chelde.
Parijs in S871.
1891. Ho. 128.
Zaterdag I Augustus.
Vijfde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKKRK. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
V De pokken te Almeloo.
7. S.
V
m sterdam, 28 Juli '91.
tsleeningen.
Vorig
21/2 79% 79%
3 95.% 95%
3% 1023/g 102%
31/2 1023/g 102%
31/2 IOO1/2
5 87
5 97% 973/4
4 80%
4% 993A -
5 86% 86%
5 90
5 783/4 78%
4 951/4
8 40% 40%
41/2 56 67
5
5 68%
5 633/4
41/3 lOOjfe -
4 971/2 98%
101% 1017/g
673/4 68
79% 781/2
18% 183/4
18
-81
n.
-Juli
3-84
188-89
98-'15
54
st 100
69
Sch.
L.
5
4
5
en D
4
4 953/4
'83 4% 793/4
43/4 193/4 191/4
4 451/g 451/4
Stedelijke Leeningen.
31/2 991/2 991/4
6
3%
99%
anaiëéle Ondernemingen.
.and.
124%
155
Pdbr.
41/2 1021/2
dito
4
100%
d.
2
51%
db.
41/2 IOU/2
ito
4
IOOI/2
nl. Aand.
541/3
41/2101
4
101
3%
97%
b.
41/2 102
102
de"
5
101
A.
U31/3
nd.
90
-
"lig.
4
101%
ndb.
nd.
60
69
)1.
4
238
Ad.
25
25
4%
102
102
tod.
45
ito
3
81
'andbr.
5
dito
4%
94%
94%
M. Obl.
7
4%
wegleeningen.
1351/2
r. Aand.
136
Oblig.
3
96
1.
321/a
31/3 100%
1001/8
31/3 1001/,
19.
3
53
52%
3
3
57%
£67/8
A.
129%
129%
lias. f.
165
A.
5
125%
124%
3
65
i.
5
100%
100%
4%
97%
971/4
1.
5
103
5
108%
102%
5
101%
101%
3
77%
771/4
d.
5
76%
76%
'blig.
4
92%
93%
r. c».o.
5
17%
171/4
30%
30%
Oblig.
6
106
1051/2
5
108%
6
99%
997/8
Obl.
4
92
90%
dito
7
111%
v. A.
27
27%
nd.
94
ud
4
94%
A.
71%
71%
Ad.
17%
Ad.
>1.
6
1041/,
102%
C. v. A.
Oblig.
7
1123/g
6
111
v. obl.
411/4
41%
1.
6
106
>1.
5
•maatschappij e n.
186
4 100%
65
4 90
533/4
4% 100
,e-Leeningen.
f 100 1071/2
100 106%
3 103
Aand. 68I/2
2%fr. 100 92
2% 100 92%
d.
ig-
ito
'Wig
and,
blig.
fl. 100 1213/g
250 116%
5 120
100 154
100 161
- 1293/4
5 Z. R. 100 167
5 100 149%
b. 100 441/3
3 400 17%
100%
107%
106%
69
92%
115
120
148
451/2
17%
1BOOTDIENST
IDDELB.-ROTTERDAM-
ïornen Zondags van Vlis-
1 Middelburg 9,45, van
u. m. u. m.
nm 12,15 3,45 6,30
12,45 4,15 7,—
nsd.,
rijd. Woensd. en Zat.
6.30 7,30 2,20 6,30
6,50 7,50 2,40 6,5"
10,30 r)
r-jll)-" 7'on
4.30 5,30 12,30 4,30
4,50 5,50 12,50 VU
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prgs per drie maanden franco p. p. /0.95.
Enkele nummers/0.02f.
UITGAVE VAN
en
PRIJS HER AD VERTEN TI EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN.
In onderscheidene gemeenten moeten
a. s. Maandag of Dinsdag herstemmingen
plaats hebben. Wij wekken op tot ge
trouwe opkomst en tot eendrachtig stem
men van de kandidaten der anti-revolu
tionaire kiesvereenigingen.
Johannes, die zijne Zeeuwsche brieven
voor «brieven uit de Ommelanden» ver
wisselde, schrijft in de «N. Prov. Groninger
Courant» onder anderen
Op vermindering van druk valt vooreerst
niet te rekenen, eer op vermeerdering.
Ook de druk van den vaccinedwang zal
nu wel bestendigd wordenimmers van de
liberaler, is r.iet te verwachten, dal ze hun
stokpaardje op) stal zullen zetten. Wacht
maar, als de wijziging der wet op de be
smettelijke ziekten in de Kamer wordt behan
deld, dan zult ge eens zien hoe de heeren weer
lustig doordraven op hunne stokpaardjes onder
aanvoering van Dr. Zaaier en anderen. Dan
springen ze over de grachten van gemoedsbe
zwaren, over de slooten van geneeskundige
bedenkingen, dat het wel een wedstrijd
met hindernissen gelijkt. Misschien is er
dan wel weer een lastig man, zoo'n Mr.
Keuchenius b. v,, dij op de klaargemaakte
baan nog eene hindernis werpt, n. 1. het
officieele rapport over de laatste pokziekte
in Almeloo maar, wat nood, wie over ge
wetensbezwaren heenspringt, gaat voor zoo'n
kleinigheid niet uit den weg. En toch is
dat rapport voor ieder, die geen gekleurden
bril draagt, wel leerzaam. In Almeloo heb
ben 29 rnenschen de pokken gehad en van
deze waren er 27 gevaccineerd. Hieruit
volgt, dat eens vaccineeren volstrekt geen
waarborg geeft, en dat het dus eene dwaas
heid is iemand te dwingen zgn kind te
laten inenten, als men het niet aandurft
ook de revaccinatie na een zeker aautal
jaren verplichtend te stellen.
Van die 29 poklijders waren er echter
9 nog beneden de 10 jaar en dat deze toch
de gevreesde ziekte kregen, bewijst, dat de
vaccinatie niet eens gedurende 10 jaren een
voorbehoedmiddel is. Misschien krijgen nu
de Almeloosche dokters weer de schuld, dat
zij niet goed gevaccineerd hebben, zooals het
ook gegaan is bij de epidemie ?ia Oud-Beier
land. En anders zullen de stokpaardrijders
wel beweren, dat het aan de vaccine te dan
ken is, dat deze epidemie zoo'n goedaardig
karakter had; doch dan zou ik zoo vrij we
zen hen te wijzen op andere officieele rap
porten. Bijna elke besmettelijke ziekte ver
toont bg haar eerste optreden een goedaardig
karakter, doch blijft ze lang heerschen
dan wordt ze langzamerhand kwaadaardig.
Dat er dus in Almeloo zoo weinig men-
3.)
FEUILLETON.
Eene bladzijde uit de dagen der Commune
Maar welk eene verwarring heerschte
daar. Geen wonder, dat niemand van liet
comité wist met welk doel de Generaal
daar verscheen.
Hij was een gevangene, meenden zijen
een gevangene dat was immers hetzelfde
als een vijand. Er stonden nog meerdere
personen, meest soldaten; en er waren al
enkele slachtoffers uit het volk gevallen.
«Vele slachtoffers», zoo was er gelasterd;
zou het wonder zijn, als Le Comte bet
voorwerp eener bloedige wraakoefening
werd
Doch welk gerucht komt daar uit de
verte? Hoort, hoe men tiert en scheldt;
en moord en doodslag drtigt over den
«verrader».
Wie is deze verrader
En andermaal vliegt de deur van Jet
danshuis open. Nog een generaal, thans
een in burgerkleeding, wordt binnengeleid.
Le Comte herkent hem. Het is de generaal
Thomas.
Deze had kort te voren zgn woning ver
laten om te vernemen wat er gaande was.
Tegen den wensch zijner vrouw had hij
zich naar Montmartre begeven, waarschijn
lijk wijl hij hooide wat met Le Comte
had plaats gehad. Men herkende hem
spoedig.
«Zijt gg Clement Thomas?» beet men
hem tegen.
«Welnu», was het antwoord, «ik heb
altijd mijn plicht gedaan.»
«Je bent een oude deugniet, een verrader»,
riep een der garden, terwijl hij hem bij
den nek greep en voortsleepte.
Zoo was ook hij in «Het roode Kasteel»,
zoo heette de herberg, ge komen.
schen gestorven zijn aan de pokken, hebben
we hieraan te danken, dat het God behaagd
heeft deze plaag zoo spoedig weg te nemen.
Doch praat maar tegen doove meeschen en
Ge weet het, waarde Vriend de ergste doo-
ven zijn zij, die niet hooren willen. De libe
ralen zien nu eenmaal in den vaccinedwang
een liberaal beginsel enen beginselen
over boord werpen, dat doen de liberalen
nooit, zoolang zij er tenminste geen voordeel
in zien, denk aan het liberale beginsel hij
uitnemendheid:«scheiding van kerk en staat».
Dat beginsel is nu wel over boord ter wille
van de Synodale en Ultramontaansche hulp
troepen, maar anders neen, dan is de
liberale partij beginselvast.
31 Juli 1891.
Op verzoek herinneren wij dat den
8 Aug. a. dr. Voorhoeve weder is te con
sulteeren.
Benoemd tot gemeente-veld wachter
te 's Heer Arendskerke J. Timmerman.
Bij kon. besluit is omtrent de toepas
sing van art. 54bis der wet op het lager
onderwijs (regelende de suosidie voor bij
zondere scholen) eene beslissing genomen,
die niet van belang ontbloot is. Het gold
de vraag, of de onderafdeeling van eene
rechtspersoonlijkheid bezittende hoofdver-
eeniging, in casu de Maatschappij tot Nut
van het Algemeen, geacht kan worden in
die rechtspersoonlijkheid te deelen. Die
vraag is voor de toepassing van evengemeld
art. 54bis L. O. ontkennend beantwoord,
in hoofdzaak op de volgende overweging
«dat daargelaten de vraag, of plaatselijke
afdeelingen eener hoofdvereeniging in liet
algemeen geacht kunnen worden eigen
rechtspersoonlijkheid te bezitten, indien en
omdat de hoofdvereeniging die bezit, deze
vraag in elk geval ontkennend moet wor
den beantwoord, wat de toepassing van art.
54bis eerste lid lo der wet tot regeling van
het lager onderwijs betreft, vermits zij in
dien zin en juist met betrekking en be
perking tot dit bepaalde onderwerp uitdruk
kelijk beantwoord geworden is in het ant
woord der Regeering op het voorloopig ver
slag van de Eerste Kamer der Staten-Ge
neraal over het ontwerp vau wet tot her
ziening der wet van 17 Aug. 1878, zoodat
die aangehaalde wetsbepaling moet geacht
worden in denzelfden zin totstandgekomen
te zijn.
In een Dinsdag te Koewacht door
stembevoegde ingelanden van den polder
Oud-Beoostenblij gehouden buitengewone
vergadering werd behandeld de aanvrage
van het gemeentebestuur om eene jaarlijk-
sche bijdrage gedurende 20 jaar vau f130
in den aanleg van een keiweg van Koe
wacht naar St. Jansteen. Na warme ver-
De gevangenneming dier twee was liet
sein tot de losbarsting der gemoederen.
Het gemeen stormde binnen en dreigde de
dertig of veertig weerlooze krijgsgevangenen
te zullen doorsteken. Ieder ©ogenblik dach-
ren deze ongelukkigen dat hun laatste uur
geslagen was. Met moeite dreef' het
Goinité de woestelingen buiten de deur
doch het kon hun toch niet beletten dat zij
door de ruiten op de krijgsgevangenen
schoten. En dat waren nu eens met recht
broeders tegen broeders. Geen Uhlaan kon
met meerdere duivelachtigheid door een
Tureo zijn geschonden, dan deze arme Parij-
zenaars, door hun eigene stadgenooten en
vrienden werden bejegend
Zoo ernstig werd de toestand dat liet
Comité de beide generaals naar een andere
straat moest overbrengen. Ja zoo harts
tochtelijk waren zij om deze twee te zien
en hun wraak aan hen te koelen, dat zij
de gevangenen in den steek lieten, die
hierdoor gelegenheid hadden te ontsnappen.
De straat waar men de generaals heen
bracht, heet de Rozestraat.
In het huis no. 6 bood men hun een
schuilplaats aan om er spoedig genoeg
zou het blijken veilig te kunnen sterven
Een woeste volksmenigte was hun gevolgd
en eischte hunne onmiddellijke;terechtstelling.
Welk een aanblik!
De generaal Le Comte in militair gewaad
en naast hem de hooge fiere gestalte van
den grijzen 60-jarigen Thomas in burger
kleeding, omringd door geboefte van allerlei
soortweggeloopen soldaten in allerlei uni
form, nationale garden zonder bevelhebbers,
terwijl het schuim der stad, dat slechts naar
bloed dorstte, den uitersten zoom vormde
van deze bonte menigte.
Bloed! Wraak! klonk het herhaaldelijk
uit hunne dronken kelen. Niemand die er
aan dacht eenige beschuldiging tegen hen
dediging van de heeren A. Moerdijk, lid
der Provinciale staten, C. Dierick, burge
meester van Koewacht en A. F. Rottier,
secretaris van St. Jansteen en hevige be
strijding van de heeren E. Dhanens te Ant
werpen, Picquart te Gent en A. Lippons,
burgemeester van Meerbeke, werd de aan
vraag met 14 tegen 9 stemmen en 3 ont
houdingen verworpen. Het grootst aantal
stembevoegde ingelanden bestaat uit Belgi
sche eigenaren. M. C.
Aangezien, op grond van het besluit
van den souvereinen vorst van 25 Juni
1814, in sommige garnizoenen aan onder
officieren en manschappen geen toestemming
wordt verleend om zich naar zeer nabij
gelegen plaatsen te begeven, terwijl in an
dere garnizoenen aan het verleenen van
zoodanige vergunningen beperkende bepa
lingen worden verbonden heeft H. M. den
minister van Oorlog gemachtigd art. 9 van
bedoeld besluit zoodanig te mogen opvat
ten. dat wanneer het eene afwezigheid van
korps van twee dagen of minder betreft,
die afwezigheid niet zal worden beschouwd
als een verlof in den zin van het artikel,
zoodat in dat geval geene verlofpassen be
hoeven te worden uitgereikt en het doen
alteekenen van die passen in plaatsen, waar
-geen garnizoen ligt, mitsdien achterwege
kan blijven.
De handhaving van een verbod om van
beperkende bepalingen als hierboven bedoeld
ten aanzien vau het bezoeken van in de
onmiddellijke nabijheid der garnizoensplaat
sen gelegen gemeenten kan thans, in het
algemeen, geen reden van bestaan meer
hebben en eventueel kunnen ook in het
garnizoen zelf, hetzij voor twee dagen of
minder, hetzij voor langer tijd, permissiën
of verloven worden verleend.
Aan de militairen, die vergunning beko
men om gedurende twee dagen of minder
van het korps afwezig te zijn, moet intus-
schen, tot voorkoming van moeilijkheden,
wanneer zij zich buiten het garnizoen op
houden, een permissiebiljet worden verstrekt,
waaruit blijkt, dat- en voor hoe lang zij
gerechtigd zijn zich eventueel buiteu de
garnizoensplaats te bevinden.
De koning va» België heeft benoemd
tot ridder der Leopolds-orde den lieer mr.
Joan Bohl, advocaat te Amsterdam.
De Boodschapper schrijft
Wg wenschen nimmer uit het oog te
verliezen dat de Boodschapper een poli
tiek blad is. Kerkelijke beschouwingen la
ten wij aan kerkelijke bladen over.
Dit neemt evenwel niet weg, dat wij met
belangstelling de gebeurtenissen opkeikelijk
gebied volgenen zoo trok ook de terug
keer van üs. K. W. Vethake tot de Ned.
Herv. Kerk onze aandacht.
Niet om den terugkeer, dit te bespre-
in te brengen. Hoe zouden zij dit ook
hebben gekund
Noch Thomas, noch Lecomte hadden ooit
verzuimd den plicht jegens het vaderland
te vervullen. Zijr. hadden geen schuld aan
de gebeurtenissen van den dagen ook
hun dood zou den toestand niet beter
maken. En toch wee den mensch, wan
neer de hartstochten over hem zijn losge
broken het waanzinnige volk eischte
hun dood. Hun dood, en wel zonder vorm
van proces. Daar was nog een verloopen
officier uit de vanen van Garibaldi. De man
had to;h nog zooveel krggsmansgevoel dat
hij het onbillijke inzag, niet van hun dood,
maar van een dood zonder voorafgaand vonnis.
Hij eischte dat men eerst een krijgsraad
zou beleggen. Doch zijn stem werd ge
smoord in de menigte.
Men haastte zich om het niet gewezen
vonnis ten uitvoer te leggen.
Achter het huis is een moestuin door
drie muren omgeven. In de vierde zijde
is een ijzeren hek, waardoor men het ge
zicht heeft op een groot deel der stad.
Naar die sombere binnenplaats werden
de beide gevangenen heengeleid. Het was
zoo juist 4 uur geslagen. De zon neigde
ten ondergang. Tegen den linkerzgmuur
werden de beide helden naast elkander ge
plaatst. Een viertal geweren werden op
hen gericht. Lecomte werd door een der
kogels doodelijk getroffen. De dood volgde
bjjna onmiddellijk. Doch Thomas (spreek
uit Thoma) was minder «gelukkig». Bij
herhaling werd op hem gevuurd en° hij ver
weet den ellendigen nog hunne schanddaad.
«Lafaards» was het laatste woord dat hij
uitsprak. Lafaards 1 Geen beter woord dan
dit voor de ellendige onbekenden, die dezen
moord op twee grjjze vaderlanders pleegden.
Hunne daad blijft een schandvlek in de
jaarboeken der; geschiedenis. De lgken
ken behoort niet tot ons terreinmaar om
de wijze waarop die heer zich weder onder
de organisatie van '1818 liet brengen.
Ieder Christen geeft toe, dat die organisa
tie in strijd is met iedere gezonde christe
lijke opvatting van kerk. Men behoef i daar
toe nog geen «doleerende» of chr. geref.,
zelts geen gereformeerde te zijn. Immers
ook Dr. Hoedemaker en bladen als de N.
Sprokkelaar zullen heel wat aan te merken
hebben op die organisatie en niet gaarne
onderschrijven dat de «verordeningen der
Ned. Herv. Kerk» overeenkomstig de christ.
belijdenis zgn. Zg onderwerpen zich daar
aan, nu j zij eenmaal in het Genootschap
zijn en in wat zij noemen «scheuring» geen
heil zien. Men moge nu dit standpunt
vei oordeelenbegrijpelijk is het in ieder ge
val zeker.
Doch hoe te oordeelen over een man, die
eenmaal met zekere drukte en zjeu dé or
ganisatie en de verordeningen verwierp, en
nu niet alleen zich onder die organisatie
weer stelt, maar ongevraagd en onbewim
peld verklaart die verordeningen trouw op
te volgen.
De heer V e t h a k e schreef nl. den vol
genden ootmoedigen brief aan de Haagsche
Synode
Hoog Eerwaarde Heeren
Het worde den ondergeteekende vergund,
zich schriftelijk tot Uwe geëerde vergade
ring te wenden.
Vooraf ga de betuiging van zijn oprecht
leedgevoel, dat hij in Mei 1886 aan het Pro
vinciaal Kerkbestuur van Gelderland heeft
aanleiding gegeven, om hem (wegens ver
storing der orde en rust) te ontzetten niet
alleen van zijn ambt, als herder en leeraar
maar ook van het lidmaatschap der Ned.
Herv. Kerk.
Na een strijd van meer dan twee jaren-
kwam ondergeteekende tot de vaste over
tuiging, dat hij in deze zeer verkeerd heeft
gehandeld, inzonderheid door den 20stcn
Juni 1887 de verklaring af te leggen, ,,dat
hij, noch met de organisatie, noch met da
juridictia van de Synodale hiërarchie van
1816 voortaan ook maar het allergeringste
meer uitstaande heeft."
Van harte wenscht hij weder tot de Ned.
Herv. Kerk te mogen behooren, waarom hij
zich dan ook reeds tot den Kerkeraad der
Ned. Herv. Gemeente te Arnhem gewend
heeft met verzoek hem v» eder in het lidmaat
schap te willen herstellen.
Doch bovendien zou hij zoo gaarne de
Ned. Herv. kerk weder als herder en leeraar
willen dienen; om alzoo, door trouwe toe
wijding en opvolging van de verordenin
gen dier kerk, zooveel mogelijk te kunnen
herstellen, wat hij in de laatste vier
jaren (zij het ook te goeder trouw op een
verkeerden weg medegevoerd) heeft ver
stoord en bedorven.
Opdat echter deze laatste wensch door
hem verkregen worde, veroorlooft onderge-
teokende zich de vrijheid, bjj bovenstaande
der generaals werden later naar het kerkhof
van Montmartre overgebrachtmaar de
twee zwarte houten kruisen op de plek in
den geheel verwilderden tuin in de Roze
straat, en de kogelgaten daar ter plaatse
zullen ten allen tijde zwijgende, en toch zoo
welsprekende aanklagers zijn van hen die
de rij hunner heldendaden met zoo godde
loos drama durfden openen.
III.
DE COMMUNE.
De 18de Maart was voor de wettige re
geering een onheilspellende dag geweest.
Generaals, door soldaten als honden dood
geschoten, het was een feit dat te denken
en te vreezen gaf. De regeering had de
krachten onderschat van de ontketende
hartstochten en gespot met de bedreigingen
van door de hel aangevuurde ontevredenen.
En dan de troepen gemeene zaak te zien
maken met de opstandelingen, zoodat ten
slotte alleen nog op de gensdarmes kon ge
rekend worden, het was een onheilspellend
begin van een wie weet hoe langen burger
krijg, voorbode van nog meerdere gruwe
len waarbij die van den jongslen oorlog
zouden blijken kinderspel te zijn geweest.
Onder voorwendsel dat zij te Versailles
moesten wezen, liet de regeering terstond
alle troepen uit Parijs terugroepen, zoodat
twee dagen na den moord op Lecomte geen
enkel soldaat meer te zien was, dan alleen
zij die zich bij de insurgenten (de opstan
delingen) hadden aangesloten.
Ook de politie werd op non-activiteit ge
steld, zoodat Parijs op 't oogenblik feitelijk
onder bescherming stond van een troep
oproerlingen zonder aanvoerder.
(Wordt vervolgd.)