1891. No. 76. Zaterdag 28 Maart. Vijfde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEM KERK. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Voor onze Kiesvereenigingen. Ter overneming. ZEEUW. elk en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prys per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers0.02f. UITGAVE VAN EN -->• van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. Door het Centraal Comité van Anti-re volutionaire kiesvereenigingen is (zoo meldt de Standaard) besloten, de deputatenver- gadering tegen Dinsdag 12 Mei 1891 naar Utrecht saam te roepen en aan de kies vereenigingen ter overweging toegezonden dit concept: Nog steeds van oordeel, dat onze staat kundige toestand niet gezond wordt zonder eene meer afdoende grondwetsherziening, al ware het slechts om de samenstelling der Eerste kamer te verbeteren en de rechten der minderheden duurzaam te i waarborgen, spreekt de antirevolutionaire partij bij de stembus van 1891 als hare overtuiging uit, dat 's lands belang het moest gebaat zal worden, zoo in de nieuwe parlementaire periode onze politieke gedrags lijn in dezer voege bepaald wordt 1. Voortzetting van de poging om een einde te maken aan de overheersching, waar mee het 1 i b e. r a 1 i s m e, in zijne onder scheidene schakeeringen, het Christenvolk verdrukt heeft en bij vernieuwing dreigt te verdrukken en zulks door, in zoover onze beginselen dit gedoogen, het thans zittend kabinet te bevestigen. 2. Bevestiging van onze C o n s t i t u - tioneele vrijheden door invoering nu reeds, voorzoover de grondwet toelaat, van een kiesstelsel op den algemeenen grond slag van een kiesrecht der gezinshoofden, opdat de bestaande overheersching van de eene klasse der maatschappij door de an dere een einde nememaar tevens met dien verstande, dat elke overheersching i n omgekeerde orde worde voorkomen. 3o. Herstel, voor zooveel dit aan de overheid staat, van den godsdienstvrede in het land, door de uitvoering van art. 20 van het antirevolutionair program bij or ganieke wet voor te bereiden, en, op voet van volkomen gelijkheid, het publieke recht der onderscheidene kerken tot een werke lijkheid te maken. 4. Voortgaande vrijmaking van hetOn- d e r w ij s, ook op Middelbaar en Hooger gebied, en op dit laatste meer bepaaldelijk door wijziging van de wetsbepalingen, waarbij de Godgeleerde faculteit en de bevoegdheden, uit de Academische graden voortvloeiende, geregeld zijn. 5. Rechtverschaffing aan den stand onzer Landbouwers en Arbeiders door, naast de kamers van koophandel en nijver heid, thans ook kamers van landbouw en van arbeid in te stellen, ten einde, deze kamers gehoord, aan beide de takken van ons volksleven zoodanige bescherming bij de wet te verleenen, als door de tijdsomstan digheden wordt geëischt. 6. Herziening van onze financieele wetgeving door het heffen van eene degressieve belasting op het roerend ver mogen de afschaffing van de staatsloterij en van de accijnzen op zout en zeep wijziging van de patentwetde versterking van onze tarievenen het proportioneel maken van de mutatierechten, naar gelang van het aantal jaren, dat sinds de laatste mutatie verliep. 7. Stuiting van het Militarisme door betere regeling van de rechtspositie van den soldaat, en wegneming uit het kazerneleven van wat met godsdienst, zedelijkheid en welvoegelijkheid in strijd is. 8. Verzekering van de rechtspositie van den kleinen man, door een sneller en goedkooper rechtspraak, en v a n d e n ondergeschikte, door invoering van de administratieve rechtspraak. 9. Eindelijk van eene Christe- I ij k e staatkunde in onze kolo niën door vrijlating der zendingbetere regeling van d en rechtstoestand der inlandsche Christenenopheffing der Indische staats kerk; afschaffing van de opiumpachten verbetering van het zedelijk en maatschap pelijk lot der aan ons rijk onderworpene bevolking. Voor de vacaturen in het centraal-comité zullen aan de deputatenvergadering de navolgende tweetallen worden ingediend Voor de vacature De Savornin Lobman de heeren mr. L. W. C. Keuchenius en A. baron van Dedem. Voor de vacature Hooge- veen de heeren P. Roodhuyzen en G. J. M. Oudenampsen. Voor de vacature Worm- ser de heeren J. A. Worrnser en H. Pollema. Voor de vacature van Asch van Wijck de heeren mr. T. A. J. van Asch van Wijck en mr. Th. Heemskerk. En voor de va cature Kuyper de heeren dr. A. Kuyper en dr. T. C. L. Wijnmalen. V Aan de miliciens lichting 1891. Wij herinneren U aan eene aanschrijving van den minister van oorlog in 1882 waar in staat „Miliciens bij wie gemoedsbezwaren of andere voor hen overwegende redenen be staan om zich niet aan vaccinatie of revac- cinatie te onderwerpen, moge» niet worden gestraft of op eeuige wijze worden bemoei lijkt." De heer van Kerkwijk en zijne kiezers. Wat men er ook tegen zegge, den schijn ontgaat de Zierikzeesche afgevaardigde niet, dat hij voor de vastigheid van zijn district begint te vreezen. Als vertegenwoordiger van de orthodoxe eilanden Goeree en Over- flakkee en van de moderne eilanden Duiveland en Schouwen heeft de heer v. Kerkwijk de moeieljjke taak ook voor beider godsdien stige belangen te waken. Da eersten ge dacht hij in zijr. speechje voor de Zondags rust der kiezers (die v. Houten op Zondag wou laten stemmende laatsten scheen hij op het oog te hebben in zijn later pleidooi voor den Zondagsarbeid der brieven bestellers. De heer v. Asch v. Wijck had gepleit voor dubbel brievenport bij Zondagsbestelling. Daar kwam de heer v. Kerkwijk tegen op in het belang van de eilandbewoners die soms al zoo lang op hunne brieven moeten wachten. En met zijn eigenaar- digen «humor» voegde hij er bij In die streken is het voor velen, die dezelfde richting als de heer van Asch van Wjjck zjjn toegedaan, een waar genot om na de preek de Standaard te kunnen lezen. En dit nu Mijne Heeren zou men den armen lieden, die van hun dagelijksch dag loon moeten leven, hoogst moeilijK maken, daar zij eenige centen als extra port zouden moeten bijpassen! Mij dunkt, dit zou toch al te onbillijk zijn. Er ligt iets weerhaanachtigs in het optreden van den heer v. Kerkwijk. AI naar 't pas geeft hoort men dezen geachten afgevaardigde flauwen spot of brave praatjes debiteerenhet opnemen voor vrijhandel of strijden voor protectieaanmerken tegen het Hot of doen alsof hjj pal stond voor de Koninklijke Macht. Wie meenen mocht dat zoo iets niet in de gaten loopt, die kent de kiezers niet. Zelfs een der «liberale» bladen is 't niet ontgaan. «Jawel», zoo schrijft het liberale blad, «de kamerleden zijn nog altijd op hun qui vive. Onze Minister mag de Regentes niet scnrijven en daarom moet het nu de Minister wezen. Maar dat ging natuurlijk niet zonder debat. Och heere, wat waren dj lui weêr scherpzinnig en gevat. Ze laten zich niet bij den neus nemen, allerminst Van Kerkwijk. Of het om een lidwoord gaat, dan wel om eenige millioenen aan premie's voor de suikerfabrikanten, de man is op zijn post. En, welbeschouwd, heeft hij gelijk. Draait het iu de heeln wereld niet om de vraag of het voornaamwoord of hel lidwoord gebruikt moet worden? Mijn suikerbietboeren, mijn bietsuikerfa brikanten of de suikerbietboeren, de bietsuikerfabrikanten, dat is de vraag door niet op dat verschil te letten, zou het heel goed kunnen gebeuren dat er in Zierikzee niet langer van onze van Kerkwijk sprake mocht zijn. Welk een afstand ligt er niet tusschen mijn kiezers en de kiezers? De politiek is grootendeels een taal-quaestie. Dijserinck gevallen. Da minister van marine heeft gedurende zqn 3 jarigen arbeid, blijkens het oordeel van deskundigen zeer weinig bijgedragen tot verheffing onzer kranke marine. Een vaster hand dan de zijne zal noodig zijn om Nederland wat zijne zeemacht betreft, weder tot bloei te brengenen waar is de Jupiterkop waaruit in onze verlichte negen tiende eeuw nog dergelijke «mannen van Leteekenis» kunnen voortkomen Toch zou de minister van marine het nog wel eenigen tijd hebben kunnen uit houden, indien hij, bjj al zijne zwakheden op het punt van beheer, de rechtvaardig heid had blijven betrachten. En juist in dit laatste schoot hij te kort. Toen daar een algemeene opschuiving in rang van officieren bij de zeemacht moest plaats hebben, zorgde de minister er wel voor dat onder anderen hij zelve bevorderd werddoch de verdienstelijke luiteuant Land, die kapitein ter zee had moeten worden, werd voorbijgegaan. Niet omdat hij ongeschikt was. Tot op het oogenblik dat deze heer kamerlid werd, voldeed hij aan alle eischen voor bevordering. Neen, tijdens lijn kamerlidmaatschap moet er iets ge beurd zijn dat hem 's ministers ongenade op den hals haalde en tegelijk den val van dezen laatste verhaastte. De minister, desaangaande om inlichting gevraagd, weigerde die te verschaffen, en toen stelde een «liberaal» de heer Viruly een motie voor, die door bijna de geheele Kamer werd aangenomenen zelfs onder de tegenstemmers nam niemand jhet voor den minister op. In deze motie werd 's ministers houding «betreurd» de zachtste vorm waarin een tweede kamer hare ineening omtrent iemands wanbeleid kan uitspreken. Dit noopte den minister van marine zij n ontslag te vragen, of, in minder verstaanbaar Nederlandsch, zijne portefeuille ter beschik king van H. M. de Koningin Regentes te stellen. En zoo keert dan deze door niemand betreurde zeevoogd weer tot zijn element terug, misschien tevreden dat hij van zijne, voor hem te zware, ministriëele taak ont slagen is. Weinig lots zal hem verge zeilen. Maar ééne zaak is er, die in dezen afgetreden bewindsman veel zal doen ver geven. De zaak dat hij is een «liberaal» die, het landsbelang boven partijbelang stellende, den moed had in een «antiliberaal» kabinet plaats te nemenen in den strijd voor Vrijheid, Zondagsrust, e. a. de zijde koos zijner antirevolutionaire ambtgenooten. Een loffelijke daad, die van onze zijde tot zachter oordeelen stemtterwijl j de omstandigheid dat hij de eenige liberaal was in dit kabinet, ongetwijfeld de liberalen nopen zal over de zonden van dezen hunnen geenverwant niet dan zeer fluisterend te spreken. Bovendien hij, die den heer Land achteruitzette, deed slechts wat hem door zijne vaderen en broederen geleerd was in de negeering en vernietiging van vrij wat grootere mannen dan dit kamerlid. Wij noemen slechts Bilderdijk, Groen, da Costa, die uit alle staatsambten door liberalen werden geweerd de drie commissarissen des konings die door Thorbecke werden heengezondenKeuchenius die aan een conservatief, Haftmans die aan een liberaal ministerie ontzetting uit zijn ambt te danken heeft. Gezwegen nog van mannen als Leh man en v. Swinderen, Frowein en Smit, die allen bij ervaring weten dat men niet ongestraft «antiliberaal» kan zijn. Zig bij deze zee van «liberale» zonden verg ee ken, is de fout van den «liberalen» minister Dysarinck nog slechts een druppeltje Doch met dat al blijft deze ex minister voor beide partijen een zeer teere snaar. 27 Maart 1891. Veemarkt te Kruiningen 8 April. Goes. Donderdagmiddag had in het ge bouw der ambachtsschool de uitreiking plaats van het diploma aan de leerlingen dier in richting: J. C. Hoogesteger (smeden); P. Wessel, A. Nagelkerke, P. M. Ossewaarde W.J.zn., en A. C. J. Geers (timmeren). Het bestuur der school, burgemeester en wet houders, enkele raadsleden, leeraren der hoogere burgerschool, een paar timmermans bazen, beide schoolopzieners, een der pre dikanten, tal van ouders en belangstellenden, de onderwijzers en leerlingen der ambachts school waren tegenwoordig. De voorzitter dhr. J. J. Ochtman hield eene toespraak, waarin hij den gediplomeerden jongelieden tal van wenken bij hunne intrede in de maatschappij medegaf. De bekroonden ont vingen elk nog een stoffelijk aandenken, bestaande in gereedschap enz. Daarna verwijlden nog velen in het gebouw om de vorderingen der leerlingen op te merken, bestaande in tal van fraaie teekeningen en werktuigen van hunne hand. De heer I. Wessel was aller tolk toen hij bestuur en onderwijzers dankte voor hunne toewijding en de ambachtsschool in de belangstelling der Goesenaren aanbeval. Het jaar van de vroegste paschen door ons gemeld als 1990 moet zjjn 1970 en van de laatste paschen 1942 moet zijn 1943. Terwijl wij deze zetfouten herstellen, geven wij de volgende op de epacta of rnaansouderdom berustende formule van Gauss om den Paaschzondag te berekenen. (Zie Vliss. Crt.) Zijn a, b, c, d en e, de resten der dee lingen n n n 19a-f-x 2b+4c+6d+y nn 19 4 7 30 7 dan is het Paaschfeest in het jaar n op den 22+d+e Maart. Voert de berekening nu tot 39 Maart b.v., dan is duidelijk Jat het op 8 April Paschen is. Soms gebeurt, dat men krjjgt 57 Maart of 26 April, dan moet men nemen 19 April, dus 1 week vroeger, omdat Paschen nooit later dan 25 April kan vallen. De grenzen, tusschen welke Paschen inligt, zijn 22 Maart en 25 April. In bovenstaande formule is van 1800—1899 van 1900—2099 x 23 x 24 V 4 y 5 Deze waarden voldoen als men rekent Gregoriaansche tijdrekening. Volgens de Juliaanscbe tijdrekening is x altijd 15 en y 6. De benoeming van den heer Geijp tot kapelmeester van het muziekkorps der d.d. schutterij te Middelburg is, naar de Midd. Ct. bericht, ingetrokken en in diens plaats benoemd de heer J. Morks uit Dordrecht. Dr. Kotan's zelf bewaring is eene schan delijk boek, dat voortdurend in onze Ne- derlandsche Nieuwsbladen wordt geadver teerd, tot schande voor die bladen en tot schade voor de jonge lieden, die zich tot koopen laten verlokken. Het geheele boek is er op ingericht om lijders aan kwalen, die kunnen voortspruiten uit sommige uitspattingen en kwade ge woonten, er op te wjjzen dat ze bijna red deloos verloren zijn, tenzij zij zich om hulp wenden tot de schrijvers van het boek, of liever tot een zoogenaamd Geneeskundig bureau te Leipzig, een geheel onbekend gezelschap. Van eene geneeskundige, die

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1