1891. No. 88. Dinsdag 28 April. Vijfde Jaargang. Ien n. es, VERSCHIJNT G. M. KLEM KERK. te Goes F. P. ÏVHUIJ. te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES rk, DE POLITIEKE GEVOLGEN. recht elk en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. /0.95. Enkele nummers/0.02s. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel. Het heeft een onaangenamen indruk op ons gemaakt dat tot nu toe bij de be handeling der Legerwet nog zoo weinig kamerleden flink en fier het voor dit ontwerp hebben opgenomen. Van de militaire leden spraken de heeren v. Vlijmen, Guyot en Seyffardt tegen de wet, en alleen de heer Rooseboom er voor. Maar van de burgerleden stond uit de «liberale» partij niemand op om, wat prof.Spruijt onver moeid buiten de kamer begon in de Kamer voort te zetten, namelijk het bewijs te leveren dat deze legerwet, hoe ook als alle legerwetten lasten leggende op, offers ver gende van de natie, toch en alleen de volksbelangen op het oog heeft. Tot nog toe is dan ook gebleken (en dat voor de hoeveelste maaldat onze «liberalen» heel veel voelen voor nationale, zelf voor christelijke deugden, doch als het op de toepassing aankomt, koud als ijs de dingen kunnen aanzien en laten geworden. De echte liberalist zal gaarne, bij het genot van zijn halfelfje, of na het diné, in huiskamer .of sociëteit met u kou ten over vaderlandsliefde, en met hupsche vrienden toosten op den plicht om te sterven voor zijn land. Zoo bijne op zijn Fransch, a la Hugo Ik heet voortaan Vaderland. Maar helaas, als 't op de toepassing aan komt, wat blijft er dan weinig over van al deze zoogenaamde tot tranen roerende geett irift O, ja, hij wil in zijne kiesvereeniging die tedere snaar van den persoonlijken dienst plicht nog wel eens aanroeren en een motie doen aannemen, liefst onder oorverdoovend voetgetrappel, om toch vooral de zonen van het zelfde vaderland zonder onderscheid te doen dienen, maar als het er eens op aankwam, of dit vreemdsoortige vuur niet spoedig zou worden gebluscht? Het geldt van vele «liberalen, persoonlijken dienstplicht heel graag, als zij er maar niet aan gelooven moeten. Men kon er tot heden toe verscheidene staaltjes van zien bij de algemeene beraad slagingen over de legerwet. Met uitzonde ring van den heer Rooseboom spraken al deze geestdriftige liberalen tegen de wel. Seyffardt was o, zoo voor persoonlijken, ja zelfs voor algemeenen dienstplicht, en toch hij is tegen de wet. Guyot, een marineman, van wien men eveneens mocht verwachten dat hij er voor zou zijn, heeft er zich zoo kras mogelijk tegen verklaard. Viruly, de partijman, vindt persoonlijken dienstplicht noodzakelijk, ir.aar hij zelf blijft er liefst buiten. En zoo heeft ieder zijn bezwaren. Gelijk wij Vrijdag reeds met een enkel woord aanduidden, behoeft deze tactiek der «liberalen» ons niet te verwonderen. En kele eerlijke elementen uitgezonderd, behoe ven wij hen op staatkundig gebied geen oogenblik verder te vertrouwen dan wij hen zien. Hunne groote meerderheid toch is 't in de eerste plaats niet om het landsbelang te doen. Hoofdzaak is dat de «liberalen» weer op het kussen komen. Daarom hadden zij gaarne dit ministerie langzamerhand on gemerkt afgetakeld. Godin de Beaufort hadden zij gaarne op de Bankwet doen vallen; Havelaar op zijne Spoorwegwet; Keuchenius noodzaakten zij heen te gaan Dyserinck viel uit het geliden zoo zouden zij gaarne in Juni bij de stembus op een afgebrokkeld machteloos ministerie hebben gewezen, dat ter nauwernood eene eerlijke begrafenis waard zou zijn. Maar deze list is mislukt. Wat zou hen nu verhinderen bij de legerwet rechtsomkeert te maken, en zich met de halve rechterzijde te vereenigen, om zoo én den minister én het geheele Kabinet te doen vallen Want dit verstaan wij wel, eene zoo ernstig en langdurig overwogen wet, die zoovele principiëele verbeteringen beoogt, kan niet verworpen worden zonder den minister van oorlog er bij te verspelen. En aangezien het geheele Kabinet het met den heer Bergansius in zake het hoofdbeginsel der wet eens is, moet het haast niet anders kunnen of met den minister van oorlog viel het gansche Kabinet. En dit is het nu juist wat de «liberale» visscher, die bij voorkeur het troebele, water zoekt, zoo van harte wenscht. En daarom verwachten wij dat onze antirevolutionaire Kamerleden zich zoo dicht mogelijk zullen aaneensluiten, en staan of vallen zullen met dezen minister. Aaneensluiting werd betrachtèn bij de school wet van minister Mackay, èn bij de bankwet van minister Godin de Beaufortèn bij de spoorwegwet van minister Havelaar. Hebbe ook deze katholieke minister die zoovele antirevolutionaire denkbeelden in zijn veelomvattend ontwerp neerlegde, hun aller steun, naarmate het aantal tegenstanders klimt. Want gelijk Groen v. Prinsterer het als een noodzakelijke voorwaarde beschouwde dat een Kabinet eensdenkend moet zijn op bet punt onzer landsverdediging, evenzoo dient een antirevolutionaire partij, die immers bjj Groen ter schole gaat, die eenheid; en samenwerking met het ministerie, zoover het landsbelang maar immer gedoogt, te bevorderen. Want, hoe weinig de natie ook voor de details dezer wet gevoelt, zij is toch over tuigd, dat de vaderlandsche grond moetjver- dedigd worden dat dit niet kan geschieden door een huurleger, maar door de eigen zonen dat een dergelijke regeling en ver meerdering der strijdkrachten geld zal kos ten en dat vooral in onze veel bewogen tijden een uitgaaf van een paar miljoen 'sjaars niets is in vergelijking met de duizenden menschenlevens die bij besten diging van den ouden toestand er aan worden gewaagd. En nu aan dezen antiliberalen minister de gelegenheid te ontnemen dit verbeterde plan ten uitvoer te brengen, zou een daad zijn van verregaand plichtverzuim jegens het vaderland. Of dan deze wet geen nieuwe lasten op de natie legt Zeer zeker. Maar waar het noodig bleek, wist Neder land, in deu bloeitijd van het calvinisme althans, groottr geldelijke offers te brengen. Eerst toen de «liberale» mannen der 18e eeuw de zuinigheid gingen betrachten en vloot en leger verwaarloosden, maakten zij Nederland rijp voor de Fransche over- heersching. En wat vraagt thans deze katholieke mi nister Zes miljoen, tot verbetering der kazernes; en voorts 2 miljoen meerdere uitgaven dan onder de oude wel. Deze miljoenen zullen eerst over 13jaar noodig zijnterwijl de geringe hoogere uitgaaf geen verhooging van belasting zal ten gevolge hebben, geljjk de Regeering heeft medegedeeld. Stellen wij daar nu tegenover de vele verbeteringen die deze wet aanbrengt, waarop wij in een volgend nommër terugkomen, dan springt des te meer de onbeduidendheid in hetoog vander «liberalen» argument, dat deze legerwet te duur is. Nog niemand hunner deed een goedkooper stelsel aan de hand. Ja, wat meer zegt, wat aan de hand gedaan werd, o. a. door den «liberalen» heer Seyffardt, bleek veel duurder te zijn. Zouden er onder onze antirevolutionaire kamerleden nog zijn, die zich door dit op geworpen dubbeltjesbezwaar der tegenpartij lieten medesleepen 't Is niet te denken. Het komt ons voor, als bewezen werd dat geen goedkooper inrichting mogelijk was, dat dan voor onze antirevolutionaire tolken in de Kamer de zaak, al heel eenvoudig stond. Wilt gij deze regeering bestendigen met deze legerwetof een «liberale» regeering helpen inhalen met niet betere en stellig veel duurdere voorstellen, die dus veel meer dan deze de natie zullen drukken en den weg openen tot algemeenen dienstplicht? Zou deze ruil niet te duur betaald zijn, ook bij de nooit te vergeten teleurstelling ons christenvolk bereid dat namelijk een kabinet, dat de christelijke historische be ginselen in eere bracht, door zijn eigen vrienden werd verraden Mag 1866 hier niet het waarschuwend vraagteeken zijn? De spil, waarom 't draait. De groote beweging der Katholieken is niet minder dan de tegenstand der anti militaristen een verschijnsel, dat zijn grond vindt in het op de spits gedreven klassen, verschil. Het is geen specifiek «liberale» zaak zich tegen het hebben van een leger te verzet ten en het is geen uitsluitende eisch eener katholieke staatkunde een lans te breken voor het behoud der plaatsvervanging. Er zit dus een andere drangreden achter. De beweging tegen de legerwet ter wille van den persoonlijken dienstplicht begonnen is uitgegaan van de voorzitters van enkele N. Brabantsche katholieke kiesvereenigingen Deze heeren handelden zoogenaamd op last van hunne vereenigingenlater sloten zich Limburgsche kiesvereenigingen bij hen aan en zoo sloeg de beweging over op de ka tholieken benoorden den Moerdijk. Toch bleek daar de dienstplichtvrees meer acuut te zijn. Weldra koos ook de geestelijkheid partij, zelfs tegen den uitnemenden leider dr. Schaepman, en zoo werd de sneeuwvlok tot een lawine wier vaart niet meer te stuiten schijnt. Nu zal over 't algemeen niet kunnen gezegd worden, dat de katholieken zoo politiek ontwikkeld zjjn. Hunne politieke voelhorens zjjn slechts even fijn, zoo nitt min der dan van de protestanten. Een politiek karakter kan dus deze strijd der katholieken niet hebben een kerkelijk karakter even min want de minister heeft voor de geeste lijke ordebroeders en alle kerkelijke waar digheidsbekleders gezorgd. Een persoon lijk karakter, dit laat zich evenmin denken; al trachten sommige bladen het vermoeden te wekken dat Schaepmanhaat hen drijft. Het kan dus niet anders of de beweging heeft een sociaal karakter. En dan is het bekend dat de Noord-Brabanters die tegen de legerwet gingen ageeren, evenals zij die eene adresbeweging in zake de suikerwet op het getouw zetten, heeren zjjn geweest. Niet mannen uit het volk, maar heeren, industriëelen of advocaten die misschien desnoods ook zonder de kiesvereenigingen wel zouden geageerd hebben. Deze heeren nu en ook de «liberale» antimilitaristen behooren tot die klasse welke den dienstplicht steeds met zijn geld heeft afgekocht; en thans waant dat dooi den langen duur het privilegie een recht is geworden. En men gevoelt niet dat voor de kleine burgerklasse, den boerenstand, den minderen man, de zoogenaamde kleine luyden dit privilegie een onrecht is. Het is niet de minst ontwikkelde klasse die door dezen middeleeuwschen kruistocht tegen den persoonlijken dienstplicht dat helotisme in hef leger wil bestendigen. Een privilegie voor de meest vermogende klasse ten koste van den kleinen man dat is de spil waarom de strijd tegen de legerwet zich beweegtook al verschuilt men zich achter de dubbeltjes. 27 April 1891. De voorloopig vastgestelde lijst van hoogstaangeslagenen in 's rijks directe be lastingen in Zeeland bevat 132 namen. Het hoogst aar geslagen is de heer D. F. Seydlitz te Hulst voor f4421.04; het laagst de heer J. W. Wagtho te Tholen voor f 380.40. De adjudanten des konings in ge wonen en buitengewonen dienst, zoo mede de ordonnans-officieren zullen den titel voeren 1°. de adjudanten in gewonen dienst, dien van«adjudant van Hare Majesteit de Koningin» 2°. de adjudanten in buitengewonen dienst, dien van«adjudant in buitenge wonen dienst van wijlen Zijne Majesteit den Koning» 3°. de ordonnans-officieren, dien van «ordonnans-officieren van Hare Majesteit de Koningin.» De Evangelische alliantie te Florence. De aangekondigde vergadering van ge noemde Vereeniging, de eerste van dien aard in Italië, heeft van 5 tot 11 dezer met het beste gevolg en onder algemeene belangstelling te Florence plaats gehad. Er waren ruim 200 afgevaardigden, uit Italië zelf en verder uit Amerika en Canada, Australië, België, Duitschland, Egypte, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië. Indië, Nederland, Oostenrjjk, Rusland, Spanje, Turkjje en Zwitserland, uit Nederland o. a. de predikanten dr. A. W. Bronsveld uit Utrecht en dr. J. A. Gerth van Wijk uit 's Gravenhage, welke laatste het woord voerde over «de waarachtige eenheid eener christelijke kerk.» Voorts waren uit Neder land tegenwoordig de heeren E1 o u t van Soeterwoude en Mr. F. Graaf van Bylandt. De commissie, met prof. Geymonat (een dergenen die voor 40 jaar wegens hunne proteotantsche gevoelens uit Toscane werden gebannen en die, aan een boef vast geketend, de gevangenschap leed om dezelfde reden) tot voorzitter, had al het mogeljjke gedaan om den vreemdelingen eene aange name ontvangst en goede huisvesting te verschaffen. In den avond van den 5n werd eene voorbereidende bijeenkomst gehouden ter verwelkoming van de bezoekers. De boven genoemde dr. Geymonat, thans directeur van het Waldenser college en voorzitter van de Florijnsche afdeeling der Alliantie, hield eene welkomstrede in het Italiaanscb, aan het slot waarvan hij zich o. a. als volgt uitliet «Zijn wij werkelijk in Italië, te Florence, op enkele schreden van de plek waar Sa vonarola's bran istapel stond, vereenigd tot dit werk der vrijheid en des geloofs Wer kelijk te Florence, waar om den wille des Evangelies in Augustus 1851 de Madiai in hechtenis genomen en in Juni 1852 tot 20 jaren galeistraf veroordeeld werdenwaar eene achtbare deputatie der Evangelische Alliantie den groothertqg van Toscane om hunne vrijlating kwam smeeken, zonder zelfs officiëel gehoor te kunnen verkrijgen Openen wij op diezelfde plek deze vrjje samenspreking aller natiën Kunnen wij onze eigen oogen gelooven Spr. eindigde met een warme lofspraak op het huis van Savooie waaraan Italië eindelijk godsdienstvrijheid te danken had, en zijne woorden met daverende toejui- cheningen begroet, waarna een telegram van dankbetuiging aan den Koning werd ge zonden, door een uitvoerig telegram in hartelijke bewoordingen beantwoord. Over een gansche reeks onderwerpen werd door tal van sprekers het woord gevoerd, alsde verbreiding van het Evangelie in Italië, het gezag der Heilige Schrift, de aanvallen van het zoogenaamd wetenschap pelijk ongeloof, mededeelingen over toe standen in verschillende landen enz. Dis- cussiën hadden niet plaats en een bepaald anti-roomsch karakter had de samenkomst t t te en. 1E- uu. rke in

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1