GOES. CHAPPIJ ENHAGE. "kina laboche 1891. No. 57. Donderdag 12 Februari. Vijfde Jaargang. RGEBLEVENE .skins. Sitsen, Servetgoede ten, Jheedoe- DERLAND, KOOMAN, en Hypotheken. AROCHE rELEGRAAF." VERSCHIJ AT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES STaAT en kerk. 11) Strijd en Zegepraal. VAN TIGD TE 3rzekering wel noo- n eiken kapitalist, ypotheek heeft ge- aan de besturen mken. Met alle voor- meeste soliditeit is er cbade geleden. Eene tschappij kan die risico's verdeelen draagt die schade verkrijgbaar bij R HARST JJz.. Middelburg. (375 gram) f 1,20. JELB.-ROTTERDAM, ïbruari. ag 14, van Vlissingen 5, v. Rotterdam 8,30. terdag, 12, Vrijdagl3, 'an Middelb. 8,30, van tag.17, van Vlissingen 30 v. Rotterdam 9, OOTDIENST urg en Zierikzee. kzee Spoorweg Goes, bruari. Van Zierikzee Dinsd. 10'smidd. 2, Woen.ll 12, Bond. 12 Vrijd. 13 Zat. Zond. 14 15 2,- 12.— %- 2,- bruari. van Antwerpen Dinsd. 10'smorg. 6. Dond. 12 6.30 Zond. 15 6,30 Dinsd. 17 2,30 Maan. 16'smorg. 9,30 - Dinsd. 17 7.30 elkfn MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers 0.02f. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. Men boort in onze dagen veel spreken van scheiding van Staat en Kerkmaar zeer verschillend is de wijs waarop men meent dit vraagstuk te moeten oplossen. Er zijn er die beweren dat de Staat niet te beschouwen is als een bestanddeel van het Koninkrijk van Christus, en vermeenen dat hij met geheel zijn voetstuk slechts steunt op het terrein der wet, en diensvolgens dan ook, dat de regeermacht alleen te zoe ken is in den boezem des volks zoodat hij zich zou moeten regelen naar menschelijk goedvinden, zonder erkenning of eerbiediging van een hooger beginsel. Dezulken stellen geheel ter zijde bet Bijbelsch standpunt aangaande 's Menschen val en meenen het heil van den Staat alleen te vinden in de bloote ontwikkeling van 's Menschen volmaakbaren aanleg en vermogens, en zijn gevolgelijk de grootste voorstanders van onderwijs, zonder godsdienstige hulp daartoe noodig te achten, daar in den rnensch zelf' de vatbaarheid tot de hoogste volmaking ligten de kennis hiervan voldoende is, om hem den goeden weg te doen bewan delen. Van deze waarheid meende Prof. Opzoo- mer zich zelfs zoo zeer overtuigd te hou den, dat hij durfde beweren, dat de gelden aan het {onderwijs besteed, zouden uitge wonnen worden op de mindere kosten voor het gevangeniswezen benoodigd. Ongelukkig is in de praktijk dit beweren niet standhoudend gebleken, daar, in spijt van de schatten aan het onderwijs besteed, de kosten voor het gevangeniswezen steeds 'zijn toegenomen. Daarmede is dan ook ver vallen het denkbeeld om den Staat slechts alleen op menschelijk goedvinden te doen rusten, 'tgeen dan ook waar elders zulks beproefd werd, niets dan rampen en ellende heeft teweeggebracht. FEUILLETON. Een ander beginsel huldigen zij, die erkennen dat de Staat eene ordeninge Gods is, en beteekenis hechten aan de woorden des Bijbels: «Door Mij regeeren de Koningen, alle macht die bestaat is van God», waaruit volgt eene onderworpenheid aan de gestelde machten, als een gehoor zamen aan Hem, uit Wien alle macht op hen afdaalt. Op die erkentenis rust dan ook een ko ningschap bij de gratie Gods, als eene erkentenis door een vorst, dat hij den scepter door God hem toebetrouvvd, ook naar Zijnen wil zal voeren, i Als den wille Gods kan men alleen dat geen aannemen, wat ons in het Evangelie is geopenbaard, en om zulks te leeren kennen en in praktijk te brengen in het werkelijke leven, heeft de Staat behoefte aan de Kerk, teneinde als een wijs Staats man sprak, «door- Godsdienst die deugden aan te kweeken en te doen onderhouden zonder welke de grondzuilen van het Staats gebouw wankelen, en alle andere middelen falen, welke de strekking hebben om eerbied voor gezag en eigendom onderwerping aan Wet en Orde, handhaving van rust en vrede, niet slechts in de Maatschappij, maar ook in het huisgezin te bevorderen waaruit volgt dat de kerk moet geacht worden een integreerend (er bij behoorend) deel van den Staat uit te maken, zonder welke deze geen blijvend bestaan zou kun nen hebben. Onze Christenstaatsman Groen van Prin- sterer teekent dan ook zeer juist die be trekking af, waar hij zegtGeen Kerk boven den Staatstaat en kerk, ofschoon gescheiden, toch vereenigd beiden in on derwerping aan het eenige Hoofd dat die kerk leune op den sterken arm van den Staat. Ziedaar het Protestantsche begrip van ile kerk, die van een kerk, zonder hoofd, (Schetsen uit den Fransr.h Duitschen oorlog Ruiterslag bij Mars-la-Tour. De Franschen waren bij Courcelies ge slagen, doch ten koste van duizenden levens. Met minder hardnekkig was de strijd bij Mars-la-Tour op den 16 Augustus. Als wij u zeggen dat de Duitsche soldaten na dezen slag steeds spottend gesproken hebben van den slag bij Marscli retour (terugmarsch) dan zal het u duidelijk zijn dat ook deze slag in bet nadeel van de Franschen uitliep. Reeds vroeg in den morgen maakte prins Frederik Karei zich tot den aanval op het terugtrekkend Fransche leger gereed. Von Moltke had de plannen des vijands doorzien. - n daar dat hij bij Courcelles de achter hoede van 't Fransche leger had doen aan vallen. Het gros van het Duitsche leger onder Steinmetz en Frederik Karei kon daardoor ongemerkt de stad Metz Zuidwaarts omtrekken en over de Moezel gaan teneinde zich op den weg naar Verdun te plaatsen, Bazaine naar Metz terug te dringen en hem daar in te sluiten. Dit was Moltke's pla i dat slechts kenners doorzagen. Vandaar dat velen meenden dat de slag bij Courcelles eene nuttelooze bloed- vergietiug was geweest. Toch zou het tegendeel spoedig blijken. Met inspanning was het een deel der Duitschers gelukt hunne stelling aan gene zijde van den Moezel in te nemen. Te 9 uur begon de aanval. Zes uren lang hielden de Brandenburgers den strijd tegen den sterkeren vijand vol, totdat zij ondersteu ning kregen. Het was een nadeel voorde DuiUchers dat zij dien ganschen dag in de minderheid waren en daarbij steun kregen van troepen die een vermo. ienden marseh op een heeten dag zoo pas volbracht hadden. Toch hielden zij op alle punten moedig stand. Achtereenvolgens werden de verschillende hoogten en daarna de dorpen om Metz genomen, ten spijt van het artillerievuur der Franschen dat duizenden menschen levens vernielde. Vooral de divisie Buddenbrock weerde zich dapper, doch leed ook ontzaglijke ver hezen. Moorddadig waren de aanvallen der kavallerie op de Fransche artillerie. De kavallerie- brigade van generaal von Bredow, het Maagdenburgsche kurassiersregiment (Pruisen) en het Altmarksche Beijeren) Ulanen regiment volbracht een dergelijkeu door twee aanvallen der infanterie heen. De zaak had zich aldus toegedragen De bevelvoerder had tot Bredow gezegd: «Hoe, ik had met den commandant der cavallerie afgesproken dat gij daar ginds bq het bosch moest doorbreken, en gij staat nog bedaard hier?» Bredow vraagde verbaasd«Moet ik daar in het woud door de infanterie heenbreken?» «Ja wel,» was het antwoord, «wij hebben het dorp reeds genomen maar kunnen het bosch niet bereiken. Het lot van den slag hangt daarvan af dat alles opgeruimd wordt, wat langs het bosch staat. Gij moet aan vallen en wel zoo krachtig mogelijk.» De man volbracht zijn doodelqken last. De fransche infanterie werd neergesabeld, Franschen en Duitschers renden in woeste vaart op en door elkander. De Duitschers behielden het terreindoch met welke verliezer! Wij kunnen niet in bijzonderheden treden. Genoeg zij het te melden dat de strijd tot 9 uren des avonds duurde. De Pruisen maakten een klein getal gevangenen, on geveer 2000. De verliezen waren ontzag lijk. De lichamen van 17000 Pruisen en 23000 Franschen lagen op het slagveld te zonder onderscheid van geestelijkheid en leden, omdat zij gezamenlijk één konii klijk priesterdom zijn, een kerk die geen anderen band kent, geen anderen grondslag heeft, dan de waarheid in hare belijdenis uit gedrukt. Staat en kerk, ofschoon van elkander gescheiden, beide onder de Heer schappij van den Christus Gods geplaatst, Zijn Woord, Zijn Waarheid nis diepste grondslag en hoogste Wet erkennend. Zijn nu de belijdenisschriften als grondslag te beschouwen waarop de kerk rust, dan behoort noodwendig ook de Staaf bekend te zijn met die Schriften, teneinde te kunnen nagaan ot de kerk op die belijdenisschriften berustende, op den steun en bescherming van den Staat aanspraak kan maken. Daar nu volgens de Grondwet op den Staat rust de uitkeering der traktementen van de respectieve leeraars der Protestantsche kerk, mag zij ook niet vreemd blijven van eenig toezicht op derzelver prediking. Dat voorzoover afwijking hierin plaats hebben mocht van de bestaande erkende kerkleer, wanneer deze zich slechts bepaalde binnen de grenzen van het kerkgebouw, op de Synoden, als belast met het toezicht over de leer der kerk de verplichting rust zulks te keer te gaan. Dat echter voor zoover nalatigheid of verzuim van de Sy noden deze leeringen zich verder mochten verspreiden en door de verkondiging van ijogenaamde moderne begrippen waarbij het bovennatuurlijke verloochend wordt, en de Godheid van den Zaligmaker ontkend wordt, en dus een geest van ongeloof en socialisme geboren wordt, zooals zich doet kennen in die streken van ons vaderland, waar moderne predikers gewoon zijn op te treden, alsdan onzes inziens de roeping op den Staat rust, zal hij zich niet schuldig maken aan verwaarloozing van de belangen des vaderlands, werkdadig op te treden door de traktementen van die leeraars te schorsen. verkloeken. Reeds voor deze bloedige slag begon was Napoleon met zijn zoon in de richting van Chalons gevlucht, het leger aan zjjn lot overlatende. Zonder gevolg kwamen zij te Verdun, en eischten aan het station een extra trein. «Sire!» merkte de stationschef aan, «ik heb hier maar een wagon van de derde klasse»! Ik zal mij daarmede vergenoegen, antwoordde de keizer, geef mij dan een glas wijn. De chef spoelde een glas om, waaruit hij zooeven zelf gedronken had en reikte het den keizer over. De prins die er zeer vermoeid uitzag, had zich nog niet gewasschen. Zij hadden namelijk te Grave- lotte in een boerenwoning overnacht en waren reeds te 4 ure op reis gegaan, uit vrees voor de vervolging der Pruisen. De prins vroeg of' hij zich kon wasschen. De stationschef bood hem hetzelfde glas ge vuld met water aan, en een zakdoek om zich af te drogen. Juist toen de extra trein, dat wil zeggen de wagon 3de klasse, des keizers weggere den was, kwam op het stationsplein zijn gevolg aan. «Ik heb twee treinen noodig voor mijn manschappen, rijtuigen en paarden», zei de generaal, «voor mij doet gij er een wagon le klasse bij.» «Mijnheer», was liet antwoord, «de keizer vergenoegde zich zoo even met een rijtuig 3e klas; vergeef mjj dal ik U niets dan een beestenwagen kan aanbieden.» Zoo kwam de Keizer te Ghalons aan op der. 17 Augustus, twee dagen na den anders zoo schitterend gevierden Napoleonsdag. De Kroonprins schreide van wege de harde ontberingen die hij moest doorstaan. Sic transit gloria mundiZoe luidt een latijnsch spreekwoord, hetwelk betee ken t zoo vergaat de heerlijkheid der wereld. Spreken wij nu nog over den Koning slag bij Gravelotle. Dat door zulks te doen de Staat geenszins ingrijpt in de leer der kerk, maar op die wijze slechts tracht te voorkomen de rampen, waarmede het vaderland tengevolge van dusdanige afwijkende leeringen wordt be dreigd, wanneer de Synode niet optreedt om dusdanige begrippen te keer te gaan. S. V. Ofschoon de opvattingen van den ge- achten Staatsman, in zake eene Siaatskerk niet deelende, wilden wij toch aan zijn betoog, waarin veel onze hartelijke instem ming heeft, geen gastvrijheid weigeren. Red. In roering. Men heeft in den laatsten tijd nog al wat geschreven over den antirevolutionairen gemeenteraad van Dinksperloo (een dorpje in Gelderlands achterhoek) die het gewaagd had niet in alles met zijn voorzitter, den liberalen burgemeester mee te gaan, wijl deze zich herhaaldelijk schuldig maakte aan wetschennis en partijdig beheer. Leest men alleen «liberale» bladen dan komt men tot de wetenschap omtrent dit laatste nieten toch is over deze quaestie door onpartijdige getuigen reeds zooveel licht verspreid, dat wij deze dingen met vrijmoedigheid mogen constateeren. Er wordt beweerd dat men er den iiö. burgemeester van Dinksperloo een grief van maakt dat hij kerkt bij den Protestanten bond. Dit is niet zoo. Reeds in Augustus 1888 gaf de algemeen geachte en vertrouwde predikant aldaar, ds. J. W. Kautzman, in het Doetinchemsch Weekblad eene geheele andere lezing over deze zaak. De burge meester heeft namelijk, in spijt van zijn ambt, getracht het orthodoxe Dinksperlo te moderniseereu. Hij deed dit door volks lezingen te houden in modernen zin, door een afdeeling van den Protestantenbond De overwinning bij Mars-la-Tour had Bazaine wel den terugtocht naar Yerdun langs den voorgestelden weg belel, doch nog twee andere wegen daarheen stonden hem open, waaronder die langs de Belgische grenzen de verste was. Ook deze gelegen heid moest hem benomen en daarop besloot Frederik Karei zijn leger zooveel mogelijk samen te trekken. Dit noodzaakte den vijand den aftocht op te geven en op den laatsten heuvelkam vóór Metz stelling te nemen. Eerst laat in den morgen begon het gevecht, dat tegen den middag allerhevigst werd. De 73 jarige koning van Pruisen aanvaardde zelf het opperbevel. Aan zijne zijde reden de generaals van Moltke en van Roon, de graaf von Bismarck, prins Frederik Karei, diens vader prins Karei, prins Adelbert en de Amerikaansche ge neraal Sheridan. De vijand had zich als het ware verschanst in deze laatste stelling die hij nog kon ver dedigen. Daarbij komt dat de Pruisen en Saksers niet wisten hoe de aanval zou ge schieden, van de noordzijde of van de zuid zijde. Eerst toen men van het laatste over tuigd werd, kon meer doortastend worden opgetreden. Toch kostte de overmeestering der Fransche stellingen ontzaglijke krachts inspanning. Vooral de Saksische linkervleu gel leed groote verliezen, en moest ook hare artillerie nog in het vuur brengen. Met den invallenden nacht kwam een Pruisische legerafdeeling die reeds te 2 uren in den morgen op pad gegaan was, de uit geputte krachten der Saksers versterken en dit was oorzaak dat de kans te hunnen voordeele keerde. Het gelukte hun de stellingen op de hoogte te best* rmen en den vjjand uit zijne geheele linie te werpen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1