1891. No. 63.
Donderdag 26 Februari.
Vijfde Jaargang.
V E R S C II IJ X T
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. D'flUIJ, fe Middelburg.
PRIJS DER A D VE RT E ATI EX
Strijd en Zegepraal.
uw.
elkfn MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. /0.95.
Enkele nummers0.02-\
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Recht voor de Kiezers.
Vijftien Februari ligt nu achter onsen
binnenkort zullen de Burgemeesters nu de
kiezerslijsten aanplakken.
Daarmee begint dan het tweede deel van
de taak onzer kiesvereenigingen.
Dan moet nagezien tweëerlei lo. of op
die lijst elk kiezer staat, die er op hoort;
en 2o. of op die lijst niet soms als kiezer
gebracht is iemand, die er niet op hoort.
Oin zich het nazien van die lijst ge
makkelijk te maken, kan men er op de
secretarie een gewaarmerkt afschrift van
vragen.
)En ontdekt men nu, dat er fouten op
de lijst zijn, dan moet er onmiddellijk een
schrijven aan den gemeenteraad gericht,
om die fout verbeterd te krijgen.
Dit is dus in elk geval, zoodra men twijfelt,
i raadzaam.
Uw recht als kiezer staat hierbij op het spel.
Maar ook op een tweede punt moet gelet.
Sommigen klagen, dat ze met hun Ont
vanger moeite hadden, b.v. om een afschrift
van hun aanslagbiljet te krijgen.
Laat een ieder, die hier moeite mee
had, zonder verwjjl zich hierover beklagen
in een schrijven aan den Min. van Financiën.
Want dit weten we van dezen Minister,
dat hij genoeg eerbied voor het recht der
kiezers heelt, om eiken Ontvanger, die dit
t recht verkrachten mocht, onverwijld tot de
orde te roepen. standaard.
Koffiecultuur.
De heer Kuneman heeft over dit ge
wichtig onderwerp een boek geschreven,
•dat uit twee gedeelten bestaat.
Het eerste geeft de uitkomsten van des
schrijvers uitvoerig «onderzoek» over de
I koffiecultuur, hare geschiedenis en haren
toestand. Hij vat de uitkomsten samen in
d 17 stellingen, waarvan de laatste aldus
i luiden
„De Javaan heeft een afkeer van elke
[cultuur welke hem noodzaakt op verren
■■afstand van zijne woning te werken. Daarom
lis eene vrije koffiecultuur op Java niet denk-
15.) FEUILLETON.
1 Schetsen uit den Fransch Duitschenoorlog.)
Maar het bloedigste van al was de strijd
in en om Bazeilles.
Daar waren de Beijeren aart het werk.
Reeds des morgens halt 4, bij het licht der
brandende t-tad, door hen reeds daags te
voren beschoten, trokken zij daar over de
Maas. Men vreesde namelijk dat de Fran-
schen ernstig aan den aftocht dachten en
het kwam er toch op aan hen zoo lang
mogelijk vast te houden, tot aan Kroonprins
Frederik Wilhelm Je omsingeling in het
noordwesten zou gelukt zijn. Daarom was
men zoo vroeg op de been. Van half 5
tot in den middag hielden de Franscheri
moedig stand in deze fel bestookte stad.
Elk huis huis was een vesting geworden.
Zelfs vrouwen tn kinderen vochten mee.
De beestachtigheid der Fransehen was grenze
loos en strekte slechts om den kalmen
moed der aanvallers te verbitteren.
Telkens werden de Beijeren teruggesla
gen niet achterlating hunner gekwetsten
die dan door de lage bewoners opgenomen
\en in de brandende huizen geslingerd werden.
Bazeilles moest stap voor stap veroverd
worden. Vreeselijk waren de verliezen die
de Fransche mitrailleuses den Beijeren toe
brachten. Eindelijk was de stad veroverd;
I doch de Franscheri hielden den strijd vol
in het park. Wat wonder dat den Beije
ren de moed begon te ontzinken na zooveel
uren van boverimenschelijke inspanning.
Gelukkig kwamen de Pruisen hen te hulp
en nu rukte men met vernieuwden moed
tegen de mitrailleuses op.
baar. Bij aanplanting nabij de rlessa's levert
de koffiecultuur geene voldoende voordeelen
op, om als cultuur voor de Europeesche
markt te worden gedreven. Vrijwillig legt
de Javaan geene groote geregelde tuinen
aan.
„De betaling van f 15 voor den picol koffie
is alleszins voldoende, indien de cultuur
wordt gedreven in streken waar de koffie-
boom gemiddeld een 10-jarigen levensduur
heeft. Het is evenwel noodig den planter
door eeno of andere regeling te beschermen
tegen den woeker der geldschieters en op-
koopers.
„Overeenkomstig het bepaalde in de re
solutie van 3 Febr. 1833 heeft de koffie-
plantende bevolking op Java nog recht op
de betaling van approximatief gerekend
13 a 14 millioen gulden, welk bedrag
haar tot de inwerkingtreding van het nieuwe
regeeringsreglement, dus tot ulto. 1854, is
te kort gedaan."
Daarop laat de schrijver een «advies»
volgen, waarvan de slotsom aldus luidt:
lo. Behoud van alle terreinen nabij en
ver van de dessa's en kampongs, welke
voor een voordeelige koffiecultuur geschikt
zijn, als onvervreemd staatsdomein.
2o. Behoud der koffiecultuur op die
terreinen als gouvernementsonderr eming.
3o. Opheffing van het bestaande st- lsel
van dwangcultuur en invoering eener rege
ling, steunende op vrij willige overeenkomsten
met de inlandsche planters.
4<>. Uitbesteding der cultuur, overal waar
en steeds wanneer d.ar toe gelegenheid be
staat.
Dienen en gebruiken.
Het onderscheid tusschen liberalen en
socialisten, zei eens wijlen Dr. Van Ronkel,
is, dat de liberaal zijn beginsel gebruikt om
er zijn doel rneê te bereiken en dat de
socialist zich in dienst stelt van het beginsel
opdat het hem brenge waar bet hem heb
ben wil.
Eene zeer juiste onderscheiding, en die
men tegenwoordig in verkiezingsdagen ter
toetse brengen kan.
Inmiddels werd <le cirkel reeds kleiner die
de Duitschers om het Fransche leger hadden
gevormd. Te twee uren in den middag
naderden de uiterste vleugels reeds tot
elkander. Steeds meer drong de Fransche
infanterie zich opeen om aan den gespannen
strik te ontkomen. En toen nu ook na
de boven omschreven moorddadige gevech
ten Bazeilles omstreken door de Beijeren
bezet waren, werd het den Framchen te
eng. Yan beide zijden voelde men de
beslissing zou zich niet lang laten wachten.
Keizer Napoleon, die wel het opperbevel
niet meer had, doch nog steeds in het
leger toefde, bewoog zich overal waar de
kogelregen het hevigst was. Ook hij was
uitgeput en ontmoedigd. Nog eenmaal zond
hij er zijne Alrikaansche jagers op af om
te beproeven ruimte te makendoch de
Duitscbe kogels beletten hun den doortocht.
Ziende dat alles verloren was, keerde hij
langzaam naar de stad (Sedan) terug. Op
de brug ontmoette hij een kolonel dien hij
even aansprak. Vlak in zijne nabijheid
viel een granaat en dooddè twee p iarden
nevens het zijne. Een smartelijke glim
lach was al wat bij zeide. Nog even stond
hij stilen trad toen langzaam de stad
binnen. De slag was verloren
Al enger werd inmiddels de keten die
hem omsingelde, al heviger het geweervuur
dat hen naar en in de stad dreef. In
hunne snelle vlucht daalden zij met groote
troepen van de heuvelen, voetvolk, ruiterij,
wagens en gevangenen medesleepend. Na
een uur van zulk ordeloos vluchten, te 4
uur ongeveer, was de slag geëindigd, en
de heele omtrek in Duitsche handen. Wel
tienduizend Franschen lagen gedoo 1 op
het slagveldterwijl 80.000 hunner be
rooid of gewond binnen Sedan schuilplaats
Zoo predikt bijvoorbeeld de liberaal even
goed als de roodste socialist het beginsel
der volkssouvereiniteit; en voor beide is het
kiesrecht het uitvloeisel van die souvereiniteit.
Maar als het er op aankomt het volk het
kiesrecht daadwerkelijk te geven, dan heeft
de liberaal allerlei voorwaarden en uitvluch
ten, en verspilt jaren eer hij er toe komt.
Eenvoudig omdat hij het zeggenschap
over de zaken uitsluitend aan zichzelf wil
behouden, en berekent., dat wanneer hij dit
ook aan andersdenkenden toekent, het mo
nopolie hem zou ontgaan.
De socialist rekent zoo niet.
Hij noemt niet alleen het volk in zijn
gan-chen omvang souverein, maar is ook
bereid op stnanden voet dezen souverein te
kronen met het kiesrecht, dat tegelijk uit
vloeisel en kenteeken van zijn souvereiniteit is.
Het verschil tusschen liberalen en socialis
ten zit dus niet in het beginsel, maar in
de toepassing ervan.
De socialist laat zich door het beginsel
beheerschen en doet er naarda liberaal
uit berekening legt zijn beginsel een toom
aan en dwingt liet stapvoets te gaan waar
heen hij wi!verder niet.
Hoelang
Zoolang als door deftige redenaties en
het beloop der omstandigheden hij meester
van den toestand blijft.
Wanneer dit verandertwanneer het
«souvereine» volk naar de deftige redenaties
niet meer wil luisteren en de gunstige
omstandigheden onzen liberaal in den steek
laten wanneer als in 1848, volksoploopen
de plaats beginnen in te nemen van ora
torische frasen en parlementaire speeches
dan eerst wordt de gewone liberaal
consequent als zijn jonger broeder de socialist;
legt zijn conservatieve berekeningen als een
bundel oud papier op het altaarsteekt de
vlam er inen viert liet offerfeest van
overtuigingen dat met de Grieksche Heka-
tombe alleen den naam gemeen, maar ove
rigens niets waardigs of navolgenswaardigs
heeft.
gevonden hadden.
Thans kwam de Wurtemburgsche artil
lerie aan de beurtzij tiegon de stad te
beschieten en weldra stonden enkele wo
ningen in brand.
De koning gaf hierop bevel het vuur te
staken en zond den majoor Bronsart naar
Sedan om stad en leger op te eisclien.
Inmiddels belegde Napoleon, schoonzonder
medewerking van Generaal Wimpffen, een
krijgsraad, die eenstemmig van oordeel
was, dat men bij gebleken onmogelijkheid
om zich langer staande te houden, zich
aan de Duitschers op genade of onge..ade
had over te geven. In onze eeuw van ver
gulden en omzwachtelen heelt men voor deze
vernederende daad het woord capituleeren
verzonnen. Men bedoot dan te capituleeren.
Onderhandelingen werden geopen I met
de Beijersclie generaals die liet dichtst bij
.ie poorten stonden. Dezen brachten de
tijding aan den Koning die hun te verstaan
gaf dat de parlementair bij hem moest
ko t en.
Een oogenblik van spanning ontstond
thans voor de Duitsche vorsten en hunne
omgeving. Immers men had zoo straks een
ruiterbende door de Beijersehe bezetting
zien heenbreken. Zou Keizer Napoleon
niet onder hen kunnen zijn? Door een
goeden verrekijker kon men ten duidelijkst
de in de stad opgehoopte troepen zien.
Men zag zelfs de afzonderlijke personen.
De mausctiappen lagen bij lioopen op de
straten om uit te rusten.
Eindelijk, daar naderde de parlementair.
Het was de Fransche generaal Reille. Op
zijn sabel leunende, wachtte de koning op
het woord zijns tegenstanders.
Honderd schreden voor hem hield Reil)
stand en stapte van het paard. Hij was
Aan deze zeer juiste beschouwing van de
A/. P. G. C. voegen wij nog slechts de
mededeeling toe dat de heer Kerdijk, een
der beste liberalen, in de Tweede Kamer
gezegd heeft dat er in beginsel geen verschil
is tusschen liberalen en sociaal democraten,
zelfs niet in het kritiekste, zelfs niet wat
het eigendomsrecht betreft.
Gelijk men zich herinnert, beriep de
heer Kerdijk zich hierbij op zijn leermeester,
professor Opzoomer, die óók de grenzen der
Staatsmacht zoo ruim stelt, dat er ten slotte
niets aan ontkomt.
Trouwens Groen van Prinsterer heelt
steeds onvermoeid gepredikt dat de liberalen,
consequent op hun lijn voortgaande, moeten
aankomen, waar bijvoorbeeld üoinel.i Nieu-
wenhuis nu reed: is.
Een woord van lof.
Een woord van lof heeft dubbele waarde
als het komt uit den mond van een
politieken tegenstander, en zeker wel een
tweedubbele wanneer deze tevens man van
het vak en zaakkenner is.
De minister van binnenl. zaken, de heer
Lobman, heelt bij zijn intrede in dit kabinet
der rechterzijde vaak moeten hooren dat
men vreesde voor z(jn gebrek aan beleid.
In den laatsten tijd komen echter nog
al enkele uitspraken van der zake kundige
tegenstanders aan het licht, waai in beleid
en zaakkenn s, regeerkunst er. beginselvast
heid van dezen eerst zoo gesmaden en
verachten minister geprezen worden. Uit
spraken, die wij natuurlijk van groot ge
wicht achten en waarvan wij te gelegener
tijd ook een nuttig gebruik hopen te
maken.
Een er van wenschen wij nu alvast te
releveeren, dewijl 'zij het onderwijs raakt,
.■et onderwijs welks peil, door de aanne
ming der schoolwet de beer Goeman
Borgesius bad het in de tweede kamer
gezegd aanmerkelijk zou dalen.
Merkwaardig is daartegenover het oor
deel van den openbaren hoofdonderwijzer
een statig man en droeg op de borst de
medailles van de Klim en van Solferino.
Russen en Oostenrijkers hadden zijn on-
verwinbaren moed gezien. Thans leunde
hij op een stok toen hij over den akker
nader kwam. De boodschap viel hem dan
ook al te zwaar doch zij was hein opge
dragen, als gehoorzaam soldaat mocht hij er
zich dus niet aan onttrekken.
Bij den Koning gekomen, nam hij zijn
kepi at, boog zich diep voor hem en
naderde hem met ontblooten hoofde.
Daarop nam hij den brief uit zijn borstzak
en overhandigde hem den koning. Het
was de brief van Napoleon. Ernstige ver
rassing teekende zich op het gelaat des
konings toen hij den brief opengemaakt
en gelezen had.
Napoleon tocli schreef hem
«Mijnheer en broederDaar het mjj
niet vergund was te midden mijner troepen
den dood te vinden, zoo leg ik mijn degen
aan de voeten Uwer Majesteit.
NAPOLEON.»
Na een korte beraadslaging nam de
koning een sabeltasch, legde die op den
rug van een officier die in gebogen houding
staande als lessenaar moest dienst doen,
en schreef in dienzelfden vorm het volgende:
«Mijn Broeder, ik neem uwen degen
aan en verzoek u iemand te benoemen met
wien ovei de kapitulatie van uw leger kan
onderhandeld worden.
YVILHELM».
De brief werd dichtgemaakt en ver
zegeld met een stuk lak dat een soldaat
toevallig in den zak had. Generaal Reille
nam met ontbloot hoofd den brief aan,
steeg te paard en reed naar de vesting
terug.
Wordt vervolgd