Van de Wereldconferentie.
RECHTSZAKEN.
LANDBOUW.
Gemengde Berieliten.
gekomen, viel eindelijk het oog ep een in-
tertijd door .vijlen Prof. Van der Burg be
woond perceel ian de Langebrug No. 87
te Leiden, dat na diens dood was openge-
komen. Het werd aaugekocht en voor de
nieuwe bestemming ingericht, terwijl tot
hoofd iler inrichting werd benoemd de heer
L. C. Oianje.
Deze was toen onderwijzer te Dedemsvaart
en ten einde zich voor zyne volgende taak
meer te bekwamen en van de elders opge
dane ondervindingen partij te trekken, werd
hij' in de gelegenheid gesteld de doofstommen-
inrichtingen te Groningen, Rotterdam en
drie in het buitenland te bezoeken.
Na dankzegging voor den ondervonden
steun en het atsmeeken van 's Heeren zegen
op de nieuwe inrichting, werd de heer Oranje
en zyn echtgenoote tot hoofd van het ge
sticht geïnstalleerd; waarna de heer Oranje
tot aanvaarding zijner nieuwe betrekking
eveneens eene toespraak hield, waarin hij
verslag deed /an zijne bezoeken, aan de
doofstommen-inrichtingen gebracht, er op
wijzend hoe hij overal voorkomend weid ont
vangen en uitstekend behandeld en ingelicht.
Ook gaf hij een kort overzicht van de
geschiedenis van het doofstommenonderwijs
om te eindigen met als zijn overtuiging uit
te spreken, dat naast de drie hier te lande
bestaande inrichtingen, nl. die te Groningen,
Rotterdam en de Roomsch-katholieke te Sint-
Michiels-Gestel, ook de Leids«he als vierde
recht van bestaan heef t.
Na deze toespraak verklaarde de voorzit
ter het gesticht geopond en sloot üs. Van
Minnen het eerste gedeelte der samenkomst
met gebed.
In de maand Juli werd de Bijzondere
school te fcioes bezocht door 188 leerlingen
waarvan 158 geen enkelen schooltijd ver
zuimden 28 leerlingen verzuimden minder
dan 10 schooltijden en bij 2 beliep liet ver
zuim van 10 tot 20 schooltijden.
In het geheel bedroeg het schoolverzuim
in deze maand 1,2 pCt., tegen 0,69 pCt. in
Juli 1890.
Donderdagavond.
Van het goede kan men óók te veel
krijgen. Zoo zegt men, en wannéér het
waar is zou het althans hier bijna gezegd
kunnen worden. Er is dan ook geen den
ken aan om een eenigszins getrouw verslag
te kunnen geven. Slechts een enkele indruk.
Woensdagmorgen te half elf werd door
een der Bestuursleden dhr. Tophel het le
gedeelte van Joh. 15 gelezen, waarna door
tal van broederen uit Engeland, Amerika,
Duitschland, Frankrijk en Zwitserland vaak
aangrijpend werd gebeden. De Hollandeis
waren niet de vurigsten, de Engelschen met
hunl willspeakf*) toonden dathuniie begeerte
ernst was dat de Heere God deze samenkom
sten zou zegenen. Het gezang maakte een
wonderlijken indruk. We zaten nog door
elkander; achter ons de bekende liederen
in 't Duitsch of Fransch (de Engelschen
zoeken steeds elkaar) en dan onder het gebed
het toch zoo eerbiedig «amen» het een
met het ander maakte de ure tot een
plechtige. In de pauze kon men overvloe
dig kennis maken met wie rnen wilde. Te
1 ure had de opening plaats. In 4 talen
werd gebeden en gezongen, Joh. lü gele
zen en in de 4 talen ,een welkomstwoord
gesproken. De Hollanders hoorden Graaf
Hogendorps woord koel aan de Engelschen
en alle andere heeren barstten elk oogenblik
in luide bijvalsbetuigingen uit, vooral toen
de afgevaardigden werden afgelezen en vooral
toen de beminnelijke George Williams, de vroo-
lijke bijna 70 jarige «vader» Williams opstond.
Allen, en 't waren velen, stonden op.
De andere heeren Lord Kiunaird, Graaf
Bernstorfï, Past. Krummacher e. a. werden
met niet minder sympathie begroet en de
Russen, de Hongaren, de Italianen waar
onder de heer Th. Gay, beroemd door zijn
reis naar het Heilige Land, de Indiërs, de
heeren uit Australië, de vertegenwoordigers
uit de Kaap en Japan.
Vooral was dit het geval toen de afge
vaardigden van Turkije, Egypte en die van
Ceylon zich van hun zetel verhieven. Hun
toch, die een verre reis en zooveel moeite
zich hadden getroost om deze conferentie
bij te wonen mocht men wel dubbel laten
blijken, hoezeer men zulk een ijver en liefde
waardeert.
Williams stelde voor een telegram aan
Spurgeon te zendenLord Kinnaird een
aan de Koningin-Regenteswelk voorstel
door Graaf Bernstorfï' werd ondersteund, en
door de vergadering met enthousiasme ont
vangen.
En nu ving de bekwame verbazend vlug-
sprekende secretaiis, Fermaud, aan met
mededeelingen aangaande de onderscheidene
comité's, en las de heer Tophel het uit
stekend gestelde, algemeene verslag voor,
waarvan ieder een vertaling had ontvangen.
Na dit zeer rijke verslag kwamen nog tal
van leerrijke verslagen, merkwaardig voor
de geschiedenis der ontwikkeling der Chr.
Jongel. .Vereen.
Te 5 ure zaten wij met ons ongeveer
zeven honderd in de groote zaal van Maison
Stroucken, aan den maaltijd.
Het was een ontzaglijk groot getal, vooral
van op het tooneel gezien, waar ook tafels
waren aangericht. De heer Mr. Keuchenius,
was ook aan tafel. De toost op «la petite
Reine» (onze jonge Koningin! werd met
daverend applaus begroet. En het oude
Wilhelmus klonk, staande gezongen dooi
de gewelven. Daarna «Heil dir im Sieger-
kranz»toosten op Graaf van Hogendorp
i') Ik vraag,het woord.
door dhr. Marmelsteinop Fermaud door
Hoogenbirk.
Dr. Brummelkamp toostte op de Schotten,
Prof. Mullfer op de Duitschers, de heeren
Kroeze en van Munster op het Ned. Ver
bond, en op de heeren Marmelstein en
Sillem. Prof. Michelet op Neerlands ge
schiedenis in verband met de Coligny, maar
Pasteur Krummacher uit Elberfeld zette de
gansche vergadering in vuur en vlam door
een overweldigend woord aan de Holland-
sche gastvrijheid, en herdacht onze oranje
helden, Bilderdijk, Da (Costa, (Japadose, en
andere aan de gansche gemeente behoorende
mannen. Inderdaad het was een aangrij
pend woord met ontzaglijke kracht en be
zieling uitgesproken en men begrijpt
met donderend applaus begroet. Minister
Lobman, die eerst getelegrafeerd had te
zullen komen, zond bericht dat Z.Exc. ver
hinderd was.
Verder werden door een gezelschap van
15 studenten uit Upsala (Zweden) eenige
liederen gezongen waarvan de diepe en volle
basstem en de eerste tenor aller bewonde
ring wekten.
Te acht ure kwamen de onderscheiden
nationaliteiten allen afzonderlijk bijeen. De
Hollandsche afdeeling, gepresideerd door dhr.
Puttelaar en bijgewoond door een groot pu
bliek omde heeren dr.Gerth van Wijk,ds. Ad-
Ier en dr. Hoedemaker te hooren benevens
eenige zangstukken van de zweedsche stu
denten en van het koor van de J. V. Ex
celsior te Amsterdam.
Het verbazend handgeklap uit andere za
len drong soms tot ons ctoor, en alle afdee-
lingen hadden een heerlijken avond.
Heden Donderdag morgen te 9 uren kwa
men alle afdeelingen samen ter Bijbellezing
en gebed. De Holl. afdeeling was talrijk.
De hh. Drs. Los uit Leiden, Marmelstein
en Kroeze spraken, en te 10 uren gingen
we naar de groote zaal, waar weder in 4
talen wer.) gebeden, en gezongen en toen
Geo. Williams met een komische toespraak
optrad die Prof. Muller vertolkte voor de
Hollanders. Wij moeten allen Andreassen
worden, die Petrussen tot Jezus leiden, was
zijn woord. En nu kwamen de zeer belang
rijke maar nog al taaie referaten, waarvan
wij wel vertalingen hadden, althans van de
meeste, maar die nog al wat tijd roofden,
gelijk altijd.
De heer Burns, alg. Secretaris van da
Londensche vereeniging, behandeldeHet
geesteiijk leven in de Christelijke Jongelings-
vereenigingende gevaren waaraan het
blootstaat bij de tegenwoordige ontwikke
ling de beste middelen om het te ont
wikkelen, en te beveiligen, en orn.de toe
treding van waarlyk bekeerde werkende
leden te bevorderende heer Murray' uit
New-York over het geestelijk leven en de
arbeid der Chr. J. V. in Amerika: en een Zwit-
sersche afgevaardigde over hun arbeid,
waarbij Prof. Muller weder vertaalde.
Superintendent Kruekeberg gaf een boei
end stuk, schoon van inhoud en vorm over
de chr. Jongv. tegenover de steeds wassende
sociaal democratie, Mr. Pettavel uit Chaux-
de-Fotids (Zwitserland) over de roeping der
Christelijke Jongel. vereen. Mr. Kennedy uit
Londen over het zelfde ouderwerp, en Prof.
liaoul Allier met een rede voor de vuist
over het beest uit den afgrond, de theorie
der revolutie. Dit laatste was vol van tref
fende en heerlijke waarheden met franschen
gloed uitgesproken.
De Nederlanders gingen nu heen, voor
een afzonderlijke vergadering van het Nederl.
Jongelingsverbond.
De buitenlanders zijn zeer op hun ge
mak, en vol enthousiasme. Wij, Neder
landers, kunnen soms niet laten te denken
dut wij gasten zijn.
Arrondiss. Rechtbank te Middelburg.
Heden Vrijdag diende voor de rechtbank
de zaak van den sluwen oplichter R. (Uitvoe
rig gemeld in ons nommer van 25 Juni en 8
Aug.) De officier van justitie vorderde 3
jaren gevangenisstraf en ontzetting uit zijne
burgerrechten voor den tijd van 5 jaar.
De verdediger, mr. Lucasse, achtte be
klaagde volgens 't strafwetboek niet schuldig;
de oplichteryen toch zijn op zoodanige wijze
gepleegd, dat het verbazing wekt hoe de
getuigen daarvan dupes zijn geworden.
Zij zijn dan ook volgens den verdediger
niet te beklagen. Mocht de Rechtbank de
strafschuldigheid van beklaagde gegrond
vinden vroeg spreker een veel geringer straf.
Uitspraak 25 dezer.
MOEDERKORE N.
Men leest in de Landbouwcourant
«Het moederkoorn, dat thans zoo veelvul
dig in de roggevelden zich vertoont, is de
ontwikkelingsvorm van een schimmel, die
vooral in natte jaren dikwijls ia sterke mate
optreedt. Deze vorm, de zwarte of bruin
achtige vaste korrel dus die in de rogge-
aren voorkomt blijft den winter over
en kiemt in het volgende jaar, gewoonlyk
tegen den tijd dat de rogge gaat bloeien.
De alsdan zich ontwikkelende kiemen (spo
ren) worden, waarschijnlijk door insecten,
op de roggearen gebracht en geven daar
aanleiding tot het ontstaan van eene kle
verige vloeistof, honigdauw genaamd. Be
halve van de bovengenoemde sporen gaat
ook van deze honigdauw eene besmetting
van nog niet aangetaste roggearen uit. La
ter in het jaar ontstaan uit de honigdauw
de donkere korrels, die als moederkoorn
bekend zyn.
Ziedaar zeer in het kort de ontwikke
lingsgang van den schimmel.
Behalve de rogge worden ook andere
granen aangetast doch in veel mindere
mate. Vele wildgroeiende grassen worden
echter door de sporen niet minder besmet
dan de rogge. In de grasaar blijft even
wel het moederkoorn zeer klein, zoodat het
gemakkelijk over het hoofd wordt gezien.
Het moederkoorn bevat voor meuschen
en dieren vergiftigde bestanddeelen. In ge
ringe hoeveelheid onder het meel gemengd,
roept het by menschen de zoogenaamde
kriebelziekte te voorschijn. Epidemiën zijn
daardoor dikwijls ontstaan.
Uit het bovenstaande kan dus worden
afgeleid, dat het moederkoorn zooveel mo-
ge'ijk uit de rogge moet worden verwijderd,
vóór deze als voedsel voor mensch of dier
wordt gebruikt. Eene bijmengingAvan 1
a 2 percent is reeds schadelijk, vootuI voor
drachtig vee.
Op het land kan het moederkoorn wor
den bestreden door de volgende maatre
gelen
lo. Uitzoeken en verwijderen der zwarte
korrels zooveel dit uitvoerbaar is. Verkoop
daarvan aan apothekers kan worden beproefd.
2o. Diep ploegen van den grond (25 centi
meter) om de uitgevallen korrels diep onder
te brengen ten einde het kiemen in het
volgend jaar te beletteu.
3o. Afmaaien van grasranden langs de
roggevelden vóór het gras in bloei is ge
komen.
4o. Uitstel van den roggebouw op be
smette grondenvervanging daarvan in de
eerste jaren door andere gewassen.
5o. Gebruik van zuivere zaairogge waar
onder geen moederkoorn voorkomt.
Wenschelijk is het hierbij zeker, dat de
verschillende maatregelen niet door een be-
langheboende alleen, doch zooveel mogelyk
ook door zijn buren worden genomen.»
Roes. Donderdagavond is in de vergadering
der kolenvereeniging «Uit Voorzorg» tot
voorzitter in plaats van dhr. J. Th. Pilaar
die bedankt had, gekozen dhr. D. Th. v. d.
Vijver, tot nog toe penningmeester der ver
eeniging. Tot penningmeester werd gekozen
de 2e secretaris dhr. G. A. Weide; en tot
2en secretaris dhr. M. Hoogesteger.
Men schrijft ons uit Ierseke s
Het gaat met de oesterteell nog niet
naar wenschde temperatuur van het wa
ter is te laag, wat den groei der oesters
zeer belemmert. Nochtans groeien de oesters
op den grond en die in de bakken staan
zeer goed. Het mosselzaad verliet reeds
grootendeels de oesterperceelen. Ook ziet
men slechts weinige zeesterren meer. Met
den pani.enoogst ziet het er minder goed
uit. Er zullen weinig aangeslagen pannen
zijn. Hel klein goed dat er reeds op zit
kwijnt en er komen geen nieuwe oester-
tjes bij.
Op de ligplaatsen onder Ierseke zullen
de pannen licht aangeslagen blijven.
Op Kattendijke heeft men veel goed aan
geslagen, doch ook licht aangeslagen. Voor
den werkman is de teleurstelling groot.
Was er anders om dezen tijd des jaars vol
op werk, thans loopen de meesten ledig.
By enkelen worden de pannen nog ge
spoeld of geschuurd.
Er zijn nog niet veel leverbare oesters.
De mossels zijn daarentegen goed van visch.
Zij hadden ook een goed jaar. Veel win
tervorst en weinig zomertiitte is voor deze
schelpdieren het best.
De inosselverzending is dan ook drukker.
Van Belgiè begon de verzending reeds op
Parijs. Die van hier zal spoedig volgen.
Na het gebruik van kreeftensla, werd
te Tilburg een geheele [familie ziek. De
dadelyk te hulp geroepen geneesheer stelde
vast, dat al de leden vergiftigd waren. On
middellijk werden de geneesmiddelen verstrekt
waardoor erge gevolgen zijn voorkomen.
De 19jarige zoon van een landbouwer
te Delft reed met een disselwagen naar het
weiland. De wagen kantelde bij een von
der, de jongeling viel er at en werd zoo
verwonu door een spoelingkist, die van het
voertuig gleed, dat hij onmiddellijk den
geest gaf.
Uit het verslag van een vergadering
van den gemeenteraad te Sittart.
De heer Kamps merkt aan dat het al lang
9 uur is. De heer Dols zegt dat de burge
meester Verheggen weggestuurd heeft.
De Burgemeester zegt
«Dat is gelogen.»
Eindelijk opent deze de vergadering nadat
nog 3 raadsleden in stormpas binnenkomen.
De geloofsbrieven van Myssen ingekomen,
onderzocht en goedgekeurd.
De heer Kamps bezig zijnde met't onder
zoek van de geloofsbrieven, zegt bij 't weg
nemen dier geloofsbrieven, tegen den voor
zitter «Waarom snapt u mij die daar
voor den neus weg
Voorzitter «Gij hebt altijd wat.» «Aan de
orde.
By de behandeling van een reclame-hoofd-
omslag
Voorzitter. «Gij weet immers niet hoe
rijk ik ben. Laten we maar wat voortma
ken, anders blijven we bezig.»
«De heer Kamps. We hebben tijd ge
noeg. Van morgen hebt gy een half uur
gewacht, eer ge de vergadering opendet, om
de stemming naar uwen zin te hebben.»
Voorzitter. «We hebben zoo dikwyls op u
moeten wachten.»
De heer Kamps. «Nog nooit en dat doet
ook niets ter zake, dan hebt u de vergade
ring toch altyd geopend, terwijl j gij 't nu
niet gedaan hebt. Van morgen waren wij
om 9 uur rnet 6 leden hier en om 8 eh rev
benoemd te krijgen tot zetter, hebt ge tot
9V« uur bij Ten Dijk gaan zitten en ons als
gekken hier boven laten wachten en dus
tegen de wet gehandeld.»
oorzitter. «Gij hebt altijd wat, waarom
bekijk je me zoo kwaad?»
De heer Kamps. «Ben u soms niet goed
dan laat ik een glas water halen, of zal ik
uitgaan
Voorzitter. «Men zal rnaar naar uw praat
niet luisteren KISwbld. v. B. o. Z.)
Te Hellevoetsluis is een knaapje van
een molenkar gevallen en aan de gevolgen
overleden. Te Groningen viel een jon
gentje van een dakgoot op bet huis waar
hij speelde, en bleef op de plaats dood.
Te Rotterdam is ingebroken in het verkoop
lokaal en heeft men tal van lleschjes van
Sequah gestolen. Sequali deed aangifte bij
de politie die den vermoedelyken dader op
spoorde en inrekende.
Een particulier schrijven uil Atjeh
dd. 9 Juli aan de Deli Crt. bevat onder
meer het volgende
Eergisterenavond hadden onze flinke maré
chaussees eene ontmoeting, die gerust met
gulden letteren in de Indische krijgsge
schiedenis geboekstaafd zal mogen worden.
Andei halve brigade, onder commando van
den Europeeschen sergeant Werner en den
bekenden Amboineeschen sergeant B. Bal
thazar (die sinds '1875, eerst bij het 3e
batafjon alhier en sinds October 1890 bij
het korps tnaiechaussées geplaatst \.as,
versierd o. m. inet de bronzen medaille
van moed en trouw), gingen half acht uur
's avonds op weg om, nabij de linie, tusschen
Lamuermei en Siroen, in hinderlaag te liggen.
Nabij de plaats gekomen waar zij hunne
stelling zouden innemen, werden zij plot
seling door eene pl. m. 70 man groote
bende in de flank en in het front en een
oogenblik daarna nog van een anderen
kant door pl. in. 30 Atjehers, met een
kogelregen begroet. «Altakeeren» luidde
onmiddellijk het commando van de twee
sergeanten, «attakeeren» riep ons dapper
troepje hun aanvoerder na en «attakeer»
en «inadjoe maresosé» riepen de Atjehers
Bij het eerste treffen vielen de dapperen
Balthazar, door een kogel in het hoofd
getroffen, een Amboinees met een schot in
den buik en drie Javanen, met schoten in
de beenen, neder; de eerste om, helaas,
spoedig den laatsten adein uit te blazen.
De maréchaussees hielden manmoedig stand,
en deze dappere kerels attakeerden, door
den sergeant Werner geïnspireerd, na elk
salvo met hunne Beaumontkarabijntjes de
Atjehers, die telkens, dan van de eene dan
van eene andere zijde inet den klewang
opdrongen, en dreven den vijand onmiddellyk
terug. [Zooals u bekend, dragen de maré
chaussees behalve de karabijn een tot sabel
geconfectioimeerden klewang en een ren-
tjong.] Het gevecht tegen den vermoedelijk
5 maal sterkeren vijand duurde 18 minuten,
vóór dat de vijand, beducht dat hij, door
het oprukken van de troepen uit de om
liggende bentingszou afgesneden worden om
naar builen terug te keeren, aftrok, tal
van dooden en gewonden op het veld achter
latende.
Door het vervoer van onze dooden en
gewonden naar Lambaroe en het nachtelijk
duister wist de vijand later zijne dooden en
gewonden op te zoeken en weg te voeren.
Van onze zijde hebben we geene meerdere
verliezen gehadgeen enkel wapen werd
door den vijand buit gemaakt.
Is dit een bewijs dat onze maréchaussées
als leeuwen gevochten en het veld behouden
hebben, aan den anderen kant bewijst het,
dat de klewangvrees bij hen niet bestaai
en zij integendeel den vijand het bewijs
geleverd hebben, dat met een klewangaanval
onzerzijds zeer veel ontzag en vrees aan
den Atjeher ingeboezemd kan worden.
Een barbier geschoren. Een veertien
dagen geleden werd te Béziers (Hérault)
een boer met een tamelijk onnoozel gezicht
geschoren. Al pratende verhaalde hjj Figa
ro, dat rnen op zijn dorp zooveel last had
van muizen. Laatstgenoemde vroeg of men
er veel had. «Of we,» klonk het krachtig.
Welnu Figaro had er juist noodig en als
't boertje or hem bezorgen wou, zou hij ze
met een frank het stuk betalen. Voor een
paar dagen verscheen de «onnoozele» land
man met een groote kooi vol. «Twee hon
derd twee en vijftig stuks,» zeide hjj. «dat
is 252 frank.» De barbier, die zijne aar
digheid lang vergeten was. zocht er zich uit
te redden. «Ja maar,» vraagde iiy, «zijn
't wel mannetjes Dat wist ons boertje
niet. «Neem ze dan maar weer mee wijfjes
kan ik niet gebruiken.» «Ze weer mee
nemen?» riep de boer. «Dan laat ik zeu
liever voor niemendal.» Hij schudde de Kooi
in de woning van den barbier leeg en stapte
heen.
De inwoners van Béziers hebben zich tra
nen gelachenmaar niet om den boer.
Op een graanveld bij Meiszen waren de
vorige week een aantal mannen en vrouwen
bezig met maaien, toen een zwaar onweder
losbarstte. Een hunner uitte de vrees, of de
zeisen den bliksem ook zouden aantrekken,
waarop een ander, Kattowitz genaamd, ant
woordde «Wel, als de bliksem my treft, be
hoef ik het veld niet meer af le maaien."
Eene naast hem werkende vrouw week op
die woorden terug en een oogenblik later
viel Kattowitz, door een bliksemstraal ge
troffen, dood ter aarde.
Nabij Longislaud is een pleiziervaai-
tuig met 800 reizigers doer een wervelwim
overvallen. Door het instorten van de bri'
werden 14 meuschen gedood en twin'y
anderen gewond.