ER.
)KOOP
GOES.
handen
SEN.
NJE Lz.
JE Lz.,
no. 6 7,
Loopers,
enz. enz.
Vijfde Jaargang.
-■ r
ce
u.
ft
H
IsS"
Pm
s
ft
s
w tó -0
ft
1891. No. 81.
Zaterdag II April.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
DE LEGERWET.
O
NI
rijscourant gratis.
GOES.
soortenook voor
vertcoopers.
JSCOURANT.
sDSMERK.
Idelburg. D 14.
cent per ons. Deli
mit, fijn Beschuit,
lletjes 10 cent per
Vi cents Beschuit
chbrood, Hartjes, Bo-
>er stuk. Pepermunt
Jhocolaadjes 10 cen
alles per ons.
ani.
c
cu
CD
S5
W
P
O
rsi
Ü5 a>
a
M .1
go og
Q .E
^"5 (-7
M
P5
«j£ Qo
2;
H
O
t-B
GJ
cb
E
50".S
qj-w
H
w S
W K
H
a
50 W
bs n
w 3
H M
W S
1 c
PS K
q
£3
w pd
O
»s
co
h-3 £5
02 K
S
3 S
P
ft
CD
DITMARS
t, Middelburg.
UN VAN
ODEN, MATRASSEN,
S enz.
GOES.
30RRAAD.
i, prachtige patronen.
elk en MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummers ƒ0.025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer'10 cent.
Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel.
i.
Nu de tijd misschien niet ver meer is,
dat deze wet in behandeling komt, zal
het goed zijn. aan de hand van de merk
waardige artikelen van prof. Spruijt, na
te gaan wat zij onze natie brengen zal.
Zooals bekend is hebben in de laatste
jaren de Regeeringen van Europa's staten
hunne legers zooveel mogelijk uitgebreid
en versterkt. Tot de tanden gewapend
staan zij daar, de grapte mogendheden,
daarmede stilzwijgend de kleinere waar
schuwend, dat ook zij in oorlogstijd op
lijfsbehoud moeten bedacht zijn.
Nu heeftj Nederland nog altijd genoeg
aan het bondgenootschap met den
Potentaat der Potentatendie met een
wenk van Zijn almachtigen vinger den
vijand van onze erven weren kan.
Maar dan moet het ook inderdaad een
bondgenootschap zijn waarbij jhet Neder-
landsche volk, niet als de sterk gebeende
ezel tusschen twee pakken nederligtmaar
van de wegen en middelen die er zijn, en
die in oorlogstijd in Gods hand berusten,
een verstandig gebruik maken.
Nederland heeft dus te zorgen dat het
een goed leger heeft. Een leger dat den
strijd voor haardstee en altaren aandurft
en bezield is door de rechtvaardigheid van
zijn eigen zaak die het heeft te verdedigen.
Geen huurleger dus, maar een leger ge
vormd uit de zonen des volks, die prijs
stellen op het behoud hunner nationaliteit.
Dus ook geen leger, waarin slechts een
deel, een' zekere stand vertegenwoordigd is,
maar waarin ook zij dienst nemen die tot
nog toe hun dienstplicht door de macht
van hun geld konden ontgaan. Rijken en
armen moeten elkander ook in de gelede
ren ontmoeten. Beiden hebben bij het
bewaren van Nederlands onafhankelijkheid
evenveel belang.
Het spreekt van zelf dat deze nieuwe
regeling nieuwe bezwaren brengt en de
lasten vermeerdert; maar om nu ter wille
daarvan de zaken blauw blauw te laten
zou onverantwoordelijk zijn. Als de grootere
staten voorgaan, moeten de kleinere wel
volgen. Zelfbehoud alleen noopt er hen
reeds toe.
Nu kan uitbreiding van het leger op
twee manieren plaats hebben. Elk jaar
wordt een zeker aantal jongelingen voor
den dienst aangewezen.
In het eerste jaar wordt zulk een lichting
geoefend en keert dan weder huiswaarts
om door een nieuwe lichting te worden
vervangen. Ofschoon r.u de miliciens na
1 jaar of 17a jaar naar huis gaan, blijven
zjj toch vijf jaar dienstplichtig; en zou dus
in oorlogstijd een getal soldaten kunnen
worden opgeroepen, vijfmaal zoo groot als
een jaarlij ksche lichting. Moet het leger
nu grooter worden, dan kan dit geschieden
door jaarlijks grootere lichtingen op te
roepen, of ook door de oude lichting ieder
jaar eenige maanden langer onder de wapens
te houden.
De regeering heeft in haar voorstel beide
middelen te baat genomen.
Rrnar hchtingen bedragen thans samen
w 1 ma.n waarbij komt een schutterij
as hoe zij ook haar best doe, onmogelijk
voldoen kan aan de eischen.
oidt nu deze schutterij in haar tegen
woordige samenstelling afgeschaft, dan wil
van 115000 vervangen door een leBer
rnnnn t- man met een reserve van
j. ora nu dit getal te bereiken
wordt iedere lichting van 12.000 op 13.200
man gebracht, die bij liet voetvolk 12
maanden en bij bereden korpsen 18 maanden
iang voor hunne oefening in dienst blijven.
Daarbij worden jaarlijks 25000 man
aangewezen, die slechts gedeeltel jjk worden
geoefend en in het eerste jaar slechts 3
maanden behoeven op te komenterwijl
art. 163 der legerwet nog gewaagt van
een verlof voor miliciens die aan zekere
eischen voldoen, waardoor die 12 maanden 1
oefeningstijd nog zekere vermindering
kunnen ondergaan.
Daarbij zijn zij echter voor 8 jaar ver
bonden zoodat in tijd van nood 8 lichtingen
kunnen worden opgeroepen.
Bij de zeemacht is de jaarlyksche lichting
600 man, die 6 jaar dienstplichtig zijn. Na
afloop van die 6 jaar zijn zij 5 jaar verbonden
aan de land- of zeeweer, terwijl zij nog in
uitersten nood tot hun 40ste of 39ste jaar
als landstorm kunnen worden opgeroepen.
In vergelijking met den tegenwoordigen
toestand komt het dus zoo te staan. Nu
is men soldaat van 20 25 jaar en van
25 35 jaar schutterbij aanneming der
wet zijn onze zonen soldaat van 20 28
jaar, landweerman van 28 33 en bij
den landstorm van 33 40. Bij de
zeemacht zijn zij dit achtereenvolgens van
hun 20ste tot hun 26ste, daarop toe hun
31ste en eindelijk tot hun 40ste levensjaar.
Bij de beoordeeling dezer wet moet vooral
in 't oog gehouden dat eene wet er altijd
barder uitziet dan zij is. Als voorbeeld ne
men wij de bepaling dat een deel der lo-
telingen nog eenigen tijd onder rie wapens
moet blijven. Volgens artikel 123 der tegen
woordige militiewet kan bij de nieuwe lich
ting bijv. die voor 1891 nog een '/7 van
het geheele bedrag der 5 lichtingen der
militie te land, dus van de lichting 1890,
onder de wapens gehouden worden. Derhalve
bedraagt het maximum der verlengde oefe
ning van het blijvend gedeelte volgens de
bestaande wet een jaar voor b/7 van de
eerste lichtingtetwijl het volgens het re-
geeringsontwerp 4 maanden voor 3/t der
lichting wordt. Dit is dus geen verzwaring
maar een vermindering van last met ongeveer
twee derden van het totaal bedrag. Daarbij
geeft de wet bepaalde voorschriften aan
gaande de categorieën van dienstplichtigen,
waaruit het blijvend gedeelte bij voorkeur
zal samengesteld zijnde talrijkste zal zijn
die gestraft zijn wegens dronkenschap of
andere misdrijven.
Voorts zullen ook anderen wegens onre
gelmatigheden begaan bij hunne inschrijving;
of vrijwilligers tot de langer dienenden be
hooren.
Bij loting wordt aangewezen wie 12 of
18 maanden, en wie gedeeltelijk geoefend
worden. Die geheel vrijgeloot zijn, hebben
in vredestijd geen dienst, maar kunnen in
oorlogstijd worden gebezigd om allerlei
werkzaamheden ten behoeve der strijdenden
te verrichten. -
Eene bepaling die wel niemand hinderen
zal, dewijl iri den uitersten nood zeker wel
ieder rechtgeaard Nederlander, die de wape
nen niet draagt, toch iets zal willen doen
voor zijne lijdende vrienden, het leger.
Plaatsvervanging en nummerverwisseling
is om zoo te zeggen uitgesloten. Alleen
kan een broeder die vrijgeloot en nog geen
3C jaar is, voor zijn broeder in de plaats
treden. Vrijstellingen worden verleend aan
hen dte te klein zijn (1,55)wegens ziekte
of gebreken aan eenige zoons aan zoon
of kleinzoon die kostwinner is voor ouders
of grootoudersaan weduwnaars met kind
of kinderen aan gehuwden met 3 of meer
kinderenaan een wees-kostwinner voor
broers of zustersaan bedienaars van den
godsdienststudenten in de Godgeleerdheid;
ordebroeders eener binnen het rijk gevestigde
kloosterinrichting. Vrijstellingen worden
gegevena. voor den tijd van i jaarb.
voor den tijd van vredec. voor altijd.
De nieuwe inrichting zal na aftrek van
wat leger en schutterij nu kosten ruim
1300 duizend meer vorderen.
9 April 1891.
(Per Telegraaf.) ZWOLLE. In de
algemeene vergadering van de Ver
eeniging voor christelijke verpleging
van Krankzinnigen en Zenuwlijders
(Veldwijk) heden gehouden, is met
meerderheid van stemmen het be
stuur gemachtigd pogingen aan te
wenden tot het stichten van 2 filialen
(nieuwe gestichten) in het Noorden
(bijv. Groningen) en in het Zuiden
(bijv. N. Brabant). Een leening van
f500,000 te sluiten, is toegestaan.
De vergadering was zeer druk be
zocht.
De heer H. J. Bool heeft het bestuur
der vrijzinnige kiesvereeniging te Leiden
bericht dat hij bij de aanstaande verkiezin
gen niet weder in aanmerking wenschtte
komen.
Voor de liberale partij in de kamer en
vooral te Leiden is dit een groot verlies.
De heer Bool was een der weinigen die
liberaal genoeg was ons ministerie in zake
schoolwet, koloniën enz. waar het volgens
zijne meening rechtvaardig regeerde, krach
tig te steunen.
Den oud-minister van marine is, tevens
als schout bij nacht, een pensioen toegekend
van f4900 'sjaars. Ook is de kapitein v.
Hooydonk van het 3e regiment infanterie
op verzoek op pensioen gesteld, f1560
'sjaars.
In de jongste zitting der le kamer
werd de Stedenwet sterk bestreden door
de heeren Vening Meinesz, Kappeijne, Six
en Van Swinderen, en verdedigd door de
heeren Van Lijnden Verhejjen en den
Minister Lobman.
De serie Catechismispredikatiën van
ds. H. Hoekstra is blijkens de thans bjj
Wormser te Amsterdam uitgegeven 5e
aflevering gevorderd tot Zondag XII.
Gedurende de maand Maart werden
door de stoomvaartmaatschappij «Zeeland»
van het vasteland naar Londen 2487 en van
Londen naar het vasteland 2395 reizigers
vervoerd.
Middelburg. In de Raadsvergadering va»
8 April waren afwezig de heeren de Stop
pelaar en Hogerwaard terwijl het presidium
wordt waargenomen door den wethouder
Sprenger.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
De voorz. doet mededeeling, dat van
Gedeputeerde Staten zijn ingekomen missiven,
houdende goedkeuring van raadsbesluiten,
welke voor kennisgeving worden aangeno
men, waarna hij den secretaris voorlezing
verzoekt te doen van twee ingekomen
adressen, ten aanzien van afschaffing of
beperking der kermis, het eene van den
kerkeraad der Nederduitsch Hervormde, het
andere van dien der Christelijk Gerefor
meerde Gemeente. De voorz. stelt voor
deze adressen aantehouden, tot dat de nieuwe
verordening op het marktwezen zal worden
behandeld.
De heer van Dunne merkt op, dat reeds
bij de behandeling van een adres te dier
zake in eene vorige vergadering door hem
over het kermis houden op Zondag was
gesproken, nu in het laatste adres op
afschaffing op dien dag wordt aangedrongen,
meent hij, dat er wel reden bestaat om het
dadelijk in behandeling te nemen, daar maar
al te duidelijk blijkt, dat kermis op Zondag
een doorn is in het oog van velen. Bovendien
vreest hij dat, wanneer de kermis invalt, de
nieuwe verordening nog niet zal zjjn vast
gesteld.
Ee heer A. P. Snouck Hurgronje kan
met het voorstel des voorz. medegaan. In
elk geval meent hij dat dadelijke behandeling
onmogeljjk is, het stuk moet eerst ter
visie leggen en kan dus later behandeld
worden.
Met 9 tegen 6 stemmen werd het
voorstel des voorz. verworpen, waarna met
algemeene stemmen wordt aangenomen het
voorstel van mr. E. P. Schorer, om het
adres in de volgende zitting te behandelen.
De volgende bezwaarschriften waren in
gekomen tegen de kiezerslijsten
le. Eene missive van het Bestuur der
Vereeniging tot het bezoeken der armen met
bericht, dat in het afgeloopenj jaar aan drie
op de kiezerslijsten voorkomende personen,
n.l. L. J. Borstrok, S. A. Cornelisse en J.
Klittenberg, onderstand was verstrekt. Dien
tengevolge stellen B. en W. voor deze per
sonen van de kiezerslijsten te schrappen.
De heer van Dunné meent dat particu
liere liefdadigheid hier niet in aanmerking
mag komen. Het is hem vrij onverschillig,
of er twee of drie kiezers meer of minder
zijn, er zjjn er al genoeg, maar hij kan
het niet goedkeuren, dat personen, die in
den barren winter van de genoemde Ver
eeniging lijdelijk eenigen onderstand genoten,
van de kiezerslijsten worden geroieerd.
De heer E. P. Schorer merkt op,| dat de
Vereeniging is erkend als zedelijk lichaam
en dat haar dientengevolge ook de opgaven
door B. en W. gevraagd worden.
De heer van Dunné dankt voor die in
lichting, doch meent toch te moeten op.
merken, dat h(j die opgaven niet verwacht
had van eene Vereeniging, over de geheim
houding bjj welke in den afgeloopen winter
nog al courantengeschrijf geweest was. Is hij
goed ingelicht, dan behooren de genoemde
personen niet tot de gewone armen, die in
de wet bedoeld worden.
De heer E. P. Schorer repliceert dat
aan de geheimhouding streng de hand
wordt gehouden, doch deze ophoudt, waar
de wet ze onmogelijk maakt.
Het voorstel van B. en W. wordt hierop
met 13 tegen 2 stemmen aangenomen, die
van de hh. Tak en v. Dunné.
2o. Adres van Willem Vermaire kapitein
der infanterie en Simon van der Mejjden,
gemeente bouwmeester, om alsnog te wor
den geplaatst op de kiezerslijsten, de eerste
als kiezer voor de Staten Generaal en
Provinciale Staten, de laatste voor de
Staten Generaal. Ten bewijze hunner be
voegdheid daartoe leggen zij over de ge
kwiteerde aanslagbiljetten der door hen in
andere gemeenten betaalde personeele be
lasting.
B. en W. adviseeren het verzoek toe te
staan, hetgeen zonder hoofdelijke stemming
wordt goedgekeurd.
3o. Rekest van Jan Samuel Frederiks,
ambtenaar ter gemeentesecretarie om den
op de kiezerslijsten voorkomenden naam van
«Boven Marinus» te veranderen in «Boven
Marinus van.» Volgens advies van B. en
W. wordt hiertoe besloten.
4o. Adres van Martinus Franso om alsnog
op de kiezerslijsten te worden geplaatst.
Aangezien de betrokkene zijn bezwaarschrift
had ingediend, na het verstrijken van den
termijn tot reclame, stellen B. en W. af
wijzende beschikking voorwelke met
algemeene stemmen wordt goedgekeurd.
5o. Rekest van W. A. de Rijcke, hou
dende bezwaar dat Jacob van den Berge op
de kiezerslijsten der Staten Generaal is ge
bracht, daar hij, ofschoon mannelijk meer
derjarig ingezetene en Nederlander, over het
laatstverloopen dienstjaar 1889/90 ter zake
van het door hem te Oostburg bewoonde
huis niet naar een hoogere huurwaarde is
aangeslagen dan f 35.
B. en W. overwegende dat uit het door
Jacob van den Berge overgelegd voor vol
daan geteekend aanslagbiljet Oostburg no.
67, kohier der pers. belasting, dienstjaar
1889/90 blijkt dat de huurwaarde naar
welke hij over het laatstverloopen dienstjaar
in genoemde belasting is aangeslagen zoo