PT7
esche Boot
Schelde.
70 emt
Y 1891. No. 108.
Dinsdag 16 Juni.
Vijfde Jaargang pi
MIDDELBURG.
geil prijs op de hoogte
Binnenland en Bui-
iatuitde Tweede- en
er behandeld wordt
kzeri tijd en ons land
Inch op
VOOR ZEELA.ND,
ïrgroot werd zonder
maanden.
and gelezen, en het
geheele provincieen
lewijs dat het voordeel
i dit nr. staat vermeld,
i GRATIS.
ers
ÏRK, Goes,
d i ddelburg*
RANDEN
andere Insecten.
lellinkstraat
Kamer-
twegers,
'aterpas-
en Trek-
ers, '1ste
alen- en
Diverse
en Zak-
inoopsgaten Scharen.
-, Neus-, Oor- en La-
A'indringenElestieke
egendoek, mannen en
en verder alle
kele-, Dubbele-, Navel
els.
HH. Doctoren.
15, grove Rijst 75,
s. Vette Scharren
Reuzel 45 en 50,
MIDDELBURG.
E KOOP:
bij M. BOUWMAN,
bij J. BOS
e Directie.
te Rotterdam Nieuwe
Pakkenbrue.
verschijnt
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
prijs der advertentie»
HERSTEMMING.
Bij de aanstaande herstemming
voor een lid van de Tweede Kamer
in het hoofdluesdistrict Hontenisse
bevelen wij met nadruk aan
Jkr. mi'. J. J. Pompe
van Meerdervoort.
yk.
- ^1
V.ffniV'
sT
im te reizen.
ont, geschikt voor een kleine
Boekh. DHUIJ Middelburg.
SOES naar ROTTERDAM
i Juni 'smorg. 5,u.
ROTTERDAM naar GOEë
7 Juni 'smidd. 12,u.
te Rotterdam bij den
F. DE LANGE, op 'tHa-
nm
30
Dinsd.,
l Vrijd.
6.30
6,50
u. m. u. m.
12,15 3,45 6,30
12,45 4,15 7,—
"Woensd. en Zat
7,30 2,20 6
7,50 2,40 1
10,30
-o(fou.
"•ft-st-
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummers/0.02!.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cant, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Kapelle, 16 Juni. Wemeldinge, 17 Juni
Iersoke, 18 en 19 Juni, Hansweert, 20
Juni, Krniniugen 22 Juni.
V Niet versaagd.
Ook onder ons is maar één roep, dat de
antirevolutionaire partij onder de verschillen
de moed-benemende omstandigheden, waar
onder zij bij de stembus moest optrekken,
slechts vijf kamerzetels aan den tegenstander
moest afstaan.
Zoo er een goede opkomst is bij de her
stemming, haalt zij dit verlies op enkele
zetels na in; en dan keert zij, wel ietwat
gedund, maar dan toch onverzwakt ter
tweede kamer terug.
De antirevolutionaire partij was nu een
maal veel te sterk in ledental naar ver
houding tot het aantal antirevolutionaire
kiezers.
In een proportioneele vertegenwoordiging
zouden zeker 39 katholieken, 41 liberalen
en radicalen en slechts 20 antirevolutionai
ren mogen zitting hebben.
Toch kan hiermede de poging der katho
lieken om enkele zetels vak de antirevolu
tionairen den liberalen in handen te spelen
niet worden goedgepraat. De liberale partij
is nu eenmaal minderheid onder de bevolking,
minderheid zelfsj onder het bevoorrechte
kiezerscorpsdus behoorde zij ook miuderheid
in de Kamer te zijn.
Bjj de stembus bleef zij telkens in de
minderheid. Ziehier het lijstje:
In 1871 met 26000 stemmen tegen 32000
1873 27000 35000
1875 31000 38000
1877 s 22000 30000
1879 28000 38000
1881 28000 38000
1883 32000 43000
1884 41000 49000
1886 48000 54000
1887 32000 40000
1888 102000 3> 3145000
1891 3> 91000 3> 3) 123000
En zelfs, zoo men de radicalen, volks-
Partij en socialisten die toch eigenlijk ook
by de liberale partij behooren van de 123000
antiliberale stemmen aftrekt en bij de 91000
liberale stemmen voegt, dan nog blijven zij
irto on!?ln C'an wor,'t de verhouding
102,000 tegen 112,000waaron Ier 67,000
stemmen op antirevolutionaire candidaten
uitgebracht.
Thans weder telt de «.liberale» partij in
de tweede kamer 41 leden, welk aantal bii
de herstemmingen nog met een elftal kan
vermeerderen. Wat vreemdsoortige men^e-
l üng van hulptroepen heeft haar die meer
derheid bezorgd, en ook bij de herstemmin
gen zal zij er zonder hulp van radicalen,
katholieken of antirevolutionairen niet op
vooruitgaan.
Want niet daaraan danken zij huune
overwinning, dat hunne beginselen veld
wonnen, of dat hun aanhang toenam of
dat zij het vertrouwen der natie 'her
kregen. Wij zeggen het «De Standaard»
na, zij danken hunne overwinninglo.
aan de Roomsche dissidenten2o. aan
de indiening der Legerwet3o. aan de hulp
van sommige orthodoxe predikanten in de
Ned. Herv. kerk 4o. aan de Suikerwet
5o. aan Marnix6o. aan het specuieeren
op personaliteiten7o. aan het spelen met
hun eigen beginselen en met hun eigen
manifesten 8o. aan stem busmiddelen waar
geen naam voor is, en waaronder kunst
matige kiezersteelt, pressie van landheeren
en schjjnvertoon van vroomheid de eerste
plaats innemen.
Wij deelen hierbij op gezag van Het
Huisgezin mede dat de te Oostburg geko-
j zen liberaal Hennequin heeft verklaard
tegenstander der legerwet en voorstander
van het herstel der Missie bij den Paus te
zijn; waarmede de geestdrift der Neuzen-
j£he katholieken voor diens candidatuur is
\2rti;
V b ?°k zelfs met deze middelen
er nóS n'et gekomen
cfc Eerste Kamer er niet ware
.em~"^,?erec''''o'leid van de groote j
.daar hoe Z,A
zoo zouden ze in Amsterdam, Rotterdam,
Den Haag, Utrecht en Groningen op verre
na niet over 21 zetels beschikkenmaar er
minstens vijf hebben moeten afstaan; en
dus nooit op de 50 1 zijn gekomen.
Zou het onrecht dat deze vijf steden saam
21 leden ter Tweede Kamer afvaardigen
en alle andere districten maar één, thans
niet worden erkend
Laten wij het u even voorrekenen. Te
Amsterdam kreeg de «liberale» candidaat
die alleen door liberalen werd gesteld en
het hoogste stemmencijfer haalde (Cremer)
7681. Te Groningen [Van Houten] 1785.
Te Rotterdam [Mees] 2746. Te Den Haag
[C'onrad] 3370. Te Utrecht [Ruëll] 2001.
Te zamen in de vijf meervoudige districten
17583. Terwijl in deze vijf samen op den
antirevolutionairen candidaat waren uitge
bracht [Hovy] 2702 [Brummelkamp] 1103
[Voorhoeve] 1052[Schimmelpenninck]
2958; [v. Bylandt] 1577. Samen 9392.
De radicalen brachten samen uit[Tindal]
2754[Poelman] 904[Gerritsen] 48.
Totaal 3700. Ook de katholieken brachten
2000 de socialisten 1000 stemmen uit. En
ziedaar, deze 16000 kiezers uit de minderheid
in diezelfde districten zenden samen geen
enkel lid naar de Kamer en de 17000 libe
ralen zenden er 21
Het betaamt ons echter niet tegen deze
dingen te morren al zal zeker het oordeel
zwaar zijn over hen die ditmaal ofschoon
belijders van den Christus, om bijredenen
het onrecht hielpen bestendigen dat ons
misschien weer een regeering bezorgt, die
uit de minderheid is voortgekomen.
De tijd zal leeren of van de voorgespiegelde
hervormingen iets terecht komt, doch het
vertrouwen dat de liberale Amsterdammer
er in stelt, schijnt nog verre van groot,
als zij zegt:
By de herstemmingen, die moeten plaats
hebben, houden de kiezers wel in het oog,
dat men do gewenschte uitbreiding van het
stemrecht niet van de liberalen te wachten
heeft. "Wanneer ze zich gedwongen zien
haar te geven, zal dit zoolang worden uit
gesteld als mogelijk is. Het is toch hoogst
waarschijnlijk, dat bij de uitbreiding van bet
stemrecht, zoover als de Grondwet dit toe
laat, de liberale partij, zooals die nu bestaat,
zeer zal inkrimpen, zoo niet geheel zal ver
dwijnen.
Men bedenke het wel, van elke andere
partij beeft men eer een groote uitbreiding
van het stemrecht te verwachten, dan van
de liberale indien zjj meerderheid wordt.
Oostburg.
De Standaard schrijft
Dat de heer Glindernian in Oostburg
vallen zou wist men van liberale zijde in
het district reeds voor lang te vertellen.
«Glinderman», zoo heette het, «zal val
len als een baksteen».
Waarom
Omdat de onzen minder eensgezind wa
ren? Of slonken in aantal?
In het minst niet.
In 1888 had Glinderman bij eerste stem
ming slechts 879 stemmen; nu in 1891
verkreeg hij er bij eerste stemming 1046.
Neen, de zaak is deze.
De Roomsche minderheid heeft, al naar
gelang ze haar steun aan den Liberaal of
aan den Antirevolutionair biedt, in dit dis
trict den uitslag in haar hand.
En nu bleek ditmaal: 1°. dat een invloed
rijk pastoor op een publieke meeting de
liberalen verdedigde en voorsprak; en 2°.
dat er van Roomsche zijde een strooibiljet
is rondgezonden, om het stemmen op den
Koomschen candidaat zoo sterk mogelijk
te ontraden.
Men mag dus aannemen, dat een goed
deel der Roomschen reeds bij eerste stem-
op Hennequin, den liberalen candidaat,
ging.
Ja, men vertelt er bij, dat de liberalen
aai om alleen reeds lang vooruit zoo stellig
spraken, omdat ze reeds voorlang een accoord
hadden aangegaan, om in Hontenisse den
Roomschen candidaat tegenover den A.-R.
te steunen, zoo de Roomschen in Oostburg
ken tegen Glinderman optrok-
Wat hiervan aan zij, zal nu spoedig
blijken.
De uitslag te Hontenisse zal leerrijk zijn.
Slechte wapens.
Het Handelsblad schreef in een zijner
verkiezingartikelen dezer dagen:
„Er was nooit een vreemder huwelijk
dan dat i 1888 gesloten tusschen den
doleerenden bruigom en 't katholieke vry-
stertje.
De calvinisten, die dr. Kuyper volgen,
Aa Muzelmannen van het protestan-
y Koran maken.
van de praedestinatie een fatum, en van
zich zelven „het volk des Heeren", het
uitverkoren volk, te midden der honden
van ongeloovigen.
Nu heeft een gematigd man als de heer
Mackay hen mores geleerd en in toom
gehouden, maar indien zjj ooit alleen de
macht krijgen om hun visioenen van het
Uoilsryk op aarde voor eenigen tijd te
verwezenlijken, moeten ze dwang uitoe
fenen op die heidenen. Men leze het
program zoo men daaraan twijfelt. Men
overwege ernstig wat b.v. hun ontzegging
van recht aan eik, die in de eedskwestie
w- Kuyper verschilt, beteekent.
JNiet uit liefde maar uit belangzucht heeft
deze onverdraagzame calvinistische kerkelijke
party een huwelijk gesloten met de roomsche
kerlcelyke party.
Dat man en vrouw elkander nu haten
was te voorzien."
"VV at zegt men toch wel van liberale
hoofdorganen, die zich over zulk een toon niet
schamen voor hun lezers?
En waarom zich te verwonderen, wanneer
men de provinciale liberale pers het slechte
voorbeeld uit de hoofdstad ijverig ziet volgen?
Wanneer zal men toch eens inzien, dat
het slechts armoede aan politieken geest
verraadt, wanneer men zijn kracht zoekt
in grofheden en personaliteiten, die niets
bewijzen, en die ook thans den stembus,
strijd maar weer al te veel ontsierd hebben
N. P. G. C.
Civilisatie is Syphilisatie
Waartoe een geleerd man (zoo schrijft ds.
Pierson in het Driemaandelijks Bericht) ver
vallen kan in zijn ideeën, als bij de moraal
\ergeet, is gebleken op een studentenrer-
gadering te Amsterdam
Civilisatie is syphilisatie. Deze ontzettende
woorden zijn bij die gelegenheid gesproken
door den Amsterdamschen hoogleeraar prof.
KuhnBij vermeerdering der beschaving
neemt ook de syphilis noodwendig toe. De
prostitutie, zoo redeneerde men, is geen
noodzakelijk kwaad want «kwaad» kan
men met noemen, wat aan de menschelijke
natuur eigen is. Een treurig gevolg van de
beschaving is dus de syphilis.
Kan het verschrikkelijker En toch, waar
zoo stuitend en openbaar de zedelijkheid in
t aangezicht werd geslagen voelde zich nie
mand der aanwezigen tot een woord van
protest gedrongen. Het scheen dat allen
erkenden, dat deze uitspraak de waarheid
was. Men weet het dus, de vrucht der be
schaving zal zijn, dat allen syphilitisch
worden.
Wat zal er van ons arm volk worden
als de publieke opinie door zulke beginselen
beheerscht moet worden, en onzen toe-
komstigen artsen zulke begrippen worden
ingeprent
En tot dit alles gaf de reglementeerin»
weder aanleiding. Een candidaat-arts zou
het sanitair toezicht(2) verdedigen. De verslag
gever schijnt niet eens te beseffen, dat het
armzalige kwakzalversbluf zou wezen, de
woorden, die hij iemand in den mond le"t
In 999 van de 1000 gevallen kan een
dokter uitmaken of een vrouw syphilitisch
is. Gansch anders oordeelen deskundigen.
Auzias Turenne, een geneeskun Jige, °die
waarlijk niet voor krasse maatregelen terug-
ueinsde, maar zelfs de geheele maatschappij
met syphilitische smetstof wilde inenten
verklaarde uitdrukkelijk op het medisch
congres te Parijs: «Visiteert maar, houdt
inspuitingen, pleistert en verbindt de won
den, brandt uit, geeft haar zooveel kwik
zilver als mogelijk is, den armen schepsels
visiteert ze op nieuw, brandt weder uit,'
dient ze altijd maar weer kwikzilver toe;
onderwerpt haar aan vernedering op ver
nedering, aan lijden op lijden sterker nog,
stelt een afschuwelijk stelsel van spionnee-
nng in, rondom haar en zelfs midden onder
haar; ja, dwingt ze om weg te zinken tot
op den diepsten trap van verlaging, tot zij
geen vrouwen meer zijn; nog zal daar
het besmettend gif wezen, verholen, niet
te treffen, altijd even hardnekkig gereed
zijn werking te doen.
Een der laatste getuigen, prof. Stoukowen-
kolï, hoogleeraar in de syphilidologie te Kiew
schrijft«Ik zou er wel eens eenige ver
klaring van willen hebben, hoe het toch
wel zedelijk gesteld is (net mijn ambtge-
nooten, die met het reglement ernst maken
en die zich in de droevtï noodzakelijkheid
bevinden om een certificaat van gezondheid
uit te reiken aan een syphilitische vrouw
in zeker tijdperk van hare ziekte, als zij de
openbare, krachtige ziekteverschijnselen
luist hebben zien verdwijnen. Het komt
nay voor, dat een dokter oni de kaart van
zoo lanige prostituée het woord «gezond
zoo[13 althans de formule, die Wn hier te
[ec hts t,e kiezen
heeft tusschen deze tweeóf wel te loo
chenen de overtuigende bewijzen der nieu
were wetenschap, óf wel telkenmale de
valschheid van zijn getuigschrift te erken
nen en zijn gen eten daarnaar te plooien».
Is het wonder, dat wij tegenover zoo
groote oppervlakkigheid bij onze tegenstan
ders wel moeten denken aan moedwillige
blindheid voor zulke feiten en doofheid voor
onze argumenten
Civilisatie beschaving syphilisatie
besmetting by zedeloozen omgang met
slechte vrouwen.
(2) Keuring van publieke vrouwen.
15 Juni '91 I
Onze schutters. Men leest in Het
Vaderland
Men is het er niet over eens uf de
thans aanhangige legerwet moet worden
aangenomen of verworpen, wel is men het
eens, dat de schutterij in ieder geval een
onding is. De wet op de schutterij zegt,
dat om de 14 dagen de schutters zullen
worden geoefend in het schieten naar de
schijf en dan tevens zoodanige verdere oefe
ning zal plaats hebben, als onontbeerlijk
zal blijken te zijn.
Mag ik eens even vertellen hoe dat
«schijfschieten met bijbehoorende oefening»
plaats heeft
Een vijftigtal recruten, zoomede 4 on
derofficieren, onder aanvoering van een
adjudant-onderofficier zijn samen eendrachtig
bijeen in het bekende lokaal aan de Groote
Markt. Zes-en-twintig van de meest ge
vorderde schutters worden gesteld onder I
bevel van één sergeant majoor, die hun
de handgrepen zal leeren. Zes-en-twintig
schutters. Eén sergeant-majoor. Gelukkig
is die sergeant-majoor iemand voor wien
ieder zijn best doet. De man is vriende
lijken geduldig. Maar zes-en-twintig tegen éen
«Ziezoo mannen, nu zullen we nog eens
weer het geweer overnemen, ik hoop dat
we het nu allemaal kennen, we hebben
het nu al zoo vaak gedaan. Men neemt het
geweer enz».
Alles wordt duidelijk uitgelegd, de mees
ten luisteren er niet naar omdat het al
zoo «vaak» is gezegd, eindelijk
't commando wordt gegeven, zes-en-twintig
geweren balanceeren door de lucht
och aime, een van de 26 kent nog niet
goed het onderscheid tusschen zijn rechter
en linkerhand. Dit wordt hem uitgeleid
de 25 anderen wachten geduldig, eindelijk
daar komt het volgend commando, 't Gaat
goed, maar twee schutters blijken niet
recht te weten wat de hiel van 't geweer
is. 't Wordt hun uitgelegd, de 24 anderen
staan geduldig te wachten tot het voor de
zooveelste rnaal weer is verteld.
En zoo gaat het door, zes-en-twintig lui
zijn uren aan uren bezig het geweer over
te nemen, net zoolang tot de domste hun
ner het kent. En de domste van zes-en-
twintig 't duurt lang voor die
het kent.
Eindelijk tot afwisseling wordt het vijf
tal in een kring geschaard, want «me
zullen leeren te salueeren». Een onzer
wordt aan 't eene eind van den kring
gezet, een sergeant majoor aan het andere
eind. «Ziezoo, nu ben ik korperaal, nu
moet je mij als zoodanig groeten», zegt de
sergeant-majoor, «marsch» en beiden gaan
marcheerea alsof 't stuivertje wisselen was,
de schutter komt midden in den kring den
«korporaal» tegen, groet en is aan 't an
dere, eind. «Ziezoo, nu nog eens.» Nog
maals wordt stuivertje gewisseld en de kor
poraal gesalueerd; de volgende «schutter»
komt; de sergeant-majoor-korporaal veran
dert in een fouriergeheel alsvoren wor
den hem de verschuldigde eerbewijzen
gebracht. «Die nou volgt, zie zoo, nou
ben ik tweede luitenant». Best, de tweede
luitenant wordt ontmoet en gegroet. Nom-
mer vier komt, «en nu ben ik generaal».
't Gaat best, ook de generaal wordt ge
groet. Steeds wandelt een schutter door
den kring, steeds is de sergeant-majoor aan
het wandelen om in verschillende rangen
gegroet te worden.
«Ziezoo, nu twee schutters, nu ben ik
militaire lijkstaatsie». Zeer eerbiedig maken
de twee schutters halt en front voor den I
militaire lijkstatie voorstellenden sergeant
majoor, die een oogenbhk later weer ver
andert in «een persoon van 't Vorstelijk
Huis», in een admiraal, in een kolonel,
enz. Gelukkig, de klok slaat en maai t een j
einde aan al die wandelingen.
De schrijver noemt deze bezigheid «uit
zijn werk gerukt worden om zoo mir>
mogelijk te leeren.» y' Tl.