van Kamen, rtenMET programma's IELDEE. Nestjes uithalen. INGSFEES1 isch bij Breda, 1891. No. 1(8. Donderdag 9 Juli. Vijfde Jaargang. y EEN VERTELLING. 8en JULI 1891. ttreinen vertrekken 7,- 7- 7- idd. 5, irg.ll,— dd. 6, 5, 5,— ,ot „TELEGRAAF." NDSMERK Wzn. Sigarenfabrikant JISTRAAT 6, 1 PORTRETTEN f2,50 id. -1,50 id. -1,— oer bij W. G. BAL, VAN DITMARS VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES De Nota betreffende de VACCINE. TE {Stad) 's morg. 615 u. urg iden raaijert Arendskerke ge gen dijke )p Zoom ich 6.29 6.38 6.48 6 58 6.12 u. door 6.26 6.34 6.41 6.54 7.02 door 7.58 8.05 9.20 org. 7,— Dinsd. 7'smidd.l2,— Woen. 8 3,30 Dond. 9 3,30 Vrijd. 10 12,— Zat. 11'smorg. 6,30 Zond. 12 6. Maan. 13 7.30 Dinsd. 14 7,— Juli. rdam: van Antwerpen: |rg. 5,— Dinsd. 7'smorg. O.dU 6,30 Dond. 9 8.30 5,— Zat. 11 9.— 9.Dinsd. 14 2,— 's av. 6.30's av. 7. op Zoom 7.18 door door 8.59 burg 8.47 gen 9. vonds aan dezelfde stations jens. aar aan de stations van den eg van 29 JUNI TOT 6 JULI nar oi eerder als liet bepaalde rkocht. 2e kl. f 1,95; 3ekl.f1,45. re inlichtingen zie men het kbiljet. |G. L. HELDRING, Secr. traat 33. Middelburg. I ct. per ons, zoet Goed 8 en s, zout Gebak 10 ct. per ons, uidsuikers 10, Pepermunt 8 ct ter 52 ct. per Kilo, 26 ct. BiRBEKGRT, :ereii Winkeliers bekend dat bij rige 2 ets. SI G A A R verkrijg- ,munt door sneeuwwitte brand an smaak. Monster wordt op niet minder dan 100 stuks van verschillende merken tnvraag franco toegezonden. LOTOGRAAF FT, MIDDELBURG. ing en standhoudende kleur. DAGS GESLOTEN. IDDELBURG, gd zuiver Rijstmeel f 3,50 f 3,60 baal. Voerblom f 4,75. Gerste- Maismeel f 4,50. Erwtemeel Paardetandmais voor t4,25. kilo. Kippenlarwe, kleine Kip- st met Tarwe. te Markt, Middelburg. AZIJN VAN JREN, BEDDEN, MATRASSEN DEKENS enz. litgenomen Zondags van Vlis- van Middelburg 9,45, van 45 u. COOMBOOTDIENST Middelburg en Zierikzee. 1 ïtie Zierikzee Spoorweg Goes. Juli. jlburg Van Zierikzee DE ZEE11W. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers/0.02!. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Wij wenschen de aandacht te vestigen op de nota van den minister van binnen- landsche zaken betreffende de vaccine. Die nog meenen mocht dat de bezwaren tegen de vaccine alleen in het brein van zekere party bestaan zal na lezing dezer nota wel eenigszins tot andere gedachten gekomen zijn. Ons althans komt het voor dat de vacci- nedwang door de feiten in de Nota aan gehaald, veroordeeld is. De minister geeft allereerst een korte geschiedenis van het vaccinevraagstuk, en van den strijd tegen vaccinatiedwang, zooals die in verschillende landen van Europa wordt gevoerd. Reeds kort na de uitvinding door dr. Jenner van de koepokinenting als voorbe hoedmiddel tegen de pokken, deden zich feiten voor die Jenners verklaringen om trent de zekerheid van het middel, logen straften. De groote fout der regeeringen was hun overdreven inmengingen tot bevordering der koepokinenting, lang voor de ervaring gesproken had. Ware die fout vermeden, het Zou tot vaccinedwang niet zoo licht gekomen zijn. Daarbij komt dat in de theorie van Jen ner twijfelachtige punten voorkwamen, en men was roekeloos genoeg het niet de moeite waard te achten te wachten tot deze twij felachtigheden tot klaarheid zouden zijn gebratht. Jenner was zoo stout van te be weren dat bij algemeene toepassing van de inenting de wereld spoedig van de pokken zou verlost zyn. Zoodra dan ook inentingen met ziekelij- ken of doodelijken afloop verricht werden, stak men het op de gebrekkige uitvoering, of op- onvoorzichtig gebruik van slechte «stof». Aan het voorbehoedmiddel, zoo re deneerde men, lag het niet. Groot was de opgang, dien Jenners uit vinding na 1802 in Engeland maakte, ofschoon de tegenstand er eveneens niet kleiner bij werd. Het Parlement, de Koning, het College of Physicians, allen doktoren van weten- schappelijken naam, steunden de beweging, en dat niettegenstaande de verslagen van deze laatsten, hoe partijdig waarschijnlijk ook opgesteld, want zij waren onvoorwaar delijke voorstanders, niet altijd gunstig FEUILLETON. (Slot.) «Nogmaals moet ik u vergeving vragen,» zei hij. «Ik dacht er waarlijk niet aan dat het reeds zoo laat was en ik het u lastig maakte.» «Stel u gerust, waarde heer Marlen.» zeide Asten, «de tijd is voor mij even snel voorbijgegaan als voor u. Uw korte levens geschiedenis heeft mij zeer veel belang stelling ingeboezemd. Ik dank u hartelijk voor uw vertrouwen. Bezoek me spoedig eens weer. Dan wil ik u ook iets uit mijn leven vertellen, wanneer het u niet verveelt. Tot zoo lang geef ik u een raadsel op, op dat gij mij niet vergeten zult. Wilt gij het trachten te raden?» «Jawel,» zei Marlen, «ik zal al het mo gelijke doen.» «Dit is het raadsel Het is vol en toch ledig, Het is licht en toch zwaar, Het is sterk en toch zwak, Ofschoon het nu slaapt, eenmaal zal het ontwaken.» «Dat klinkt zeer raadselachtig,» antwoord de Marlen lachend, «ja het is een moeielijk raadsel. Geve God dat gij het eenmaal moogt raden. En nu, goeden nacht. Kom spoedig terug en God zegene u.» Marlen ging langzaam de straat op. «Een merkwaardig mensch,» dacht hij «maar hartelijk, zeer hartelijk. Geen vermaningen, geen goede x'aadgevirigen. Hjj heeft nauwe lijks een woord gesproken. Ik zelf heb al dien tijd gepraat, hoe opmerkzaam heelt hij mij aangehoord. En dan dat raadsel Geve God, zeide hij zoo ernstig, dat gij het eenmaal raden moogt. Zon derling. Ik zal hem nog eens bezoeken.» Maar Marlen ging niet weder naar hem toe. Spoedig daarna werd hij ziek. Zijn vroo- lijke vrienden bezochten hem telkens en deden wat zy konden om hem op te vroolijken want zij hielden allen veel van hem. Het was een slepende koorts, die zijne krachten meer en meer sloopte. Geenmid- luidden. Kort na het optreden van Jenner bracht het verslag der Colleges of Surgeons aan het licht dat van de 164 duizend gevaccineer- den toch nog 56 door de pokken werden aangetast. Wat de gevallen betreft waarin de vaccinatie schadelijke gevolgen teweeg bracht, deze bedroegen 90, waarvan 66 met huiduitslagen en 24 met ontsteking van den arm, waaronder 2 sterfgevallen. Voorts was gebleken dat in de mee-te graafschappen waaruit men berichten had ontvangen de vaccinatie zich uitbreidde, doch dat zij in de hoofdstad afne mende was. Onder de oorzaken dier af neming werden genoemd slechte vaccinatie, voorbeelden van pokkengevallen na de vac cinatie, veronderstelde nadeelige gevolgen, enz. Deze feiten werden echter niet in het verslag der parlementaire commissie opge nomen en dus aan de aandacht van het Parlement onttrokken. Gevolgen waren: Rijks-subsidiën voor de Jennerstichtingen en in vele landen van Europa invoering van den vaccinatiedwang. Engeland zelf evenwel durfde eerst vijftig jaren daarna (in 1856) tot invoering van dezen anti-nationalen maatregel overgaan. Met de uitbreiding der vaccinatie namen ook blijkbaar de gevallen in aantal toe, waarin gevaccineerden door de pokken werden aangetast. Zeker echter is het dat de sterfte aan pokken sedert de uitvinding der {vaccinatie aanmerkelijk was gedaald, zoodat het voor de hand lag dat algemeen een oorzakelijk verband tusschen die beide verschijnselen werd aangenomen. Van een verdwijnen der pokken was evenwel geen sprake. Telkens ontstonden pokkenepide mieën, die ook in landen, waar de vacci natie ruim werd toegepastvele slachtoffers maakten, en waarvan dan weer eene ver scherping van den vaccinatiedwang het gevolg was. De voorspelling van Jenner, de uitroei ing der pokken door middel van de koepokinentingwas dus niet uitgekomen. In '1870 brak in Frankrijk een pokken epidemie uit, die zich over geheel Europa verspreidde, en zoowel in landen met als zonder vaccinatiedwang talrijke offers eischte. Weer was verscherping van den inentingsdwang in de verschillende staten het gevolg. En toch stierven van 1870 tot 1874 tal van ingeënten, nog wel in landen met den del baatte, niets scheen te helpen. Lange slapelooze nachten bracht hij door, eenzame uren, waarin gedachten van allerlei aard hem bestormden. Hij sprak zijne ge dachten niet uit. Niemand uit zijne omge ving zou ze immers begrepen hebben. Hjj werd steeds stiller en ernstiger. Soms dachten zijne vrienden dat hij niet goed bij het hoofd was, hij fluisterde dikwijls zachtjes voor zich heen, zonder het te weten «liet is licht en toch zwaar, vol en toch ledig, zwak ja ach ja, zwak ledig, zwaar.» Op zekeren dag, toen hij zich wat krach tiger gevoelde, nam hij Astens kaartje uit zijn portefeuille en verzocht zijn verpleger dien heer in het hotel op te zoeken en hem te vragen eens bij' hem te komen. Hij kon nauwelijks den terugkeer van den bode af wachten. Eindelijk kwam deze met de tijding dat de heer Asten hem weldra zou bezoeken. Toen de predikant binnentrad, kon hij een uitroep van schrik niet weerhouden, zoo veranderd vond hij den jongen man. Marlen strekte zijn doorschijnende magere hand naar hem uit. Te zeer bewogen om te spreken, zette Asten zich naast hem, maar de liefde en het diepe medelijden dat uitzijn door tranen benevelde oogen straalde, zeiden meer dan alle woorden der wereld. «Dominee, waarde do minee,» fluisterde Marlen, «het raadsel dat ge mij opgaaft, heb ik geraden.» En hij wees op zijn hart. «Ledig» herhaalde hij, «zwaar, zwak, maar Gode zij dank, waak zaam.» Wat die beiden elkander zeiden moet door God bewaard blijven, totdat het in den dag der heerlijkheid zal aan het licht komen. Zalig, vredevol stierf na korten tijd de jonge koopman, Astens hand in de zijne houdende. Volgens het verlangen van den afgestor/ene hield Asten de lijkrede. Al de jongelieden die dien avond in de herberg waren geweest stonden rondom het graf. Met een rustige, ernstige stem las de prediker den tekst «Een .koopman zocht goede paarlen en als hij een parel vond, .van zeer groote waarde, ging hij heen, verkocht alles wat hij had, en kocht die.» Allen bogen het hoofd en God weet watt scherpsten dwang. Sinds dien tijd is het verzet tegen dien dwang toegenomen, maar zijn ook de aanteekeningen nauwkeuriger geworden in betrekking tot den vaccinatie toestand en den leeftijd der poklijders. En wat ziet men i.u als gevolg daarvan Dat tal van geneesheeren van yverige voorstanders der vaccine in besliste tegen standers zijn verkeerd. En anderen in hunne besliste meening omtrent de deug delijkheid en onschadelijkheid der vaccine aan het wankelen gebracht zijn. Voor velen hunner staat het thans vast dat sommige ziekten door middel der vaccinatie van den eenen mensch op den andere kunnen worden overgebracht; ja sedert de jongste ontdek kingen op bacteriologisch gebied hebben reeds hypothesen het licht gezien volgens welke de vaccine een nadeeligen invloed op het organisme zou uitoefenen en het zou voorbereiden voor de ontwikkeling van andere ziektekiemen. Y Gemeenteraadsverkiezing. In aansluiting aan ons hoofdartikel van Maandag herinneren wij er aan dat wij niet in de eerste plaats naar de politieke belijdenis van de candidaten hebben te vragen. Toch volgt hieruit niet dat wij alle aftredenden moeten herkiezen. De kiezers hebben thans te beoordeelen of de af tredenden voldeden aan de eischen die men een goed raadslid stelt. De liberalen hebben ten vorigen jare reeds in pu blieken geschrifte gedreigd dat zij ook bij gemeenteraadsverkiezingen de politieke kleur der candidaten zullen op den voor grond stellen. De Haagsche liberale kies- vereeniging waarvan twee «liberale» Kamer leden bestuurders zijn, hebben alvast een katholiek lid uitgeworpen «om zyn houding tegen het openbaar onderwijs» en dat, naar zij zelf zeiden, «niettegenstaande zijn flinke houding ten opzichte van andere gemeente belangen.» Inderdaad zou men dezen heeren een zonderlinge opvatting omtrent het gemeente belang kunnen toeschrijven, indien zy niet tegelijk een ander aftredend katholiek lid op nieuw hadden gecandideerd. Nog merken wij op dat door enkele vrienden bedenking is gemaakt tegen eene zinsnede in ons hoofdartikel als zou een gemeenteraad geen wetten maken, daar hij toch wel degelijk verordeningen maakt. Dit laatste is dan ook door ons niet ontkend. er in hunne harten omging en hij eindigde «Hij die hier koud en stil voor ons ligt, heeft alles verkocht wat hij had, zijn kracht, zijn hoogmoed, zijn eigengerechtigheid, zijn aardsch geluk, zijn gezondheid, zijn leven, alles, alles. Hij heeft echter daarvoor een parel van groote waarde gekocht. Zij is zijn eigendom voor altijd, in alle eeuwigheid. Zij was de zijne toen hij stierf. Ik vroeg hem «Zijt gij tevreden met den handel Hebt gij het kleinood te duur betaald Met een glimlach op het gelaat antwoordde hij mij«Neen, o neen en hij was te huis. Uit Schild en Pijl. Niettegenstaande vereenigingen tot be scherming van dieren, in spijt van wetten en koninklijke besluiten, ondanks delessen en vermaningen van onderwijzers, is en blijft het nestjes uithalen nog altijd een gelief koosde bezigheid voor jong enoud. Dat kinderen, onbewust van het kwaad, dat zij stichten, te gedachtenloos om den naam ongevoelig te verdienen, geen vogel nest kunnen weten te houden, zonder ook een onweerstaanbaren lust in zich te ge voelen om dat nestje uit te halen, en bij de eerste de beste gelegenheid aan dien lust voldoen het zij zoo. Doch dat ook ouderen, dat ook volwassenen, zich nog schuldig maken aan het uithalen van vogel nesten, is een zeer te betreuren feit. Om twee redenen moeten we het uithalen van vogelnesten niet alleen nalaten, doch ook zooveel mogelijk bij onze kinderen tegen gaan. De eerste reden is een van materieel belang. Elk vogelnest vertegenwoordigt een zekere waarde. Wat is een vogelnest waard «Welnu, dat zal toch zooveel niet zijn zal menigeen zeggen. Wie dat zegt en meent, vergist zich ten zeerste. Ik zal u de berekening van de waarde van een vo gelnest eens voormaken. Verbeeld u, dat een jongen in den tuin een vogelnest weet te houden met vyf kleine vogeltjes. Die kleine diertjes willen voedsel hebben en gij weet, dat zij rupsen en an dere insecten behoeven. De rupsen en in- Wetten en gemeenteverordeningen zijn ook onderscheidene zaken. Doch met dat al blijft de verkiezing voor den gemeenteraad van te veel gewicht dan dat wij maar even den indruk zouden ves tigen willen, als zou 't er bij een dergelijke verkiezing niet op aan komen. Y Gemeen en profaan! Het lust ons niet in de modder te grab belen, zegt de N. P. G. C. Maar een enkel staaltje van laagheid en gemeenheid die in profaniteit haar kracht zoekt, zy hier aan de kaak gesteld. Volgens de Maas- en Scheldebode ontving een antirevolutionair te Enschedé na de herstemmingen den volgenden brief. L. S. Nademaal velen ter hand genomen hebben om in orde te stellen een verhaal van de dingen die onder ons volkomen zekerheid hebben, gelijk ons overgeleverd heb ben die geheel met den uitslag bekend zijn, zoo heeft het ons goed ge dacht, alles juist gehoord, vervolgens aan u te schrijven voortreffelijk heer opdat ge volkomen zeker heid moogt hebben dat wanneer uwen wensch was bevestigd zeer zeker in toe passing kon gebracht wor den. Lucas 216. Intusschen condoleeren wjj u want niets is hatelijker dan in zijn streven te worden ged warsboomd. Wij jubelen en juichen en zingen in koor. Psalm 124 Naar aanlei dingvan het Heilig Evan gelie naar de beschrijving van Lucas Hoofdstuk I. Wy vers 4 (iets gewijzigd) ontkwamen Goddank des Vogelvangers net Den loozen strik tot verderf gezet Het viel ten goede uit, we roemen onze kracht De liberalen krijgen een steun En Rome verliest zijn macht. EENIGE KIEZERS. secten worden hun door de oude gebracht. Elk der 5 vogeltjes gebruikt gemiddeld eiken dag 50 rupsen, dat is voor de 5 vogeltjes juist 250 stuks. De voeding der jongen door de euden duurt gemiddeld 4 of 5 weken. Wy zullen stellen 30 dagen. In die 30 dagen worden dus door de oude vogels ten behoeve hunner jongen gevan gen 30 X 250 rupsen 7500 rupsen. Een aardig sommetje, vindt ge niet Wij gaan verder. Elke rups verslindt da gelijks ongeveer zooveel aan bladeren en bloemen als haar eigen gewicht bedraagt. Wy weten tevens, dat de rupsen ongeveer 30 dagen lang een hongerige maag hebben en duchtig om zich heen vreten. Laat ons nu eens aannemen, dat elke rups per dag slechts éen bloem, die tot vrucht zou wor den, verslindt, dan vernietigt zij 'in 30 da gen 30 vruchten in bloem en de 7500 rup sen van straks ontnemen ons 7500 X 30 vruchten dat is op 25000 stuks na een kwart millioen. Denkt u nu verder eens, dat een onnadenkende jongen het nest in den tuin vindt en uithaalt, dan zullen de 7500 rupsen niet vernietigd worden en er zullen alzoo 225000 vruchten verloren gaan. Met éen greep heeft de jongen aan de be zitters der omliggende tuinen een menigte appels, peren, kersen, pruimen enz. ont nomen. Kent gij nu de waarde van een vogelnest? Of alle vogelnesten zulk een groote waarde hebben, vraagt ge misschien? Neen, niet allemet andere woordenniet alle vogels zijn nuttig, maar toch de meeste. Zoo zjjn b. v. alle zangvogels bepaald nuttig voor land- en tuinbouw. Er is echter^ een andere, een in mijn oog voornamere reden, waarom het gebiedend noodzakelijk is, dat wy bij onze kinderen het uithalen van vogelnestjes tegengaan. Elke jongen, die een vogelnestje uithaalt, hetzij met eitjes of jonge vogeltjes er in, pleegt een wreede daad. De vogels zijn, evenals wij, schepselen Gods, begiftigd met gevoel. Als men een vogel pjjn veroor zaakt, voelt hjj hetals men hem zijn nest afneemt, waaraan hij zooveel zorgen en moeite had besteed, voelt hij het en als men hem zijne jongen ontrooft, zijne jangen die hjj liefheeft als wij onze kinde-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1