1891. No. 58. Zaterdag 14 Februari. Vijfde Jaargang. Strijd en Zegepraal. V E R S C HIJ N T G. M. KLEMKERK. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES GESCHIEDENIS VAN EGYPTE. IK ZEEUW. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prgs per drie maanden franco p. p. /0.95. Enkele nummers/0.02f. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Eï ri iui h< in al in Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel. SCHETS der vroegste INLEIDING. Voor eenigen tijd had ik het voorrecht het Museum van Gizeh te bezoeken. Ofschoon er geen andere catalogus bij de hand was dan die van Mariette Bey, uit gegeven te Alexandrië in 1864 en ik dien tengevolge mijne toelichtingen voorname lijk moest borgen bij een jong student in de oude oostersche talen, was datgene wat ik oij de beschouwing dier Egypti sche monumentenverzameling leerde vol doende om mijne belangstelling in (de- oude historie van Mizraim aan te blazen. Het is waar dat ook sommige Europeesche musea enkele perioden der geschiedenis helpen verduidelijken, maar het Museum van Gizeh is eemg. Het bevat overblijf selen uit alle beschavingstijdperken der historie van Egypte, en er is geen volk op den ganschen bodem der aarde, welks lotgevallen tot een zoo lang vervlogen tijd stip kunnen worden nagespeurd als die der Egyptenaren. in de volgende bladzijden zal ik, zonder naar wetenschappelijkheid of volledigheid te streven, in geregelde volgorde over eenige dei' gedenkwaardigste toestanden, feiten en personen uit de eerste tijden dezer aller belangrijkste geschiedenis handelen. Het is niet mogelijk dat andere natiën even vroeg de kunst verstaan hebben, hunne gedachten op steen te griffelen of op andere Vroeger 't Museum van Baulac, even eens een dorp by Kairo. Gizeh wordt uit gesproken als de Fransche eigen naam Guise- 12.) FEUILLETON. (Schetsen uit den Fransch Duitschen oorlog De slag was te half 9 bij volkomen duis ternis geëindigd. In den loop van den nacht trokken de teruggeworpen Franschen in de verschanste legerplaats van Metz terug. Afgedwaaldo afdeelingen en tallooze ge wonden van hen zwierven nog in de nabij heid van het slagveld rond. Van beide zijden waren groote verliezen geleden. Hier hadden 200,000 Franschen den kamp gehad met 280,000 Pruisen, die echter niet allen in het vuur kwamen. Voor de Pruisen had deze duur gekochte overwinning de heilrijkste gevolgen. Immers het vijandelijk hoofdleger werd van al zijne verbintenissen met Parijs afgesneden. En gelijk bij Worth en Weissenburg de ver zoening der Pruisen en Beijeren met bloed bezegeld werd, zoo werd ook hier door Saksers en Hessen op welsprekende wijze beleekend dat ook zij broeders van de Pruisen waren, dat Duitschlands herstelde eenheid geen hersenschim was. IX NA DEN SLAG. De vlucht des vijands was zoo overhaast geweest dat hij bij een der dorpen de groote kostbare legerplaats met achterlating van de meeste goederen en wapenen in den steek gelaten had. De vleeschketels stonden volledig toebereid naast de uitge doofde vurenkleederen zoo schrijft Ja|ln waren in wilden haast uit de opene achtergelaten koffers geruktaangevangen brieven lagen op de tafelskortom alles wees op een wilde waanzinnige vlucht. Men kon ook duidelijk het verschil zien tusschen de leefwijzen der Fransche en Duitsche troepen. De laatsten sliepen meestal onder den blooten hemel op den kouden grond eerstgenoemden hadden niet alleen bedden, stoelen en banken, maar ook tapijten, gordijnen, toiletvoorwerpen, wel wijze voor jde nakomelingschap op te tee kenen. Maar het is een feit dat van geen volk ouder berichten voorhanden zijn dan van de bewoners der Nijlstreken. De oude, Egyptische geschiedverhalen, hetzij gegrif feld op tafelen van graniet, uitgehouwijp op steile rotswanden, gebeiteld op pyra- miden, ingedrukt en ingebrand op klei of geteekend op stukken leder in rollen pa pyrus, hebben den alles doorknagenden tand van duizenden jaren tijds doorstaan. De reden daarvan ligt voor de hand. Ü6 Naald van Cleopatra, waarop waarschijnlijk meer dan eens de blik van Mozes heeft gerust, en die nu (1891) sinds twaalf jaren in Londen een der Theemsboorden siert, is reeds aan het verweeren, zoodat de hiëroglyphen langzamerhand uitslijten. De obelisk is reeds V-t duim afgenomen en de inschriften zijn twee duim diep. Bijgevolg zullen zij over tachtig jaar niet meer te lezen zijn (tenzij men het gedenkteeken verglaze) terwijl dezelfde steen duizenden jaren geconserveerd bleef onder de Egyp tische zon. De droge lucht in het Nijldal en het heete, alles hermetisch omsluitende woestijnzand hebben de overblijfselen uit de eerste eeuwen der geschiedenis onge schonden kunnen bewaren; De Egyptische tijdrekening is reeds lang een struikelblok, waarover de kenners van het Oosten niet dan met de meeste behoed zaamheid kunnen heenstappen, en nooit gelukt dit zonder kleerscheuren. Ik bedoel niet sommige Duitsche geleerden, die wan neer zij over de wereld praten, met jaar, duizenden kegelen alsof het houten ballen waren, maar hen, die niet gaarne, teneinde allerlei twijfelachtige autoriteiten gelgk te geven, de jaartelling van andere geschie denissen en wat men zegt, de bijbelscbe chronologie overhoop werpen. Wanneer men riekende wateren en oliën, die toch waarlijk niet strekken konden om de bewegingen van het Fransche leger lichter te maken. De dag na den slag werden tot diep in den nacht de gevallen helden ter aarde besteld. De regiments-muzikanten speelden liet oude schoone koraal «Jezus mijn toe verlaat.» Een officier schrijft: «Onbeschrijfe lijk hartroerend waren de stille bittere tranen, die langzaam over de door de zon verbrande wangen der krijgshaftige sterke mannen biggelden. Neon, niemand die daarbij zelf niet tegenwoordig geweest is, kan zich een recht begrip van den vreese- lijken geesel des oorlogs maken. Tegen 9 uren des avonds werd de plech tige doodenmuziek door een stouten snel len marsch afgebroken. Nader en nader kwam het klinkende spel en thans trok ken de regimenten snel en met lichter tred de garde voorbij. Het waren hare dappere strijdmakkers, de overal beminde en geprezen Saksers. Zij riepen den gardes een vriendelijk goeden avond kameraden toe, dat hartelijk beantwoord, werd. Weldra verdween de muziek in de verte. Maar niet lang, want daarna klonk het in vol mannenkoorStille nachtheilige nacht' en van den anderen kantLieb Vaterland kannst ruhig sein Toch was bij al deze goedmoedigheid het feit niet uit te wisschen dat weder minstens 18000 mannen van elk der beide partijen in de kracht des levens waren weggemaaid. Koning Wilhelm gevoelde dit ook toen hij aan de Koningin schreef«Ik durf u hun aantal niet te noemen.» Daar het te laat was geworden om naar het hoofdkwartier terug te keeren, besloot hij te bivakeeren. Levensmiddelen waren echter bijna niet te bekomen. Met moeite kon men voor den Koning een paar cote- letten klaar maken. Von Bismarck verge noegde zich met een paar ruwe eieren door middel van zijn degenknop stuk te slaan en ongekookt te verorberen. Op het bedenkt dat Mariette den eersten koning der eerste Dynastie ten jare 5004 v: C. den troon laat beklimmen, terwijl Lepsius het jaar 3892 en Wilkinson 2700 aangeeft en nochtans deze drie mannen de een niet minder dan de ander oijna al hun leven hebben gewijd aan de studie der Egyp tische oudheid dan beseft men voor zichtig te moeten zijn in het vaststellen van zaken, die met de tegenwoordige ge gevens nog niet absoluut vastgesteld kunnen worden. Dan ook beseft de christen dat er hoegenaamd niet de minste reden bestaat om tegen de tafereelen die de oude historie schrijver Mozes, de man Gods, van den dageraad der raenschheid heeft opgehangen, de onzekere uitkomsten in te roepen, die de valschelijk genaamde wetenschap van allerlei tegenstrijdige berichten heeft afgeleid. Manetho, een priester van Sebennytus, vertaalde op last van Ptolemaeus If Phi- ladelphus (284—246 v. G.) de oude histo rische werken, die in de Egyptische tem pels berustteD, uit het Kaptisch in het Grieksch. Ware dit werk in zijn geheel bewaard gebleven, zoo zou er gewisselijk van onder de vele fabelen, waarmee de oudheid hare documenten opsierde, veel kennis zijn op te delven. Doch Manetho's arbeid ging verloren met uitzondering van eenige tabellen, door Flavius Josephus en enkele christelijke geschiedschrijvers be waard. Daarin vindt men de narrn n der Pharaönen, die achtereenvolgens (gedeelte lijk ook gelijktijdig) over Egyple hebben geregeerd, en wat de Egyptologen van de papyrusrollen en in de laatste eeuw ook van de hiëroglyphentafelen, graven, tem pelmusen, standbeelden en steenen gereed schappen hebben geleerd, bevestigt de juistheid van vele van Manetho's opgaven Te dien opzichte heerscht dus eenige be laatst vond men nog eene afzonderlijk staan de woning verwoeste, waar de lgrijze koning op aandrang zijner officieren heenging. Ook Bismarck vond na lang zoeken een nacht verblijf. Aan eene hoeve gekomen, zeiden hem de bewoners dat alles bezet was. «Daar boven is zeker wel plaats voor een stroobed», zeide hij, terwijl hij op een donker venster in de eerste verdieping wees. Daarop ging hij zelf de trappen op en ontdekte dat de kamer drie ledige bedden bevatte. De groothertog van Mecklenburg Schwerin, de Amerikaansche generaal She ridan en hij zelve maakten er natuurlijk terstond gebruik van. Maarschalk Bazaine was dus voor goed in Metz teruggeworpen en zijne veieeniging met Mac Mahon voor immer verhinderd. Prins Frederik Karei en de zijnen hadden tot taak hem ingesloten te houden, terwijl de Kroonprins die tijdens deze gevechten rust genomen had, bevel kreeg op te breken. Thans was Mac Mahons plan om Bazaine te verlossen en zich met hem te vereenigen, teneinde op die wijze den Duitschers te beletten in de richting van Parijs op te rukken. Daartoe gaf hij het vriendelijke stadje Chalons aan de vlammen prijs en trok met onbedacntzamen moed op het doel af. De brand was wel wat te vroeg aangestoken. Immers terwijl dui zenden soldaten zonder schoenen liepen, werden bij dezen brand onder anderen tienduizend paren schoenen door de vlam men verteerd. Er was ook geen orde meer onder de Fransche troepen. De be volking werd om het zeerst door zouaven en turco's uitgeplunderd. Zij vonden het beter dat zij dan dat de Pruisen den buit deelden. Mac Mahon trok met 150,000 soldaten over Rheims en Rethel naar het noorden. Langs de Belgische grenzen hoopte hij te sluipen en zoo den kroonprins te verschal ken. Dan zou hij zich snel naar Metz slistheid, doch daar men niet wiskunstig zeker zeggen kan, welke koningen elkander opvolgden en welke gelijktijdig regeerden, blijft voorleopig het chr< nologische struikel blok nog op zijne plaats liggen. Eerst van het 26ste Koningshuis (plusm. 670 v. C.) begint de muze der historie met duidelijker stem te spreken. Omtrent den tjjd der troonsbestijging van Menes versehilt Mariette met Wilkinson 2304 jaaromtrent die van Psammetichus I (26ste Dyn.) verschillen die geleerden slechts éen jaar. Aan den groeten Egyptoloog Lepsius komt de eere toe voor de studie der Egyptische historie een methodischen gang te hebben aangewezen. Opzijn en anderer voetspoor onderscheiden wij in deze schets: I De eerste Mor archie II De Middelmonarchie III De nieuwe Monarchie IV De Perzische Heerschappij V De Heerschappij der Ptolemaeën VI De Heerschappij der Romeinen VII De Heerschappij der Byzantijnen VIII De Mohammedaansche Periode IX De Fransche Overheersching X De Dynastie van Mohammed Ali. Hiervan hoop ik voorloopig in dit blad te behandelen de eerste drie tijdvakken. DE EERSTE MONARCHIE. Toen Menes den troon besteeg (volgens Manetho 5702, volgens Mariette 5004, volgens Lepsius 3892, volgens Max Duncher 3233, volgens Sir Gardner Wilkinson 2700 jaar v. C.) hadden de bewoners der Nijl streken volgens den eerstgenoemden schrijver reeds 24857 Egyptische of 24820 van onze jaren onder de recht' treeksche regeering der goden geleefd. Omtrent dit tijdperk van fabelen en legenden weet men met zekerheid volstrekt niets. begeven en het zuiderleger van Frederik j Karei tusschen twee vuren brengen. Ba zaine zou het overige wel doen. Een uitstekend plan inderdaad, dat echter geen rekening hield met de waakzaamheid der Duitschers. Inmiddels w(j zeiden het reeds was de kroonprins van Pruisen met het noorderleger in de richting van Parijs voorwaarts getrokken. Zoodra hij echter van de verwoesting van Chalons en de veranderde beweging in het Fransche kamp de lucht kreeg, staakte h(j den marsch en trok op naar het noorden, naar de Belgische grenzen om, kon het zijn, Mac Mahon te keeren. Enkele ruiterafdeelingen moesten in de richting van Parijs blijven heen en weer trekken, teneinde den v\jand in den waan te brengen dat het oorspronkelijk plan naar Parijs, onveranderlijk doorging. Door den kroonprins van Saksen en 100.000 reservetroepen versterkt, kon het noorderleger tot 300.000 man aangroeien en was er dus alle kans dat de Franschen in hun pla» tot verplettering van het zuider leger een bloedigen tegenstand bij het Noorderleger zouden ontmoeten. De Pruisen waren den Franschen overal dicht op de hielen. Daags na den aftocht dezer laatsten kwamen enkele Pruisische dragonders te Chalons aan. Het was een treurige aanblik deze half verwoeste stad waarin zich nog slechts enkele Fransche plunderaars ophielden. Een bende van die stroopers was juist bezig in het binnenste der keizerlijke tent alles te vernielen wat men niet had kunnen medevoeren, de groote spiegels, gordijnen enz. Op andere plaat sen staken de gevels van verbrande maga zijnen boven anderen uit overal lagen schilderhuisjes, platikenschuren en reiswa gens in bonte mengeling dooreen. De troepen hadden deze legerplaats zeker in een toestand van razernij verlaten. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1