ZINNIGE
ING
BIJVOEGSEL
DE ZEEUW"
DELBURG.
AARS te koop,
tweede Kamer van
a. s. is, met groote
t gekozen de heer
ngen,
1 van Zeeland,
de Staten-Generaal,
ïg wordt aanbevolen.
!\N DE VOORDE,
Rede van mr. C. Lucasse.
DES.
ten, (Gitten).
nnige Kiesvereeniging
BELANG» te \lissingen.
RAALTE.
VAN DER BILT.
[JL QUAKKELAAR
rAN UNEN.
I OCKENBURG.
tERS.
R A C H T» te Veere.
BEVEREN.
DOF.
DONACKER.
•OED.
SSE.
iburg.
behoorende bij
de Wed. P. BOON, Buttinge-
LNIBUSDiENST,
n-tsdijksche veer naar Goes
lijks, met uitzondering van
Wolfertsdijksehe veer
50 u. aank. Goes 8,30 u.
u. 2,u.
u. d y> 5,u.
van Goes (station):
u. aank. Wolf. veer 9,50 u.
3,25 u.
x> 7,31 u.
leclits 2 maal gereden worden.
Wolfertsdijksehe veer
Goes aank. 10 n.
5 u.
Goes
u. Wolf. veer a. 3,30 u.
u. sa. 7,31 u.
De ondernemer,
GOES. Naar wij vernemen wordt liet
oude postkantoor Donderdag 28 Mei a. te
half 3 geslotenliet nienwe postkantoor op
de mnrkt wordt denzelfden dag te 5 uur
voor het publiek opengesteld.
Op uitnoodiging der a. r. kiesv. te Se-
rooskerke, trad Zaterdagmiddag te 5 uur
voor de kiezers op mr. C. Lucasse, lid dei-
Se kamer voor het district Mifdelburg.
Er was eene goede opkomst. Ruim 100
kiezers waren in de zaal aanwezig. Wij
geven van deze rede een kort verslag.
De spreker begon met uiteen te zetten,
dat de anti-revolutionaire partij zich prin
cipieel tegenover de' beginselen der fransche
revolutie stelt en met alle geoorloofde mid
delen die beginselen, die ons volk tot on
geloof geleid hebben en nog leiden tracht
te bestiijden.
De liberale partij staat op geen anderen
bodem dan die der revolutie, erkent niet
de souvereiniteit G ids maar huldigt de sou
vereiniteit der menschelij ke rede, zij wil het
geloof van de staatkunde scheiden. Zoo
doende is haar bestuur steeds de richting
van het ongeloof opgegaan. Zij heeft ons
volk gemoderniseerd, getuige ons hooger-,
middelbaar- en lager ouderwijs, ingericht in
een geest die met de erkenning dat alle
gezag en macht uit God is, heeft gebroken.
Die beginselen moeten ons volk ten ver-
derve voeren. Vandaar onze strijd daartegen.
Groen van Prinsterer vooral heeft door woord
en geschrift de beginselen der revolutie
bestreden, en de oogen van ons volk doen
opengaan voor het verderfelijae daarvan.
Het zaad door hem gestrooid is niet alleen
ontkiemd maar ook tot wasdom gekomen.
De antir. partij nam in kracht toe. De
wet Kappeijne de scherpe resolutie, deed
op onderwijsgebied de verdrukking van
ons volk ten toppunt stijgen. Deze school
wet, die het in stand houden van christelijke
scholen zo) goed als onmogelijk maakte en
bovendien zoo duur was, dat zij de schatkist
uitputte, deed de oogen van ons \olk nog
meer voor de bedoelingen der liberale partij
opengaan, daar het duidelijk was dat zij
door deze wet het onderwijs der kinderen
van ons volk aan hare beginselen wilde
dienstbaar maken.
De weelderige inrichting van het onder
wijs en van schoolgebouwen deed ook anderen
dan onze eigene parlijgenooten het liberale
bestuur den rug toekeeren. De liberale
partij groef met deze onrechtvaardige wet
haar eigen graf.
Tengevolge der grondwetsherziening in
1887 en van de uitbreiding van het kiesrecht
werd de antir. partij geneund door de
Roomsch-Katholieke partij en bij de verkie
zingen in Maart 1888 met laatstgenoemde
partij meerderheid in de tweede kamer der
Staten-Generaal.
Eene regeering der rechterzijde trad op.
Onze tegenstanders waren daarmede niet
ingenomen. Zij beweerden dat wij een
monsterverbond met Rome hadden gesloten,
Wat daarvan aan is leert wel de aanhan
gige legerwet, door de Roomsch-katholieken
lel bestreden. Neen, van die bewering dei-
liberalen is niets aar.. Alleen hebben de
Roomscli katholieken de antirevolutionaire
candidaten gesteund, omdat ook zij tegen
de ongeloofsbeginselen der liberalen gekant
zijn. Samenwerking tusschen da minderheden
is niet ongeoorloofd. Ook Groen van Prinsterer
was daar niet tegen. 1
De liberalen waren bij het optreden van
dit ministerie bevreesd, dat de openbare
onderwijzers aan den dijk gezet, de open
bare scholen verdwijnen en de kweekscholen
zouden worden opgeheven, dat de inquisitie
zou worden ingevoerd en brandstapels zouden
verrijzen en dat de benoemingen zeer par
tijdig zouden wezen. Van al die verdacht
makingen door de liberalen is mets uitge
komen. De benoemingen waren strikt recht
vaardig, eerder waren zij nog meer in ons
nadeel dan in ons voordeel.
(lok zou, zeiden de liberalen, de regeering
der reciiterzijde niet in staat zijn met hare
beginselen te regeeren en toen bleek dat
zij wel degelijk daartoe in staat was werd
beweerd, dat zij heel weinig tot stand bracht.
De hi er Lucasse ging nu, om dit tegen
te spreken, na wat de regeering bij haar
eerste optreden op 2 Mei 1888 in haar
program zich had voorgesteld tot stand te
brengen.
Deze regeering bracht tot stand eene
wijziging der ondeiwijswet, die niet alleen
het Christelijk onderwijs ten goede kwain
door een subsidie van ongeveer een millioen
gulden uit 's rijks kas, maar die ook ver
betering van bet onderwijs in list algemeen
aanbracht.
Door deze wet tot stand te brengen
tieeft deze regeering den Hank van het
geheele volk verdiend want zij nam daardoor
weg den feilen strijd, die sinds jaren op on
derw(jsgebied tusschen de verschillende
partijen was gevoerd.
Toch staat liet Christelijk onderwijs nog
niet in alle opzichten voor zoover dit kan,
met liet openbaar onderwijs gelijk. Het
openbaar onderwijs ontvangt nog 25% voor
schoolbouw uit de schatkist en liet bijzonder
onderwijs niets en voor on- en minvermo
genden zal het om de kosten moeilijk zijn
evengoed een plaats te vinden op de Christe
lijke alsop de openbare school.
Doch in hoofdzaak is destijds op dit gebied
bijna uitgestreden. Wij mogen daarvoor
hoogst dankbaar zijn.
Op sociaal gebied bracht de regeeri tig de
- arbeidswet tot stand, zij diende de wei tot
waarborg van de uitbetaling van het loon
in, een staatscommissie werd benoemd om
in verschillende deelen van ons land onderzoek
in te stellen in hoeverre voor den werkman
nog meer' zou kunnen worden gedaan. De
regeering bevorderde zooveel mogelijk de
Zondagsrust voor hare ambtenaren.
D(.n landbouwkwam de regeering tegemoet
door de boter wet, waardoor namaak van
boter niet anders dan onder dien naam
ter markt mag komen.
Zij richtte drie landbouwproefstations op,
stelde landbouwleeraren aaii en gaf f 40,000
voor de ondersteuning van de paardenfokkerij.
De regeering bracht het paarden wetje tot
stand. Voor de landbouwers een groot
gemak. Afwisselend gebruik van paarden
voor rijtuigen op voeren is daardoor toegestaan
en ook kan men jonge paarden een jaar
langer onbelast voor rijtuigen op veeren
gebruiken.
Wel kwijnt de landbouw nog, zei de heer
Lucasse. Hij zou daarom niet tegen een
matig invoerrecht op de granen zijn.
Buitenlandsch graan kan zoo gemakkelijk
en goedkoop hier ter markt komen, dat
concurrentie onmogelijk wordt. Het zou
dus overweging verdienen gelijk andere
landen reeds doen, eeuige bescherming te
geven aan dezen voornamen tak van ome
nationale welvaart.
Buitengewone omstandigheden wettigen
buitengewone maatregelen overigens is
de heer Lucasse voor vrijen iiandel.
De regeering benoemde reeds eene com
missie voor de herziening onzer handelsta
rieven. Daarin hebben vier leden zitting,
die wel voor protectie zijn.
Wenschelijk ware ook de oprichting van
kamers van landbouw evenals kamers van
arbeid. Die kamers van landbouw zouden
gekozen moeten worden door landbouwers.
Zij konden dan hare belangen bij de
regeering voorstaan en voorts de regeering
van advies dienen evenals nu de kamers
van koophandel.
Op het gebied van handelen verkeer zat
de regeering ook niet stil. Men deuke aan
ie spoorwegovereenkomsten, een reuzenwerk
dat de regeering ondernam. Daardoor zal
het verkeer en goederenvervoer binnen
s lands en naar het buitenland zeer worden
gebaat.
De rechten op het Noordzeekanaal werden
afgeschaft Daardoor werd voor Amsterdam's
handel een belemmering weggenomen.
Ook de wijziging der postwét zal het
publiek zeer ten goede komen
De door de regeering tot stand gebrachte
bankwet bevoordeelde de schatkist.
Eene regeling van de administratieve
rechtspraak bracht de regeering nog niet
tot stand. Doch dit is een moeilijk werk.
In Duitschland deed men daarover tien jaar.
Bovendien de liberalen moeten ons op dit
gebied niets verwijten, want in de grondwet
van 1848 was ook eene bepaling opgenomen
dat eene wet zou regelen de ^(ijze waarop
geschillen over bevoegdheid tusschen de
administratieve en rechterlijke macht ont
staan, zouden worden 'beslist. Deze wet
brachten de liberalen in 40 jaar tijds niet
tot stand.
De regeering gat overigens ook uitvoering
aai de nieuwe voorschriften der grondwet
van 1887.
Ingediend of tot wet verheven zijn,
voorstellen voor de verkiesbaarheid van leden
der Eerste Kamer, op de inundatiën, op
den staat van oorlog en beleg, voorts een
voorstel,houdende bepalingen omtrent 's rijks
waterstaatswerken, een tot voorkoming van
aanvaring of aandrijving, en eindelijk de
legerwet.
Het vei wijt, dat de regeering geen uit
voering gat aan de nieuwe bepalingen der
grondwet, is dus ongegrond.
De regeering had ook reeds met een
nieuwe kieswet kunnen komen. Maar was
het wel wenschelijk reeds dadelijk daarmede
voor den dag te komen, zoo kort na de
•algemeerie verkiezingen van 1888? Daarbij
komt dat de grondwet ook voorschrijft dat
de kiezers een zekeren inaatschappelijken
welstand moeten bezitten. Eene wijziging
der personeele belasting, waarvan binnenkort
een ontwerp zal inkomen kan op de regeling
daarvan van invloed zijn. Verder verklaarde
de heer Lucasse, dat hij het kiesrecht nog
wel zou willen zien uitgebreid, door aan
hoofden van gezinnen en lodgers die een
zelfstandig oeconomisch bestaan hebben het
kiesrecht te verleenen.
Voorts zijn de lasten nog wel niet ver
minderd maar ook niet vermeerderd. Leenin
gen, zooals de liberalen meermalen deden, zijn
nog .niet gesloten moeten worden. i
Belasting op zout en zeep zou kunnen
worden afgeschaft of verminderd. Maar zij
brengen nog 9 miljoen in de schatkist.
Een aequivaient zou dus moeten gevonden
worden. Dit zal waarschijnlijk kunnen ge-
vonden worden bij de herziening onzer
handelstarieven.
Ook zullen belastingen, die de bevolking j
drukken, kunnen worden afgeschaft als eene
belasting op het roerend vermogen, effecten
en hypoth. schuldvorderingen, tot nogtoe
onbelast, is tot stand gekomen.
De regeering heeft gezegd niet ongeneigd
te ziju zulk een wetsontwerp in te dienen.
Mocht de^e regeering aan het roer blijven,
dan zal zij zeker hare belofte gestand doen.
Ook is de regeering bereid tol afschaffing
der staatsloterij mits door langzame inkrim-
pirig.
Ook de minister van finantiën heeft niet
stil gezeten. Hij bracht de bankwet tot
stand, ook de pensioenwet, eene belangrijke
wet voor de burgelijke ambtenaren, hunne
weduwen en weezen. Eene groote verbe
tering bracht die voor hen aan, de regeering
zorgde op uitnemende wijze voor hunne
belangen.
Eene wijziging der personeele belasting
is ter hand genomen en zal als ik wel ben
ingelicht mede in het belang van den
■andbouw zijn.
Ook diende de minister een ontwerp in
op de belasting op de ongebouwde eigen
dommen. Voor Zeeland zal daardoor de
belasting op het ongebouwd met 16 pet.
dalen.
Een niet minder belangrijk ontwerp diende
de minister in nl. dat tot herziening van
de regeling der plaatselijke belastingen.
Dit is een hoogst belangrijk ontwerp.
De gemeenten die zwaar zijn belast worden
daardoor geholpen. Uit 's rijks schatkist
wordt aan de gemeenten twee millioen gulden
uitgekeerd. De gemeenten zullenjflaardoOr
veel minder hoofdelijken omslag of andere
belasting te innen hebbe.i.
Op koloniaal gebied heeft de regeering
ook niet stilgezeten. Zij heeft de Zending
bev'orderd en het opiummisbruik, zooveel
dit kon, tegengegaan. Zij legde ten be
hoeve der bevolking irregatieven aan. Bij
de heffing en invordering 'van belastingen
ging zij met gematigdheid te werk en heeft
die beter geregeld.
De regeering kon echter nog niet op
koloniaal gebied tot stand brengen, wat zij
zich had voorgesteld. Daarop is echter van
grooten invloed geweest, dat aan den mi
nister Keuchenius, die zoo bij uitnemend
heid in staat 'zou zijn geweest verbetering-
van den toestand in onze koloniën te bren
gen, op 31 Januari 1891 door de liberalen
het ministerieel leven is afgesneden. Is
dus op koloniaal gebied nog niet gedaan
wat wenschelijk was, dan hebben de liberalen
daaraan ae schuld.
Verder werd door den heer Lucasse er
op gewezen dat door de regeering nog
verscheidene wetten werden tot stand ge
bracht of ingediend.
Hij beweerde dat de liberalen jaloersch
zouden moeten zijn op wat reeds door
deze regeering was tot stand gebracht. Van
de bewering der liberalen dat deze regeering
weinig had tot stand gebracht blijkt dus
niets waar te zijn.
Ook prof. 15uijs heeft erkend, dat deze
regeering hard heeft gewerkt en veel heeft
tot stand gebracht.
Bovendien moet men bij dit alles rekening
er mede houden, dat de regeering dei-
rechterzijde, voor het eerst aan het roer,
zich eerst in de administratie had in te
werken, met ambtenaren te doen had niet
van hare richting, dat de liberalen den
minister Keuchenius hebben doen vallen en
daardoor verwisseling van ministers heeft
moeten plaats hebben, waardoor groote
vertraging in «Ie werkzaamheden ontstond,
wat ook het geval *was door de ziekte en
het overlijden des Konings.
Ook de liberale eerste kamer maakte dat
de regeering voorzichtig moest zijn met hare
ontwerpen. Zoo verwierp die eerste kamer
de stedenwet, eene hoogst rechtvaardige
wet, die een einde zoude maken aan de
meervoudige districten der groote steden.
Terwijl overal enkelvoudige kiesdistricten
waren in 't leven geroepen, bleven Amster
dam, Rotterdam, Den Haag, Groningen en
Utrecht meervoudige districten. Juist zijn
ilie districten bijna uitsluitend liberaal, zoo*
dat de liberalen door 't behoud dier groote
districten al dadelijk 19 leden hunner partij
in de kamer konden brengen. Van die districten
wenschte de regeering ook enkelvoudige di
stricten temaken, waardoor de minderheden
beter konden worden vertegenwoordigd.
De tweede kamer nam die wet aan er
voor stemden ook de liberale heeren Van
Houten, Veegëns en Kerdijk, maar de
eerste kamer verwierp die wet niet anders
dan uit partijbelang.
Die eerste kamer moet anders zijn samen
gesteld en een kamer van belangen kunnen
worden. Doch zoolang zij moet gekozen
worden uit een categorie als thans, moest
zij worden gekozen door ontbindbare pro
vinciale staten of door de kiezers der tweede
kamer rechtstreeks uit zekere groepe.i van
personen. Zoodoende zouden bij ontbinding
der beide kamers dadelijk dezelfde kiezers
over beide lichamen uitspraak kunnen doen.
De spreker ging daarna ria wat van de libe
ralen te wachten is.
Leerplicht en progressieve inkomstenbe
lasting. Daarover zijn de liberalen naar het
schijnt het bet meest eens. Leerplicht is
niets anders dan schoolplicht en legt de
macht der ouders op dit punt op de schou
ders van den Staat. Tegen progressieve in
komstenbelasting zijn ook een aantal be
zwaren in te brengen. Het is een ongelijk
drukkende belasting en bovendien vooreen"
eerlijke uitvoering niet vatbaar. Spreker
toonde dit door een aantal voorbeelden aan.
Eindelijk wees de heer Lucasse er op,
dat de liberale beginselen op ongeloof uit-
loopen en mitsdien deze regeering, die op
een gefoovig christelijk standpunt staat en
zich niet schaamt dit te belijden, met alle
kracht moet worden gesteund.
De antir. partij dient geen kerk. zooals
wel blijkt uit de samenstelling van de antir.
Kamerleden. Er behooren ongeveer 20 tot
de ned. herv. kerk, 4 tot de ned. geref.
keik en 3. tot de christelijk geref. keik.
De heer Lucasse besloot zijne rede met
eene aansporing dat al wat zich op een
posit ef geloovig christelijk standpunt stelt
en wenscht dat de regeering des lands
blijve in handen van hen die op datzelfde
standpunt staan; de regeering bij de a. s.
stembus zal moeten steunen, opdat niet
zegevieren de beginselen, die men voor ons
volk verderfelijk acht.
De voorzitter der kiesvereeniging, ds.
Wolf, gaf alsnu gelegenheid tot debat.
Daarvan werd gebruik gemaakt door de
heeren Snijders en Cornelissen. beiden van
Middelburg.
De heer Snijders beweerde, dat de beloften
in 1888 in het program van actie der antir.
partij gedaan, niet zijn vervuld.
Dat wel een aantal wetten door deze
anti-liberale regeering is tot stand gebracht,
maar dat dit evengoed door de liberalen
kon zijn tot stand gebracht.
Deze regeering bracht wel de onderwijs
wet tot stand, maar eenige liberalen in de
beide Kamers hebben er toch hun stem
aan gegeven.
Dat de liberalen vroeger niet zeiven zulk
een wijziging in de onderwijswet hebben
gebracht weet de heer Snijders aan de
anti-iiberalen.
Wat de regeering op sociaal gebitd deed,
was zeker goed, maar eene parlementaire
enquête beeft reeds plaats gehad onder eene
vorige regeering.
Eveneens is de pensioenwet onder vroegere
regeeringen voorbereid.
Beschermende rechten werden den land
bouwers voorgespiegeld, maar tot nogtoe
zijn die niet gekomen zegt de heer Snijders.
Tegen progressieve inkomstenbelasting is
men, zegt de heer Snijders, maar in het
tegenwoordige program van actie der anti
revolutionairen is sprake van eene degressieve
inkomstenbelasting. Wat precies hetzelfde
is volgens den heir Snijders.
De liberale partij is niet tegen het geloof,
velen van de liberalen zijn nog vcor het
geloof.