I89L No. 43. Zaterdag 10 Januari. Vijfde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES: Stille Armen. De toestand in Suriname. DE EVV. elkfn MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. /0.95. Enkele nummers/0.02'. UITGAVE VAN EN ran 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. De Midd. Crt. doet een beroep op de liefdadigheid voor de stille armen menschen wién eergevoel of bescheidenheid verbieden hun nood te klagen. Onder hen zijn eerlijke werkli ien, die thans zonder werk zijn en dus inei hunne gezinnen het noodige missen. Deze menschen zullen ook wel elders dan te Middelburg gevonden worden en de Afbid. Crt. heeft aanspraak op dank dat zij deze zaak ter sprake bracht en een op kieschewijie lenigen] van deze stille armoede aanprijst. Het blad schrijft «Hoe vindt men hen en wie helpt hen Ziedaar twee belangrijke vragen niet gemakkelijk te beantwoorden. De taak der liefde en barmhartigheid in deze 's eene van zeer kieschen aard hare ver -.Hing vereischt menschenkennis, men schen' efde, warmte van hart maar ook overleggend verstand om, niet geheel zeilend op het kompas van medelijden en gevoel, te waken tegen overdreven hulpvaardigheid, tegen steun in verkeerde richting, tegen hulp die kwetst of beleedigt. Er moet daarbij zeer veel in acht genomen ordenmen moet zeer scherp toezien en practisch handelen, wil men in denjuisten zin van het woord wèl doen.» Voor Middelburg gaat het blad de ver schillende armbesturen en vereenigingen na en komt dan tot de slotsom dat er op dit punt eene leemte bestaat. Middelburg mist zulk eene vereeniging «die in stilte onderzoektdie in buitengewone gevallen de fatsoenlijke armoede met den mantel der liefde bedekt, verwarmt en voor wan hoop behoedt I Zij zoua kuanen ingericht zjjn als de Vereeniging tot het bezoeken der armen met hare verschillende wijk- bezoekers; zij zou kunnen arbeiden inden geest als Liefdadigheid naar vermogen te Amsterdam Maar dewijl zulk eene vereeniging niet in één dag tot stand komt, wenscht de Midd. Crt. te vragen «wie in deze barre dagen de handen aan den ploeg zullen slaan om te doen wat thans dringend noodig is. Zij, die vragen, vinden wel hulp, maar hun, die daartoe te bescheiden zijn, in stilte steun te verleenen, dat zou een goede daad zijn, waartoe wij de belangstelling vragen van allen, die medelijden hebben met het leed i n anderendie begrijpen wat het zeggen wil in stilte te lijden en te strijden tegen gebrek,] en die steeds bereid zijnde hand t i hulp aan te bieden. En zoi. zijn er gelukkig in Middelburg nog velen 1 Wie brengt hen te zamen wie doet een beroep op hunne hulpvaardigheid?» Het blad hoopt wel wat vaa De Ver eeniging tot het bezoeken der armen. Maar de strekking van het artikel is dat het daarin aangegeven idee ook elders in Zeel .ud worde overwogen. Reeds vormde zich naa. de N. R. C. verneemt, te Zieriksee een dergelijke commissie die langs de hui zen der ingezetenen tot dat doel ruim f 1000 iieefl opgedaan. Het artikel der Midd. Cr t. heeft als tijde lijke maatregel onze sympathie. Wij weten wel dat een zeer moeielijke zaak wordt be geerd doch een onmogelijke zaak is 't niet. lerikzee bewees het. Wjj veroorloven ons echter èene opmer king, en laat ons beproeven dit op even kiesche wijze te te doen. Er zijn tal van medelijdende, milddadige dames en heeren te Middelburg en elders, die met Godsdienst en Kerkgenootschap gebroken hebben. Zoo dezen nu eens hunne gaven die zij nog nooit of althans in geen jaren meer in de diaconale kas hebben gestort, eens tot de diaconieën brachten, opdat de diakens eens wat ruimer bedeelen konden en zij maak ten dan eens in alle stilte predikanten of de diakens attent op personen of gezinnen die stille armoede Ijjden, zouden wij dan zonder de oprichting eener Vereeniging niet reeds een heel eind gevorderd zijn Een «stille arme» zal toch nog het al lerliefst door middel van predikant, geeste lijke of diaken worden geholpen. In ieder geval, het zijn stille armen, dus moet het ook een stille vereeniging zijn de namen der leden moeten zooveel mo gelijk onbekend blijven. Van het bestaan dier vereeniging moet liefst niemand iets afweten dan de leden zelf en de «stille armen» die door haar geholpen worden. Doch in ieder geval moet er terstond geholpen worden. Onze predikanten, maar meer nog onze diaconieën kunnen nog heel wat doen om de zaak te bevorderen. De Kerk is in de eerste plaats geroepen alle armen te verzorgen. Men fcelpe haar. De liefde Christi dringe. De berichtgever van het Nieuws van der. Dug te Parimaribo tracht in zijn jongsten brief den {Joden in Suriname al vleiende de waarheid te zeggen. Hij wijst er op dat de wrijving tussehen hen en den gouverneur gevolg is van het prijzens waardige feit dat deze een eind tracht te maken aan de baantjesjacht eu de naar zich-toe-haal-tactiek van een deel der Israelie- tische bevolking. Van de 2000 blanken in Suriname zoo zegt deze schrijver zijn er 1500 Joden. Hjj roemt zeer den edelen Jood Wertheim, die het in de Eerste Kamer voor hen opnam. Toch acht ook hij de Joden nog niet volmaakt. Hg zegtWaren hier alle Joden met dezelfde edele gevoelens (als de heer tTerlheim) bezield,de toekomstvan Suriname zou zoo rooskleurig mogelijk zqn; maar zulks is, helaasniet het geval. (Wij onderstrepen. Red. Z). Suriname bestaat uit blanken en negers. De blanken geven in alles den doorslag en van deze blanken zijn ongeveer 8/i Joden. Dat is zeer gelukkig, wijl genoemde Joden zeer vrijzinnig zijn (de schrijver bedoelt hiermede «liberaal» maar hij wil hen nog vrijzinniger hebben) op het punt van godsdienst als op elk ander gebied. Maar zij hebben groote gebreken, lo. Zjj ver mengen zich niet met de Christenen. 2o. Het was of zij afgesproken hadden alle goede en voordeelige baantjes onder hunne stamgenooten te verdeelen, en dat was verkeerd, eD daarom was het goed dat er eens iemand kwam die aan dit monopolie een einde maakte. Het is hier een Neder landsche kolonie, en het meerendeel der bewoners, hoewel van Joodschen oorsprong heeft daarom nog het recht niet om alles wat goed is in te palmen. Maar daaraan is reeds een einde gemaakt en dat is de eenige hulde die men aan(hij bedoelt den gouverneur maar hij noemt hem niet) kan brengen. In den langen omhaal onder 2o vermeld, beschuldigt hij dus de Joden van de laagste baantjesjagerij. Als een antirevolutionair zoo iets eens gezegd had! Maar hij gaat voort. «Het meerendeel der beschaafde bevolking of de blanken behooren dus gelukkig tot den Joodsehen stam. Ik zeg gelukkig, want ik hoop van harte dat zij hunne dwalingen zullen inzien, zich meer en meer met de liberale christenen tof dat dan nog Christenen zouden zijn zullen vermen gen en de schurftige schapen zullen uit werpen. Zij hebben het heft in handen gehad gedurende 25 jaar.» De schrijver predikt verder een kruistocht tegen de roomschen. Maar die vermenging van Joden en Christenen, dat huwelijk van Joden met Christinnen; en van Christenen met Israëlietische meisjes, is in zijn eigen schatting zulk een kostelijk idee, dat hij er nog eens op terugkomt. Hjj zegt Nogmaals, da Joden van oorsprong moeten zich vermengen en verstaan met de liberale Christenen en geen Joodsche maar een anti clericale partij vormen. (Ai 1 Dus net als bij ons En als ware er een paardenras te verbeteren, voegt hij er aan toe Als men toont het werkelijk goed te meenen en zijn Joodsche afkomst niet mee telt. maar het voorbeeld volgt van die edele en krachtige Joden, die met vrouwen van Christelijken godsdienst gehuwd zijn, dan voorzeker zal mea in 's lands vergaderzalen van geen .Todenpartij meer reppen, maar van een echt liberale partij, die, hoewel niemand verdrukkende, enz. Wij merken slechts opAls de liberale partij, volgens het zeggen van dezen «liberaal» verbetering behoeft en slechtsgwd worden zal door de vermenging met Israëlieten, wien hg kastegeest verwijt en die geen ander streven kennen, dan zich zelf ten koste van anderen aan de baantjes te helpen, dat het dan met die «liberale» partij in Suriname al heel bedenkelijk slecht moet staan'. Merkwaardig is nog de volgende mede- deeling De hervormde leeraars spreidden evenals nu weinig activiteit teu toon en lieten de zaken verloopen, terwijl de Mon niken met al het vuur van het fanatisme hunner orde aan het werk gingen. Zij werden de concurrenten van de Hernhutters. Men moest dien schrijver het werkje van ds. de Ridder «Een levensteeken op een doodenveld» eens toezenden, opdat hij met wat meer eerbied over den arbeid, de nooden en dooden der Hernhuttersehe zeDding leer de spreken. 'j Vrije examens. Dat er zoo weinig candidaten bg het hoofdonderwijzersexamen slagen, ligt voor een deel aan hen zeivenmisschien ook aan sommiger onpractische wijze van exa- mineeren, maar vooral ligt het aan de ver keerde richting waarin de studie voor som mige vakken werd geleid. Reeds in 1885 schreef nu wglen mr. Vosmaer in Spectator, naar aanleiding van een critiek van Taco de Beer: «Uitpluizen van de grammatica, verkeerd begrepen onderwijs, de schuld der exami natoren, de onzinnige overlading van de grammatica met definities die de leerling (ik ook) niet begrijpt als het onderscheid tussehen een voornaamwoordelijk b ij w o 0 r d en een bijwoordelijk voornaamwoord; een betrekke- lijkverledene tijd; nevenschik kend zinsverband, aaneenscha kelende, tegenstellende en re dengevende zinsverbinding; de 52 soorten van zinnen (waarbij de zins- verbijsterende zin vergeten is)enz. op al die rampen wijst de Beei. Ik stem hem toe, als hij besluitdat «de Nederlanders uit de dagen van Fiederik Hendrik niet zoo kloek, zoo degelijk geleerd en zoo zelf standig waren geweest, zoo zij als kinderen gefröbeld hadden met nuttige vouw- seltjes en erwtenstokjes, als knapen hadden gezinsontleed en als jongelingen zich hadden verdiept in allerlei hypothetische beschou wingen over mineralogische verschijnselen en culturgeschichtliche mogelijkheden. Het is meer dan tijd dat euvel eens bij de horens te pakken.» Dit schreef Flanor in 1885. Wij weten natuurlijk niet of sinds dien tijd de studie onzer Moedertaal er practischer op is geworden. Wel begrijpen wij dat onze examen-com- missiën, met de bijzondere onderwijzers die er in zitten incluis, aan deze dingen weinig kunnen veranderen. Maar des te meer reden dan ook voor de voorstanders om steeds luider aan te dringen op vrjje examens voor de bijzondere onderwijzers. Overdrijving. Bij het bestormen vau het legerontwerp van hunnen geloofsgenoot den minister van oorlog, loopen sommige katholieken zoo hard dat zij bijna over hun adem struikelen zouden. Deze overhaasting doet schade aan de nuchterheid van beoordeeling. A propos hoeveel of liever noe weinig redactiën, ja zelfs hoe weinig Kamerleden misschien ïiebben het legerontwerp anders dan van buiten gezien? Wie heeft het legerontwerp gelezen, doorgeworsteld, be grepen? Wie is er zoodanig in thuis, dat hg met een vrjj geweten den principiëelen strijd er voor of er tegen aandurft Maar als een staaltje van overdrijving geven wij de volgende aanhaling uit het hoofdartikel van de Zoom van 8 Januari. Iedereen toch, die niet ziende blind en hoorende doof is, weet zeer goed dat het Roomsch-antirevolutionair-calvinistisch com plot, dat zelfs in het naburige Rozendaal een filiale heeft, het er op toelegt, zonder eenige noodzakelijkheid, maar geheel ten eigen bate, het Nederlandsche volk te ex- ploiteeren, finantiëel te ruïneeren en bloot te stellen aan epidemieën, die tot voor hon derd jaren de bevolking van tijd tot tijd decimeerden. In tegenstelling dan van de Rozendaalsche „Grondwet" die blijkbaar de grootste vijand der Katholieken zijnde, de calvinistische partij steunt, wijl volgens sommigen de leuze „wiens brood men eet wiens woord men spreekt" door hare hoofd redactie wordt in praktijk gebracht Let wel, die «Grondwet» is een katholiek blad, dat ook wel tegen persoonlijken dienst plicht is, doch tevens vertrouwen (stelt in de r. k. Kamerleden, die beter zien en meer weten dan de kiezers, en tot wier taak dan toch ten slotte ook behoort, in den politieken strijd zoodanig te manoeuvreeren, dat het gevaar afgewend en het belang des volks bevorderd kan worden. En wat aan die tirade tegen haar collega voorafgaat, schijnt de uiting te zgn van iemand die persoonlijken dienstplicht verder» felgk acht, en geen woorden kan vinden om dit uit te spreken. Maar krijgen op die wijze de lezers van de Zoom wel een juiste inzicht in de quaestie? Of zijn zij met phrases als de boven aan gehaalde tevreên Zal het er spannen Ten vorigen jare bleef de Tweede Kamer in de behandeling der begrooting van ko loniën steken. De liberale partij bij monde van den heer v. Kerkwijk, verlangde dat men zou staken en na nieuwe jaar terug komen, want dat er zooveel werk was. Bovendien wilde men den tijd hebben om het debat oTer de beginselen der regeering lang en breed te bespreken. Da irop nu heeft de liberale partij recht. Wij betreuren het dan ook zeer dat niet de gansche rechterzijde aan dien wensch der liberale meerderheid tegemoet kwam. Toen de liberale partij in de Tweede Kamer de meerderheid had, heeft zij wel slag voor slag aan de antirevolutionaire minderheid den mond gesnoerddenk slechts aan zoo menige motie (v. Kerkwijk en Viruly) tot sluiting der beraadslaging. Maar op dien weg van laaghartig misbruiken harer numerieke meerderheid mocht de rechterzijde van thans de linkerzijde van toen niet volgen. En ook op politiek gebied past de wraak niet aan een Christen. De gansche antirevolutionaire partij had dan ook met de heeren Donner, c. s. het voorstel v. Kerkwijk moeten aannemen. 't Is beter in een principiëel debat des noods onder te gaan, dan tijdelijk door meerderheid in 'tcqter de anderen te overheerschen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1891 | | pagina 1