PAKJES, .NJE Lz. AN.JE Lz., Schoonmaak of garen Costumes LIGNY, Goes. ^NTALONS imie Saisons 5 en losse Broekjes REN naar MAAT legante coupe. IGNY, Goes. lending delft G 3, EN KOOLTEER. nes en Briquetten, L no. 6 7, G- I89I. No. 87. Zaterdag 25 April. Vijfde Jaargang. van vreemde lui Logelijk. R A D I G skin Kostumes en Kostumes VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'BUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIE» en ;s, - en goedkoopste ELBARE MASSA EN BUKSKIN af f 1,25. 90 cent. af f 5,—. nzen, Zeemelappen, Mooie Presenteer- lines, Hanglampen, achtige Klokjes en Rieten-, Houten- Dames- Reis- en olïïe- en Theepotten aur- en Wijnkratten, Bronzen- en Bis- Is YY aschserviezen, chalen, Borden, enz. GOES. de soorten, ook voor 'rverkoopers. ÏIJSCOURANT. GOES. e schoonmaak alles met TE BELEGGEN, ikelen in ruimen orhanden. ilein, tegen concureerende J. PL A ZIEK, bij de Brug, Goes. iSEN worden mede be tomen. 5.[Prijscourant gratis. 0.— 12.50, 14. !0.en hooger. f 17.50 f20.— - en f 30,—. 0 tot f 18. DE elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummersƒ0.025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel. Oranje. Geen Partijleus. In een vorig artikel wezen wij er op dat de «liberale» verkiezingsapostelen met alle macht den kiezers trachten in te prenten dat de «liberalen» zulke bij uit nemendheid Oranjegezinde mensciien zijn. Dit deden groote staatslieden als Gleichman, de Beaufort en v. Karnebeekzoo deden ook kleine staatsmannetjes als De Kanter, Smeenge en Rethaen Macaré. Voorzichtig is dit van de heeren niet. Een lietde die zoo vast staat als de liefde voor Oranje dit bij hen en hunne «liberale» hoorders schijnt te doen, moest men niet uitbazuinen. Welk man die zijne vrouw liefheeft en zichzelven eert, zal het openlijk rondver tellen dat hij veel van zijn vrouw houdt? Welke vrouw die ware moederliefde kent, zal den volke gaan verkondigen dat zij zoo alles voor hare kindertjes over heeft? En welke achtbare vergadering die door denkt zal zulke van zelfsprekende waarheden, als hoorde zij wat nieuws, komen toejuichen In veel hooger mate geldt dat voor de liefde tot ons dierbaar Vorstenhuis. Die moet onder ons boven allen twijfel verheven zijn en daarom is al dat gloeiend en geestdriftvol getuigen van de gehecht heid der liberalen aan onze jeugdige Ko ningin onnoodïg en tijdroovend gebazel. En gelijk men de vrouw die bjj elke ge legenheid hare innige verkleefdheid aan haren geliefden man bij anderen ter sprake brengt, terecht als leugenaarster mag brandmerken, evenzoo moet ook dat telkens herkauwde praatje van der «liberalen» liefde voor Oranje, bjj den eenvoudige den indruk vesti gen dat er een luchtje aan dezer Oranje- vereering schijnt te zijn. Bovendien is deze betuiging in den vorm waarin de heer Macaré dit deed, bepaald schuldig om nog een andere reden. Deze spreker had namelijk den treurigen moed de anti-revolutionairen te beschuldigen dat zij «schijnen» voor een republiek te zijn en daartegenover te wijzen op de konings gezindheid der «liberale» partij. Wij jhouden deze poging voor een co- mediespel van het schuldigste en tegelijk van het onnoozelste soort. Van het schuldigste soort wjjl zij ons antirevolutionairen iets aanwrijft wat nooit bij ons bestond. Maar tevens van het onnoozelstedewijl niemand den goocheltoer zal ontgaan zijn, waarbij de heer Macaré zichzelf het lams- vacht over het aangezicht schoot en op een maal den antirevolutionairen de wolfshuid om de leden wierp. Bovendien zijn zulke leugens geen nette middelen waarmee men de tegeapartij be strijdt. De heer Macaré is nog nieuweling jn het vak en zal dus dezen wenk van een, zjj het misschien even kleinen tegenstander als hij, wel willen aannemen. Daardoor yergeve men hem ook gaarne den voetzoe ker waarmee hij zjjne rede voor de Mid (jelb urgsche liberalen besloot Laten wjj daarom hopen dat de dag niet meer verre is die een einde maakt aan dat tweehoofdig bestuur (van Kuyper en Schaepmanen dat het Nederlandsehe schip van staat weldra trots en fier de golven klieve met een liberaal stuurman aan het roer en den koninklijken standaard^ gedekt door den Oranjewimpel hoog in top. De heer dr. Bolle had wel gelijk toen hij in de vergadering der liberale kiesver eeniging gisteren zeide, dat de causerie, wat den inhoud betreft van niet veel be- teekenis was, en dhr. Macaré getoond heeft met de'Jtalme deftige liberalen te willen medegaan. Zeer juist gezegd, niet waar? Verdachtmaken en lasteren van den tegenstander, schitteren door beginsellos. heid, afsteken van vuurwerk en schelden op «doleerenden» en «clericalen» was immer de tactiek der «kalme deftige liberalen.» Dat hopen wij weldra met bewijzen te staven. Het zou ons dan ook bepaald spijten, wanneer de heer Rethaen Macaré door Walcherens «liberalen» bij de candidaats- keus voor de Tweede Kamer werd voor bijgegaan. Wij wensehen edelmoediger te zijn dan onze tegenstanders. Verdenken zij ons van republikeinisme, wij daarentegen willen volgaarne aannemen dat hunne liefde voor onze geëerbiedigde Koningin van echten stempel is. Wij twijfelen daar zelfs geen oogenblikaan. Een andere vraag echter is of de eerbied voor het gezag van Oranje bij de «liberalen» even echt, even gemeend, even historisch vaststaand is. Wij gaan zelfs hët tegendeel aantoonen. De «liberalen» worden gekend aan de profeten wier graven zij bouwen. Nog in de laatste jaren heeft die partij, welke de rede bet hoogste stelt, hare standbeelden opgericht voor de grondleggers der «libe rale» richting, voor haren Hugo de Groot en haren Spinoza. Die richting nu beschouwt zich als het intellect der natie; die richting is in het bezit van alle souvereiniteit, van alle macht. Haar hoogste streven is om te vernietigen al datgene wat boven haar staat. Daarom heeft zij gedurende drie eeuwen zich er op toegelegd om het mo narchale beginsel in ons land niet tot ontwikkeling te doen komenheeft zij steeds er naar gestreefd het Huis van Oranje er onder te houden, opdat zjj alleen de wet zoude kunnen stellen. En dat kan ook niet anders wijl deze richting alleen gelooft in de souvereiniteit van de rede. Hoor slechts wat haar woordvoerder de heer Levy er van zegt: Het is niet de volkssouvereiniteit, het is niet de Staatssouvereiniteit, het is vooral niet de Vorsten-souvereiniteit, maar het is de souvereiniteit van de rede, waar mede wjj te rekenen hebben. En om van het gebied der philosophie op dat der historie over te stappen, luis teren wij naar wat de uitnemende historie kenner (het Kamerlid de Beaufort) ook eeu woordvoerder der liberalen, er reeds in 1875 van zeide De zwakke zijde der staatsgezinde party kwam onder deze ongunstige omstandig heden helderder dan ooit te voren uit. Yoor haar was het behoud van den republi- keinschen regeeringsvorm steeds het eerste artikel van het staatkundig credo geweest. Yoor dien regeeringsvorm had zij tegen Maurits en de twee laatste stad houders gestreden, van welke allen men te recht of te onrecht geloofd had dat zij in het geheim naar de souvereiniteit stonden. De vernedering van het Huis van Oranje was derhalv e noodzakelijke gedragslijn geworden. De afstand van de stadhouderlijke waardigheid naar de souvereiniteit bleef altijd klein, en de stap zou aan een stoutmoedig vorst licht ge lukken. Alles moest dus worden in het werk gesteld om de verheffing van een eminent hoofd tegen te houden. Maar terwijl men dus steeds naar boven zag om de dreigende souvereiniteit af te wenden, sloeg men den blik niet naar beneden. Op de behoeften der natie die men re- geeren wilde, werd weinig acht geslagen, Met de privileges en keuron te eerbiedigen, de pro v i n ciale en st e de lij k e sou vereiniteit zoo breed mogelijk uit te meten en de macht van het Huis van Oranje te knotten, meende men alles verricht te hebben. En zegt men nudat is al zoo lang ge leden, dan wijzen wij aan de hand van De Bosch Kemper (dl. IV bl. 508) Ge schiedenis van Nederland na 1830, op de schandelijke scheldnamen die de «liberalen» aan de toenmalige regeering gaven. Meer nog op de deftige liberale Arnhemsche courant van 1848. In het nummer van 10 April van dat jaar werd van M e 11 i w I (omgekeerd Willem I) verhaald, dat hij een wondere Chinees of liever Turk was, die met behulp van zijn piassen den geheelen boel fameus in de war gestuurd had en toen de tulband had afgezet. De Ministers van Willem II werden kennelijk aangeduid. Terwijl van den St. Nicolaas (den verjaardag van W i 1- lera II) aldus aan het einde geschreven werd „Het Turksche (Nederlandsehe) volk schreeuwde, gilde, tierde, woedde als een bezetene. „Op den witten steen stond een bloedkleurig schavot. „De zon ging ook dezen Zaterdag bloed rood onder en Millew II (Willem II) was gevallen ondor den bjjl eener bloeddorstige, getergde, verbitterde, gehoonde volksmenigte. „De piassen (Ministers) waren nog bijtijds naar Amerika gestoomd met eenige han- nekemaaiers. „De vloek des volks was hunne reisgezellin aan boord. „Hun stoomboot verging met man en muis. „Vox populi, vox Dei Sapienti Sat." Zoo werd voor 45 jaaï- over Oranje, nog wel over den ridderlijken Willem II door liberalen gesproken. Waren de liberalen nu immer, zooals Mr. de Kanter het zoo liefelijk uitdrukt, «zonen van het oude Oraojehuis O, zeker, zoolang het het liberalisme niet tegenstaat. Maar toen Oranje in 1845 niet voor grondwetsherziening was, werd de nagedachtenis van Willem I vereerd door hem een Turk te noemen en Willem II bedreigd met het schavotZóó bont maken zelfs de socialisten het thans nog niet. Neen, zoodra de Koning ophoudt hen te voldoen, zetten zij hem aan den dijk. Dan hebben de «liberalen» wonderlijke gedachten over «het individu dat de Kroon draagt». De deftige redactie van «Eigen Haard» gaf zich den 30 Nov. 1890 ook te veel bloot op dat punt. Meldende hoe de .Brazilianen hun wettigen koning Pedro hadden weg gejaagd, voegde zij er bij Sterker constitutioneele zin is wel nimmer betoond.D Let welhet wegjagen van een Koning grondwettig! En hoe mannen als de heer v. Houten over het koningschap oordeelen (als zijnde slechts een ornament, dit weten wij allen wel. En met verkleining van de macht des konings ging, na 1848, verheffing van die der tweede kamer gepaard. «Daaraan herkende men of iemand al dan niet liberaal was, of hij de almacht der tweede kamer al dan niet hoog stelde. Niets mocht geschieden door den Koning persoon lijk alles moest bij slot van rekening in en door de tweede kamer beslist worden. Dat heeft men bereikt door het bekende middel der budgetweigering van elk Minister die niet verkiert te buigen voor de meerderheid. Zoo sprak een onzer ministers (toen ka merlid) in de tweede kamerzitting van 15 Febr. 1887. Neen, wij willen graag gelooven dat de «liberalen» en de heeren in Middelburg veel van onze Koningin houden al vinden wij het onbeschaamd en onvoorzichtig die Oranjegezindheid tot een middel tot stem- menwerving te verlagenden schoonen Oranjenaam neer te trekken in het slijk der partijnamen en partijleuzen, zooals in de vorige eeuw de Oranjeklanten dit deden tot schade voor Oranje. Maar der «liberalen» Oranjeliefde is van jonger datum dan de onze, en de hechtheid van dezen liefdeband, ook als Oranje eens niet naar hun zin rr geerde, door deze °,cht j 1. k, predikers der volkssouvereiniteit nog niet bewezen. Er is eene gehechtheid als die van een honl aan zijn meester, zelfs als deze hem mishandelt. Er is ook eene gehechtheid als die van een poes aan hare meesteres, minder om haar persoon dan wel om hare lekker- beetjes. Kerkelijken. «Clericalen, kerkelijken» worden wij anti revolutionairen in den regel door de liberalen genoemd. Het hielp niet of wij daartegen al op kwamen, en op goede gronden betoogden, dat wij geen kerkelijke partij vormen. Onze partij beslaat uit Hervormden, «do leerenden,» Ghr. Gereformeerden, Luther- schen en Doopsgezinden. Zoodra wij nü voor de eene of andere kerkelijke richting partij gingen trekken, zouden we aanstonds de vrienden van andere kerkeljjke kleur van ons afstooten. Toch gaat men voort met ons «kerkelijken» te noemen. Nu echter op een zuiver kerkeljjke bij eenkomst, de bekende classicale vergade ring te Amsterdam, het advies werd vast gesteld om geen antirev. en roomsche te stemmen omdat zij geen «Hervormde Christenen» zjjn of althans van hen geen liefde voor de Hervormde kerk kan worden verwacht heeft nog niet eeu liberaal blad daarover zijn afkeuring te kennen gegeven. Dat was nu toch een zuiver kerkeljjke handeling. Toen onlangs door roomsch-kath. de wensch werd uitgesproken bjj onderlinge politieke geschillen de beslissing aan hun bisschoppen over te laten, schreeuwde daar al wat liberaal was wraak over. En nu door enkele dominé's eiger.lijk geheel hetzelfde gedaan wordt, zwjjgt men. Is dat billijk De anti revolutionairen, die juist het kerkelijke buiten den politieken strijd wensehen te houden, worden als kerkeljjken gequalificeerd ;J en van de do- minees-partjj, die te Amsterdam classicaal vergaderde, wordt zonder eenige afkeuring het besluit der vergadering medegedeeld. Of zijn de liberalen niet tegen ker kelijken, wanneer deze slechts niet ten doel hebben de liberale partij te bestrijden De kerk mag dus wel in den strijd ge mengd worden, mits zjj zich aan de zijde der liberalen schaart. Is dit niet zoo, welnu laat de liberale pers zich dan daarover eens uitspreken. Het bovenstaande ontleenen wij aan De Boodschapper, wier verzoek aan de «liberale» pers wij met aandrang ondersteunen. Y De Legerwet in de Kamer. Tot nog toe waren slechts tegenstanders aan het wcord of vrienden die hunne be zwaren te berde brachten. Alleen de heer Schimmelpenninck v. d. Oye aanvaardt deze wet met een volkomen hart. Wjj koesteren de alleszins gegronde hoop dat de Regeering zoo dicht mogeljjk zal willen tegemoet komen aan de wensehen der volksvertegenwoordigingschoon met onvoorwaardelijke handhaving van het hoofd beginsel der wet. Maar dan zjj er ook flinker, inniger blijk van medewerking aan de zijde der antire volutionaire kamerleden. Het blijkt met den dag dat het aantal «liberale» tegenstanders der wet toeneemt. Let er op, de Iiberalist zal in troebel water visschen. Hjj zal, na het onbeperkt optreden der dissidente roomschen en de bestrjjding der wet door De Geer en Huber, er geen been in zien van taktiek te veranderen. Is toch de katholieke partij, gesteund door een tiental der onzen, tegen de wet, dan hebben van liberale zjjde maar een paar man tot de antimilitairisten over te gaan, te 5n. E- 1U. ke sn in

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1