Strijd en Zegepraal.
ËEKSTE KAMER.
imiriNZAivEY.
Gemengde Berichten.
Had hij Hahnemann's Organon der
Heilkunst gelezen, dan zou hij, ook al
ware hij van de waarheid van Hahnemann's
beginselen niet overtuigd geworden, de
wetenschappelijke gronden kennen, waarop
de homoeopathische geneeswijze berust.
En ware hij maar een weinig op de hoogte
der Homoeopathie, dan zou hij weten dat
juist in de proefondervindelijke waarne
mingen hare kracht bestaat, zooals door
een harer tegenstanders, Prot. Stokvis
volmondig wordt erkend.
Verder zeide hij «He aanstelling van
leeraren in de Homoeopathie is in andere
landen en groote universiteiten ook reeds
beproeld, maar heeft tot geen gevolg geleid,
omdat aan de Homoeopathie een vaste
basis ontbreekt.®
Welk eene onkundeIn welke landen
en aan welke grootere universiteiten is
dit beproefd Hjj bedoelt zeker niet Amerika
met zijne 13 homoeopathische universiteiten,
want Amerika is voor de heeren allopaten
het land dei kwakzalverij Zou hij dan
soms Buda Pest bedoelen, waar Prof. Bakody
reeds jaren lang met veel bekwaamheid en
groot succes de Homoeopathie doceert, en
ons reeds vele homoeopathische doctoren
heeft gezonden Dat kan natuurlijk cok
niet. Maar wat zou hij dan bedoelen?
Ja, wat Eenvoudig niets. Het zijn maar
woorden zonder eenigen grond.
Het slot van de rede des geleerden
doctors is echter het fraaist van alles.
Hoort slechts:
«De Homoeopathie is meer een negatie
(ontkenning) dan een affirmatie tbevesti-
ging), die niet wetenschappelijk kan verde
digd worden»
Similia similibus curantur een negatie!
En de Allopathie een affirmatieEn eene
negatie die niet wetenschappelijk kan ver
dedigd worden't Is jammer dat Dr.
Geljjk geneest gelijk; de hoofdregel
bij de homoeopathie, dat wil zeggenDe
Hom. bestrijdt een ziekte met de verdunning
van dezelfde stof'die in on verdunden toestand
bij een gezond mensch die ziekte juist zou
opwekken.
Bovenstaand aan het Homoeopatisch
Maandblad (worde het spoedig een Week
blad l) ontleend, vullen wij aan met de
navolgende statistiek
Er bestaan in de Vereenigde Staten van
Noord Amerika 130 homoeopatische ge
nootschappen met 10,000leden; 66 homoeo
patische ziekenhuizen (met 6320 bedden)
waar in het laatste jaar 33,736 zieken
werden behandeld, van welke 24,410 her
stelden, 3585 in beterschap toenamen, 972
onveranderd bleven en slechts 1118 d. i.
3,3 pCt. stierven; 39 homoeopathische kli
nieken in welke 111,258 kran ken behandeld
werden; 25 homoeopatische tijdschriftenen
13 homoeopatische universiteiten (colleges)
met 173 professoren, 73 leeraars en 3320
studënten. In het verloopen jaar promo
veerden 393 doctoren.
13.) FEUILLETON.
Schetsen uit den Fransnh Duitschen oorlog.)
X.
DE SLAGEN BIJ BEAUMONT EN
BAZEILLES.
Het Argonnerwoud met zijn zeer gering
getal wegen vormt een stevigen slagboom
tusschen Frankrijk en Duitschland. Zeer
moeilijk moest het dan ook den Duitschen
t oepen vallen door dit woud de vijanden
te bereiken.
De weg naar Rethel, door Mac Mahon
waarschijnlijk genomen, loopt van Stenay
aan de Maas over Beaumont (spreekt uit
Boomon) door den noordelijksten pas der
Argon nen. Met Mezières vormen deze
plaatsen een driehoek, binnen welks om
trek nog tal van kleinere vestingplaatsjes
verspreid liggen. Onder hen is de aan
zienlijke fabriekstad Sedan met 16000
inwonersinsgelijks aan de Maas gelegen.
Op deze laatste plaats was het grootste
gedeelte van Mac Mahons leger terugge
trokken. Uit de verschillende verkenningen
was den Duitschers al spoedig gebleken
dat hij zich bij Beaumont moest ophouden.
In die richting trokken dan ook de
Duitsche troepen op, en waren den vijand
al spoedig op de hielen. Na enkele ver
moeiende dagmarschen onder hevige stort
vlagen volbracht, bereikten zij den 30
Augustus Beaumont waar zjj besloten den
ernstigen kamp te wagen.
Het gevecht begon met een overval.
Daar de Frarische generaal Failly verzuimd
had voorposten uit te zetten, hadden de
Beijersche troepen gelegenheid hen te
verrassen, zoodat zij overhaast moesten
opbreken, met achterlating van de middag-
Schr. geen hoogleeraar is, en wij nog geen
privaat docent in de Homoeopathie rijk
zijn, dun zou deze hem gemakkelijk kunnen
verslaan.
De aanval op dit ministerie ging ditmaal
uit van een vriend, den heer de Bruijn,
die mede namens de overige katholieke
leden, wegens de leger wet aan deze Re
geering hun vertrouwen opzegde, al zouden
zij ook thans, om geen stremming in
's Lands zaken te brengen, de begreotingen
niet afstemmen.
Na hem volgde een als gewoonlijk tor-
sche aanval van den oud minister Fransen
v. d. Putte, die op al de ministers, met
uitzondering van Oorlog en Justitie, zijn
aanmerkingen had en dan ook beslist er op
rekende dit ministerie in Juni ie zien verdwij
nen. Hij achtte het echter onmogelijk en
onwenschelijk dat de liberale partij de teu
gels van het bewind overneemt dank zij de
vooruitstrevende tendenzen der jonge libera
len. Wie zich dan met de regeeringstaak
zal dienen te belasten, zeide de heer v. d.
P., er echter niet bij. Wel verklaarde hjj
het grafschrift voor het ministerie reeds
klaar te hebben. Hij wil het doen luiden
«Hier rust in vrede en tevredenheid het
ministerie van staatkundige onbewustheid».
Zeer ondeugend merkt Het Dagblad
daarentegen op dat op het grafteeken voor
het ministerie Putte met meer recht zou
kunnen gegrift worden«Hier rust een
ministerie dat Nederland en Indië aan den
rand van hun financiëelen ondergang bracht
door den Atjeh-oorlogdat duizenden
menschenlevens en miljoenen schats heeft
gekost, en waarvan de rechtv aardigi ng
steeds is achterwege gebleven.»
De heeren v. Lijnden (a.) en v. Royen
(1.) verdedigden deze regeering, die wel
niet al wat het beloofde tot stand bracht,
maar dit met alle regeeringen gemeen heeft
en bovendien niet was tegengevallen. Zelfs
de heer Putte meende dat de minister
Lohman nog zoo kwaad niet was als men
hem vroeger geschilderd had waarop deze
hem voor dien lof dankte. Hij zag daarin
een buide aan de beginselen door hem
jarenlang verdedigd en die bij steeds in
toepassing hoopte te kunnen blijven bren
gen, waartoe hij bljjkens het grafschrift
door den heer Putte voor dit ministerie
opgemaakt, al heel weinig kans schijnt te
hebben.
18 Februari '91.
Prov. blad no 19 bevat eene circu
laire van den commissaris des konings
houdende voorschriften betreffende verreke
ning van kosten ter zake van besmetteljj ke
ziekten onder dernenschen en or.der het
vee.
Goes. Naar wjj vernemen is het jkantoor
pot die zoo juist was klaargemaakt. Het
stadje werd daarop door Beijeren en Saksers
bezet en de geheele omtrek van Franschen
gezuiterd.
In overhaasting trokken dezen terug
naar de brug over de Maas bij Mouzon,
het geheele kampement met tenten en
andere legerbehoeften in den steek latende.
Tal van kanonnen en mitrailleuses vielen
den Duitschers in handen.
Ook de andere korpsen, die deel uit
maakten van de reserve van den Saksischen
kroonprins, waren inmiddels op het slag
veld gekomen en r.u werd de strjjd alge
meen. Tegen den avond, toen de Beijersche
troeptn nog een worsteling hadden met
de herzamelde vluchtelingen, klonk onver
wacht het hoera van de tegenoverliggende
hoogten. Een officier met de witte vlag
kwam nader om te melden dat de strijd
beslist was en de Franschen zich tot op
het laatste stadje voor Sedan hadden
teruggetrokken.
Ook Mouzon was veroverd. Behalve het
kamp van Failly vielen 20 kanonnen, 11
mitrailleuses en 7000 gevangenen in handen
der Duitschers.
Van een naburige hoogte had koning
Wilhelm den strjjd overzien en begaf zich
niet naar zijn nachtkwartier voor het zich
verwijderende gerucht der strijdenden hem
zei dat het gevecht een einde nam.
Den volgenden morgen, den 31 Augus
tus, werd het reeds vóór dag en dauw
her zat. De toeleg der Duitschers was den
linkervleugel der Franschen langs de Bel
gische grenzen om te trekken en hen op
den kroonprins van Pruisen te werpen die
naar de Maas oprukte.
De Franschen verdedigden met leeuwen
moed iederen voet grond van dit golvend
heuvelland, terwjjl hunne mitrailleuses dood
der registratie voortaan des namiddags drie
uur voor het publiek gesloten.
Naar Het Dagblad verneemt zal van
de Eerste Kamer het verzoek uitgaan om
bij H. M. de Koningin Regentes ten gehoore
te worden toegelaten.
Wisseukerke. De heer J. Karelse, sedert
vele jaren dijkgraaf van den Onrustpolder
is op 66 jarigen leeftijd overleden.
Goes. De vereeniging tot onderlinge ver
zekering tegen hagelschade in Zuid Beveland
is thans definitief tot stand gekomen.
Nidai op 20 en 27 Januari reeds (wee
voorbereidende vergaderingen in de Prins
van Oranje waren gehouden, waartoe alle
leden der beide afdeelingen Heinkenszund
en Kruiningen werden opgeroepen ei. waar
het door de voorloopige Commissie ontwor
pen Reglement werd behandeld, was nu
aan alle leden een nieuw Reglement toe
gezonden zooals die door de besluiten der
vroegere vergaderingen gewijzigd was. Met
een enkele uitzondering verklaarden alle
aanwezigen hunne toetreding tot de ver
eeniging uie nu 24 leden telt, met eene
te verzekeren oppervlakte van 1200
Hectaren, die men wel mag verwachten
spoedig verdubbeld te zien. Bij de daarop
gevolgde benoeming van het bestuur dat
volgens Art. 7 uit 9 personen zal bestaan,
t. w. een voorzitter, een secretaris, een
penningmeester en zes commissarissen, welke
betrekkingen door de leden onderling worden
verdeeld, werden reeds bij eerste stemming
met meerderheid gekozen de heeren C. der
Weduwen en C. Zuidweg met 20, I. G.
J. Kakebeeke en J. J. Mol met 18. E. v. d.
Bosch en M. de Kater met 15, P. van den
Dries met 14, J. van Nieuwenhuijzen met
13 en A Bruggeman met 12 stemmen.
Onverwijld zal de koninklijke goedkeuring
op het Reglement worden gevraagd ter
verkrijging van rechtspersoonlijkheid voor
de Vereeniging. In een de volgende week te
houden Bestuursvergadering zullen de func-
tiën veideeld en de rooster van aftreding
gemaakt worden, terwijl het bestuur daarna
de leden nogmaals zal oproepen ter be
noeming der tien deskundige schatters en
ter uitreiking der formulieren van aangifte
der te verzekeren perceelen. Aanmeldingen
tot Lid kunnen inmiddels bij alle Bestuurs
leden geschieden.
HEItk- I A NMIOOIMËI WS.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Sir Jansland ds. H. A. Leen-
mans te Overlangbroek.
Ned Ger. Kerk.
Beroepen te Middelburg Ds. J. H. Feringa
te Klundert.
Geslaagd te Breda examen nuttige
handwerken mej. A. M.Nyland te Middelburg.
Bij kon. besluit is goedgekeurd dat
de hoogleeraren in de faculteit der godgel.
aan de rijks-Universiteit te Leiden, dr. J.
en verderf spreidden in de Duitsche ge
lederen. Doch ook dezen stonden niet van
achteren en gaven door welgericht kanon
nenvuur hun vijanden alles dubbel weder.
Helden van Königgratz en Langersalza,
Zouaven en andere oud-gedienden herinner
den zich niet ooit zulk een ontzettend
bloedbad te hebben zien aanrichten.
De Maas was rood gekleurd van het
bloed. De lijken van rnenschen en paarden
belemmerden haar in haren loop.
Indien Mac Mahon geweten had dat hij
hier slechts met een deel der Noorderarmee,
met de troepen van den Saksischen kroon
prins te doen had, hoe hij zijne bijna
wanhopige troepen tot een laatsten kamp
zou hebben aangevuurdDe beijersche
generaal v. d. Tann wist hem echter door
allerlei schijnbewegingen te verschalken,
zoodat hij niet beter wist of hjj had de
geheele armee van den Pruisischen Kroon
prins vóór zich.
Deze echter deed op dit oogenblik zijn
beroemden flankenmarsch, waarvan wij hier
boven spraken, en volbracht dien met ge
lukkigen alloop.
In den laten avond gaven de Franschen
den strijd op. Ook dezen slag bij Douzy
hadden zij verloren. In geregelde orde
echter trokken zij af, en ontstaken de
vuren. Eerst toen werd ook den Beijerschen
troepen rust gegeven. De koks moesten
echter aan het werk blijven, want er moest
voor twee dagen eten gekookt worden.
Wel een bewijs dat een hevige, misschien
wel de beslissende slag op handen was.
Mac Mahon had zich inmiddels zoo dicht
mogeljjk bij Sedan teruggetrokken.
XI.
DE SLAG BIJ SEDAN.
(1 September 1870.)
Een der merkwaardigste veldslagen die
H. Gunning jr. en dr. C. P. Tie'e, met den
aanvang van het studiejaar 1891 )92. de
hun bij de Koninklijke besluiten van 17
Mei 1889 en van 29 Mei 1881 opgedragen
vakken van de wijsbegeerte van den gods
dienst en van de geschiedenis der leer
aang. God, met elkander verwisselen.
Kruiningen. De heer F. v. d. Peijl heeft
de benoeming tot godsdienstonderwijzer te
Kamperland (N.B.) aangenomen.
Arrotidiss. rechtbank te Middelburg.
Dinsdag zijn veroordeeld 'wegens
vernielingC. v. d. W., 19 j. arbeider
Colijnsplaat, tot f5 b. s. 5 d. li,
mishandelingJ. K. 22, j., arbeider,
Colijnsplaat, tot 2 m. gev. straf
mishandeling van een ambtenaar C. L.
T., 23 j. voermansknecht, Aardenburg. tot
f5 b. s. 5 d. h.;
beleediging W. C. 42 j., slachter, IJzen-
dijke, tot f 5 b. s. 5 d. h.
diefstalJ. S. 21 j., werkman G. P.
44 j. timmermansknecht, en J. V. 20 j.,
arbeider, allen Domburg eerstgenoemde
gedetineerd te Goes, ieder tot 14 d. gev.
straf en
heling: P. P., 42 j. winkelier Domburg,
tot 1 m. gev. straf.
Allen in de kosten.
Vrijgesproken zijn A. F. M„ 16 j. en
B. M.. beiden IJzendijke, en C. S., 55 j.
Wissenkeike, arbeiders, allen beklaagd van
diefstal.
Ylissingen Dinsdag kwam de dagmailboot
«Duitschland» door den zwaren mist eerst
te 6.30 aan, De Hollandsche en Duitsche
passagiers met post vertrokken per facul-
tatieven trein van 6.45. Woensdagmorgen
kwam de nachtmailboot «Prins Hendrik»
eerst tegen half 10 binnen. Passagiers en
post vertrokken gezamenlijk per fac. trein
van 1219.
Aan den polder Oud Kempenhofstede,
onder Stavenisse, heeft eene oevernfschuiving
plaats gehad, aan de westzijde van het in
1881 aldaar gezonken zinkstuk.
In de Maandag door de Werkmans-
vereeniging te Borsele gehouden algemeene
vergadering is besloten tot aankoop van
een deel der benoodigde Ruhrkolen voor
den aanstaanden zomer- en winterdienst bij
de firma M. J. Masion Zonen tc Dordrecht,
die 110.50 per kar van 1700 kilo had
bedongen.
Voor de scheepsvracht was slechts eene
aanbieding ingekomen. De vergadering
besloot het vervoer te water optedragen
aan nen heer L Wagenaar te Borsele voor
f 2.75 per kar voormeld. Het lossen der
schepen werd gegund voor de minste
inschrijvingssom ad f 0, 48 per kar.
ooit geleverd zijn is de slag bjj Sedan. Het
loont inderdaad de moeite er wat langer
dan anders bjj stil te staan.
In het vorige hoofdstuk zagen wij dat
de Franschen zoo dicht mogeljjk Sedan
trachtten te naderen. Nog in den laten
avond vóór den 1 September werden zij
door de Beijerschen zoo hevig beschoten
dat een oogenblik bij de Duitsche leger
hoofden de vrees ontstond dat de Franschen
door een wel wat te snelle vlucht den
Kroonprins in zijn flankenmarsch zouden
belemmeren, en de uitslag van den volgenden
dag zouden wijzigen. Daarom werd aan
de Beijeren last gegeven, nog in den nacht
de Maas over te trekken, teneinde den
volgenden morgen bij de hand te zjjn.
Het was wel wenseheljjk geweest, voor
Franschen zoowel als voor Duitschers, dat
de Ie September eens een dpg van rust
konde zijn. Allen waren vermoeid na zulke
lange marschen en twee veldslagen achtereen.
Had alleen het gevoel mogen spreken, nie
mand zou den dapperen dien rustdag ont
houden hebben. Maar daar waren ook
andere gewichtige overwegingen.
De Vorsten oordeelden dat de dag der
beslissing, van menschelqke zqde bezien,
thans in aantocht was. De Franschen
waren thans in een hopeloozen toestand
gemakt. Afgemat en teleurgesteld, niet
verder kunnende terugtrekken, en bij een
weinig goeden wil volkomen ingesloten
zonder eenig middel tot ontkoming, was
de tijd daar hun den beslissenden slag toe
te brengen. Des nachts te 1 uur ontving
dan ook de Saksische Kroonprins bericht
dat hij reeds den volgenden morgen te 5
uur het vuur weder zou openen.
Wordt vervolgd.)