1890. No. 36.
Dinsdag 23 December.
Vijfde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Eigen Hulp en Maatschappe
lijk Belang.
Een schandelijke Wetsbepaling.
>P
DE ZEEUW.
0
n
it
il
ie
r
irj
h
h
n
a
o
e
n
n
n
n
n
e
ëlken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. /0.95.
Enkele nummers/0.02s.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Evenals vorige jaren stellen wij
in het no. dat op Donderdag 1 Ja
nuari 1891 D. V. verschijnt, voor
belanghebbenden de gelegenheid
open, tegen den prijs van 25 CENT
(de 6 regels niet te boven gaande)
hun Nieuwjaarsgroet aan Familie,
Vrienden of Begunstigers uit te
brengen.
Tevens zal, als naar gewoonte, een
advertentie in ons blad voorkomen
van den volgenden inhoud
„Bij den aanvang van het jaar 1891
wenschen ondergeteekenden hunnen
geachten Vrienden, Bekenden of Be
gunstigers Gods besten zegen toe".
Er bestaat gelegenheid voor een
ieder, om tegen betaling van 10
CENT, zjjn naam, beroep en woonplaats
onder deze advertentie te doen
zetten.
DE UITGEVERS.
Wegens den 2en Kerstdag verschijnt
Zaterdag geen no. van ons blad.
Deze quaestie, eene levensquaestie vojr
vele neringdoenden, is door den heer Lu
casse, afgevaardigde voor Middelburg in de
voorlaatste zitting der tweede kamer ter
sprake gebracht. Wij nemen het uit het
Bijblad over.
De heer Lucasse. Naar aanleiding van
een adres door de afdeeling Vlissingen
van den Ned. bond «Maatschappelijk be
lang» dezer dagen tot deze Kamer gericht,
wensch ik den minister een paar vragen
te doen. In het request, waarin wordt
aangedrongen op wijziging van de wet op
de coöperatieve vereenigingen, wordt er
op gewezen dat de afdeeling in October
1889 zich heeft gewend tot den minister
van Marine met het bezwaar, dat zeer ten
nadeele van de neringdoenden te Vlissingen
de coöperatieve winkelvereeniging «Eigen
hulp» aldaar voor een groot gedeelte be
staat uit personen tot het Nederlandsche
loodswezen behoorende. Personen, die volgens
de bewering van genoemde afdeeling,
blijkens de kohieren der gemeentebelasting
zjjn aangeslagen naar een inkomen van
f2000 tot f3000. Adressanten wijzen er
verder op dat, waar vroeger de inspecteur
van het loodswezen aldaar voorzitter der
vereeniging «Eigen hulp» was, en de ont
vanger van het Nederlandsche Loodswezen
bekleedt de bezoldigde betrekking van
secretaris penningmeester van «Eigen hulp»
het overige personeel van het loodswezen
als van zelf, nu superieuren voorgaan, is
gevolgd en lid is geworden van «Eigen
hulp,» zeer ten nadeele van de nering
doenden in de gemeente Vlissingen, die
zoodoende weinig voordeel genieten van de
aanwezigheid van een deel van het Neder-
landsch loodswezen aldaar.
In de eerste plaats zou ik den minister
willen vragen of het request door de
afdeeling Vlissingen van den Boi.d «Maat
schappelijk belang» aan hem gericht, door
hem is ontvangen. Ik doe de vraag omdat
in het request aan de Kamer gericht de
a deeling mededeelt dat zij op haar schrij
ven geen antwoord heeft ontvangen.
In de tweede plaats vraag ik den minis
ter, niet of hij er iets aan doen kan dat
het loodspersoneel lid is of wordt van de
coöperatieve winkelvereeniging aldaarik
geloof dat dit niet zou gaan, maar ik
wensch den minister te vragen of hij het
zelfde denkbeeld is toegedaan als zijn
ambtgenoot van oorlog die als zijn wensch
te kenner, gaf dat geen officieren of onder
officieren lid zullen zijn van een bestuur
van een coöperatieve winkelvereeniging,
omdat dit niet met de belangen van deu
dienst overeenstemt. Een wensch, in zijne
Memorie van Antwoord op de begrooting
van zijn Departement van dit jaar nader
toegelicht in deze woorden
„Bfi het uitvaardigen van de bedoelde
aanschrijving werd dan ook alleen beoogd
een einde te maken aan een, uit militair
en disciplinair oogpunt, minder gewenschten
toestand, waarbij het voorkwam dat actief
dienende militairen betrekkingen vervullen,
die omdat deze hem tegenover onderge
schikten in een verhouding kunnen brengen,
die alle overeenkomst heeft met die van
den neringdoende tot den kooper niet
wel vereenigbaar zijn te achten met de
positie die zij in het leger bekleeden.
Wel verre van zich daardoor te willen
mengen in een „twistpunt op sociaal gebied"
is dan ook de maatregel, door den onder-
geteekende genomen, uitsluitend in het be
lang van den dienst.
Wat betreft het koopen van eetwaren
voor de garnizoenen in winkels van Eigen
Hulp, de ondergeteekende vereenigt zi:h
geheel met het gevoelen der leden die meen
den dat zulks moest worden vermeden."
Is mi Zijne Excellentie de Minister van
Marine ook voornemens een dergelijke cir
culaire als zijn ambtgenoot van Oorlog te
richten aan het onder hem staande personeel
der Marine?»
Tot zoover de rede van mr. Lucasse.
De minister heeft geantwoord dat hjj den
bedoelden ambtenaar over het bezwaar van
«Maatschappelijk Belang» heeft aangeschre
ven. Voorts dat hij er tegen is dat ambte
naren optreden als loontrekkende geëm
ployeerden van de coöperatieve vereeniging
«Eigen Hulp» en dat hjj voorzoovèr zijne
herinnering strekt zich met de circulaire
(door deo heer Lucasse bedoeld) van den
minister van oorlog wel kan vereenigen,
al bestaat er van zijne zijde geen aanleiding.
De heer Lucasse verklaarde zich met de
inlichtingen tevreden.
Met het oog op het onlangs in De Zeeuw
opgenomen artikel aangaande het verbod
van onderzoek naar het vaderschap, is het
niet onbelangrijk kennis te nemen van
wat in betrekking tot de wording van
art. 340 in het Fransche Wetboek, en de
gevolgen van dien vermeld wordt in De
Standaard van 4 December jl.
Het was Napoleon, zoo lezen wij daar,
die met eene enkele pennestreep het onder
zoek naar het vaderschap verbood; hetgeen
niet pen oud denkbeeld was, eindelijk tot
wet verheven, maar eene totale revolutie
in een van de gewichtigste punten, en
eene revolutie die alles behalve onschuldig
bleek te zijn. De Fransehen hebben zich
toch naar die wetsbepaling gevormd, en
zoo ver is het verbod in de zeden doorge
drongen, dat, dooreen genomen, van de
15 onechte geboorten, slechts één enkele
door den vader erkend wordt
Op 75.000 onechte kinderen jaarlijks in
Frankrijk geboren [blijven er dus 70.000
zonder erkenden vader.
Sommigen beweren dat dit verbod de
vrucht zou zijn geweest van allerlei schan
dalen, de gebleken onmogelijkheid om het
bewijs te leveren van het vaderschap, van
eindelooze plagerijen waarmede vrouwen
van slecht gedrag achtbare mannen hadden
achtervolgd, zonderdat echter door den
wetgever een enkel bewijs gehoord is van
de waarheid van deze bewering, geen klacht,
geen verzoekschrift, niets. Alleen de des
tijds filles vermogende wet van Napoleon
den eersten consul, ook op wetgevend
gebied, schijnt deze bepaling in het Fransche
wetboek te hebben doen opnemen.
Als bewijs hoe zeer dit denkbeeld ook
hij onze natie is doorgedrongen is deze
bepaling, bij artikel 342 van ons wetboek
overgenomen en doet zich ook in haren
verderfelijken invloed op de zedelijkheid
van ons volk voortdurend kennen. Vruchte
loos zijn die pogingen welke door velen
in onze dagen worden aangewend om het
kwaad der prostitutie te keeren, zoolang
dit artikel in ons wetboek blijft bestaan,
en aan de vrouw geen recht toegekend
wordt tegenover haren verleider. Blijft
deze toestand voortduren, en moge Neder
land nog niet zoo diep gezonken zijn op
zedelijk gebied als Frankrijk, genoeg be
wijzen zijn er toch dat de zedeloosheid in
toenemende mate zich ontwikkelt tot
verderf van ons vaderland.
En zal dan de Nederlandsche wetgever,
met het oog op Frankrijk en het toenemende
kwaad ten onzent, onverschillig blijven
om bij herzienning van ons Burgerlijk
Wetboek art. 342 uit ons wetboek te
doen verdwijnen en aan de vrouw die
rechten toe te kennen waarop zij, als de
zwakkere, zoo zeer aanspraak heeft
Mogen vele stemmen in ons vaderland
zich verheffen om dit doel te bereiken I
Bovenstaande was reeds ter perse, toen
de tijding tot ons kwam, dat in de tweede
kamer insgelijks op deze wetswijziging bij
den minister was aangedrongen.
Het antwoord van den minister van
justitie heeft ons zeer teleurgesteld. Is het
niet of ZExc. zich op weinig beteekenende
wijs van de zaak tracht at te maken
Hij zeide namelijkHet vraagstuk der
prostitutie heelt den wetgever reeds voor
2000 jaar beziggehouden, maar er zal nooit
langs wetgevenden weg een goede oplos
sing voor gevonden worden, omdat die
elders moet gezocht worden, namelijk in
het ontwikkelen van het godsdienstig en
zedelijk gevoel bij den mensch.
Evenwel over deze goddelooze wetsbepaling
en de noodzakelijkheid van derzelver op
heffing, juist uit eerbied voor het «gods
dienstig en zedelijk gevoel bjj den mensch»,
sprak de minister van justitie niets. ZExc.
schijnt niet te beseffen dat dit artikel,
verbod van onderzoek naar het vaderschap,
juist is aangelegd op dooding van het
«zedelijk en godsdienstig gevoel». En mag
de wetgever in een christelijk land dit in
de hand werken
SAAIJMANS VADER.
Nederland en Oranje.
«.De oude eendrachtsbanddat is de
weerklank van professor Beets' nieuw
Koninginnelied en bij alle verschillen op
Kerkelijk of Politiek gebied, blijft met het
oog op Oranje, door Nederland die band
gevoeld wordenpartijen en meeningen
bewegen zich op de'oppervlakte, maar uit
het hart van de klok komt de zilveren
toon die weerklank vindt alom 1 Als volk
hebben wij nu eene ridderlijke roeping
tegenover het Vorstenkind onb uit den be
minden Oranjestam nagelatende schoonste
gewaarwordingen van een mannenhart
wanneer het zich waagt voor eene jonk
vrouw, moeten ons als volk bezielen, waar
we geroepen worden onzen schouder te
zetten (eendracht: samen dragen) onder
de belangen van ons dierbaar Vaderland.
Nog eenmaal was er een Willem III uit
het huis der Nassau's, die bij zjjn overlijden
(1702) aan ons volk geen mannelijk oir
naliet en toch bleef de oude ceendrachti-
bandbewaard. Zij dit dan ook nu ons
voornemen en onze bede. En waar het
hoe langer hoe meer zichtbaar wordt dat
alles zich splitsen zal in twee groote (niet
partijen, dat woord is te klein) maar
deelen, laat ons daar in het gezicht van
het Kruis, waarvan toch het naderende
Kerstfeest de aanvankelijke planting is, ons
scharen, met terzijdestelling van alle ver
schillen, aan de zijde van dat Kruis waardoor
Oranje en Nederland één werden. Zegene
God onze kleine Koningin en hare beminde
Moeder! Prof. J. H. Gunning,
V Onbetaalde rekeningen.
Niemand verschoont den diefstal door te
leeren, dat men onder zekere voorwaarden
en omstandigheden wel eens stelen mag.
Toch is er een soort van oneerlijkheid,
die nog steeds zoo niet openlijk vergoeljjkt
toch wel feitelijk door menigeen in praktijk
gebracht wordt. Wjj bedoelen het niet
voldoen van overjarige rekeningen, die,
schoor» telken jare weder met nieuwe
rekeningen van latere jaren aangeboden,
toch door menigeen eenvoudig worden
opgeborgen, totdat men gelegene tjjd zal
hekomen hebben om daaraan te denken.
Natuurlijk missen daardoor de leveranciers
de hun toekomende gelden ter voldoening
hunner wissels, terwijl de renten der niet
uitbetaalde sommen blijven vloeien in de
kas der schuldenaars, zonder bjj eene
eindeljjke afdoening ooit mede te worden
uitbetaald.
Zonderling ongevoelig schijnt menig.gewe
ten voor deze ongerechtigheid. Het zou
zeker eerder ontwaken als men de bittere
verlegenheid en tranen zag, die zij menigen
winkelier kost. En wat dan te oordeelen
over hem, die op de meest beleefde aanma
ning tot betaling? door een opzegging van
alle clandisie antwoordtGeen wonder
dat menig winkelier er toe komt o» b(j
verkoop op crediet de rente van het uitstel
door wanbetaling mede te berekenen, met
aanbod van korting bij contante betaling.
Maar ook dit schijnt menigmaal nog
onvoldoende om tot eerljjke betaling te
nopen. Is hier winzucht, of traagheid, of
slordigheid in het spel Zeker is het een
euvel, dat menig leven veröittert en dat
in onzen tjjd vooral op gevaarlijke wjjze
de gemoederen prikkelt tot verzet.
Laat toch ieder toezien de gistingstof in
de maatschappjj niet te vermeerderen en
bovenal bedenken, dat het bedoelde kwaad
een verborgen oneerlijkheid is, waartegen
het chrieteljjk bewustzijn moet opkomen,
als strjjdig met de grondslagen der Godde
lijke ordeningen, wagrop de maatschappjj
berust. Moge deze gedachte overal waar
het noodig is, bij het eerlang afsluiten
der jaarrekening in overweging genomen
worden. Wageninger.
22 December 1890.
Bij behandeling in de 2e kamer van
hoofdst. Financiën besprak de heer Glinder-
man de herziening der grondbelasting in ver
band met de belangen van den landbouw, en
wenschte afschaffing van de tollen op de
rijkswegen. De heer Zijp vroeg afschaffing
aer mutatierechten en belasting op het
kapitaal in portefeuille. De heer Domela
Nieuwer.huis stelde een |motie voor welke
afkeurde ministers werkeloosheid ten opzichte
der afschaffing der indirecte en patentbe
lastingen, en de invoering eener progres
sieve inkomstenbelasting, welke motie slechts
een stem, die van den voorsteller, kon
verwerven.
De heer Okma vroeg meer hypothecair
crediet voor den landbouw door het te
gengaan van particuliere credietinstellingen.
De minister verdedigde daarop zjjr» beleid.
Hij verzekerde naar besparing gestreefd te
hebben. Den heer van Dedem die gezegd
had dat de minister indertjjd (kamerlid ge
worden was op het program van actie
en dat hjj dat program als minister ver
loochende, antwoordde hjj dat een minister
niet gebonden is aan verkiezingsprogramma's
Op vele groote uitgaven, o.a. die voor de
spoorwegovereenkomst, is gerekend.
Met 55 tegen 15 stemmen werd dit
hoofdstuk aangenomen.
Bij het debat over Oorlog zeiden de r.
k. leden Mutsaers en Travaglino, evenals
de vijf reeds vroeger genoemde geestver
wanten, hun vertrouwen aan dezen mi
nister1 op. De heeren Reekers en Dobbelman
echter bleven namens de overige r. k. leden
te
1.1
le
ie
e-
>n
Vt
e«
ar
ar
rf
11(1
id
!öj
is
Dtl
reil
3CI
at