1891. No. 48.
Donderdag 22 Januari.
Vijfde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. ITHUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Persoonlijke Dienstplicht.
Strijd en Zegepraal.
EEN STUKJE GESCHIEDENIS.
uw.
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prgs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummers/0.02f.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
meer 10 cent.
Herinnering.
Voor de vaststelling der kiezerslijsten
vooral voor diegenen, die in den loop van
1890 verhuisd zijn.
De kiezerslijsten worden opgemaakt vóór
15 Februari. Ieder mannelijk inwoner
eener gemeente, wordt zoo hij in een andere
gemeente over het dienstjaar in de personeele
belasting zonder remissie, was aangeslagen
of 10 gulden aan grondbelasting in één of
meer gemeenten samen betaalt, verzocht
deze biljetten vóór 15 Februaii. aan de
Secretarie zijner gemeente te bezorgen, j
Verzuimt men dit, dan is men dit jaar het
kiesrecht kwijt. Na 15 Februari is het te
laat. Voor de personeele belasting geldt
het biljet dat 1 Mei 90 verschenen was.
Voor al de lodgers moeten er aan denken
dat zij zich gaan aangeven. Dat zijn zij
die vóór 10 Mei 1890 j een deel van een
huis van een ander,huurden of met hen
samenwonen. Het model hunner aangifte
kunnen zij kosteloos ter secretarie bekomen.
Ook de selia ting van hun kamer of kamers
geschiedt gratis.
Alle lodgers moeten zich aangeven, dus
ook zij die verleden jaar al kiezer waren.
Doen zij het niet, dan zijn zij geen kiezer
De Legerwet was reeds veroordeeld eer
zjj onderzocht was, zei onlangs dr. Schaep-
man. Juist wat wij altijd beweerden. En
nu zij onderzocht is door weinigen, wie van
die weinigen kent thans de Legerwet zoo
danig dat hjj er een oordeel over uitspre
ken kan
Toch doet een deel der katholieke pers
het. Enkele staaltjes gaven wij er var. te
zien. En nog zijn wij niet aan het einde.
7)
FEUILLETON.
(Schetsen uit denFransch Duitschenoorlog
«Om 4 uur galoppeerde een paard, zonder
ruiter, het zadel onder den buik sleepend,
de Stadspoort in. Spoedig daarop een
tweede, een derde. Nu volgde een ku
rassier op een met bloed on schuim bedekt
paard, zonder kuras, zonder wapenen; daar
na een artillerist op een ongezadeld
paard. Hunne gezichten teekenden een
onuitsprekelijken angst.
«Na eenige minuten joeg een zwerm van
ongeveer 20 ruiters voorbij, waaronder twee
zouaven op éen paard mijn bijzondere aan
dacht trokken. De anderen waren kuras
siers, allen vol vrees en schriksommigen
zwaaiende met hunne sabels, anderen als
razertden de arme, afgetobde dieren slaande,
verscheidenen zonder zadelde meesten zon
der wapens. Eén kurassier hield vlak hij
mij zijn paard staande, gespte zijn kuras
los. wierp zijn helm, zijn zwarei, sabel en
zijn pantser op den grond en zette toen,
tevreden glimlachend, zijn weg langzaam
voort.
«Nu volgde een pauze van ongeveer vijf
minuten. De bewoners waren in de stad
gevlucht. De veldwachter en ik stonden
alleen op het snijpunt van straat- en
spoorweg.
«Daar stormde een gendarme te velde
voorbij, hield zijn halfdood paard in en riep
ons toe«Sluit spoedig de poorten der
stad; de Pruisen zitten mij op de hielen.»
«De veldwachter werd bleek. Ik ver
maande hem die dwaasheid niet te begaan
aangezien Hagenau een open stad is; ver
dedigers waren er niet, en wanneer de
Pruisen werkelijk achter hem aankwamen,
was er voor de stad niets beter dan een
open poort.
«Dit strookte met zijne inzichten. Hij
yvas gerustgesteld, doch bleef steeds bij mij.
De agitatie van het egóisme is aan het
woord, en die eindigt, zonder bevrediging
van dit laatste, niet.
Maar dr. Schaepman erkent dat de wet
hard is, al wraakt hij de overdrijving waar
mee zijne theoretische geestverwanten haar
als Neronisch tituleeren. Hij. de dichter,
noemt dit de jpoëzie» der pers. Hij be
schouwt hierbij dus poëzie tegenover wer
kelijkheid. Een onjuiste uitspraak die de
zen dichter geen ernst kan zijn. Immers
alleen op den bodem der werkelijkheid
staande kan men dichter zijn. Toch heeft
dr. Schaepman nog wel iets omtrent deze
quaestie gezegd dat overweging verdient.
Hij zegtwat brengt ons de Legerwet
lo. "Vermeerdering van contingent2o.
verlenging van diensttijd3o. persoonlijken
dienstplicht.
lo. Vermeerdering van contingent. In
dit opzicht waren de besten onder onze
oudere katholieke vertegenwoordigers steeds
toegeeflijk, en de percentsgewijze druk, die:
in 1876 door katholieke afgevaardigden
werd gebillijkt, kan in 1890 niet boven-i
matig de natie bezwaren. En kon men toen
nog met Carel van Nispen meenen, dat voor
de binnenlandsche rust geen leger noodig
was, thans kan men dien factor niet buiten
rekening laten. "Wat spr. betreft, iedere
man meer dan noodig is, zal hij als een
onrecht, als een zonde aan het volk gepleegd
beschouwen, maar ook geen man minder
willen geven, dan deRegeering op wettige I
on billijke gronden zal noodig achten. 1
2o. Verlenging van diensttijd. Gaarne er
kent spr., dat hem een diensttijd van 8
jaar, met 5 jaar landweer, als een groot
bezwaar voorkomt, en het zou hem zeer
verwonderen: indien de wet in dit opzicht
geen wijziging onderging. Maar niet daar
over vooral loopt de strijd, maar in hoofd
zaak.
3o. Ovor „persoonlijken dienstplicht"
Ziedaar een rijk onderwerp voor thoreti-
Wij lieten de overblijfselen eener divisie
voorbij ons henen defileeren.
Het tooneel dat nu volgde was onbe
schrijfelijk. Ik wilde alleen de belangrijk
ste tafereelen van dit groote tumult in mijn
geheugen prenten, teneinde het rnjj ten
allen tijde zoo duidelijk voor te kunnen
stellen als ik het thans zag. De orde, de
tucht waren geheel verdwenen; het waren
geene suldaten meer die ons voorbij storm
den het waren arme menschen die alleen
aan lijtsbehoud dachten.
«Steeds grooter werd de verwarring.
Onder de menigte kurassiers vertoonden
zich enkele lansiers. Er kwamen zelfs,
hoewel in geringe mate, huzarenuniformen
te voorschijn. Zij verdrongen elkander op
den straatweg. Ledige paarden liepen op
verschillende plaatsen met den grooten hoop
mede, alsof zij dezelfde vrees koesterden.
Artilleristen zonder jas kwamen voorbij,
zeer dikwijls ook trekpaarden met afgesneden
strengen, bereden door infanteristen of ar
tilleristen. Onder die geheele voorhoede der
vluchtenden zag ik geen enkel officier. Toen
de drom het dichtst was, kwam plotseling
een spoortrein aanstormen. Een boerin
die in de menigte was medegesleurd, stond
juist met hare kar op de sporen. Zij kon
niet achter- of vooruit en scheen reddeloos
verloren. Nu vatten de veldwachter en ik
den sluitboom aan, dreven de ontzinde
vluchtelingen terug, hieven de deern over
de barrière, en zoo passeerde de trein zonder
ongelukken te vero rzaken,
«Deze trein moest het materiëel bergen,
dat bij Niederbronn was geweest, hij zou
tot transport van gekwetsten dienen, hij
was eenvoudig een middel tot vluchten
gewoiden. Dit waren de eerste infanteristen
die zich redden. Alle waggons waren over
vu ld, boven op de waggons, aan de hand
vatsels hangende, met het halve lichaam in
de lucht, op de treeborden, sommigen in
volle wapenrusting, anderen half naakt,
niemand gewond zoo trok een nieuw
sche beschouwingen, waarmede menin betrek
king brengen kan alles wat men weeten niet
weet en wat er verder in de wereld nog
gevonden wordt, maar een vraagstuk, waar
veel tegen, maar ook, waar heel wat vóór
te zeggen is, een vraagstuk op verre na
niet zoo eenvoudig als 2 X2 - 4, vooral
niet in dezen tijd, nu niet slechts de lengte
en de kracht der teugels, maar ook de lengte
der zweep van belang zjjn. Les idee's mar-
chent, neen ze vliegen op voortdragende
vleugelen. Had men spr. voor 5 jaren ge
vraagd, of de quaestie van den persoonlijken
dienstplicht een algemeen en ernstig vraag
stuk zou kunnen woiden, hij 1 zou het be
twijfeld hebben. Thans echter staan de za
ken zoo niet meer. De persoonlijke dienst
plicht is aan de orde gesteld en zal niet meer
verdwijnen. Maar we moeten tegenover dat
vraagstuk practisch denken en handelen, Een
nationale wet, die druk oplegt, mag schoor
voetend worden aangenomen, maar moetniet
zonder verzet, dat steunt op eerbiedwaardige
reden, worden tot stand gebracht. Een Ne
derlandsen wetgever mag niet regeeren als
een Napoleon en alle krachten uit het volk
weghalen; hij mag de consequentie, de over
tuiging, de geestdrift van het volk niet
kwetsen. Hij moet volbrengen wat redelijke
eischen vorderen, maar ook tegemoet ko
men aan redelijke bezwaren. Is er dan eene
oplossing mogelijk Spr. heeft er nooit aan
getwijfeld. Maar zal er een vergelijk tot
stand komen, dan is het noodig dat beide
partijen iets van haar vollen eisch laten val
len. Anders komt er botskig. Maar zoover
zal het niet komen. Of men echter den weg
gevolgd heeft, om tot een vergelijk te komeD.
Indien een vergelijk, indien eene oplossing
onmogelijk blijkt, dan rust de schuld op hen,
die den oorlog verklaard hebben zonder dat
er oorlog was en een tactiek volgden, die
uitloopt op verwoesting onser staatsinstel
lingen."
Vooral dit laatste schijnt der katholieken
fout te zijn geweest. Men heeft geen ver
gelijk gezocht, toen de wet er was. En
beeld van ellende ons voorbij en kruiste
den stroom van jammer op den straatweg.
«Wij namen den sluitboom weg en spron
gen op zijde.
Als een wild# jacht ijlden de ruiters
ns voorbij naar de stad en passeeiden
die zonder zich op te houden.
«Omstreeks 5 uur was de stroom van
eavallerie gedaan.
«Na eenige pauze kwamen er voertuigen.
Ik heb 4 of 5 affuiten gezien, allen com
pleet bespannen, maar zonder de stukken
geschut. Nu hotste een gebroken munitiekur,
met turco's volgepakt voorbijdan volgde
een boerenwagen met beddegoed en meu
bels beladen, maar zonder voerman. Een
zouaaf geleidde de paarden twee afschuwe
lijke turco's lagen er dwars overheeneen
heop engewapende soldaten van verschillende
wapenen klemden zich er aan vast. Daarop
volgden infanteristen die geen wagens had
den kunnen vastkrijgen. Weer wagens.
Nog een kar met dooden.Tusschen dit gewoel
doorliepen een paar jammerlijk toegetakelde
turco's, met de kalme berusting die den
zonen der woestijn zoo eigen is. Thans
volgden verscheidene marketentsters eenige
dagen geleden zagen zij er r.og zoo coquet
en lief uit, thans waren zij vervuild en
verteerd van angst, een akeligen indruk
makend.
Alle infanteristen hadden hunne pakkage
weggeworpenverscheidene hunne geweren
menigeen liep in zijn hemd velen hadden
ettelijke stukken brooden, op een sabel ge
spietst, over den schouder.
Van 4 tot 7 uur trok mij een ongeordende
schaar voorbij van ongeveer tienduizend man.
Ik was mistroostig, niet om de overwinning
der Pruisen, die ging mij evenmin aan
als de nederlaag der Franschen. Ik was
mistroostig over hetgeen ik gezien had. Zoo
gemakkelijk is het, zoo dacht ik, een ouden
ijzervreter in een bevend kind te veranderen.
Belachelijke aanblik, die in ijzer gedoste
kurassiers, alleen vluchtende voor den
voor de wet kwam, dat is toen de beide
partijen ieder op haar eigen programma in
1888 elkanders candidaten steunden, stond
persoonlijke dienstplicht op het onze; ter
wijl het katholieke program de zaak niet
eens aanroerdezoodat niemand van den
tegenzin der kathol eken tegen persoonlijken
dienstplicht iets afwist.
Hunne agitatie is dus volkomen ongerecht
vaardigd. En -het zal de vraag zijn of er een
antirevolutionair voorstander van persoon
lijken dienstplicht kans zal zien een «modus
vivendi» een oplossing die allen bevredigt,
te vinden.
Een liberaal blad in Indië de Soerabaya
Courant geeft de volgende schets van de
geschiedenis van het kerkelijke en staat
kundig leien ten onzent.
Op staatkundig en godsdienstig gebied
openbaarde zich eene merkwaardige stroo
ming des Geestes. Door onze eerste grond
wet van 1798 werd de; Ned. Herv. Kerk
van den staat gescheiden en de kerkelijke
goederen werden nationaal eigendom. Ko
ning Willem I nam in 1846 de Hervormde
Kerk onder zijn opperbestuur en liet uit
's Lands kas predikantstractementen uitbe
talen als rente der pastorale goederen welke
in 1798 waren genaast.
Tevens vaardigde de Synode onder 'sKo-
nings goedkeuring een reglement uit, waar
bij ieder aanstaande predikant moest ver
klaren dat hij de leer, overeenkomstig den
Bijbel in de formulieren van eenigheid der
Dordtsche vaderen vervat, aannam. Volen
vatten dit op voor zooverre, anderen
omdat die leer met den bijbel overeen
komt.
Daardoor werd de deur opengezet voor?
de Leervrijheid welke onder oogluiking der J
Synode hoe langer hoe bandeloozer werd
Pruisischen naam!»
En zoo gaat de schrijver voort met ook"
de verwarring die op andere plaatsen
heerschte, te bespreken.
Maar aan wien deze verwarring ook
moge te wijten zijn, aan Mac Mahon niet.
Hij toch had gestreden als een leeuw.
Zijn groot, met schuim bedekt paard stei
gerde onder den druk der sporen. Zijn
borst was ontbloot. Den degen hield hij
gevat aan de kling. Zoo rende hij tegen
de vluchtende massa's in, om ze tot staan
te brengen, en ze opnieuw tegen den vij
and aan te voeren. De schrik was echter
te grootgeen middel baatte, aan terug-
keeren was niet te denken. Officieren die
zich in zijne nabijheid bevonden, vatten
zijn paard bij den teugel en jwendden het
om. Zwijgend volgde de maarschalk dien
stommen wenk op.
Nog een blik over het verloren slagveld,
eene sigaar ontstoken, ende fiere
Mac Mahon was een vluchteling. Hij nam
den terugtocht aan. Zijne gelaatstrekken
teekenden een hevigen zielestrijd.
Mac Mahon nam zijn weg naar Nancy.
Daar aangekomen begaf hij zich te voet
naar de gewone verzamelplaats der officie
ren. Hij was bijna onherkenbaar; van
het hoofd tot de voeten met modder bedekt;
zijne handen waren zwarteen kogel had
eene zijner epauletten weggenomende
panden van zijn jas waren op verschillende
plaatsen door kogels doorboord; zijn ver
rekijker was voor de helft verbrijzeld door
een kogel, die hem aan de hand gewond
had. Hij liet zich koud vleesch brengen.
Sedert 28 uren had hij niet gegeten. Ter
wijl hij zijn honger stilde, schreef hij een
brief. Een bewoner vt.n Nancy vroeg hem
naar tijding van het regiment kurassiers.
«Wij hebben geen kurassiers meer», ant
woordde hij somber.
Huber, de oorlog van 1870.
Wordt vervolgd.)