van een God zonder volle le
vende openbaring in Christus, (het deïsme)
waarin de openbare schoolgodsdienst in het
gunstigste geval bestaat, deze erkenning
is voor christen-kinderen geenszins eene
doelmatige voorbereiding om later tot het
als vrouwen grijsaards zoowel als kinderen.
Nieuwsgierigen die kwamen kijken, werden
geprest om mede te werken.
En toch was alle bezigheid voor niets
ondernomen. De nachtelijke aanval bleef uit.
Wel werd den volgenden morgen door
de regeeringstroepen een aanval beproefd,
doch niet op dit deel der stad, maar op
Clichy en. Levallois. Deze aanslag werd
echter dooi de waakzaamheid en voortva
rendheid van Dombrowsky verijdeld.
Inmiddels bleven de gevechten om Neuil-
ly en Asnières in hevigheid en hardnekkig
heid aanhouden. Groot waren van weers
zijden de verliezen en het was daarom dan
ook dat de generaals van weerszijden een
wapenstilstand van eenige uren sloten, ten
einde de gesneuvelden te begraven.
De bewoners van Neuiliy waren naar
hunne kelders gevlucht en bleven daar ver
scheidene dagenen nachten in de grootste
spanning wachten wat de toekomst brengen
zou. Niet weinig waren zjj verblijd dat de
wapenstilstand werd afgekondigd dewijl zij
daardoor tijd kregen om het kostbaarste
wat zij hadden in te pakken en naar Pa
rijs te ontkomen. Terwijl deze treurige
stoet den weg naar Parijs insloeg, kwamen
zij een anderen stoet tegen die van Parijs
naar Neuiliy trok. Het waren eveneens
vreemdelingen, die reeds vroeger de wjjk
naar Parijs hadden genomen, doch nu weer
naar hunne woningen terugkeerden, om te
zien hoe deze er uitzagen, en om weg te
halen wat nog waarde had.
Bg dezen stoet hadden zich tal van vluch
telingen (refractaires) gevoegd, die onder
allerlei vermomming Parijs trachtten te
v eriaten.
(Wordt vervolgd.)