ermantels
oesche Boot
RANDEN
Dinsdag 30 Juni.
Vijfde Jaargang.
n andere Insecten.
Bellinkstraat
jen op Zoom.
ih 15, grove Rijst 75,
ons. Vette Scharren
Reuzel 45 en 50,
MIDDELRURG.
)E LIGNY, Goes.
keuze gekleurde
S E L I N E S,
urde Katoenen
LE DE VICHYS.
S- EN ZINDER-
i Landbouwzaden
rENüfEN, Vlissingen.
i DE VOORDE.
'akkenbruf c
M
7>!
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Gedachten van een Ezel over
de Kermis.
ZEEUW.
AN
en Kamer-
ichtwegers,
Waterpas-
rs en Trek-
ijkers, 1ste
stalen- en
z. Diverse
- en Zak-
Knoopsgaten Scharen,
og-, Neus-, Oor- en La-
WindringenElestieke
/iegendoek, mannen en
Kruis, en verder alle
Cnkele-, Dubbele-, Navel-
rdels.
in HH. Doctoren.
iaam te reizen.
NOG RESTENDE
foopsprijs van de hand gedaan.
van de firma
N NAMEN te Zwijndrecht
:n te bekomen by
COURANT GRATIS.
MNIBUSDIENST,
fertsdijksche veer naar Goes
ïlyks, met uitzondering van
Wolfertsdijksche veer
u. aank. Goes 8,u.
u. 2,u.
30 u. 5,30 u.
i van Goes (station):
u. aank. Wolf. veer 9,20 u.
u. 3,50 u.
u. 6,45 u.
ilechts 2 maal gereden worden.
Wolfertsdijksche veer
u. Goes aank. 10,u.
u. 5,30 u.
Goes
u. Wolf. veer a. 3,30 u.
u. a. 6,45 u.
geheelen weg worden reizigers
opgenomen, mits er beschik-
s.
De ondernemer,
n GOES naar ROTTERDAM
28 Juni 'smorg. 4,(u.
ROTTERDAM naar GOES
1 Juli 'smidd. 12,u.
Lënte Rotterdam bij den
s F. DE LANGE, op 'tHa-
it bij M. BOUWMAN,
e bij J. BOS
de Directie,
te Rotterdam Jfjeiilr
Si
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummers/0.02s.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Toevluchtsoorden.
Hoe men ook over den geestelijken ar
beid van het Leger des Heils oordeelen
moge, zeker is het, dat de plannen van
generaal Booth om hulpeloozen en zwer
vers een plaats aan te bieden, waar ze ten
minste een nachtverblijf vinden, ongeveinsde
toejuiching verdienen.
Bekendheid te geven aan die plannen,
vooral nu het leger ook in ons land zulke
toevluchtsoorden schijnt te willen openen,
achten we iets dat alleszins op onzen weg ligt.
Ook al mocht men uit een ander oog
punt gewichtige bedenkingen hebben tegen
de wjjze waarop het Leger arbeidt, dan zal
men toch bij dit kleeden van den naakte
en spijzigen van den hongerige zich van
heeler harte kunnen aansluiten. Als er
geholpen moet worden, is het immers niet
de vraag, wie het eerst de hand uitsteekt
ter redding, maar of het geschiedt en of
wjj er aan helpen.
De hieronder volgende beschrijving van
den heer J. A. Tours in het Handelsblad,
de opening rakende van zulk een toevluchts
oord in Londen geeft een aanschouwelijk
beeld van hetgeen er door bedoeld wordt.
Men zal zien dat in deze inrichtingen de
verstandige regel gevolgd wordt, van de
hulp te verbinden aan vooraf verrichten ar
beid, hoe gering die ook wezen moge.
«Den 23sten Maart 11. werd in dat deel
van Oostelijk Londen, dat onder den naam
van Witechapel het meest bekend is, en
wel in de Quakerstraat een nieuw nacht
verblijf geopend, dat het Leger des Heils
had ingericht. De uitnoodigingskaarten, aan
vrienden en bekenden gezonden, hielden het
volgende in.
In darkest England and the weg out').
GENERAAL BOOTH
heeft de eer u uit te noodigenbij de
inwijding van
Het huis des Lichts.
in Quakerstraat bij de Commercialstraat,
OP MAANDAG 23 MAART 1891.
Te zien te 3.30. Thee en koffie te 5.
Meeting te 6 uur.
Het Huis des Lichts is een ruim nacht
verblijf, bestemd voor hen, die in onze
werkplaats van Hanburystraat zijn opge
nomen. Hèt zal 300 bedden bevatten.
Met deze kaart, van den generaal ont
vangen, begaf de schrijver dezer regelen zich
FEUILLETON.
't Was druk in de stad. Vooral in de
straten, die op de openbare pleinen uitlie
pen, was het gedrang der menigte groot.
Een paar ezelinnen, die op haar gewone
bedaarde manier langs de straat voortgin
gen, hadden dan ook menigen stoot en
duw te verduren, welke de grauwtjes
echter, met de ongevoeligheid aan hun
geslacht zoo eigen, geduldig verdroegen.
«Wat er toch te doen is?» zei een der
langooren, die eerst kort geleden van het
land gekomen was, en door den eigenaar
Ko genoemd werd.
«Nu merk ik toch dat gij nog pas komt
kijken,» antwoordde de oude, die naast haar
liep, en reeds jaren de stad doorwandeld
had. «Ik zal 't u zeggende lieve kermis
tijd is weêr aangebroken.»
«Kermis wat is dat vroeg Ko
nieuwsgierig.
«Dat is de naam van eene ziekte, ,'die
elk jaar op denzelfden tijd terugkeert,»
onderwees de oude. «En bijna ieder wordt
er door aangetast, 't Is een epidemie,
gelijk de geleerden zeggen.»
«Zijn al die menseden dan nu ziek
vroeg Ko verwonderd.
«Gij denkt misschien: wie ziek is blijft
te bed jof tenminste te huis,» vervolgde
Koos zoo heette de bejaarde ezelin.
«Maar dat is juist het wonderlijke van
deze ziekte|zij dry ft de menschen het
huis uit en de straat op. Dat is het begin,
en in het eerst is er niet veel van te be
speuren, dat zij de kwaal onder de leden
hebbenalleen merkt men een zekeren
ongewonen gloed op in de oogenen
een zonderlinge drift die hen allen
Voortdrijft naar zekere pleinen of markten
waar allerlei zonderlinge huisjes gebouwd'
zyn, met allerlei wonderlijke beesten erin,
en waar de lijders zich dan ophouden en
elkander verdringe», gelijk vliegen bjj de j
op dien Maandagavond naar het gebouw, dat
een bezoek waard is.
Het bestaat uit twee verdiepingen, is een
voudig maar practisch ingericht en beant
woordt volkomen aan het beoogde doel. Wie
worden hier opgenomen
Mannen en jongelingen, die in de groote
stad zonder werk, zonder brood rondzwer
ven, en den nacht onder den blooten hemel
doorbrengen, als zy de enkele stuivers missen
om zich een droog plekje te verschaffen.
Volgens een berekening van Booth zal
Oost-Londen 11.000 dergelijke zwervers,
waarvan sommige misdadigers zijn, bevat
ten. Wie hier wil worden opgenomen,
moet eerst in de genoemde werkplaats het
te genieten voedsel en nachtverblijf ver
diend hebben en een arbeid verricht, die
een loon van 5 a 6 stuivers waard is. Een
voudig werk wordt aangeboden het maken
van borstels, zakken, matten, vlechtwerk,
tamboerijnen deze worden in de bijeen
komsten gebruikt, licht timmerwerk enz.
Voorzien van een bewijs, dat die arbeid
is verricht, begeeft men zich van de werk-
naar de niet ver verwijderde slaapplaats,
waar men zal ondervinden, dat het na den
arbeid goed rusten is.
Dank zij de centrale verwarming, heerscht
in alle lokalen des winters eene aangename
temperatuur en wordt nergens koude ge
leden. Het gezelschap verzamelt zich eerst
in eene ruimte beneden, waar gelegenheid
is een bad te gebruiken 4 kuipen staan
gereed of alleen de voeten te wasschen.
Wie gevoelt niet dat zulk een warm bad
voor menigen zwerver een weldaad is,
evenals het nieuwe of niet nieuwe, maar
toch bruikbare kleedingstuk, dat den have-
looze hier wordt aangeboden. Naast deze
badinrichting staan banken en tafels, waar
het avondeten, brood en thee wordt ge
nuttigd, waar des morgens brood en koffie
wordt voortgezet. Naast deze localiteit strekt
zich de slaapzaal uit, belegd met 4 rijen,
elke van 20 leeren matrassen, met zee
gras gevuld en omsloten door een opstaand,
houten raam, dat 's morgens met de ma
tras, die wordt opgerold, kan worden op
genomen en gezet tegen den muur, opdat
de grond goed geveegd en geboend worde.
Op elke matras ligt een kalfsvel, voorzien
van eene lus, die de bezoeker om den hals
slaat en die groot genoeg is om het lichaam
te] bedekken. De bovenverdieping heeft twee
zalen, die 220 matrassen bevatten en op
dezelfde wijze ingericht zijn. Teksten, in
groote, gekleurde letters aan de wanden
gehecht, (b.v.Geef mij, Heer, noch ar
moede, noch rijkdom. Liefde is zonneschijn,
haat is schaduw) brengen eenige vrooliik-
heid aan.
In de grootste dezer bovenzalen had ge
stroop. Gaandeweg neemt de kwaal nu
ioe. De patient krygt een onweprstaan-
baren lust om geld uit te geven, waarvan
ieder voorzien isde een heett er zijn
horloge of wat anders voor naar de lom
merd gebrachteen ander heeft er langen
tijd voor gespaard, hoewel hij met vrouw
en kinderen eer gebrek dan overvloed had
een derde verschafte het zich nog op min
der eerlijke manier. Dat geld moet nu
den zak uit 't is zoo de loop der
ziekte. Dat hebben de menschen uit
die wonderlijke huisjes dan ook op gerekend
Die zijn niet ziek; zy zijn alleen maar ge
komen om de lijders de beurs te lichten.
Daartoe lokken zij ze met allerlei praat
hunne huisjes of tenten binnen, dansen
voor hen op paarden of op een touw, la
ten hunne beesten eens brullen, of zij laten
een vrouw zien die 't water in de beenen
heeft, enz., en zoo verkoopen zy allerlei
vreemds meestal knollen voor ci
troenen. Heeft de lyder van die knollen
genoeg gegeten, dan krygt hij dorst. Nu
zijn er weêr andere huizen, waar een aller
wonderlijkst vocht verkocht wordt. Het
ts zoo helder als het water, dal onze Baas
ons geeft, maar ik zou je danken om het
in mijn lijf te nemen. Want er zit vuur
idhet brandt je door heel je lichaam
heen. De arme kermislijders weten dat zeer
goed, maar toch hebben ze een manie om
het in te zwelgen. De een doet er wat
kleursel, een ander wat suiker in; doch
de meesten gieten het maar zoo klaar door
de keel».
«Hoe gek merkte Ko aan, die vol aan
dacht luisterde.
«Terdege gek,» hernam Koos. De men
schen noemen ons gewoonlijk dom, en ik
moet toestemmen dat ons geslacht door
schranderheid niet uitmunt. Toch wordt
algemeen erkend, dat een ezel zich geen
tweemaal stoot aan denzelfden steen. Maar
er zyn honderden menschen die honderd
maal dat vocht verwenschten, en het ver-
neraal Booth het publiek, dat de opening
kwam bijwonen, vereenigd, en in zoo grooten
getale was dit opgekomen, dat, uit vrees voor
gevaar, niet allen konden worden toege
laten. Op een verhooging zit de grijze
generaal met enkelen van zijn staf, man
nen en vrouwen in de bekende uniform.
Hij houdt eene toespraak op zijn gewone
wijze, ernst en luim dooreen mengend, zoo
dat nu eene gulle lach door de zaal klinkt,
dan een goedkeurend «Haleluja» zich doet
hcoren.
Maar niet hij alleeo zal spreken. Achter
hem zitten eene mannen, die tot de jongst
geredden] behooren en die achtereenvolgens
het woord zullen voeren. Ze zijn geen
redenaars eenige enkele drukt zich niet
gemakkelijk uit, maar allen spreken toch
zóo dat men naar hen luistert. Zij ver
tellen, elk op zyn wijze, hoe ze in armoede
in ellende, in wanhoop rondliepen, door
de groote stad, niet wetende wat te be
ginnen, tot zij het Heilsleger leerden ken
nen en daarmede hun geluk vonden. Een
veilig dak, een stuk brood, een vriendelijk
woord, een liefderijke behandeling een ar
beid, aan hun krachten beantwoordend,
werd hun geschonken en nu waren zij
gelukkig en verheugd, nu juichten zij in
den Heer, die hen had gered, nu wekten
zij anderen op, hen te volgen op den weg
des heils. In dien geest spraken verschei
dene mannen, oude en jonge, en wanneer
een spieker te lang aan het woord bleef,
in herhalingen verviel of de aandacht van
het publiek zou verliezen, stond de gene
raal van zijn zetel op, klopte den goeden
man op de schouders, bedarfkte hem voor
zijn toespraak en liet hem vervangen door
een ander. Booth wil niet, dat zyn publiek
zich verveelt, eu zorgt voor afwisseling.
Ook hier werd tusschen de toespraken een
lied gezongen door alleneen kleine jongen
begeleidde den zang op de fluit en had veel
suojës.
Geen wonder dat deze goed ingerichte
nachtverblijven de populariteit van het
Heilsleger verhoogd hebben. De bepaling,
dat ieder voor zijne ligging en voeding
eerst werken moet, waardoor de vernede
ring van de aalmoes den armen bespaard
wordt, werkt uitmuntend en verheft deze
shelter and food (schuil- en voedingsplaatsen)
boven de gewone asyls, die kosteloos toe
gankelijk zyn.» N. Prov. Gron. Crt.
Men weet, dat dit de titel is van Booth's
bekend werk, waarvan eene Nederlandsche
vertaling, „In Englands wildernissen en de
weg ter ontkoming", van C. S. Adamavan
Scheltema verschijnt.
zegden er ooit weêr een droppel van te
nemen, en die het toch altijd opnieuw
weêr drinken. Hierin gaan wij ezels dus
de menschen te boven.
«Vertel verder», verzocht Ko, terwijl zij
den kop wat opstak, en de kermisgasten
met een gevoel van eigenwaarde aanzag.
«Dat vocht nu,» hervatte Koos, «is de
eigenlijke ziel van de kermis. Zoodra de
menschen het in de maag hebben, breekt
de kwaal naar buiten uiten zü worden
heviger naarmate de lijders by (uen drank
blijven. Eerst beginnen zij te zingen en
te schreeuwenen wij ezels zingen niet
mooi, dat erken ik, maar als de kermis-
zieken recht aan het tieren zijn, dan is ons
stemgeluid er nog haast muziek bij. Ver
volgens schiet de kwaal ook naar de beenen
de lijders kunnen onmogelijk stilstaan, maar
vangen aan te hollen en door elkander rond
te springen als kalverenzoodat eene eer
bare ezelin zich schamen zou, het ook maar
aan te zien. Velen krijgen nu bovendien
nog eene sterke begeerte om te slaan, te
krabben en te bijtenwaarvan allerlei
vechtpartijen het gevolg zijn. Inmiddels
valt de avond, en erger en erger wordt het
nu met de ongelukkige ljjders. De oogen
beginnen uit te puilen, en zien er uit alsof
zy heelemaal weg zullen drijven; de tong
slaat dubbel, zoodat de spraak onduidelijk
wordtde beenen worden als koekdeeg zoo
slap, zoodat zjj het lijf niet langer kunnen
dragen. Het is een erbarmelijk gezicht.
Hier ploft er een in den modder neerdaar
staat er een te redeneeren tegen een lan
tarenpaal, die hy voor een mensch aanziet
ginds gaat er een op een hardsteenen stoep
liggen, in de meening dat hy te bed is,
enz. Ia een woord, de menschen ljjken dan
stapelgeken ik geloof dat ze 't voor die
opgenblikken ook wezenlijk zyn. Gelukkig
efchter duurt de ziekte maar korten tyd
ep langzamerhand komen de lijders weer
big. Maar velen behouden er toch hun le-
vlinlang wat uit. En de meesten voelen
29 Juni 1891.
Wie zich soms mocht blijgemaakt heb
ben met de gedachte dat nu met de gezagsom-
wenteling van de meerderheid der Tweede
Kamer Rome's macht is geknot, verzoeken
wij inzage te nemen van wat de «Maasbode»
schrjjtt, het orgaan der roerige anti-minis-
terieele Roomsche afgescheidenen.
«De val van het Ministerie, de legerwet,
het bondgenootschap, de Roomsch antirevo
lutionaire party», luidt het opschrift van
een artikel, waarin het blad de eer der
liberale overwinning begeerig naar zich toe-
haalt. De liberalen zullen bedenken schrijft
het blad, «dat zij hunne overwin
ning niet te danken hebben
aan zichzelven, maar aan ons,
en dat wij kunnen breken wat
wij gemaakt hebben.»
De Middelb. Crt. is dan ook reeds aan
het reclameeren. Zij antwoordt aan de
Maasbode
«Die hulp is ons niet gegeven om ons
te believenmaar omdat een deel der
katholieken ditnoodig achtte uit zelf behoud,
uit noodzakelijkheid om in en buiten de
Tweede Kamer het bondgenootschap met
de antirevolutionairen te kunnen afbreken.
En tegen de bewering van de Maasbode
pleit zoo duidelijk mogelijk het onloochen
bare feit dat de liberalen vooral wonnen
in districten, welke bijna geen kat
holieke kiezers tellen, zooalsBer-
gum, Wolvega en Ridderkerk. Dit is eene
erkentenis van de Tijd, die de redeneering
van het Rotterdamsche katholieke blad ge
heel in duigen doet rallen.»
Of hiermee echter de Maasbode, die voor
geen klein geruchtje vervaard is, tot zwy
gen zal gebracht zyn, zal te bezien staan.
Inderdaad, wij kunnen wonderlijke dingen
beleven.
Door ged. staten van Zeeland is af
wijzend beschikt op het verzoek van het
gemeentebestuur van Borssele om in het
stoombootveer aan de Zuidnol een ponton
of aanlegplaats voor de stoombooten te
maken. Gewichtige bezwaren verzetten zich
tegen de oprichting bij dijkpaal 27. M. C,
Met 1 Juli wordt te Kloetinge een
Rijkstelegraafkantoor ingericht met telefoon
dienst, voor het algemeen verkeer geopend.
De diensturen zijn geregeld als volgt op
werkdagen van 810 voor en van 121
en 78 u. nam. Op Zon en feestdagen van
89 u. voor- en van 12 u. nam.
We zijn nog niet van de verkiezingen
af. De kiezers worden opnieuw opge
roepen in de districten
A1 m e 1 o o, waar, volgens «Het Vad.,»
mr. W. C. J. J. C r e m e r s zyn benoe-
nog lang daarna de weêrpyn in den zak
«Die arme menschen zuchtte Ko mede-
lijdens. «Maar is er dan niets aan te doen,
om die ziekte te voorkomen
«O, welzeker!» herman Koos. «Maar de
menschen begeeren dat niet. In sommige
plaatsen werd de kermis door de goede
zorg van de Regeering reeds verkort en in
enkele steden zelfs geheel afgeschaft. Maar
meent gij dat de menschen daar dankbaar
voor zijn Het lijkt er niet naar. Zy
willen die ziekte.»
Toen Ko dat hoorde geloofde zy haar
lange ooren niet. «Wat?» riep zy, terwijl
zy een oogenblik bleef stilstaan van verba
zing, willen zij die ziekte O, die menschen,
die menschen I Ik heb altyd hoog tegen
hen opgezien, vanwege hun verstand en
wijsheid. Maar als dat waar is dan ben
ik bly dat ik maar een ezel ben
Gy gaat ter kermis, lezer Maar bedenk
eer gij gaat, of gjj er er veel tegen zoudt
kunnen zeggen, indien eens een ezel aldus
gesproken had. En bedenk bovenal ook
dit; namelijk dat gij eene ziel te verliezen
hebt. Kunt gij op de kermis winst doen
voor uw eeuwig heil? Bedenk datgy een
christen heet en dus ook een christen zijn
moet. Als christen voegt u een wandel
in eerbaarheid, reinheid en heiligheid, een
leven, tot eer van Hem, die zijn leven gaf
om u te redden van het eeuwig verderf.
Kunt gij Hem dienen en verheerlijken in
het zoo zondige kermisgenot Gy weet
het wel beter. Maar kies en doe dan ook
het betere. Op de kermis is de wereldis
de zonde. En de wereld gaat voorbij met
al hare begeerlijkheden en wie de zonde
doet. is een dienstknecht der zonde en zal
eens het loon der zonde ontvangen. Dat
loon is de eeuwige dood. De genadegift
Gods echter is het leven (Rom. 6 23.)
O, kies dan dit beste deelGod wil het
ook u geven. Het is ook voor u bereid in
Jezus. Wend u tot hem, en gy zult be
houden worden (Jez. 45 22.)