okvleesch. :ls, o.-n. t. a LAROCHE mede kim laroche 100 Manil. ammen,GedroogdeWorst jBELS in alle soorten. woer bij W. G. BAL, EEN VERTELLING. ng Parijs 1889. I89I. N0.-II7. Dinsdag 7 Juli. Vijfde Jaargang. OORHAUDEU: iOifhmnuwrst h. GEKNSKN, Goes. TAN DER HARST JJz.. \m- EN KOOLTEEH, Varnes en Briquetten, rgervoet, te Goes. 'OKIIEITIHG van het KAL F. ioesche Boot htbijM. BOUWMAN. ]ee bij J. BOS ]j de Directie, is te Rotterdam Nieuwe VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Gemeenteraadsverkiezingen. EN EN |id door en verkrijgbaar bij j Apotheker Middelburg. per flacon (375 gram) ƒ1,20. |ot en klein, tegen concurreerende J. PLAZIER, bij de Brug, Goes. GEENSEN worden mede be- aangenomen. MIDDELBURG, torgd zuiver Rijstmeel f 3,50 f 3,60 lier baal. Voerblom f 4,^5. Gerste- Maismeel f4,50. Erwtemeel Itte Paardetandmais voor f4,25. jO kilo. Kippetarwe, kleine Kip- Eerst met Tarwe. aar bij den heer VOORHANDEN I s c h genootschap. ;an Gereformeerde Schrijvers. V VAN DER WIELE, te Axel. IHDERDAG tusschen 3 en 4 uren irg, Oude Kerkstraat wijk B an ieder, die na gebruik van MES' LIKDOORNTINCTDUR nog \kdoorns, Eeltknohbels of Wrat- aar bij de Depothouders .T. J. Middelburg en Wed. B. FA- .10NGE te Goes. |EN M1DDELB.-R0TTERDAM. Juli. J 4 alleen van Rotterd. 9,45 u. l6 van Vlissingen 8,30, van Mid- K van Rotterdam geen dienst, uitgenomen Zondags van Vlis- van Middelburg 9,45, van Rot- u. Ian GOES naar ROTTERDAM 5 Juli 'smorg. 11,— u. lan ROTTERDAM naar GOES l,g 8 Juli 'smorg. 6,u. .tien te Rotterdam bij den lis F. DE LANGE, op 'tHa- lor i DE ZEEUW. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers0.02f. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Pas is de stemming voor de Tweede Ka mer achter den rug, of reeds wordt den kiezers in alle gemeenten van ons vaderland de verkiezing voor den gemeenteraad in uitzicht gesteld. Op 21 Juli, a. moeten overal twee of meer leden van den gemeenteraad aftreden en zich aan een nieuwe verkiezing onder werpen. Nu is het noodig dat wij goed begrijpen waar het bij een gemeenteraadsverkiezing om te doen is. De gemeenteraad is de overheid eener gemeente, en de aftredende raadsleden, wijl zy deel uitmaken van die overheid, mogen slechts als zoodanig beoordeeld worden. Niet dan met den aan deze leden der overheid verschuldigden eerbied mogen wij de personen der aftredende raadsleden be spreken. Niet persoonlijke voor- of tegen inge nomenheid met A. of B. of O. die aan de beurt van aftreding zijn, mag den doorslag geven, de keuze worde alleen bepaald door de vraag, wat het belang der gemeenschap, der neringdoenden, der burgerij, wat het belang van handel, landbouw en nijverheid eischt. Wanneer dan ook straks de kiesvereeni- gingen saamkomen om de aftredenden weder candidaat te stellen, of om nieuwe candi- daten naast of tegenover hen aan te wijzen, dan zy Gemeentebelang aan het woord. Om de verkiezingen, voor den gemeente raad te leiden, daartoe heeft het Gemeente belang ongetwijfeld de oudste brieven. Nog altjjd zijn er gemeenten, waar som mige menschen van meening zijn dat de Raad in zijne verhouding tot zijn voorzitter hetzelfde is als de Tweede Kamer in be trekking tot de dienaren der Kroon. De burgemeester een soort koninkje, een dorps despoot, gesteund door zijne dienaars, de wethouders, en dan tegenover zich een vijf tal of een grooter tal pleitbezorgers, die ja en amen hebben te zeggen op de besluiten van hunnen vorst, of somwijlen ook wel om als een soort tegendespootjes altijd met hem overhoop te liggen. Deze voorstelling nu is in strijd met de waardigheid van een gemeenteraad als overheid en met de plaats die hem door de wetten is aangewezen. Artikel 144 der Grondwet heeft «aan den Raad de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente overgelaten.» De Raad «maakt de verordeningen die hij in het belang der gemeente noodig oordeelt.» En in de artikelen 134 tot 149 der ge meentewet is den Raad zijn .omvangrijke taak in het belang der gemeente nader aangewezen. «Aan hem behoort, met betrekking tot de regeling en het bestuur van de huis houding der gemeente alle bevoegdheid, die niet bij deze of eenige andere wet aan den Burgemeester of aan Burgemeester en FEUILLETON. Op zekeren avond zat een gezelschap van vroolijke jongelui in een herberg bij elkaar. Onder het genot van eenige flesschen rijn wijn bespraken zij met geestdrift de onder werpen die hun liet meeste belang inboe zemden. Men hoorde er onder andere ook spreken over buitengewone scherpzinnigheid|in han delszaken. Ieder wist te vertellen hoe hjj zelt of een zijner vrienden door zijn han delsvernuft een of ander buitengewoon voordeel behaald hadhoe een gelukkige speculatie B er bovenop geholpen had, hoe O door verstandig wachten met open oor en oog het juiste oogenblik had weten aan te grijpen om een schitterende beursspecu latie te ondernemen. Het gesprek werd hoe langer hoe leven diger en de wijn maakte de tongen meer en meer los. Zoo werd dan ook ten slotte over de handelwjjs van zekeren ondernemer veel gezegd wat een leek in deze dingen wel iets of wat bedenkelijk voorkomen moest. Deze vroolijke jongelieden beoordeelden alles zeer toegeeflik. Bij hen niet minder dan bij hunne Joodsche heeren collega's scheen de hoofdzaak te zyn, goede zaken te maken. Aan het benedeneinde van de tafel had eene lange, bedaarde man plaats genomen, die er zoo bescheiden en onge dwongen zat, dat het vroolijke gezelschap hem geheel en al over hat hoofd had gezien. Gedurende een kleine pauze in het ge sprek riep de onbekende den kelner om te vragen of zijn kamer gereed was. Hierdoor "Wethouders is opgedragen.» (art. 134.) «Aan hem behoort het maken van de verordeningen, die in het belang der open bare crde, zedelijkheid en gezondheid worden vereischt en van andere betreflende de huishouding der gemeente.» (art. 135.) «De Raad regelt de bezoldigingen van alle plaatselijke ambtenaren en bedienden,» enz. Hij «besluit tot het koopen, ruilen of vervreemden, bezwaren of verpanden van gemeente-eigendommen, het treffen van dadingen daaromtrent,» enz. Hij «besluit omtrent het verhuren, verpachten of op eenige andere wijze in gebruik geven der gemeente-eigendommen. Hij besluit tot het verleenen der kwijtschelding die krachtens de wet, of een overeenkomst, of op gronden van billijkheid toekomt aan de huurders, pachters of bruikers der gemeente-eigen dommen, en aan hen die hebben aange nomen ten behoeve der gemeente iets te doen of te leveren. Hij beveelt het aan leggen of verbeteren van gemeentewegen,» enz. Die hieromtrent meer wil weten, die leze er de gemeentewet, wat betreft de ge noemde artikelen, maar eens op na. Hij schaffe zich een dergelijke wet aan, die voer slechts weinige centen bij iederen boekhandelaar verkrijgbaar is. Reeds uit de weinige artikelen, die wij aanhaalden, is genoegzaam bewezen, dat de taak van een gemeenteraad omvangrijk en gewichtig, moeielijk en ernstig is. De vraag die het Gemeentebelang zich dus bij deze verkiezingen te stellen heeft, is in de eerste plaats, of de aftredende raadsleden, zij mogen wethouders zyn of niet, zich voor deze taak berekend hebben betoonden of de nieuw voor te dragen candidaten de geschiktheid zullen bezitten om aan de eischen die de wet hun stelt, te voldoen. Niet dat deze vroede mannen vari alles waartoe de Raad geroepen is, allen evenveel verstand hebben, maar, in meerdere of in mindere mate, het verstand dient aanwezig te zyn. In de tweeie plaats mag gevraagd of de aftredenden bij de uitvoering der wetten waartoe zij geroepen waren, de zuinigheid naar behooren hebben betracht. Niet of zij zuinig geweest zijn door noodzakelij ke verbeteringen te weigeren. Dergelijke zui nigheid kon wel eens blijken geldverspilling te zijn geweest. Er is een zuinigheid die de wysheid bedriegt. Maar of zij bij het beheer der gemeente- financiën hebben gerekend met de draag kracht der gemeente belastingschuldigen. Dit kan onder anderen getoetst worden aan hunne gedragslijn tegenover de school wet, die zij hielpen uitvoeren. De schoolwet eischt onder anderen sehoolgeldheffing van ieder ouder voor zijne schoolgaande kinderen, wanneer deze namelijk het betalen kan. Het kleinste bedrag van het schoolgeld is voor minvermogenden nog geen vijf cents per week, maar dan moet de gemeenteraad werd de opmerkzaamheid der aanwezigen op hem gevestigd. Zoo de heeren een glaasje minder gedronken hadden zouden zij zich zeker niet tot hem gewend noch hem ge vraagd hebben wie hij was, of hij ook koop man was, of hij ook proeven van zijn han delsgenie gegeven had, en zoo al meer. Zij stonden op en gingen naast hem zitten. Hij bleef zeer bedaard en wilde zich, nadat hij hun gezegd had dat hij zijne onkunde in deze zaken erkennen moest, naar zijn kamer begeven. Maar een der beschonkenen hield hem terug en riepsl.uifter eens, goede vriend. Gij hebt al onze geschiedenissen aangehoord. Gij zijt er ons ook een schuldig.{Vertel er een, anders laten wij u niet los. Wij hebben allen u een voorbeeld gegeven, vertel gij nu eens wie uwer vrienden het grootste handelsgenie aan den dag heeft gelegd.» «Bravo Bravo schreeuwden de overigen, «goed gesproken. Ja, vertellen, vertellen. An ders komt ge er niet uit.» Onwillig zag de vreemde om zich heen en scheen, in weerwil van den onstuimigen aandrang zijner kwellers, de zaal te willen verlaten. Bang was hij in ieder geval niet, want een donkere onweerswolk trok zich op zijn voorhoofd samen en zijn oogen fonkelden. Plotseling scheen hij zich echter te beden ken. Een vluchtig lachje gleed over zijne lippen en zijne gelaatstrekken ontplooiden zich. Hij zette zich weer neder en zei«Ja, ik wil u een voorbeeld van koopmanswijs heid geven, van de grootste scherpzinnig heid die er in deze zaken ooit getoond is geworden. Den man, van wien ik u ver halen wil, heb ik persoonlyk niet gekend, doch dat doet niets ter zake, hy was een ook toezien dat dit betaald worde, en nie mand voor onvermogend doorga die dit minimum schoolgeld voor zijn kind best betalen kanen ook niemand op de lijst der minvermogenden voorkome, die wel wat meer missen kan (waartoe hij immers reeds zedelijk verplicht zou zijn). Hebben nu de aftredenden daarop ge noegzaam gelet, en zullen de nieuwe can didaten eveneens zoo doen Nog meer. Verscheidene gemeenteraden hebben gebruik gemaakt van het recht, hun bij dezelfde Schoolwet toegekend, om aan den minister geheele vrijstelling van schoolgeldheffing te vragen. De regeerir.g heeft dit recht slechts aan enkele gemeen ten en aan meerdere een tegemoetkoming in de kosten voor het onderwys geschonken. Dit is goed. Maar is tot het vragen van die vrijstelling niet door sommige raadsleden medegewerkt, niettegenstaande zy wisten dat er in de gemeente nog wel enkelen waren die een matig schoolgeld voor hunne kinderen wel konden betalen en hebben zij dus daardoor niet rechtstreeks medegewerkt tot liet nemen van een besluit dat tot verzwaring der gemeentelasten zou hebben geleid Gemeentebelang mag en moet ook daar naar vragen. Gemeentebelang eischt ook dat de gansche burgerij in den gemeenteraad vertegen woordigd zij. Niet een enkele groep van burgers of een partij, niet een enkele stand wanneer ook meerdere standen in de gemeente recht op vertegenwoordiging hebbenmaar alle gemeentenaren moeten weten dat in den Raad met hunne, met aller belangen gerekend wordt. En nu spreekt het van zelf dat alle raadsleden die dezen toets doorstaan, moeten herkozen worden. Van liberaal of antirevolutionair, her vormd of katholiek is hierby in welke plaats gij wilt, doch zeker niet in de eerste plaats sprake. Natuurlijk, als daar onder de aftredenden mannen zyn van de christelijke historische richting op kerkelijk of staatkundig gebied, die aan de eischen voldoen, dan zij men er op bedacht dezulken terstond weder candidaat te stellen. En zoo nieuwe can didaten noodig zyn, hetzij door uitbreiding van de gemeente, hetzij door openvallende plaatsen of dewijl de aftredenden op boven genoemde gronden niet kunnen worden ge steld, dan zoeke men in de eerste plaats naar geestverwanten, bekwaam en gezind om hen in den raad te steunen. Vindt men dezulken niet, dan stelle men mannen van andere richting candidaat, mits men van hen de verzekering ontvange dat zij zullen zijn voor eon zuinig gemeentelijk beheer, voor onpartijdige uitvoering der wetten, voor beperking der gemeente- bemoeiing tot het bij de wet voorge- schrevene, voor handhaving der pu- plieke eerbaarheiden voor bevordering der Zondagsrust in de gemeente. Ziehier koopman bij uitnemendheid. Sedert hij ge leefd heeft zijn er vele handelsovereenkom sten gesloten, maar geen zoo verstandig, zoo rijk aan gevolgen als dezyne.» Hij zweeg een oogenblik. Er was iets in zijn wezen dat de jongelieden aantrok. Bijna hadden zij er berouw van, dat zij zich tegen over hem een scherts veroorloofd hadden. «De man van wien ik spreek,» vervolgde hij, «ik hoop gy hebt ook reeds van hem gehoord, ik weet het byna zeker, al mocht gij sedert lang niet meer aan hem hebben gedacht, was een koopman, een koopman die schoone paarlen zocht, en toen hy een kostbaren parel vond, ging hij heen, verkocht alles wit hij had en kocht die. Myneheeren,» ging hij voort, terwijl hij opstond, «ik heb aan uw verlangen voldaan, ik heb u een voorbeeld van koopmanswysheid gegeven. Ik hoop van ganscher harte dat gij allen, hetzij vroeger of later, een even goede zaak ma ken zult, ik ben uw dienaar,» en na een vluchtige buiging ging hij de deur uit. Verbluft en sprakeloos zagen de jonge lieden hem na. Zij waren te verbaasd om hem te kunnen antwoorden. «Wat meent hij toch?» zoo vroegen som migen. «Wat wil hij daarmee «Och, 't is immers een gelijkenis uit den Bijbel, 't Is zeker een dominee of zoo iemand,» zei een ander. Toch schenen ze van het drinken en ge rucht maken dien a zond genoeg te hebben. Het is vreemd, wanneer er een ademtocht uit de eeuwigheid door de moffe en bedompte wereldatfosmeer gaat, zoo ademen allen an ders of zij willen of niet. Het gezelschap was op het punt om uit elkander te gaan, toen een jonge man naar voren trad en zei«Wil ik u eens wat in het kort de gedragslijn voor de antire volutionaire kiesvereenigingen aangegeven. Mogelijk dienen wij nog wel eens op deze zaak nader terug te komen. Doch vast sta bij een iegelijk onzereen gemeenteraad is geen kerkeraad, is geen staten-collegie is geen tweede kamer. Een gemeenteraad is geen collegie dat wetten maakt, maar dat de gemaakte wet ten slechts heeft uit te voeren, wat meer zegt: die verplicht is dit te doen. Bedenkingen tegen onze beschouwing zul len gaarne in ons blad worden opgenomen en beantwoord. Ex ungue leonem. Een comité te Rome tot bevordering van den vrede tusschen de volken had alle leden der parlementen in Europa uitgenoodigd tot bijjvoning van een Congres, dat van 9 tot 14 Nov. te Rome zal gehouden worden om deze zaak te bevorderen. De katholieke leden van den Belgischen Se naat (wij zouden hier zeggen: eerste kamer) hebben den secretaris van dit comité ge antwoord, dat zij het niet met bun gewe ten kunnen overeenbrengen tot dat doel te vergaderen in de stad waar de Paus van zijn wereldlijk gezag beroofd werd en ge smaad wordt. De Nieuwe Rotterdamsche Courant van Zondag le blad B leest dezen katholieken kamerleden hierover danig de les. Zij noemt hun antwoord kort en goed «onbeschaamd». Hoe jammer dat Zij dit niet vóór de verkiezingen gezegd heeft. Wat De Maasbode hiervan zeggen zal? Ex Ungue Leonem! Aan de klauw herkent men den leeuw 1 6 Juli 1891. Bij gelegenheid van het bezoek des Duitschen Keizers was des avonds de Dam zco overvol dat de politie het noodig achtte ruimte te maken. Daar het publiek niet wilde of kon achteruitgaan, maakte de politie een charge met den stok. Gevolg was datj velen in de beperkte ruimte, «van hun zeiven gingen.» Een rechercheur werd daarbij ernstig verwond. Twintig personen werden in de hoofdwacht van het Paleis binnengedragen en 38 werden elders inge bracht. Op de vraag of de politie dan niet vroeger had kunnen zorgen dat dit gedeelte afgezet was, werd aan de Amsterdammer geantwoord dat H. M. de Koningin Regen tes gevraagd had het plein zoolang mo gelijk voor het verkeer open te houden, dewijl hare gasten in het woelig opgewekt tooneel veel behagen schiepen. Ook te 's Gravenliage is een werkman candidaat gesteld voor de aanstaande ver kiezing in den gemeenteraad. De gelukkige is de heer P. Recourt, steendrukker, Hij werd in een werkliedenvergadering met 62 tegen 59 stemmen gecandideerd. H. M. de Koningin Regentes heeft den keizer van Duitschland, als herinnering I zeggen? Ik schaam mij over mijne handel- wijs. Ik ga tot hem en vraag hem om vergeving.» «Doe wat gij wilt,» was het antwoord, «wij gaan naar huis.» Nauwelijks was de vreemdeling op zijn kamer gekomen, of er werd, bij hem aange klopt. Op zijn «binnen trad de jonge man op hem toe en zei«Ik kom u vergiffenis vragen voor onze handelwijs van dezen avond. Uwe grootmoedige handelwijs tegenover onze onbescheidenheid heeft rny diep be schaamd. Hier is mijn kaartje.» «Adolf Marlen» stond er op. «Ik vergeet u van ganscher harte, mijn jonge vriend,» zeide de onbekende, terwijl hij hem wederkeerig zijn kaartje overreikte. Er stond op: B. Asten, predikant. «Neem plaats, steek een sigaar op en vertel mij eens wat van uw verleden en over uwe plannen voor de toekomst.» Aangetrokkken door de trouwhartigheid van den predikant begon hij hem zoo het een en ander uit zijn leven mee te deelen. Asten hoorde den jongeling zwijgend aan en sloeg daarbij een blik in zijn uit-en in wendig leven. Geheel zonder gedachte aan God was dit jonge leven geweest, dat zich voor de blikken van den predikant ontvouwde. De jongeling leefde in al zijn doen geheel en al voor de wereld. En toch had de ernstige Christe lijke prediker de overtuiging dat hij hier geen goddeloos leven voor zich zag. Hij gevoelde, dat ofschoon deze ziel nog niet door Gods Geest was aangeraakt, dit toch ieder oogenblik zoo kon worden. Eindelyk sprong Marlen op, trok zijn hor loge uit den zak en schrikte toen hij zag hoe laat het reeds was. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1