[891. No. 47. Dinsdag 20 Januari. Vijfde Jaargang. Strijd en Zegepraal. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ. te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Herin n e r i ng. Prolesten tegen de Jachtwet. DE ZIEEUW ëlken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers0.025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. Voor de vaststelling der kiezerslijsten vooral voor diegenen, die in den loop van 1890 verhuisd zijn. De kiezerslijsten worden opgemaakt vóór 15 Februari. Ieder mannelijk inwoner eener gemeente, wordt zoo hij in een andere gemeente over het dienstjaar in de personeele belasting zonder remissie, was aangeslagen of 10 gulden aan grondbelasting in één of meer gemeenten samen betaalt, verzocht deze biljetten vóór 15 Februari aan de Secretarie zijner gemeente te bezorgen. Verzuimt men dit, dan is men dit jaar het kiesrecht kwijt. Na 15 Februari is het te laat. Voor de personeele belasting geldt het biljet dat 1 Mei '90 verschenen was. Meermalen is ook in ons bfad tegen deze ongelukswet geprotesteerd. Ook in de Tweede Kamer geschiedde dit laatste bij monde van het antirevolutionaire kamerlid voor Delft den heer v. d. Veldeeenter zonder succes. Liberale zoowel jals niet- liberale ministers van justitie schijnen ter wille van de justitie (rechtvaardigheid; jegens feudale rechten tegen de opheffing van het onrecht dat den boer er door treft op te zien. Daarom is 't ons een genoegen enkele «protesten tegen de jachtwet» die met beide rekenen, op verzoek in hoofdzaak uit de iV. R. V. over te nemen. Zij zjjn van mr. de Kanter, voorgegaan door mr. de Pinto. Eerstgenoemde schrij ft In een artikel in liet Weekbl. van het Recht herinnert mr. de Pinto, raadsheer in den Hoogen Raad, aan de klachten nu ook weer in de Tweede Kamer geuit over de schade die de jachtwet toebrengt aan land- en tuinbouw, aan het adres, door de Nederlandsche Maatschappij van tuinbouw 6) FEUILLETON. Schetsen uit den FranschDuitschen oorlog.) De Franschen waren van nu af verde digers in plaats van aanvallers. Doch ook in die positie legde Mac Mahon een koel bloedigheid en scherpzinnigheid aan den dag die eerbied afdwongen. Om den Duit schers den marsch door de Vogeezen te beletten, koos hij weder een zeer voordee- lige stelling bij Wörth, waar hij den vijand vol vuur afwachtte. Nu had de Kroonprins er op gerekend der. 7en den slag te wagendoch Mac Mahon wilde het gaarne reeds een dag vroeger beproeven. Dit was zeer juist gedacht van Mac Mahon. Immers hij be greep dat het Duitsche leger op dien dag nog niet geordend kon zijn. Daarvan en van zijne zeer juist gekozen stelling moest hij gebruik maken. Bovendien eer de storm van verontwaardiging te Parijs kon losbars ten, moest de schande van den 4en Augustus worden uitgewischt. En daarom bepaalde hij den dag voer het gevecht op den 6den. Des morgens te 4 uren begon de strjjd al, wat den Duitschers zeer ongelegen kwam. Het meerendeel toch hunner waren nog enkele uren van Wörth verwijderd. Het gevecht begon met een fout en eene vergissing aan beide zijden. Zooals gezegd is, hadden de Franschen den slag begonnen door de Bei]eren aari te tasten. Toen de Kroonprins dit zag, zond hij terstond bevel aan eene afdeeling Beijeren om de vijandelijkheden te staken tot er versterking zou gekomen zijn Dit bevel noodzaakte de Beijeren lang zaam terug te trekken. Bij vergissing werd echter deze laatste boodschap ook aan eene andere afdeeling Beijeren gebracht, en plantkunde toegezonden aan den minister van justitie. Hij herinnert tevens hoe deze minister alle klachten afwijst met de bewering, dat als het verlof om schadelijk gedierte te schieten, maar wordt uitgebreid, alles gevonden is. De heer de Pver volgt «het is mogelijk ofschoon nog niet uitgemaakt, dat eene vrjjgevige toepassing van art. 26 alles kan gever., wat men ter bescherming van land- en tuinbouw tegen wild en schadelijk gedierte zoude mogen wenschen doch» en luister nu Neder land «daarmee is het zwijgen nog niet opgelegd aan bedenkingen, die van een meer algemeen maatschappelijk standpunt kunnen worden aangevoerd tegen de wel doordachte, goed ineensluitende, in haar stelsel wellicht uitmuntende, maar de vrij heid uitermate beperkende wet van 1857.» En verder «Dat enkele door straffen te sanctioneeren bepalingen ter bescherming van den wildstand en de visscherij uit een oeeonomisch oogpunt mede noodzakelijk zijn, kan worden toegegeven. Maar of er be hoefte bestaat aan eene staalkaart van «wetsdelicten», zoo rijk voorzien als geene enkele andere speciale wet bevat, eene behoefte, zoo dringend, dat zij opweegt tegen het bezwaar, gelegen in de zeer tal rijke veroordeelingen tot boete en hechtenis als gevolg van overtreding van al de minu- tieuse voorschriften der wet en het pfegen van menig misdrijf tegen het openbaar gezag, waartoe ontdekking van zoodanige gvertreding op heeterdaad maar al\te dik wijls aanleiding geeft, is eene vraag die wel ernstig mag worden overwogen.» Mr. De Kanter voegt daarbij Ik dank er opzen hooggeplaatsten magistraat voor, dat hij het gewicht van zijn woord mede in de schaal legt, om eene der ergerlijkste wetten, die in ons vrije Nederland met de meeste gestrengheid worden uitgevoerd, te helpen vervangen door menschelijke be palingen. waarop deze terstond hunne sterke stelling verlieten en deze door de Franschen lieten innemen, die daardoor een groot voordeel behaalden. Maar ook van Fransche zijde had eene vergissing plaats gehad. Mac Mahon zag zeer terecht de kans schoon om zijne vijand te verslaan. Daartoe liet hij aan generaal Failly het bevel overseinen om naar Lom- bach op te rukken en de Beijeren in den rug aan te vallen. Dan de telegrafist bracht den naam van het dorp verkeerd over, zoodat de ontboden hulp juist een tegen gestelden kant opging, en wel naar Hansbach. Voor de Duitschers het bleek van achter een zeer gelukkige vergissing. Ware Mac Mahons bevel stipt opgevolgd, menschelyk gesproken ware de uitslag van het gevecht een geheel andere geweest. Intusschen hielden de Franschen den aan val vol, en een reeks gevechten, meest van man tegen man, had plaats in de wijn bergen, Turco's en Zouaven hadden zich daar verscholen en verspreidden dood en verderf in de Pruisische gelederen. Ook om de hoogten en om het bezit van Elzashausen werd van beide zijden met verbittering gestreden. Tot des middags -4 uren duurden de gevechtende Pruisen kregen echter aanhoudend versterking. En toen dan ook te 3 uren de Wurtembergers aan het gevezht, kwamen deelnemen, keerde de kans zich spoedig geheel ten gunste der Duitschers. Maar nog een andere omstan digheid verhaastte de overwinning. De Franschen moesten terugtrekken uit gebrek aan kruit en kogels. De dappere Mac Mahon wensebte echter nog een laatste poging te wagen. Hij zond zijne kurassiers het bosch in, om j kon het zijn dit te ontruimen. Helaas, de meesten hunner vonden er den dood. Het jachtbedrijf is een middeleeuwsche toestand. Ik zat laatst in den trein met eenige jagers, die likkebaardden bij de ver telling vanruim 300 hazen in twee of drie dagen 1 Wie hebben aan deze beesten te eten moeten geven De eige naars of pachters, die met moeite hun bedrijf kunnen volhouden. Hoorden wij niet op een onzer laatste landbouwvergaderingen, hoe huurders van een heerlijk jachtrecht een paar jaar niet kwamen jagen, om dan het genot te hebben, I er in een paar dagen zoo'n driehonderd tegelijk te kuunen afmaken. Nog eens, wie voedt de beesten Niet de eigenaar van het heerlijk jachtrecht, die de huur van de jacht opsteekt, maar de arme boer, die als hij een hand naar dat tuig uitsteekt, dat zijn oogst vernielt, door de wet wordt gestraft. Eu nu de misdrijven die er het gevolg van waren. Toevallig heb ik van nabij gekend twee opzichters in het jachthuis te Oostvoorne. De eene, Lindhout, was °/4 genekt in zijne gezondheid doordien hij met een strooper had geworsteld ten bloede toe in St. Annaland en de arme kerel is zeker veel te vroeg gestorven tengevolge van die worsteling. Zijn opvolger Walker, een kerel als een boom, kwam, toen ik het kantongerecht te Brielle waarnam, 's avonds met verbonden hoofd in de stad, door een strooper met hagel door zijn bol ge scholen. Hoe lang moet dat middeleeuw sche vermaak nog onze boeren verarmen, aan ongelukkige veldwachters het leven kosten, ons volk ontzenuwen En daar er nu gehandeld moet worden, vraag ik aan ieder die het met mij eens is, dat er geprotesteerd moet worden tegen den bestaanden toestand, dat er gepetitio neerd moet worden bij de Kamers, en er met kracht van redenen op worde aange drongen, dat, behoudens rechten van der den, de bepalingen van het burgerlijk wet- De Franschen hadden als leeuwen ge vochten. Telkens was het hun gelukt de Duitsche liniën te doorbreken, doch ook telkens weder moesten wijken voor de overmacht. Van die zijde toch kwam steeds nieuwe versterking aanrukken. En toen dan ook de aanval op het bosch mislukt was, trokken zij terug. Zij waren geslagen, maar met eere. Mac Mahon had het met slechts 40,000 man gedurende '12 uren van den dag tegen een driemaal ster keren vijand uitgehouden. De gevangenge- maakte Franschen verklaarden dat zij in geen 24 uren gegeten hadden, dat zij zelfs geen koffie hadden gehad toen zij des morgens naar het slagveld trokken, en dat zij zich de laatste vier dagen hadden moeten voeden met aardappelen, door hen zeiven van de velden gehaald. Zij vervloekten den Keizer die hen ten oorlog gevoerd had, niettegenstaande er aan alles gebrek was. En de Duitschers beklaagden zich .tegen hen dat zij tegen zulke beesten als de Turco's moesten vechten. Deze ruwe wilden uit Afrika pleegden in de hospitalen als op de slagvelden allerlei gruwelen. Zij ver worgden gekwetsten, sneden ze de tong uit, schoten op geneesheeren of beten hun de vingers at. Een hunner die gekwetst was en op het slagveld door een Pruisisch geneesheer werd geholpen, richtte zich op en schoot zijn weldoener dood Maar ook de Franschen zeiven, deze zoogenaamde beschaafden, waren niet veel beter. Velen hunner hadden van hunne eigene gekwetste of gesneuvelde krijgsmakkers, nog vóór hun vlucht in der haast de vingers afgesneden, teneinde zich met de gouden ringen dier lieden te ver rijken. En de Duitschers na dezen slag, waarin zij zeiven C000 dooden en gekwetsten verloren en de Franschen bijna evenzooveel? boek omtrent het gedierte dat op ons eigendom loopt, gehandhaafd worden, dat die allen mij eene briefkaart zenden met opgaaf van naam en woonplaats. Ik zal dan met enkele anderen een kort request opstellen en naar alle gemeenten zenden met opgaaf van personen, die daar hebben getee- kend en een paar onderteekenaars uitnoo- digen, plaatselijk het adres te laten rond gaan, om op die manier te krijgen een krachtig en welsprekend protest tegen de ergerlijke toestanden, die de jachtwet in het leven roept. Tot zoover de heer de Kanter. Wij kunnen er bijvoegen dat aan zjjn adres (mr. H. Pii. de Kanter, Haarlem) tal van brieven en briefkaarten van instemming komen. Onder de instemmers zijn godge leerde, geneeskundige, rechtsgeleerde en andere hoogleeraren, leden van de rechter lijke macht, predikantenouderwijzers, landbouwers, arbeiders, enz. Voorts beantwoordt mr. de K. de op merking van den heer v. d. W. B„ die gevraagd had op welke wijze schrijver wil trach en de veiligheid der jachtopzieners en veldwachters te verhoogen zonder het eigendomsrecht te verkorten, en kon verder de heer van de W. B. niet inzien hoe herziening van de jachtwet het lot van de veldwachters en jachtopzieners verbeteren zal. Iedereen toch kan tegen betaling van f 21 het recht verkrijgen om op zijn grond het wild te schietenhij behoeft dus niet te stroopen. De vrager zegt mr. de Kanter zal toch wel eens gehoord hebben van «heerlijke jachtrechten». En laat de eigenaar, wiens gronden binnen zoodanige heerlijkheid liggen, eens probeeren om voor f 21 het recht te krijgen het wild te schieten, dat op zijn grond loopt I Het zal hem verleerd worden. Hij mag het aankijken dat al zijn gewas wordt opgegeten of vernield door het ge- De Duitschers bivakkeerden na den slag op het veroverde terrein. Overal levendig heid en drukte, naast den dood in zjjne afschuwelijkste gedaaDte. Bivakvuur naast bivakvuur. Hoog opgestapelde hopranken verspreidden hun helderen gloed. Overal bezigheidhier koken, daar poetsen, en daartusschen een onophoudelijk gesprek over de belangrijke gebeurtenissen van den dag. Plotseling zwijgt alles stil. Een ieder ontbloot het hoofd, want ginds, door een 500 instrumenten aangeheven, klinkt in krachtige tonen over het bivak het algemeen bekende nNun danket Alle Gott En het waren de eerste gevaren nog maar, waaruit de Heere God hen had gered. Hoeveel duizenden zouden er niet nog volgen! Dat was de juichtoon van het overwinnend leger. En de Franschen Luistert naar wat een Oostenrijker, die als berichtgever voor een der bladen den slag had bijgewoond, een onpartijdige, zeker ver van Pruisgezinde althans, er van zegt «Ik kon het in Hagenau niet langer uithou den. Zonder acht te slaan op de waarschu wing van den waard, om mij niet buiten te wagen, aangezien het landvolk wantrou wend en verbitterd was jegens vreemde lingen, ging ik de poort uit. Het kanonge bulder ontstelde mij. Ik zag in de richting van Saarburg hooge rookkolommen stijgen. «Niet ver van de stad geraakte ik tusschen een hoop landlieden, die mij met wantrou wende blikken aanzagen. Ik werd zelfs ge noodzaakt mijne papieren als Oosteurijksch staatsburger te vertoonen aan een persoon, die zich bij mij kenbaar maakte als een veldwachter. Ik bleef nu in de nabijheid en heb daaraan zeer wèl gedaan. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1