y 1891. No. 84. Zaterdag 18 April. Vijfde Jaargang. Strijd en Zegepraal. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES DE LEGERWET. 4 April '91. Vorig 791/4, 793/8 94% 9:1/8 100% 1011/2 101% 101% 100% 87% - 981/j 911/j 911/ 1001/4 L 90 7% 79% 95% 55 551/o 81 783/g 1003/s 100% 743A - 72/6 - 1003/4 98 977/a 1031/g 1031/4 721/s 713/4 803/4 80% ISVs 18% 973/8 97 931/4 74% 74 231/3 467/s 47% Leeningen. 3% 987/8 99 3% 98% Ondernem ingen. 122% 161% 162 100% - 511/4 51 101 100% - 55% 55% 100 1001/4 101% - 101 108 85 100 102 59 99 2395/8 - 2g 1013/a 101% 50 98 90 3 141% 94 331/2 993/4 993/4 54% 58 140% 182 1267/s 89% 991/s 96% 102% 103% 100% 81% 86Vs 923/4 13% 30% 106% 1033/4 99% 94 33 543/8 58% 142% 127 69% 108% 100% 93% 13% 293/4 99% 92 U03/4 297/8 29% 95 77% 76% 193/4 201/s 49 103% 103% 106 110 1093/8 - 46% 46% 1063/g 106% 90 183 184 100% 100% 60 90 100 100 1087/g 108% 105% 1073/t 103% 103 69 92% 92% - 1231/., 115 - 121% - 164 I621/4 129 I68I/4 1577/8 48% 18% 128 48% 1^0 I elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prgs per drie maanden franco p. p. /0.95. Enkele nummers0.02*. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel. II. De commissie van voorbereiding heeft wijzigingen op de legerwet voorgesteld, waarvan het voornaamste is den duur van den dienstplicht bij het leger van 8 op 6 jaren te brengen. Voorts om de vrijstelling van eenige zoons te doen vervallenook óm van een oneven getal broeders de grootste in plaats van de kleinste helft dienstplichtig te verklaren en eindelijk om strengere bepalingen te maken in zake oefening van landweer en aanvullingsre serve. De heer Schimmelpenninck v. d. Oye heeft verklaard enkele dezer voorstellen tol wijziging niet te steunen. De commissie wil dus blijkbaar nog verder gaan dan de minister. Eenige zoons dienstplichtig te stellen is een maatregel dien wij om reeds vroeger gemelde redenen niet toejuichen. Wel kunnen onder hen verwende mannekes zijn, wier karakter gevormd of gewijzigd diende te worden, en voor wie de dienst niet kwaad zou zijn. Maar een natie die de voortzetting van namen en geslachten op prijs stelt, moet de eenige zoons niet aan de gevaren van den oorlog prgs geven, tenzij dan om hen corveedienst of anderszins te laten verrichten, jgelijk de principiëele, zoo genoemd in tegenstelling met de aan gewaaide moderne, doopsgezinden. Het voorstel om de grootste helft der jongens uit een gezin te doen dienen, is eveneens een verzwaring van last. De natie zal wel degelijke argumenten voor dezen maatregel verlangen, alvorens zich door de noodzakelijkheid en billijkheid er van te laten overtuigen. Wil men algemeenen dienstplicht, wat uit beide door ons genoemde maatregels blijkt, men kome er dan rondweg voor uitdoch trachte dit niet langs sluippaden te ver krijgen. Want wel vermeerdert door dezemaat- 26) FEUILLETON. Schetsen uit den Fransc.h Duitschen oorlog.) Overigens zette de zoogenaamde voldane burgerij te Parijs haar leventje van «vroolijke Franss ongehinderd voort. Mep bezocht de plaatsen van vermakelijkheden als vroeger. Alleen had men eenige bedden ingeslagen en de vlaggen van het Roode Kruis buiten de woningen gehangen, opdat de Duitsche «barbaren», als zg onverhoeds kwamen, genoopt zouden zijn de aldus geteekendè woningen, als werden daarin gekwetsten verpleegd, voorbij te gaan. Inmiddels kookte en siste het in dezen heksenketel, en met recht mocht men ongerust zijn bjj de gedachte wat van dit brouwsel worden moest. De wildste repu blikeinen tierden en hielden zich alsof zg zich met de Duitschers onder de puinhoopen der stad wilden laten begraven. De regeering werd gedwongen alle in de stad aanwezige petroleum op te kooper,, teneinde daarmede zoo noemden zij het de Duitschers te verbranden. Een inschrijving werd geopend voor hem iie den koning van Pruisen vermoorden zou. Officieren die in het Duitsche leger waren krijgsgevangen geweest en op hun eerewoord dat zij de wapens niet weder tegen de Duitschers voeren zouden gedurende den oorlog, waren ontslagen, strgden thans weder in de gelederen, zeg gende dat zij wel gemeend hadden te beloven niet meer onder de vanen des Keizers te zullen strijden, maar niet onder de vanen der republiek. Groot was de onzin waarmode de dichter Victor Hugo de wilden opzweepte. Een regelen de kans op een hoog nommer voor de lotelingen, die kans wordt echter ge kocht door een te dieper ingrijpen in het organisme van het huisgezin. Reeds de kleinste helft zijner zonen te moeten missen is een ouder soms al vrij lastig en onvoor- deeligwaartoe dan de grootste helft aan te spreken? Van veel meer ingrijpenden aard zjjnde wijzigingen door den heer Schaepman voor gesteld. Zij komen hierop neer, wat wij aan «Het Centrum» ontleenen, dat de dienst- vervanging, door de Regeering verworpen, wordt gehandhaafd, maar niet zooals zij thans bestaat, nl. dat men zich voor geld zijn algeheele vrijheid koopt en zich onttrekt aan alle persoonlijke diensten bjj de lands verdediging. Ieder toch, die bij de zeemilitie of voor langen diensttijd bij het leger is ingelijfd, zou zich een plaatsvervanger kunnen aanschaffen, geheel op de wijze als nu. Hij, die echter een plaatsvervanger stelt, zou daardoor van den dienst niet vrijkomen, doch worden ingelijfd bij het gedeelte, dat voor korten oefeningstijd, hoogstens drie maanden, is bestemd. Hiermede vervalt zeer zeker het bezwaar tegen den lang- durigen kazerneplicht voor degenen, die uithoofde van hun beroep of dat hunner ouders niet lang van huis kunnen zonder ernstig nadeel te lijden. Zelfs gaat de heer Schaepman verder en verlangt, dat, indien een militieplichtige aan zekere eischen van ontwikkeling en geoefendheid, door de Re- geeriag te bepalen, blgkt te voldoen, zijn verblijf in het leger niet langer danj eene maand zal duren, terwgl de plaatsvervangers, evenals nu, steeds deel zullen uitmaken van het zoogenaamd blijvend gedeelte, wat al weder ten goede komt aan alle lotelingen, die zelf hun dienstplicht vervullen. Geheel tegen dit vrijgevig systeem druist een der amendementen van den heer Seyf- fardt in, die den korten oefeningstijd op zes in plaats van drie maanden wil bepaald zien, bjj aanneming waarvan de amende menten des heeren Schaepman hunne waarde zijner gevleugelde woorden was«Wij zijn een eenige Franschman, een eenige Parij- zenaar, een eenjg hartElders schreef hij«Waar de bres is, daar is onze borst Wij zijn geen vleesch meer, maar steen Ik ken mijn naam niet meer, ik heet va derland Wij allen heeten Frankrijk, Parijs muur De Parijsohe bladen deden de dolzinnigste middelen aan de hand om de Duitschers te vernietigen. Zij bevalen bommen aan, die zjj eatansraketten noemden, uit bijzondere balluns geslingerd, waarvan elk duizend vjjanden buiten het gevecht kon stellen ot andere die een geheel leger op een mijl afstand in vlammen kon doen opgaan ont- ploffingsmijnen die geheele regimenten in de lucht deden vliegen en stikbommen om het overschot der Duitschers te verstikken, die door de overige moordwerktuigen zou den gespaard zijn. De slechtste vrouwen uit de stad verbon den zich tot een hulpweerkorps. Een dier amazonen beweerde een middel gevonden te hebben om alle Pruisen die binnen Parijs zouden komen, te vernietigen. Het was een vingerhoed tot een buisje gevormd, hetwelk bij de aanraking blauwzuur deed ontsnappen. Men had daarmede slechts een Pruis aan te raken, dan was bjj terstond dood. Zij noemde dit werktuig den «vinger Gods» 1 Met de verguizing der Duitschers ging de bespottelijkste zelfverheerlijking gepaard. Zoo dreef het dolle volk in den letterlijken zin afgoderij met het standbeeld der stad Straatsburg op del Place de la Concoide. Een ladder bleef dag en nacht tegen het standbeeld staan, opdat ieder die wilde het hoofd er van met bloemen zou kunnen tooien. Van tijd tot tjjd moest dan een zouden verliezen. Voegen wij bij deze mededeeling nog dat de heer Bahlmann in eene nota tegen de wet heeft geprotesteerd, en de heer Land, eveneens in een nota gewichtige bedenkingen in zake de marine heeft nedergelegd, dan zal het den lezer duidelijk zijn, dat den minister van oorlog in de volgende week een zeer moeilijke taak wacht. Vinde hij ■'oor wat het hoofdbeginsel der wet betreft den gewenschten steun bij alle partijen. Late geen onzer antirevolutionaire Kamer leden om bijoorzaken zich daarvan afvoeren. Al moest het zoogenaamde bondgenootschap erom verdwijnen en de ziekelijke «liberale» «partij» aan het bewind komen, landsbelang en rechtvaardigheid gaan voor. Met ver zaking daarvan is toch geen duurzame meerderheid te koopen, de «liberalen» welen op dat punt van ondervinding te spreken. Slechts ééne voorwaarde ga hierbij vooraf Dat stevige waarborgen aanwezig zijn voor eene voortgaande verbetering van de rechts positie onzer miliciens. Lr. Edmond de Pressensé. In De Pressensé verliest het Fransche Protestantisme een zijner edelste en rijkst begaafde zonen. Als kanselredenaar, als handhaver van het goed recht der Vrije Kerk, ook toen zijn jongere medestander Bersier het vaandel verli»t en tot de staatskerk overging, als politicus en Senaatslid, bekleedde hij in het revolutionaire Frankrijk van onzen tijd een eenige en invloedrijke plaats, die niet licht door iemand anders zal kunnen worden vervuld. De Pressensé was een der beste en meest oorspronkelijke leerlingen van Vinet doch paarde door zijn studie aan een paar Duitsche hoogescholen aan zjjn echt. Fran sche vormen iets van de Duitsche «Gründ- lichheit», dat zijne boeken in degelijkheid slechts deed winnen. Hij was een «Vermittlungs» theoloog en heeft als zoodanig de zwakheden die dit standpunt met zich brengt, niet kunnen kunstenaar den dienst vau kappen verrichten en de verschillende kransen schilderachtig regelen. Dikwijls zelf hield men godsdienst oefening aan den voet van dit beeld. Pries ters verschenen dan met een altaar en lazen de mis, en de besliste vrijgeesten ontblootten met de menigte aandachtig de hoofden, omdat hun zulk een godsdienstoefening voortreffelijk in hun onreine kraam te pas kwam. De gevolgen van dusdanig spel bleven niet uit. De nationale garden van Belleville, een der verachtste wgken van Parijs, trok ken onder aanvoering van den ellendigen Gustave Flourens naar het stadhuis om daar de dolzinnigste democratische eischen te stel len. Zij werden echter door de overige na tionale gardes teruggedreven, bij welke ge legenheid het eerste burgerbloed vergoten werd. Had nu de regeering terstond tegeno ver deze oproerlingen een flinke houding aangenomen, wie weet of zij daardoor de gruwelen der Commune niet had verijdeld maar zij was zwak en weifelend, toegeef lijk en vertrouwelijk jegens de oproerlingen. Hoe kon bet ook anders Niet minder dan zij was zij zelve oproerling, een onwettg gezag uitoefenen. Het was dan ook, of zij dit gevoelde. Jules Favre kwam de vluchtenden nog met een zalvende aan spraak achterop loopen, waarin hij hen prees dat zij de overheid zoo terstond ge hoorzaamden Ook in de provinciën staken de roode republikeinen het hoofd op. Op vele plaatsen heerschten verwarring en ellende. Tours was de zetel der tegenstrevers. Te' Parijs hadden de heeren onder leiding van Gam betta, een eerzuchtig, schrander advocaat ontgaan. Gelijk hij als vurig republikein, evenals zoovele andere Fransche protestan ten, nooit het vereischte onderscheid heeft gemaakt tusschen den revolutionairen grond slag van '89 en bijvoorbeeld dien van onze aloude Republiek of van Amerika. Toch heeft hij als apologeet groote ver diensten, en blijven op dit gebied zijn Drie Eerste Eeuwen en zijn strijdschriften tegen Renan boeken van blijvende waarde, wanneer het op bestrijding van het frivole moderne ongeloof aankomt. Zoo heeft hg" ook op godsdienstig-staat- kundig gebied, onder het verzachte despo tisme van den Derden Napoleon, in zijn Revue Chrétienne met onverdroten ijver zgn welsprekend woord dienstbaar gesteld aan den onbelemmerden loop des Evangelies en de verkrijging van volledige vrijheid des gewetens. Twee dingen waaraan zjjn vaderland voor alles oehoefte heeft en waarvoor zgn arbeid niet vergeefs wezen zal. Ieder die zjjne werken gelezen en veel van hem geleerd heeft, zal niet nalaten dit dankbaar bij zijn grat te erkennen. N. P. G. C. 17 April 1891. Van de leden van den MidJelburgschen gemeenteraad treden dit jaar af de hh. dr. J. P, Berdenis v. Berlekom, dr. A. v. d. Swalme, mr. E. P Schorer, F. G. Sprenger, J. A. Tak en W. J. Sprenger, terwijl moet voorzien worden in de vacature Hogerwaard. Te Goes treden af de hh. G. H. Kakebeeke, J. J. Ochtman, B. v. Asperen Vervenne en M. de Jonge Jz. Op verzoek eervol ontslag verleend als kantonrechter plaatsvervanger te Goes aan de hh. J. M. Pilaar en J. ter Pelkwgk en benoemd dhr. D. Stigter tot ambtenaar van het O. M. bij de kantontgerechten in het arrondissement Dordrecht mr. W. H. v. Nes v. Meerkerk; en id. te Middelburg en Goes mr. E. Dull advocaat en procureur te Lochem. van Israelietische familie en beslist atheïs tische en republikeinsche gevoelens, besloten geen verkiezingen uit te schrijven zoolang de vijand in het land was. Eigenlijk was het niet daarom, maar dewijl zij vreesden dat ile kiezers van het platteland in ko- ningsgezinden geest zouden stemmen en de meerderheid hen van het kussen zou ver dringen. De heeren uit Tours daarentegen schreven wel eene verkiezing uit, die echter door die uit Parijs weer werd afgelast. Per luchtballon begaf zich Gambetta naar Tours om aldaar orde op de zaken te gaan stellen. Tegelijk was aldaar ook aangekomen de oude Italiaansche vrijbuiter-generaal Gari baldi. Toen hg gehoord had dat men in Frankrijk de republiek wilde uitroepen, begaf hg zich, in weerwil van de jicht die hem aan zijn bed bond, naar Tours om het flinke Fransche volk zgn steun aan te bieden. De hoop dat uit Spanje en Italië de vrg- fcharen in grooten getale Frankrijk zouden te hulp komen, werd niet verwezenlijkt. Zelfs de overkomst van den eens zoo ge- vierden en gevreesden held van Capria vermocht niet de fransche natie nieuw bloed in te storten. De oude jichtige berg leeuw was onschadelijk geworden, en slechts enkele duizenden namen dienst onder zijne vanen. Gambetta nam weldra het dictatorschap, de alleenheerschappij op zich ontzette den minister van oorlog uit zgn ambt en voegde diens departement bg zijne eigene waar digheden. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1