1891. No. 65.
Dinsdag 3 Maart.
Vijfde Jaargang.
Strijd en Zegepraal.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
De God van Nederland.
Koloniale Belangen.
DE ZEEUW.
elkfn MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prjjs per drie maanden franco p. p. /0.95.
Enkele nummers0.02s.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Wie heeft toch het eerst die ^uitdrukking
in zwang gebrachtde God van Nederland?
Geen enkel volk gebruikt die zooals wij,
en zij klinkt ons evenmin vreemd als: de
God 'van Israël. Nooit hoort men buiten-
landsche christenen zich alzoo uitspreken
en bij ons, al mag ons het ongeloof daarom
bespotten, is zij bij velen te geliefd om ze
prijs te geven.
De uitdrukking komt bij van Alpheri
voor in de welbekende woorden op den
dood van Willem I
Daar ligt de hoop van Staat, wie stuit nu
(Spanje's woeden?
De handen hangen slap, de held wordt bleek
(van schrik;
„Wie leeft er die na hem onsNeêrland zal
(behoeden?"
Zoo sprak het Neérlandsch volk, maar
(N eerlands God zeiIk
Van Alphen was een innig en vroom
man, maar het zou mg verwonderen, als
zulk een stoute, forsche, bijna overmoedige
uitdrukkingde God van Nederland in
zijn hart was opgekomen. Mij dunkt, hij
moet dien hebben gekend als reeds bestaande.
Er zi, n in Nederland meer van die uit
drukkingen zonder vader of moeder of
geslachtsrekening, algemeen bij de kinderen
Gods bekend en geliefd. Zoo b.v. de uit
drukking, menigmaal voor een tekst ver
sleten «Hij wil er van den huize Jacobs
om gebeden zgn» die nergens voorkomt,
want Ezechiel 3 j 37 meestal hierbij aan
gehaald, luidt heel anders en bedoelt heel
wat anders.
Dergelijke uitdrukkingen echter teekenen
ons volk. «De God van Nederland»
mag in de ooren van oppervlakkige lieden
de vraag opwekken, of wij dan gelooven,
dat er een afzonderlijke God voor ons land
bestaat, wie dieper denkt, zal terstond
verstaan, dat hiermede op God wordt toe
gepast, wat Ledeganck, de Vlaamsche
dichter, zoo treffend van de liefde zijner
moeder voor al haar kinderen zegt
De kring in 't algemeen had gansch haar
- (hart ontvangen,
16)
FEUILLETON.
(Schetsen uit den Fransch Duitschen oorlog
Als een loopend vuurtje verspreidde zich
de mare der capitulatie dóór de Duitsche
gelederen, en deed een algemeen gejuich
uit aller mond opgaan. Een officier ver
haalt «Ik zag een grooten Pruisischer,
soldaat met breede schouders, die met de
rechterhand tegen de zijde gedrukt in den
doodsstrijd lag, plotseling, toen hij de reden
van het. geschreeuw vernam,met een luidjhoe
ra recht als een kaars in de hoogte springen.
Dan tastte hg nog eenige oogenblikken
met de handen in de lucht rond, totdat
het bloed als een stroom uit zijne wond
stortte, en hij zonder geluid te ge ren over
een gevallen Franschman ter aarde zonk.»
Een nieuw tijdvak in dezen oorlog brak
met dit glorierijke feit der capitulatie aan
Gelijk Napoleon I zijn Sint Helena gevon
den had, zoo beschikte God hier voor Na
poleon III een Sedan, waai zijn trots ge
broken, zijn overmacht gefnuikt, zijn on
gerechtigheden paal en perk gesteld werd.
Had Napoleon I eens de koningin Loaise
vervolgd en haar zoon den koning die thans
den oorlog leidde, als knaap met zgne lieve
moeder groote bitterheid aangedaan, op
Zijn tijd opent de Heere hem den weg om zich
over den van de Bonapartes geleden smaad
te wreken.
Thans is Napoleon III vernederdzijn
leger vernietigd zijne staatkunde te schande
gemaakt. O, zoo Pruisens koning toen had
kunnen besluiten den oorlog te staken na
(lezen kennelijk door God gewrochten zegen,
En nog dacht iedereen: „de voorrang is
(aan mij."
Nederland voelt oud-testamentisch. Dat
is zijn eigenaardig karakter en dat geve
het niet prg<, vooral niet sinds het oude
stamhuis van Oranje in de manneljjke jlijn
uitstierf. Kunt gij u eer, dichter als Da
Costa voorstellen in Duitschland of in
Engeland Is daar ook maar één, die van
verre op hem gelijkt De Israëliet in hart
en nieren en die daarom juist ook christen
was, eerst in verwachting, later in werke
lijkheid, kon alleen op Nederlandschen
bodem tieren en bloeien, waar hij in het
huis van Oranje zijn stamhuis van David
en in den God van Nederland den God
van Israël terugvond, en waar de slavernij
in Egypte haar wedergade had in die van
Spanje.
Dat karakter heeft Nederland groot ge
maakt en dat karakter te verwaarloozen,
heeft het tot den tweeden rqftg doen af-
ralen. Wanneer ooit ons volk weer be
teekenis zal verkrijgen voor de geheele
wereld, dan behoort het allereerst zijn
eigen karakter weer op den voorgrond te
plaatsen. Door van alles te willen zijn,is
men ten slotte niets. Door te vergeten, dat
een volk eerst groot wordt, wanneer het
een afzonderlijke plaats in de wereld in
neemt en een eigen toon aangeeft hebben
wij ons verlaagd tot een rang heneden de
goddelijke roeping, die wij behoorden te
erkennen.
Daarom heeft de dood van onzen koning
zulk een ontzettende beteekenis. Wij heb
ben ons verleden zoo vaak vergeten, miskend,
veronachtzaamd wij en onze vorsten
(want allen staan schuldig) hebben zoo
laf vaak gebedeld om een weinig gunst van
vreemden, zonder de voorrechten te besef
fen, die wij in Neerlands God bezaten, dat
eindelijk dit stamhuis ons slechts als een
afgehouwen tronk van Isai wordt gelaten,
of daaruit door Gods genade nog een twijgje
mocht ontspruiten.
Maar zie, ook deze verwantschap met
Israel is voor ons een reden van vertroos
ting te meer. Het huis van David en het
huis van Oranje, zij bieden gedurig punten
van vergelijking. De deugden en de zonden
de zegen en de ellende van deze beide hui
zen zijn telkens zoo sprekend van gelijkenis
dat ook de ondergang van beide ons ver
wantschap doet gevoelen. Geen wonder
dat de Joden in Nederland altijd voor Oranje
voelden en dat wij, hoe vaak wij op hen
aan te merken hebben, toch de Joden heel
anders beschouwen dan zg elders worden
aangezien. Zal Nederland nog een toekomst
hebben Ja, als het gevoelt een roeping
te nebben. Neen, als het zich schaamt
zijn eigea karakter te dragen en te hand
haven.
Maar ook dit hangt af van Hem, dien
wij den God van Nederland durven noemen.
Laat Hg Zijn Nederlandsch volk Diet los,
zoo zal dit hieraan zichtbaar zijn, dat het
zich weer voelt opleven in zijn oud karakter.
Vooral of het beseft beteekenis te hebben
voor de wereldgeschiedenis, niet door uit
breiding, maar door dieper delven in de
schatten, die het bezitdoor zijn taak, zijn
heilige roeping te gevoelen tegenover Oost-
Indië en West-Indië, landen aan zijn zorg
en hoede toevertrouwd door in alle vraag
punten, die ten slotte de volken beheerschen,
ia het klein maar daardoor ook degelijker,
grondiger door te dringen en bovenal door
zich niet angstvallig vast te klemmen aan
het verleden, maar herhoren, hernieuwd,
opstaande uit zijn slaap de kleederen der
gerechtigheid te dragen, welke in Christus
voor ons volk ook gereed liggen.
Een klein volk, met een moeilijke taak,
Israel, is tot den grootsten zegen geworden
door hetgeen God er van maakte. Waarom
zou Zijn machtige arm ook aan Nederland
geen nieuwe beteekenis kunnen scheuken?
H. P.
Aan de kiesvereenigingen in Nederland is
een schrijven gericht door een dertigtal
mannen van verschillenden stand en be
trekking, maar allen bekend met onze
koloniën, om ze op te wekken bij de a.s.
verkiezingen meer dan tot nog toe aan 't
hij zou zich de sympathie van gansch
Europa hebben verzekerd, stroomen bloeds
hebben gekeerd, de Fransche natie aan
zich hebben verbonden, en Duizenden Duit-
schers wien het alleen om de landsverde
diging te doen was geweest, voor dood en
ellende hebben behoed.
Inmiddels was de zon ondergegaan, en
keerden de vorsten terug naar hunne kwar
tieren. Te Chemery, het hoofdkwartier van
den kroonprins, stelden zich de soldaten
naast elkai.der in gelid met een stuk vet
kaars in de hand zoo lieten zij den Kroon
prins voorbij zich trekken onder den kreet
Naar Parijs naar Parijs
Dit was hunne illuminatie.
Maar de vreugde werd nog verhoogd,
toen bekend werd dat enkele Pruisische
dragonders een proviandwagen van het
keizerlgk gevolg ontdekt en een partgtje
champagne buitgemaakt hadden.
Zells de inwoners van het Fransche dorp
namenden schijn aan, als deelden zg in de
feestvreugde, en illumineerden naar hun
vermogen mede.
Groot waren de eerste zegeteekenen reeds
van dezen eersten dag vóór Sedan. Het leger
van den Saksischen kroonprins alleen nam
11000 man, 25 stukken geschut, 7 mitrailleu
ses, 2 vaandels en 1 adelaar. Meer dan 20.000
gevangenen waren den Duitsehers in handen
gevallen. En de volgende dagen zou er nog
heel wat meer zien volgen
XII.
OVERGAVE VAN SEDAN.
In den loop van den nacht werden in
het slot te Donchéry door de generaals
v. Moltke en v. Wimpffen de voorwaarden
van capitulatie opgesteld. Het waren harde
voorwaarden die v. Moltke stelde. Het is
dan ook niet zonder reden dat v. Wimpffen
in het eerst bezwaar maakte ze te teekenen.
Hij had nog slechts een dag het opperbevel
gevoerd, en dan te moeten beginnen met
zich over te geven o het was een harde
zaak voor dezen fleren soldaat, zijn in Algiers
gebiuinden nek te moeten buigen onder
het juk van den Duitschen vijand.
Geheel het leger moest worden krijgs
gevangen verklaardde vesting overgegeven
het materieel uitgeleverdterwijl het den
officieren vrij stond zich in krijgsgevangen
schap te begeven, of hun eerewoord te
verpanden dat zij, in vrijheid gesteld de
wapenen gedurende dezen oorlog tegen
Duitschland niet meer zouden opvatten.
«Liever laat ik mij met de vesting in
de lucht vliegen», antwoordde v. Wimpffen.
Von Moltke met de kalmte van een
overwinnaar, wiens prooi hem niet ontloopen
kon, hernam«Neem dan tot 9 uur be
denktijd. Na dien tijd hervatten wg de
beschieting.»
Te 1 uur in den nacht namen de beide
veldheeren afscheid van elkander.
Een hevige gemoedsstrijd ontspon zich
bg den franschen bevelhebber. Doch hij
zag zijne algeheele onmacht ten duidelijkste
in. Sedan was omringd door een muur
van bajonetten en kanonnen en in het
fransche leger heerschte een onbeschrijfelijke
wanorde. Artillerie was er niet meer. Orde
en tucht waren verdwenen. De soldaten
hadden hunne wapens weggeworpen. Thans
liepen zij plunderend door de straten; of
zaten wanhopig vloekend, hunne officieren
belang der koloniën te denken
„Terwijl het aanschouwen, zeggen zjj o.a.
van ons en Engelands koloniaal bezit an
dere volkeren prikkelde den blik buiten de
enge grenzen van eigen gebied te slaan en
als gevolg hiervan in korten tijd bijna
een geheel werelddeel onderling werd ver
deeld, schijnt het Nederl. volk steeds on
verschillig te blijven voor den bloei en de
ontwikkeling zijner prachtige onderhoorig-
heden.
Bij de vele belangen, die Nederlaad heeft
hij de welvaart van onze koloniën, moest
dit anders zijn,
„Onze koloniën, zeggen zg, die oorzaak
zijn, dat Nederland nog een plaats van
beteekenis inneemt in de rij der Europeescho
mogendheden
„die de bron waren en blijven van onzen
rijkdom en onzen handel;
„die millioenen opbrachten voor den bouw
onzer spoorwegen en een wijd arbeidsveld
aanboden voor de ontwikkeling van Neder-
landsche werkkracht en voor het vrucht
baar maken van Nederlandsch kapitaal.
„die ons reeds jaren lang ook talrijke in
directe voordeelen van niet minder waarde
aanbrachten en, met wijsheid bestuurd, in
de toekomst nog oneindig ruimer veld voor
handel en industrie kunnen opleveren.
„En niet minder dan dit belang dient
voorzeker door Nederland te worden erkend
de verplichting om die koloniën met haar
millioei.en inwoners, onder een rechtvaar
dig bestuur, tot ontwikkeling, beschaving
en welvaart te brengen.
„Treffend is met dit al de koele onver
schilligheid, waarmede ten onzent al wat
de koloniën betreft, in 't algemeen nog
wordt bejegend.
hoe de groote belangen van land
bouw en nijverheid, van spoorwegen, van
irregatie, van opium en zoo menig ander
vraagstuk in de Oostvan arbeidskrachten
in de West, nauwelijks worden geteld.
„En toch van de oplossing dezer vraag
stukken hangt de toekomst onzer koloniën
af en bij die toekomst zijn de belangen
van Nederland ten nauwste betrokken,,.
De stellers der circulaire verklaren geen
partij te willen kiezen voor eenige politieke
partij; zij hebben dan ook hun schrgven
aan alle kiesvereenig;ngen gezonden; maar
zij dringen erop aan, dat het gewicht van
de koloniale vraagstukken en het belang
en den Keizer vervloekend bij den weg.
Weder anderen dronken zich dronken aan
de gestulen wijnen en likeuren of zwierden
door de stad onder het aanheffen van op
roerige liederen.
Wie zal den steen tegen deze ongelukkigen
opnemen Hadden zij niet b\j Worth en
Forbach, bg Metz en Sedan gedaan wat
zij konden en had het hun niet telkens
aan kruit en brood ontbroken Waren zg
niet als weerlooze schapen ter slachtbank
geleid, ver van ouders en magen? Ver
schoont het in hen, dat zg bezweken.
En prijst het in v. Wimpffen dat hg bg dien
aanblik tot dadelijke overgave besloot.
Vooraf echter begaf hg zich, terstond na de
samenkomst met v. Moltke, naar den keizer om
hem de voorwaarden der overgave te melden.
Reeds te 5 uur des morgens reed de
keizer uit om gunstiger voorwaarden te
bedingen. Drie fransche officieren geleid
den het rijtuig en werden door pruisische
vervangen, zoodra zg aan de Pruisische
voorposten waren aangekomen. Generaal
Reille reed vooruit en meldde zich te Don
chéry aan de woning van Bismarck aan.
Bismarck lag te bed, toen Reille daar
aankwam. Zijn dienaar wekte hem. Fluks
sprong hij het bed uit, deed zijn kleederen
aan, zette zijne witte veldmuts op en begaf
zich naar den Keizer. De Keizer vroeg hem
den koning van Pruisen te spreken en was
blijkbaar teleurgesteld toen Bismarck hem
meldde dat het kwartier des koning» was
te Vondresse op 3 kwartier afstand van
daar. Hij bood hem toen zjjn eigen woning
te Donchéry aan, die hg terstond zoude
ontruimen, welk aanbod de Keizer dankbaar
aannam. (Wordt vervolgd.)