pInwolT SCHAPPIJ KOOMAN? VLEESCH. BIJVOEGSEL. KANTEN, IEMIAGE. HAÏTDE1T: in.GedroDgdeWorst, 1891. No. 105 Dinsdag 9 Juni Vijfde Jaargang. r KOOP IJPORCEL (-GETUIGENIS, VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK. te Goes F. P. ÏFHUIJ, te Middelburg. PRIJS HER ADVERTENTIES LAABZENMAKER, KORTGENE, De heer den Bouwmeester zegt, dat men Liquidatie DRIEBLOEMERS :R FIJNE PATRONEN, EDERLAND, i en Hypotheken., Ij heer van Dunné is van gevoelen, dat EN JEENSEN, Goes. |s TE KOOP GEVRAAGD, GABR1ËLSE, Eendracht, MiddelburgFrankje. Ut, geschikt voor een kleine poekh. DHUIJ, Middelburg Ieenen Boek- en Muziek. EST te Sluis is versehenen Iver Hand. II14. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers0.02*. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. door VERGADERING VAN DEN GEMEEN TERAAD TE MIDDELBURG Van Maandag 8 Juni 1891. Afwezig de heeren Hoogerwaard en van Berlekom. De laatste kwam eerst ter ver gadering alvorens tot de benoeming van een onderdirecteur van de gasfabriek en waterleiding werd overgegaan. .1'' De notulen der vorige vergadering worden - gelezen en goedgekeurd. rigdamme gem. St. Lau j Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het ontwerp-politieveror- dening, waarmede men in de vorige ver gadering tot en met art. 79 was gevorderd. De artt. 80 tot en met 85 worden zonder discussie aangenomen. K. Bij art. 86b luidende«Het is verboden leuwland verzoekt eenig schip te verhuiden, te blakeren, te rffmrnvnv®^trouwea iiharpuizen of te reede», tenzij vijf meters Dit in die gemeente, van een schip verwijderd zij» verzocht de "an"f.1 I)E Hamer dit heer van der Swalme eenige inlichtingen ie tevens bereid is omtrent het woord «reeden», dat hij nergens tie te verleenen. |ad kunnen vinden. n De heer A. P. Snouck Hurgronje vermeent I V dat het beteekent toestoppen. IN EEttHEN Jr., redikant te Aardenburg. JS f 0,25. beleefd aanbeveelt P. W. OÜDERLAND. 'J Iste magazijnen in ons land, pezit gekomen van eene DTE PARTIJ |aronder IJZEN worden opgeruimd, VAN STIGI) TE en betaling -eetier t>owel de geregelde" bedongen renten en hypothécaire vorde- rlies op kapitaal en or onvoldoende op- oop van het verbon- goed geleden wordt, dieren, als verschil- inste Hingen, wordt pij ten zeerste aan- onder ook voor bö' en van minderjarige schuldvorderingen Iworden gaarne ver-' vertegenwoordiger |36F het moet opvatten in den zin van gereed maken van alles wat tot de uitrusting be- oortzeeklaar maken. De heer Jeras oordeelt dat «breeuwen» hier een gepaster woord zjjn zou. De heer A. P. Snouck Hurgronje merkt op. dat in de oude verordening hetzelfde woord gebezigd is en dat de havenmeester, deswege gehoord, geene aanmerking ge- I maakt heeft. De voorzitter laai het woordenboek van van Dale halenzoekt het woord op en vindt voor hetzelve de beteekenis van «uit rusten.» De heer Tak vindt het woord in die be teekenis hier misplaatst. De heer v. Hoek vindt het vreemd dat de heer Jeras, die bij het ontwerpen der vorige verordening reeds raadlid was, toen niet tegen het woord is opgekomen. Hij stelt voor het artikel aan te houden, tot dat de havenmeester zal zijn gehoord. De heer den Bouwmeester zou liever de redactie maar willen behouden. De heer F. G, Sprenger stemt hiermede in, ten minste vjanneer hier doorliet woord «reeden», niet «uitrusten»,maar «timmeren» verstaan moet worden. Nadat de voorzitter verklaard iad, dat het woord in dien zin moest woiden op- gevat, werd het artikel zonder hcifdelijke stemming aangenomen. De artt. 87 tot en met 93 wordei zonder discussie of hoöfdelijke stemming goedge keurd. Bij art. 94 was door den heer un der Swalme voorgeteld sub. f eene nieuwi alinea te voegen, luidendeeene haard of achel- pijp door houtwerk te leiden, tenzij door een metalen kraagstuk met dubbelenwand en gevuld mgt asbest, slakkenwol of k-jjt.» De heer Jen Bouwmeester heeft uiets tegen die toevoeging, doch vreest, dat van het al of ribt aanwezig zjjn van dat ktag- stuk wegensdeszelfs onzichtbaarheid moelijk zal blijken. De heir van der Swalme bemerkt, ut de stukken zoo in elkander passen, dat u gemakkeljk uit elkander te nemen ziji Men kar zich naar zjjne meening in di opzicht a-en goed overtuigen, als wanneei' nien de lekerheid zou willen hebben een schorsteen behoorlijk gevoegd is. Zonde! hoofdelijke stemming wordt de toevoegiig goedgekeurd, hetgeen mede het geval wis met de art. 95 en 96, nadat door dei heer van Hoek geantwoord was jpmcrking van den heer van dei- waarom in de verordening bij e stoffen niet genoemd was op een Swalme, v> tplofb: «dynamiet, nytroglicerine en dergelijke.» Art. 97 litt. d. door de commissie ge redigeerd als volgt«op de straat vuur ongedekt te dragen of heete asch of sintels te werpen», was door den heer van Dunné voorgesteld te lezen«Op de straat te dragen vuur dat niet behoorlijk gedekt is, of op de straat te werpen heete asch of heete sintels». De commissie wijzigde daari.a hare redactie volgenderwyze Op de straat vuur te dragen dat niet gedekt is, of heete sintels te werpen.» Met die wijziging verklaarde de heer van Dunné echter geen genoegen te kunnen nemen. Wel is de commissie op hare eerste redactie teruggekomen, doch de tweede kar. hij evenmin goedkeuren. De heer E. P. Schorer zegt, dat in de nieuwe redactie vóór «gedekt» met opzet het woord «behoorlijk» is weggelaten, oin het bezwaar te vermijden, dat in elk con creet geval over behoorlijk oordeel zou moeten geveld worden. De heer van Dunne beaamt zulks niel. Zooals de redactie nu luidt kan men het vuur dekken met bordpapier, met brand bare stoffen zelfs. Hij vindt het wensche- lijk, vooral omdat het hier eene strafver ordening geldt, alle excepties zooveel raoge- ljjk weg te voeren. Het amendement van Dunne wordt ver worpen. Voor stemden de heeren den Bouwmeester, van Dunné Tak, en Snijders. De art. 98 en 99 worden zonder discussie goedgekeurd. Art 400 litt. b. en c. bepaalt volgens de redactie der commissie dat de koffie huizen, herbergen, kroegen en tapperijen zullen moeten gesloten zijn van een uur des nachts tot zes uren des morgens en dat strafbaar zullen zijn zij, die zich gedu rende die uren in die localiteiten bevinden, uitgezonderd bloedverwanten tot in den derden graad of die er ambtsbezigheden in verrichten. De heer van Hoek constateert dat bij de commissie omtrent dit artikel geen een stemmigheid heersehtde minderheid, waartoe hij behoort, zou liever het verbod om geopend te bljjven geheel willen opheffen en alleen strafbaar stellen het feit van bezoekers te hebben in die localiteiten, wanneer ik* ontruiming of sluiting door den burgemeester is bevolen. Hij grondt zijne meening op het feit dat de ingeze tenen reeds genoeg belast zijn en voor de meening van de meerderheid der commissie geen enkele rechtsgrond is. De bepaling noemt hij draconisch en naar zijne opvatting is het veel beter dal de herbergen geopend zijn dan gesloten, want er zjjn en zullen altijd büjvea een soort van menschen, die op den dag rusten en 's nachts zich ontspannen. De heer van Dunné kan er zich niet mede vereenigen, dat de koffiehuizen enz. tusschen de aangegeven uren zouden geopend blijven volgens hem wordt zulks door de openbare orde en veiligheid verboden. Het argument van den heer van Hoek van de op den dag Slapers vindt hij weinig afdoende. Doch er is nog een ander bezwaar, dat zijns inziens veel zwaarder weegt, te weten dat de bur gemeester sluiting kan bevelen, want of schoon hij het van dezen burgemeester niet verwacht, zou er toch later een kun nen gevonden worden, die b. v. om 8 uur liet sluiten. De heer W. Snouck Hurgronje ziet niet in dat orde en zedelijkheid zullen benadeeld worden door geen sluitingsuur te stellen. Wat gaat het der politie aan, of ik inij|des dat middags ten éen uur of des nachts ten éen uur in de herberg bevindtals ik mij mis- iraag, kan de politie zoowel des middags Is des nachts tusschenbeide komen. De heer v. Hoek beweert dat de macht os burgemeesters niet zoo uitgebreid is ht ligt niet in de bedoeling hem zulk een msjit te verleenen. zoo elke wetgeving, vooral strafwetgeving duidelijk mogelijk moet zijnde jurispru dentie is daar om het te bewijzen. De Rechter vraagt niet naar de bedoeling, maar naar hetgeen in de wet geschreven staat. De heer de Stoppelaar is ook tegen het amendement v. Hoek. Hij vraagt den voorsteller of hij wel geattendeerd heeftop art. 105. De heer v. Hoek declareert met dat artikel rekening te hebben gehouden. De heer Schorer is tegen het amendement. Hij wil op grond van mogelijke ontduikin gen zulk eene bepaling niet maken. Rechts grond is er wel degelijk, wanneer wij dus danige bepaling noodig achtenvoor het geval orde en zedelijkheid bedreigd worden. Tot staving zijner meening haalt hij eenige arresten van den Hoogen Raad aan. Het amendement van Hoek om geen sluitingsuur te bepalen wordt aangenomen. Tegen stemden de heeren v. d. Swalme Schorer, F. Sprenger, de Stoppelaar, van Dunné, de Ligny en Snijders. Tegen het woord ambtsbezigheden heeft de heer van Dunné mede bezwaar. Hij vindt dit woord niet genoeg presiseerend. Men vindt meer dwaasheden in het men- schelijk leven, zegt hij, en, volgens de redactie, zou een ambtenaar, die zijn schrijf werk, een zijner ambtsbezigheden, in een dier localiteiten ging verrichten, niet straf baar zijn. De heer v. Hoek repliceert dat de be wering van zulk een ambtenaar dat hij in die lecaliteit ambtsplichten vervulde niet zou baten, hjj zou moeten hewjjzen dat zijn ambtsplicht hem daar geroepen had. De heer van Dunné merkt op, dat de heer van Hoek tot tweemalen toe in zjjne repliek het woord ambtsplicht gebruikt. Welnu, men verandere het woord «ambts bezigheid» in «ambtsplicht» en de zaak is geheel opgelost. De heer van Hoek dpclareert, dat, als hij het woord ambtsplicht gebruikt heeft, hij zich heeft vergist. Het amendement van Dunné om te lezen ambtsplicht in plaats van ambtsbezigheid wordt verworpen. Voor stemden de heeren van de Swalme, van Dunné en Snijders. De voorlaatste alinea wordt op voorstel der Commissie uit het artikel gelicht. De art. 101, 102, 103 en 104 worden zonder discussie aangenomen, alleen be klaagt de heer van Dunné zich dat ver schillende zijner amendementen door de Commissie eenvoudig zijn ter zjjde gelegd, hetgeen hij niet nobel vindt. De heer van Hoek, (zijn zetel verlatende en plaats nemende op dien van den heer van Berlekom, naast den heer A. P. Snouck Hurgronje), teekent protest aan tegen de woorden van den heer van Dunné, bewe rende dat alle amendementen door de Commissie genoegzaam gewikt en gewogen zijn. De Commissie heeft een moeilijken arbeid tot stand trachten te brengen en had zulke beoordeelingen allerminst ver wacht, waar zij alles in het werk gesteld heeft om zooveel mogelijk aan allen te vol doen. Zij moet dan ook ten krachtigste protesteeren tegen het woord ignobel dooi den heer van Dunné geuit. De heer van Dunné houdt zijne bewe ring vol. Wel kan hjj begrijpen dat het der Commissie onaangenaam moet geweest zjjn, zoovele aanmerkingen op haar werk te zien vallen, wat niet voor hetzelve getuigt. Maar hij zal zich door niets laten terughouden, hij vindt de handelwijze der Commissie willekeurig, hij herhaalt dat, waar die Com missie geheele volzinnen van anderen over nam, zij al zijne aanmerkingen niet over nam, zooals het behoorde, en hem dikwjjls heeft genegeerd. De heer A. P. Snouck Hurgronje sluit zich bjj het protest van den heer van Hoek aan en wenscht nog verder te releveeren, dat der commissie verweten is plagiaat. Hij moet ten krachtigste hiertegen opkomen; de Commissie heeft alle amendementen naar haar beste weten en zonder onder scheid behandeld. Hoe dus door een beza digd mensch zulke beweringen naar het hoofd der Commissie kunnen geslingerd worden, begrijpt hjj niet. Op voorstel van den heer A. P. Snouck Hurgronje wordt art. 105 en op voorstel des Voorzitters art. 106 aangehouden, ter wijl de artt. 107 tot en met 110 onver anderd werden aangenomen. Op art. 107 had de heer Snjjders een amendement voorgesteld, doch, na eene nadere explicatie van den heer A. P. Snouck Hurgronje werd het door hem ingetrokken. In verband met een nader ingekomen en aan de leden in druk rongedeeld amen dement op het nu volgend hoofdstuk over de reinheids- en gezondheidspolitie wenschte de voorz. de discussiën te verdagen. De heer Tak merkte echter op, dat de tijd, die volgens convocatiebiljet aan de politieverordening zou gewijd worden, nog niet verstreken was. De heer W. H. Snouck Hurgronje merkt echter op dat dit geen beletsel zjjn kon om de discussiën te staken, te meer nu afwezig is de heer van Berlekom, die meer dan ieder ander ongetwijfeld in staat zal zijn ons omtrent het volgend hoofdstuk nuttige wen ken te geven. Zonder verdere discussie wordt dan ook besloten de behandeling van het ontwerp- politieverordening te verdagen. v Aan de orde is nu de benoeming van een onderdirecteur bjj de gasfabriek en duinwaterleiding, omtrent welke benoeming het volgend schreven van de commissie van bestuur bjj B. en W. was ingekomen: «Middelburg, 16 Mei 1891. »Aan heeren burgemeester en wethou ders van Middelburg. »Ter voldoening aan art. 15 der veror dening tot regeling van de exploitatie der gemeente-gasfabriek en gemeente-duinwater leiding te Middelburg hebben wjj de eer hierbij de aanbeveling van candidaten over te leggen voor de vaeeerende betrekking van onderdirecteur bij bovengenoemde inrich tingen. »B(j het opinaken dier aanbeveling is onze commissie van het principe uitgegaan om slechts die personen in aanmerking te doen komen, die zelfstandig in het gasvak zijn werkzaam geweest. »De keus uit een 78-tal sollicitanten is niet gemakkelijk, vooral niet, omdat ook onder hen, die in het onderhavige geval niet in aanmerking konden komen, onge twijfeld meerderen worden aangetroffen, die op ander gebied niet onverdienstelijk zouden kunnen zijn. »Op grond echter van het bovengenoemde principe meenen wij de volgende niet alpha- betisch gestelde aanbeveling aan u ter over brenging bij den gemeenteraad tot benoe ming van den titularis te moeten overleg gen, te weten: 1. P. D. Spruijt, directeur gasfabriek Maarssen, 2. W. Klaassen, gasfabrikant te Nijkerk. 3. Jhr. F. H. Gevers, adsistent gemeente- gasiabriek en gemeente-duinwaterlei ding Dordrecht. 4. H. Lenderink, opzichter gemeente gas fabriek Gouda. 5. P. L. van dej Polder, gas-technicus 's-Gravenhage. »De commissie enz. »Get. W. J. SPRENGER, Voorz. JJ. V AN DER HARST Az. m P. M. DE LIGNY. (leden-* De heer Tak wenschte, alvorens tot do benoeming over te gaan, nog eenige inlich tingen te ontvangen, liefst in eene zitting met gesloten deuren. De wethouder Sprenger, voorzitter der

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 5