Strijd en Zegepraal.
volge hunne gewone rusttijden gehee
missen, is die dienst meer dan zwaar, en
het publiek mag het zeker wel zeer op
prijs stellen, dat zij. niettegenstaande *1
die bezwaren, toch steeds hun uiterste
krachten inspannen om de communicatie
gaande te houden.
Oudelandc. Tot lid van het Burgerlijk
Armbestuur is herbenoemd de heer Johs.
Van Wingen.
Naar aanleiding van gebleken mis
bruiken, door onbezoldigde rijksveldwachters
gemaakt van den ook hun verleenden port
vrijdom, heelt de miuisier van justitie de
brigadecommandanten der rijksveldwacht
doen opdragen om aan de onbezoldigde
rijksveldwachters in herinnering te brengen,
dal de hun verleende portvrijdom uitsluitend
beperkt is tot brieven, welker onderwerp
alleen op dienstzaken betrekking heeft, en
dat voortaan misbruiken, indien hiervan
mocht blijken, gestreng zullen worden
gestraft.
üoor ijsgang vertraagd. Hedenmor
gen zou er te Middelburg een huwelijks
voltrekking plaats hebben. Bruid, bruide
gom en familie begaven zich naar het
stadhuis, doch ontvingen daar de treurige
mededeeling. dat ze onverrichter zake
huiswaarts konden keerendoor ijsgang
waren de vereischte stukken nog niet ge
arriveerd.
's Heer Arendskerke. Een geacht inge
zetene heeft op Nieuwjaar den armen ruim
40 stuks wollen dekens bedeeld; zeker een
zeer welkome gift in dezen winter.
('tls te hopen dat de bet ichlgevers zich
wel overtuigen of de betrokkenen wel ge
diend zijn van dergelijke publiciteit, vele
weldoeners toch houden zich het hefst aan
den Christel jjken regel: Matth.613. Red).
Volgens de (Haagsche briefschrijver
aan de Zwolsche Crt. is eene der eerste
groote zaken, waaraan de Koningin-Regentes
hare aandacht wijdt de enquête naar den
toestand der arbeiders. Zij heeft zich de
verslagen doen voorleggen, want zij wil
persoonlijk weten hoe het er uitziet in de
onderste lagen der maatschappij.
Een ouderwetsch nachtlichtje. In een
ouden kalender wordt een goedkoope en
practische nachtlamp aanbevolen. Men neme
een lang, wit üeschje, doe daarin een stukje
phospnoius ter grootte van een erwt en
giete daarop zooveel tot het kookpunt ver
hitte slaolie, dat de flesch voor een derde
vot is, waarna men za zorgvuldig sluit.
Heeft men licht noodig, dan opene men
ze even om er wat lucht in te laten en
doe er dan de kurk weder op.
Het ledige deel van de flesch geeft dan
zooveel licht van zich als eene kleine
4) FEUILLETON.
(Schetsen uit denFransch Üuitschen oorlog.)
IV.
SAARBRüCKEN.
Eene kleine schermutseling, door Napo
leon tot een geduchten veldslag opgeblazen,
was het sein tot den oorlog.
Het eenvoudige grensstadje Saarbrücken
aan de Saar was het doel van den aanval.
De Franschen meenden, of althans maakten
elkander wijs dat binnen deze open stad
eene aanzienlijke pruisische bezetting aan
wezig was. In dien waan beklommen zij
de Spichererhooglen, liefst met zeven stuk
ken geschut en begonnen de weerlooze stad
te beschieten. Hunne granaten richtten
evenwel zeer weinig schade aan. Na deze
heldendaad namen zijacht dagen rust en her
vatten toen hunne zware (I) taak. Inmiddels
hadden zij bruggen gelegd en dachten over
eerie stormendernande verovering der vesting!
Nu lagen er slechts enkele honderden
soldaten in Saarbrücken, terwijl uren in
den omtrek geene troepen te bekennen
waren. Het handjevol Bruisen wist zich
echter op zulk eene slimme wijze te ver
weren, dat de Franschen werkeljjk gingen
gelooven dat zij met een heusch leger te
doen hadden. Deze overweging deed hen
wel een weinig aarzelen. Ook werden
hunne aanvallen enkele malen afgeslagen
en zoo lieten zij zich ophouden tot den 2
Augustus dus tien dagen lang alvorens
den eigenlijken aanval te beginnen.
Deze onverklaarbare aarzeling van Napo
leon leverde een aanmerkelijke winste voor
de Duitschers, die daardoor ruimschoots de
gelegenheid hadden zich te vereenigen en
de krachten te ordenen.
Inderdaad had Frankrijk toen het den oor
log verklaard en dus terstond zijne troepen
naar de grenzen gezonden had, veel op
Duitschland voot. Immers daardoor konden
nachtlamp. Men kan ze zes maanden lang
gebruiken en voorkomt brandgevaar.
In het «Weekblad van N.-I.» komt
het volgende stukje voor
In de Maleische dagbladen staan gere
geld gevallen van den schandelijksten
woeker, die niet te controleeren zijn
maar gisteravond attrapeerde ik er zelf een.
Even voordat de lamp werd opgestoken,
was ik op den grooteu weg eu maakte
een praatje met mijn buurman, een Ja
vaan, die mij vertelde, dat nij landman
was, sa wall bezitter, doch geen buffels had,
welke hij leende voor een deel van den
oogst (het panon) en zooal rneer.
Terwijl ik hem nog vroeg naar de op
brengst van zijn velden en verdere ver
diensten, kwam ons een Arabier rakelings
voorbij, met een ongewoon brutaal voor
komen, die met een bandirie schermma-
noeuvres maakte, en het erf van mijn
buurman opliep, waarop ook het huisje
van mijn orang toea staat, dat hij bin
nenging.
Eenige oogenblikken later kwam hij er
weer uit, spoog, mij passeerende, op den
grond en liep verder.
Wat doet die man op jou erf? vroeg
ik mijn vriendelijken buurman.
De renten halen van zijn geld.
Heb je van hem geleend
Ja, mijnheer.
En hoeveel rente moet je betalen
Een dubbeltje van een gulden.
In de maand
De man lachtte om mijn onnoozelheid.
In de week dan
Wel neen, een dubbeltje per dag.
f 0,10 per dag 100 pCt inde 10 dagen
300 pCt. in de maand 3600 pCt.
in het juar.
Waarom geef je dat geld niet terug
Als het een paar gulden is, wil ik je wel
helpen en je kunt mij betalen met wat
van de bamboe, dat daar op je erf groeit.
Dat mag niet.
Wat niet
Terugbetalen. De voorwaarde is, dat
ik het geld niet behoef terug te geven,
maar zoolang ik leef hem iederen dag die
rente moet voldoen.
Als de man mij het verteld had zonder
dat de Arabier bij hen was gekomen, dan
had ik aan een sprookje gedacht, maar nu
het helaas daarmee samenviel, geloof ik
hem.
Kan onze geldschieter maar f 1000 op
die wijze uitzetten, dan heeft hij een
inkomen als een lid van den Raad van
Indië.
Hebben wij dit jaar een strengen
winter in 1740 was dit niet minder het
Fransche troepen reeds lang in Duitschland
staan, alvorens de Duitschers aan oprukken
konden denken. En indien de Heore God
dan ook Napoleon niet met blindheid ge
slagen had, zoodat hjj de eene dwaasheid
op de andere stapelend, een heuschen aanval
op een ter nauwernood verdedigd poortloos
stadje deeddaarbij twee weken zoek
maakte en verzuimde te weten dat uren
in den omtrek de doortocht op Pruisens
grondgebied voor hem openstond, de loop
van den oorlog zou een geheel andere ge
weest zijn.
Maar zooals wij zeiden de aanval
zou den 2 Augustus plaats hebben. Napoleon
was daags te voren in het hoofdkwartier
aangekomen. Loulou (spreek uit Loeloe),
zoo noemde men algemeen zijn 16 jarigen
zoon en naamgenoot, vergezelde hem. Hij
zou dien dag in de geheimen der edele
oorlogskunst worden ingewijd. Hij zou den
vuurdoop ondergaan.
Te 11 uur in den morgen begon het
gevecht, dat slechts 2 uren duurde. De
Pruisen maakten voor het eerst kennis met
de mitrailleuse. Zjj hadden nog nooit zulk
een gevaarlijk vuurwapen gezien, en waren
er aanvankelijk wel eenigszins bevreesd voor.
Dit bemerkte een der Pruisische officieren, de
kapitein Blomberg. Zoodra hij nu zag dat
op zijne compagnie eene mitrailleuse gericht
werd, liet hij al zijne manschappen in
ongedekte stelling halt houden, het hoofd
ontblooten en een driewerf Leve de Koning
aanheffen. Bit verbitterde de fransche
kanonniers. De mitrailleuse werd afgevuurd
en trof niemand. Dit staaltje bleek wel
gescuikt om de vrees der Pruisen voor deze
moorddadige nieuwigheid hunner vijanden
weg te nemen. Over die vrees raakten
zij dan ook al heel spoedig heen.
Het spreekt echter van zelf dat van een
werkelijk gemeenden tegenweer bij de
Pruisen geen sprake kon zijn. Zij waren
dan ook tevreden den vijand een ganschen
dag te hebben opgehouden, ja zelis hadden
geval. Van dien winter indt men het
velgendo opgeteekend
Kort na Nieuwjaar begon het te vriezen
en den 10 Jan. was het zóo koud, dat ieder
die maar eenigzins kon, zich binnenshuis
hield. De Zuiderzee was met een ijskorst
overdekt en weldra tal van kramen en
tenten waren op het IJ en voor de haven
van Harlingen opgericht, zoodat de zee op
die plaatsen geheel het voorkomen eener
kennis had.
Eveneens had dit plaats in de jaren
1823 en 1838.
Enkele schaatsenrijder» en honderden met
paard en slede gingen over zee naar Enk-
huizen. Ieder kocht alsdan een aandenken
van over zee mede naar huis, zoodat alleen
te Enkhuizen voor eene som van ruim
f 40,000 aan zilveren en gouden voorwerpen
aan Friezen werd vei kocht.
Den 15 Jan. gingen tl. Tromp, van
Stavoren, en Fokke Annes, van Molkwerum.
over ijs naar Enkhuizen, alwaar zij goed
en wel aankwamen.
Nanne Abes, van Molkwerum, teed eenige
dagen later derwaarts, terwijl zijne vrouw
Rinsk Jolles hem in een priksleedje ver
gezelde.
Door de felle koude van dien winter
verloren honderden menschen het leven.
Uit alle oorden kwamen berichten over
doodvriezen van postiljons, reizigers, schaat
senrijders enz.
Ook de in het wild levende dieren had
den het kwaad, zij stierven bij duizenden.
Ganzen, eenden, door de koude verstjjfd,
kon men dikwijls met de hand vangen.
De vorst duurde tot den lOen Maart en
dientengevolge werden de levensmiddelen
en brandstoffen zeer duur, ook het drink
water werd op vele plaatsen schaars, o. a.
betaalde men te Amsterdam voor ^en em
mer water iwee a drie stuivers.
Op de Sehelde werd het volgende versje
in het ijs uitgehouwen
Op Sinte Mathijs
Zag men noch sneeuw noch jjs,
En met half Maart
Reed men over 't Scheld met koets en paard.
Te Haarlem zijn de politieagenten
om de strenge koude van bonte mutsen
voorzien. In een dijkhuisje onder Har
lingen is een kind in bed door de felle
koude gestorven. Zekere Arie, met de
kiekkast, een man die het land afliep met
een kijkkast is bij Hengeloo doodgevroren
op den weg gevonden. Te Amsterdam
is op de straat gevonden het lijk eener
arme oude vrouw, die bleek doodgevroren
te zijn. Zij had eenige stukjes brood in
haar schort. Het kin 1 eener behoeftige
vrouw te Utrecht is op straat in een kin
zij hem nog een enkele maal met verlies
teruggeslagen. Doch ten slotte docr over
macht gedrongen, trok de| zwakke bezetting
in geregelde orde terug, nadat zjj de brug
over de Saar had doen springen.
De Franschen trokken hierop te 6 uur de
stad binnen. «Hoe sterk is de bezetting ge
weest?» vroeg hun bevelhebber, Frossard
aan den burgemeester. «Achthonderd man»,
luidde het antwoord.
«Dan zijn het dappere lui geweest»,
hernam de ander meesmuilend. Doch hij
verbergde zijne teleurstelling over de geringe
macht, die hem zoolang opgehouden had,
en van welker geregelden aftocht door den
Keizer en het Fransche volk een ophef zou
gemaakt worden, alsof nu heel Pruisen
onder hunne voeten vertreden lag.
De Keizer keerde terstond na deze over
winning naar Metz terug, welke stad
in feestdos gehuld en haai geïllumineerd
den overwinnaar met juichkreten begroette 1
De Fransche dagbladen schreven van «eene
schitterende overwinning, een zegevierenden
terugkeer in de Rijnprovincie, een roemrijk
wapenfeit als teeken van een nieuw tjjdperk
in de geschiedenis.» Van «scherpzinnige
aanvoerders, het onweerstaanbaar optreden
der soldaten en van het ontegenzeggelijk
overwicht» der Fransche wapenen.
De Keizer telegrafeerde aan zijne gemalin
«Louis heeft den vuurdoop ontvangen. Hij
was bewonderenswaardig koelbloedige» niets
aangedaan.
»De Pruisen boden slechts kort wederstand.
Wij» (dat zijn Loulou en de Keizer) «bevon
den ons in de eerste linie, maar de kogels
vielen aan onze voeten neder.
Louis heelt een kogel bewaard die dicht
bij hem was neergevallen. De soldaten
weenden toen zij hem zagen
NAPOLEON.»
Keizer Napoleon lag te Metz; Koning
Wilhelm te Mentz. Een vorige maal ver
warden wjj deze namen-
derwagen door de koude bevangen en ge-
storven.
Met den goederentrein werd Zaterdag
te Zeven-aar aangebracht, een waggon met
briquetten, die onderweg in brand waren k
geraakt. Men was genoodzaakt den waggon
te verwijderen, en bevreesd zijnde dat men
door blussching met water te veel ijs op
de lijn zou krijgen, heeft men den brand
door lossing trachten te blusschen, wat ten
slotte gelukte. Van de briquetten is niet
veel overgebleven.
Uit deu winter van '44 '45. De na
volgende aanteekening werd in bet jaar
1845 als curiositeit te boek gesteld en is
thans toevallig terug gevonden.
«Op den tweeden Kerstdag van '44 reed
ik op schaatsen de Maas uit naar Dordt.
De dooi viel in, en de rivier vertoonde blank
water. Maar opnieuw kwam de vorst en
voor de tweede nmal in denzelfden winter
geiaakte de Maas vast, den 20sten Februari
Den 13den Maart vertoonde de thermome
ter 9°, eu den 14u, des morgens te 8 ure,
6° Fabreheit. Andermaal passeerde men
geregeld de Maas, tot dat men zich op 20
Maart, den eersten Paaschdag, de aardigheid
veroorloofde, eieren te laten koken en die
op de rivier te gaan opeten. Daags daarna
viel met zooveel en zuidwestenwind de dooi
in, met zooveel kracht, dat 's morgens te
10 ure voor de stad de Maas geheel blank
watr was.
Na eene langdurige instructie, die
een aantal hoogst bezwarende omstandig,
heden voor de beklaagde aan het licht had k
gebracht, heeft Grietje Wobbers Gaaike-wj
ma, weduwe van den oud-burgemeester
van Grijpskerk Klaas Hellinga, in den f
laatsten tijd woonachtig te Roden en
sedert 16 October gedetineerd in het
huis van bewaring te A«sen, aan den
rechter van instructie bij de rechtbank te
Assen btkend, in de eerste helft van October
hare 20 jarige dochter Grietje Hellinga om
het leven te hebben gebracht door haar
op drie verschillende tijdstippen rattekruid,
in melk, in thee en ïn water gemengd toe
te dienen.
Het vermoorde meisje, dat als vaderlijk
erfdeel eene inschrijving op hel Grootboek
der 25 pets. Natianale Schuld ten bedrage
van 22,000 gulden bezat, terwijl de moeder
haar geld had opgemaakt, zou in November
met iemand uit Groningen in het huweljjk
zijn getreden. Da moordenares had in het
begin van 1890 gezorgd, dat hare dochter
haar bij testament tot universeele erfgename
had gemaakt.
In Funfkirchen (Oostenrijk) is een
typhus-epidemie uitgebroken, waardoor van
de 32,000 inwoners ruim 3000 ziek zijn.
Dit eerste telegram van Napoleon was
een misstap, niet zoo zeer om de snoevende
taal, als wel om de mededeeling dat hij
dezen 15 jarigen knaap Loulou (verbaste
ring van Louis) aan den jjzingwekkenden
aanblik van een slagveld had blootgesteld.
En dan die «weenende» soldaten 1
Doch in ieder geval hadden de Franschen
een klein voordeeltje behaald, zjj het ook a
op verre van roemrjjke wijze.
Ware er in die dagen een profeet opge
staan om hun te zeggen dat het hun eerste
maar ook hun laatste voordeeltje zoude zijn,
wel verre van hem te gelooven, zouden
zjj hem ongetwijfeld aan den hoogsten boom
hebben opgehang'-n.
En toch zou het zoo wezen.
Het onbeduidende wapenfeit bij Saar
brücken werd door tal van nederlagen, ja
door enkel nederlagen gevolgd.
Inmiddels hadden de Baden de brug bjj
Kehl laten springen.
Kehl lisrt namelijk tenenover Straatsburg
aan de III. Zooals de [lezer weet was
Straatsburg toen nog Fraasch en was de
111 de grensrivier tusschen Frankrijk en
Baden. Op den rechteroever nu ligt het
Badensche stadje Kehl. De ontzaglijke
ijzeren spoopwegbrug, in 1871 voor re-
kening der Fransche en Duitsche regeerin
gen voltooid, mocht natuurlijk thans aan
de Franschen geen gelegenheid bieden om
op Badensch grondgebied te komen. De
Baden maakten dan ook korte [wetten met
deze brug eu lieten baar in de lucht vliegen.
Daartre werden 6000 kiio buskruit en
dyamiet in een der pijlers gebracht en fl
aangestoken. De gevolgen waren ontzet-
tend. Enkele stukken werden op den
Franschen oever- geslingerd. IJzeren balken
van 15 duim middellijn lagen geknakt als
stroohalmen.
Wij mogen echter bij dergeljjke «klei
nigheden» niet al te lang stilstaan.
Wordt vervolgd.)
Men denkt aan vero«
leiding als oorzaak.
Patrick Ford, I
revolutionair, die sediH
verblijf houdt, heeft D-
van den Standard rrH
de conferentie tusschiH
niets goeds verwacht.H
een compromis is \H
vinden. Er kon geen s|H
herstelling als leider I
Het eenige waartoe I
kunnen leiden, zou
middel zijn, om ParH
hem zelf zoo weinig
maken.
Een Reuter tel H
meldt, dat de werk-üiH
wegpersoneel in SclH
geëindigd is, en dat diH
loop hebben hervat.
Daarentegen wordt I
de dokwerkers aldaar I
gestaakt.
Liberalen met I
slag der gemeenteraaH
sen is dat de social! H
zijn, met uitzonderirB
daar hadden de liberaI
gesproken om voor del
candidaten te stellen I
steunen. Dit geschierI
de 3 liberalen 3 social
teraad. Iets dergelijk
reeds gelukte vroel
Ook in sornmi»
heerscht ellende. In I
is een commissie gevo I
van de noodljjdende dl
ka en Oklahoma. Del
zinnen en in Frontier il
die beslist gebrek ljjdl
werd hun gebouw 'I
overbodige vee is verll
geslacht.
Bjj het spoor wel
(N. A.) heeft een tril
gehad: zekere Iloekstl
12 jarig dochtertje I
gingen over den spoorl
lange trein en om del
klemmen zij tusschen
koppelstangen heen.
op de bufferbalk stom
beweging. Zjj viel one I
vreeseljjk verminkt m I
cn een afgesneden ari I
Het volgende woi I
(Connectient N. A.) I
werkman was bezig on I
eene kerk te herstel I
gekomen, gleed hjj varl
met duizelingwekkende I
De toeschouwers dach I
dat hij zou verpletterd I
het vallen kwam de nl
aan, waarmede hij zicll
greep dit met de kral
slingerde zich op het I
hoekig venstertje dat I
van den toren was aal
eenigszins van den scl
klauterde hjj weder lal
hoven om zijn werk tl
Een oud zonder li I
te Heimsdort, in SilezI
man, die veel geld 11
anders dan 'haringen e I
dan water. Eeu hemel
weeldeartikelen, welke I
niet bjj felle koude. I
Men vond den ouder I
was en geheel alleen I
dagen dood op een I
hjj als bed gebruikte. I
Dr. Henrich Schlil
oud-heidvorscher. is
overleden aan hersenil
met eene aandoening I
had nog niet lang gelei
oor-operatie ondergaan!
Zijn vrouw is nog tl
fenis zal plaats hebbenl
Napels is overgekomen!
Schliemann vond hil
tot iortuin. Hij was el
in Mecklenburg, werd rl
gen, en na bjj Texel j
geleden, kwam bij te
hij als loopknecht inl
F. C. Quien. Hij wist
zijn aangeboren gaven
tjjd dien andere looperl
andere kantoren in was
brachten, besteedde bijl
hij in den zak had, en
maakte hij zich van