T ELS,
Goes.
1891. No. 73.
Zaterdag 21 Maart.
Vijfde Jaargang. J
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. D'ïlUIJ, te Middelburg.
l
5
891/4
893/4
5
90
uli
5
803/g
80%
4
967/g
34
8
563/g
56%
3-89
4%
82%
8-*15
5
1021/8
1017/b
4
5
731/s
5
717/8
717/8
100
4%
1011/4
4
98
98%
5
102%
1023/8
lek.
4
70
697/8
5
81%
81%
en D.
18%
187/g
4 97% 97
5 981/2
83 4% 79% 79%
43/4 231/4 -
4 47%
Stedelijke Leeningen.
3% 98% -
31/2 987/g -
ncieele Ondernemingen.
nd. 121
159
'dbr. 41/2 IO21/4
dito 4 100%
2 75U/4 -
41/j 101 -
4 1003/g
Aand. 581/4
41/g 1003/4 -
4 100%
31/2 -
4% IOH/4 -
5 -
- 107
85
1.
g-
1b.
i.
d.
100
102
683/4 6SV2
99
P- -
240
247/8
41/2 loll/.
80
3 81
5 98
41/2 981/4
ndbr.
ito
L. Obi.
jegleeningen.
Aand. 144
Oblig. 8 94
34
31/2 993/4
31/2 993/4
I. 3 84%
57%
139%
f. - 182
1947/s
66
98%
3
3% 8a/4
94
34
991/2
54%
58
139%
124%
ÖöjfS
41/, 97% 97%
lig-
C.T.O.
Oblig.
0.
)bl.
dito
d
A.
Ad.
Id.
5
8
5
3
5
4
5
~6
5
6
6
4
7
l027/g
103
101%
80
84l/g
91%
18%
28%
106%
1043/g
99%
941/2
927/s
110%
271/2
91
96
73
80%
85
92%
131/4
291/4
106%
97%
1101/j
27%
53
104
1047/g
110%
1091/s
44%
106%
90
733/8
187/g
t. a.
7
6
r. obi.
6
5
naat schappij en.
-1 QQ
5. 4 100%
£0 58
ilig. 4 90
nd. 60
lig. 4% 100
'.-Leeningen.
t f J 00 1073/4
5 100 106%
3 104
Aand. 69%
2%fr. 100 91%
100 91
fl. 100 122
250 115
5 121%
100 1551/2
100 1621/4
180%
Z.R. 100 I693/4
100 159
fr. 100 47%
400 18%
1093/4
443/4
190
100%
100
107%
70
91%
91%
1281/4
1153/a
170
159
48
18%
E
z
VERSCHIJ AT
elkfn MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Pigs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummers/0.02s.
UITGAVE VAN
en
N
PRIJS DER ADVERTEAT1EA
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
r
meer 10 cent.
Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel
Zij die zich met 1 April a.
s. op dit blad abonneeren,
ontvangen dejtot dien tijd verschijnende
nommers GRATIS.
De heer Saaymans Vader.
Ofschoon in hoofdzaak reeds door o.is
meegedeeld, melden wij nog het volgende
omtrent den overledene.
Op 17 Juli 1799 te Zierikzee geboren,
werd hij in 18'24 te Leiden bevorderd tot
doctor in de rechten; beide in 1826 benoemd
tot griffier bij de arrondissements-rechtbank
te Goes, welke betrokking hij vervulde
tot 1857 toen hij tot rechter benoemd werd
uit welke betrekking hij in 1867 eervol
ontslag vroeg wegens zijne benoeming tot lid
der tweede Kamer.
Als lid van den Gemeenteraad had hij
tegelijk zitting, o. a.j met den heer Ka-
kebeeke, den overgrootvader van het thans
levend geslacht van dien naam.
Wij melden nog dat Dagblad en Stan
daard een warm woord wjjdden aan zijne
nagedachtenis.
Dat van De Standaard nemen wij over
In memoriam.
Onze oude afgevaardigde Mr. Saaymans
Vader was voor het publieke leven reeds
lang gestorven, ook al werd zijn leven nog
gespaard.
Toch mag daarom een kort woord /an
dank en van herinnering bij zijn afsterven
niet achterwege blijven.
Saaymans Vader was een onzer eerste
Kamerleden, die den strijd voor onze be
ginselen heeft meegestreden, toen onze af
gevaardigden meest verloren schildwachten
waren, en er, tenzij men over Groen's
talent beschikte, zelfs geen gehoor te krijgen
was, zoo men niet huilde met de wolven.
Toch liet Saaymans Vader zich hierdoor
niet ontmoedigen maar gaf zich de moeite
om zijn redevoeringen op te schrijven en var,
het folio blad voor te lezen, of liever in
te lezen in het luchtledig. Vandaar de
klacht uit die dagen, dat hij in de Kamer
preekte.
Maar afgezien van dezen vorm was hij
een dier afgevaardigden, gelijk het behoort,
d. i. een, die metterdaad studie van ons
Staatsrecht had gemaakt, tn inzag waar
de tegenstellingen lagen; ook al mag niet
ontkend, dat hij zich te sterk door de
Duitsche historische school had laten be
werker., en daardoor van Groen van Prins-
terer vaak afweek.
Uit Zeeland was hij de eerste Antirevolu
tionaire afgevaardigde en het is vooral door
hem, dat het politieke leven in Zeeland op
gezonder voet kwam.
Sctioon was het voor hem, nog hij zijn
'even den ommekeer te aanschouwen, die op
twee na alle Liberalisten uit Zeelands repre
sentatie uitsloeg.
En heeft hij in den avond van zijn leven
ten leste zijn kracht zien brekenen is
menige donkere wolk over hem heengegaan:
aan zijn beginselen heeft hij tot den einde toe
vastgehouden, en tot in zijn sterven bleef
zijn Heiland de hope van zijn hart.»
Nog is in ons oezit, door vriendelijke be
zorging van den heer C. D. v. Noppen, voorz.
der a. r. kiesv. te Wissenkerke een eigen
handig schrijven van mr. Groen v. Prinsterer,
dato 20 Oct. 1866, bij wien de heer v.
N. geinformeerd had wien te candideeren
voor het lidmaatschap der Kamer.
Het antwoord was
«Waarde Heer en Vriend,
Saaijmans Vader is uw candidaat. Ik
althans zou geheel met mijzelven in tegen
spraak geraken indien ik u een ander
advies gaf. Laat toch de kiezers in dit
hoogslgewichtig tijdsgewricht met nauw.
hun vader
gezetheid en ijver voldoen aan
landschen pligt.
Van harte uw Dr. en Vr.
(get.) GROEN v. PRINSTERER.»
AAN DE NAGEDACHTENIS VAN
Mr. P. H. SAAIJMANS VADER,
oud-lid der Tweede Kamer
-1891.
der Staten-Generaal.
Hij is niet meer, de hooggeachte Vader
Op aard niet meer, inaar d' eeuw'ge glorie
nader. i
Wij treuren, ja, gevoelen zijn gemis
Doch, bigde troost, hij stierf om weer te
leven
In heerlijkheid, en eindeloos ontheven
Van alle leed, van elke droefenis.
Nu is 't geloof verwisseld in aanschouwen,
Nu ziet hij Hem, de Rots van zijn betrouwen;
Hij denkt niet meer aan't doorgestane leed.
Hier was het strijden, weenen, bidden, hopen,
Nu is de baan ten einde toe geloopen
Voor hem was reeds de zegekroon gereed.
Wat past ons nu, te juichen of te klagen
Als 't zielloos stof ten grave wordt gedragen,
Vloeit dar, een traan van droefheid of van
vreugd 7
Of voegt zich saam de blijdschap met het
weenen,
Is 't mogelijk, dat beide zich vereenen,
Een oog dat schreit, een Kart 't welk zich
verheugt
De zaligheid, het heil, 'niet af te meten
üewust te zijn, daar is de druk vergeten
En Vader smaakt nu storelooze vreugd
Dit houdt zijn nagedachtenis in eere.
En wat dan hier ook wissel' of verkeere,
Toch niet de weg vaa heiligheid en deugd.
Is dat geen stof tot blijdschap hier 't aan
schouwen,
Het zalig eind van die op God vertrouwen
't Is immers nog als in het oude lied
«Let toch en zie op vromen en oprechten;
God kroont met vreê het einde zjjner
knechten.»
Hij leeft en heerscht ook over 't doodsgebied
Al boog ook hier het hoofd in 't stof zich
neder,
Eens zegt de ,Heer«Geef, aard, uw doo-
den weder
Dan daagt een zon, die nimmer ondergaat,
Dan worden ziel en lichaam weer verbonden,
Voor eeuwig vrij, verlost van alle zonden
O, heil, o vreugd van zoo'a volzaal'gen staat.
Maar wordt die vreugd
voor ons niet zeer
verdonkerd,
Waar zulk een ster niet langer voor ons
flonkert
Het huisgezin, de kerk, liet vaderland,
Zij roepen als met éene stem «Mijn vader,
Gij Isrels wagen en zijn heir te gader,
Uw stemme zwijgt, de pen ontviel uw hand.»
Zal nu 't geween de vreugdestem verdooven?
En zijn gemis ons allen troost ontrooven
O neen, o neen De Heer, die eeuwig leeft,
Zijn doen is wijs, volmaakt, aanbiddlijk heilig;
In Zijne hoede zijn wij vrij en veilig,
O dierbaar Woord, dat ons de rust hergeeft!
O waard geslacht, familieleden Vader,
Breng' u dit zalig sterven immer nader
Tot God, Zijn' dienst, Zijn volk en Zijne zaak,
Als ongeloof en stoivergoding smaden
Met schimp en spot de vromen overladen,
Dat hierin dan uw hart vertroosting smaak,
Dat op dien weg de treden staan der vromen
En voor dien schimp een eeuwig' eer zal
komen.
Volgt dan, ei volgt uw dierb'ren vader na
Schenk Gij, o Heer ons allen uw genade;
Uw gunst koom' ons in druk en leed te stade
Dit geev' jns hart vertroosting, Amen, ja
Pbesbyter.
20 Maart
Middelburg. Vergadering gehouden 18
Maart 1891. Afwezig de heeren de Stoppe
laar, Hoogerwaard, Jeras, Schorer en W.
H. Snouck Hurgronje. Na voorlezing en
goedkeuring der notulen van de vorige ver
gadering, deelt de voorz. mede, dal omtrent
diverse raadsbesluiten de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten is ingekomen, alsmede
een adres van de vereeniging «Kunstmin»
om afstand van grond ten behoeve van een
door haar te stichten gebouw tot het geven
van voorstellingen. Voornoemde goedkeuring
wordt voor notificatie aangenomen en het
adres van «Kunstmin» in handen van B.
er. W. gesteld om advies.
Aan de orde is het in de vergadering
van 27 October 1890 aangehouden voorstel
van den heer den Bouwmeester om in 1891
alleen Duitsche kolen voor de gasfabriek
aan te koopen.
De voorz., onder releveering dat in boven
genoemde vergadering besloten was dat eerst
proeven op grootere schaal zouden genomen
worden, deeli mede, dat omtrent die proeven
was ingekomen een schrijven van de gas-
eommissie, begeleidende een desbetreffend
ipport van den directeur der gasfabriek
en vraagt of de leden van deze stukken,
die ter visie gelegen hebben, nog voorlezing
verlangen.
Geen der leden gaf daartoe het verlangen
te kennenalleen werd, op verzoek van
den heer Tak, voorgelezen het schrijven
(Ier gascommissie, waaruit bleek, dat deze,
steunende op het rapport van den directeur,
het voorstel deed, tot de aanbesteding van
de voor 1891 en 1892 benoodigde kolen
over te gaan en deze te dren bestaan voor
de helft uit Duitsche en voorde wederhelft
uil Engelsche, echter geheel uit Engelsche,
wanneer blijken mocht, dat de Duitsche de
Engelsche in prijs overtreffen.
De heer den Bouwmeester zegt in October
1890 alleen het voorstel gedaan te hebben
uit een oogpunt van bezuiniging. Nu echter
de Duitsche kolen door onvoorziene om
standigheden sedert aanmerkelijk in prijs
«ertegen zijn, kan hij zich voor het oogen-
blik met hef voorstel der gascommissie
vereenigen. Later, wanneer de Duitsche
kolen eventueel weer tot vroegere prijzen
zullen te verkrijgen zijn, kan men weer
andere besluiten nemen. Oogenblikkelijk
.echter, nu de Duitsche de Engelsche kolen
zelfs in prijs overtreffen, heeft zijn vroeger
voorstel geen doel meer en trekt hij dit
volgaarne in. Het is zelfs op zijn advies,
tot het geven waarvan hij door de gas
commissie was aangezocht, dat deze in haar
v orstel heeft opgenomen, dat alleen En
golsche kolen zouden gebruikt worden,
wanneer de prijs der Duitsche hooger mocht
blijken te zijn.
Op eer.e vraag des voorzitters of nog
meerdere leden het woord verlangden, gaf
de heer van Dunné te kennen, dat hg 't
lange rapport van den dir. cteur der gas
fabriek doorgeworsteld had, want voor iemand,
die geen technicus is, kost het heel wal
moeite zich door zulk een rapport heen te
slaan. Hij kan zich met het voorstel der
gascommissie wel vereenigen, doch zou eene
inlichting hem toch welkom zijn. In het
rapport namelijk wordt gezegd «Het ge-
«hruik van Duitsche kolen houdt gelijken
«tred met de toename der generatorovens
«De directeur gelooft dan ook werkelijk,
«dat, zoodra al de oude ovens door gene
«ratorovens zullen zijn vervangen, steeds
«minder Engelsche kolen ter distillatie zullen
«worden gewild, tenzij er een middel wordt
«gevonden, dat het verstoppen der klimpijpen
«geheel en al voor goed opheft. Is dit ge
«vonden dan zal 't gebruik van Duitsche
«kolen even snel afnemen en tot de En-
«gelsche zal men terugkeeren.» En op eene
«andere plaats staat«Juist de generator-
«ovens werken eene gezonde exploitatie in
«de hand, zelfs al moet daarvoor tot heden,3
«wijl het middel tot geheele opheffing vanj
«verstoppen der klimpijpen niet gevonden
«is, een kolensoort gebruikt werden, die
«uit een theoretisch oogpunt'niet boven des'
«Engelsche te schatten is.» Ofschoon geen,
deskundige, vindt hij toch dat die volzinnen J
elkaar weerspreken.
De wethouder Sprenger, president der
gascommissie, antwoordt den heer van
Dunné, dat de meeste ovens in de gasfa-'
briek gewone en slechts het kleinste ge-'
deelte generatorovens zijn. Men kan zeeri
goed Engelsche kolen stoken in generator-
ovens, maar dan moeten de klim pijpen meer
schoon gemaakt worden. "Van daar dat
men voor de generatorovens Duitsche kolen
prefereert, wijl deze besparing geven op
het arbeidsloon, daar de pijpen niet zoo vaak
moeten worden gereinigd.
De heer van Dunné dankt den heer
Sprenger voor de gegeven inlichtingen.
De heer F. G. Sprenger merkt op, dat,
nu in het. voorstel der gascommissie eene
reserve gemaakt is voor het geval de Duitsche
kolen de Engelsche in prijs zullen overtreffen,
hij het ook consequent zou vinden, wanneer
die reserve ook toepassing vond in omge
keorden zin, d. i., wanneer de Engelsche
kolen duurder waren dan de Duitsche.
Hij stelt daarom een amendement voor,
strekkende om de gascommissie te machtigen
of geheel Engelsche, of geheel Duitsche
kolen te gebruiken, naar mate 't gunstigst
was voor de financiën der fabriek.
De heer Mr. van Hoek zegt met dit
amendement niet te kunnen medegaan. In
liet rapport van den directeur wordt gezegd,
dat Duitsche kolen slechtere cokes geven,
en wat zal nu van de cokes terecht komen,
wanneer alleen Duitsche kolen gebruikt
v. orden
De wethouder Sprenger is het met den
heer van Hoek eens, daar door de voort
durende klachten over de cokes uit Duitsche
kolen, deze schier onverkoopbaar zijn en
meestendeels in de fabriek zelve gebezigd
worden.
Ook de heer de Ligny, lid der gascommissie,
is tiet eens met de beide vorige sprekers.
De heer van Dunné zegt, dat, om een
geijkt woord te gebruiken, hij koud blijft
voor eene redeneering ten gunste van de-
cokes. Hij bestrijdt niet, dat op het finan-
ciëel gebied der gasfabriek de cokes niet
een groote factor zijn, maar in werkelijkheid
is de verlichting het hoofddeel.
Ook de heer Tak is dit gevoelen toege
daan. Hij vindt het rapport van den
Directeur der gasfibriek zeer uitgebreid en
beredeneerd, doch mist er nog gegevens
in. «B. v., om eeri juist oordeel over de cokec-
kwestie te kunnen vellen, heeft hij er niet
in gevonden het verschil in waarde tusschen
de twee soorten van cokes.
De heer F. G. Sprenger; gehoord het
gesprokene van de twee leden der gascom
missie, moet uit het stilzwijgen van het
derde lid dier Commissie, den heer van
der Harst, opmaken, dat deze ook hetzelfde
gevoelen ïs toegedaan en trekt diensvolgens
zijn amendement in.
De heer Snijders wenschte van de
gascommissie te vernemen, of na 14 Februari
nog klachton over de cokes ingekomen waren.
De wethouder Sprenger antwoordt, dat
na dat tijdstip nog mondelinge klachten
ingekomen waren van personen, die, ofschoon
daartoe aangezoeht, niet gezind waren
schriftelijke te geven.
De heer Snijders merkt op die vraag
alleen gedaan te hebben, omdat in het
rapport staat, dat eerst, na verbruik der
Engelsche kolen op 29 Januari met de
Duitsche een aanvang is gemaakt. De
schriftelijke klachten, als bewijsstukken bij
het rapport overgelegd, dateeren van vóór
14 Februari. Hij dankte den heer Sprenger
voor de gegeven inlichtingenwaren na 14