ïSEEZOON
IbLËNS
sche Boot
1890. No. 30.
nsterdam.
eften,
»lbnrg.
OE
than Emanuel,
Dinsdag 9 December.
Vijfde Jaargang.
Gr U S,
ÜK GOES,
50 af en liooger.
SRANTIE GELEVERD.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTEM1EN
FLORES.
Gemengde Berichten.
in
!ï-
T>.i. r.atr>*
ijs 1889.
en verhaal uit de
blad/.ƒ0,50
en hare pleeg-
0,50
met ésu plaat.
50 ex. 13.
e. a.,Voor groo-
r halen 41 bladz. 0,12s
Tielenaar. of de
0,12'
ussel en Brielle
0,12»
injaarden in en
0,12
le0,12'
geïllusfreerden omslag en
uk, 20—24 blad/.
100 ex. 8.
e, 4 pag.
ex. ƒ1,—500 ex. ƒ4,50:
ender voor 1891 0,35.
fx. 13,75: 100 ex. ƒ25.
in, zijn de werken ran
iok te vestigen op den
geeft dit voordeel, dat,
zijn, de kinderen toch
o mooi en goedkoop. In 4o
dit gebied te verkrijgen is_
V'ERK LEVERENDE.
OR 5 JAAR.
vestigen ieders aan-
z e e r uitgebreide
onder spiritus, dus ook
.sluitend BIERHUIZEN.
(KEN zyn GO EB en
G O ES.
ES naar ROTTERDAM
'smoTg. 7,30 u.
1TTERDAM naar GOES
Dec. 'smorg. 3,— u.
te Rotterdam bij deD
LANGE,op 'tHa-
M. BOUWMAN.
J. BOS,
Directie.
Rotterdam Nieuwe
akkenbrug.
ede
nte
l]
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummersƒ0.026.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
meer 10 cent.
CT
za
De zaken op Flores gaan naar wensch.
De bevolking is, behoudens een kleine
schermutseling tusschen een paar soldaten
een evenzooveel inlanders, zeer vriendschap
pelijk jegens ons gezind.
De mijningenieur v. Schelle heeft naar
Batavia twee tinmonsters verzonden, afkom
stig uit Midden-Flores. Het eerste is gevon
den te Wolowia (Rokka)het andere is
een geschenk van een ingezetene van Long-a
(Rokkai. De mijningenieur is begonnen met
het onderzoeken van den bodem. Jammer
dat van liberale zijde zooveel lawaai ge
maakt is bij de eerste ongunstige berichten
omtrent dit onderzoek.
Wel hebben ook andere partijen, hun hart
vasthoudend, deze dingen aangezien, Schaep-
manen Keuchenius waren hur.ne tolken, toen
zij 't vertrouwen uitspraken dat de regeering
i n Indië deze zaak tot een goed einde zal zien
te brengen. Maar het liberalisme, dat zelfs
uit nietigheden politieke wapenen smeedt,
wist het inde Tweede kamer den minister
van koloniën zoo moeilijk te maken, dat
deze hun verzekeren moest den gouverneur-
generaal op te dragen het tir.onderzoek te
staken.
Ook deze ministeriëele zwakheid is van
achteren beschouwd, te betreuren.
De Javabode kon dan ook wel eens gelijk
hebben met hare bewering dat de regeering
zich voortaan wel tweemaal bedenken zal,
alvorens weder eens een tinoriderzoek in
te stellen. Het moet dan ook gezegd worden,
dat niet zoozeer de vijandelijke bevolking,
als wel de kwaaddenkende politiek van liet
liberale deel der «wetgevende macht beletsel
kunnen zjjn tot het deen van flinke stappen.
Maar de minister handelde onder de
pressie der liberale heeren Oremer c.s., van
de party die de kust van Guinea aan En
geland verkocht, en nu ook gaarne deze
regeering de eer misgunnen zou tin te
vinden. De liberale Javabode heeft dan ook
deze wankelmoedige politiek eens ter dege
tentoongesteld. Het blad schreef
„Men mag als vaststaand aannemen, dat
de gouverneur-generaal de geheele zending
naar Flores zou hebben achterwege gelaten,
wanneer hij ook maar had vermoed, dat zij
in Nederland geen instemming zou vinden.
Te nauwernood echter werd gedacht, dat zij
aan critiek zou blootstaan, en veeleer werd
waardeering verwacht voor het zoeken van
eene nieuwe bron van inkomsten in een deel
van den archipel, dat aan ons gezag is on
derworpen, zij het dan ook dat dit na de
berooving van de eerste expeditie alleen onder
militaire dekking kon plaats hebben. Wel
maakte deze laatste noodzakelijkheid de voort
zetting der zaak tot iets, dat de eene zou
doen en de andere zoh laten, maar onbillijk
was het er een tweeden Atjeh-ooilog uit te
voorspellen, ook nadat meer tegenstand werd
gevonden dan men had verwacht en een paar
transporten werden overvallen. Tot nog toe
heeft de uitkomst getoond, dat de ongeluks
profeten ongelijk hadden.
Men lette wel op, dit schreef het blad
toen er omtrent de aanwezigheid van tin
op Flores nog geene zekerheid bestond.
Ware de regeering dan ook werkeloos ge
weest en had een Duitsche firma op Flores een
tinonderneming gesticht, hoe men het «niets-
doend» ministerie zou gekapitteld hebben
En nu de regeering werkzaam was, nu
was het ook niet goed. Misschien echter
komt; men wel tot inkeer, nu er tin op Flores
is. en Indische bladen het met de regeering
blijken eens te zyn.
7 December 1890.
Op het adres der Tweede Kamer heeft
II. M. de Koningin aan de commissie het
volgende geantwoord
Mijne Heeren
„Ik dank de Tweede Kamer der Staten-
Generaal voor de hartelijke bewoordingen,
waarin zij mij haar leedgevoel betuigt bij
het smartelijk verlies, dat mijne beminde
Dochter en Mij heeft getroffen door het over
lijden van den door ons allen diep betreurden
Koning.
„Deze deelneming in den rouw door de
Tweede Kamer der Staten-Generaal als Ver
tegenwoordigers der Natie en de dankbare
herinnering des Volks aan de Regeering van
Mijnen geliefden en geëerbiedigden Gemaal,
strekken Mij tot troost en tot bemoediging,
om, in het besef mfine afhankelijkheid van
de hulpe Gods, de gewichtige taak te aan
vaarden, welke tot welzijn van het Mij
dierbaar Vaderlanden voor het geluk Mijner
beminde Dochter moge medewerken tot
bevestiging van den hechten band tusschen
het Nederlandsche Volk en het Huis van
Oranje.
„Uwe trouw en verknochtheid aan het
Koninklijk Huis zijn Mij een waarborg, dat
Ik daarbij zal kunnen rekenen op Uw' aller
medewerking."
H. M. de Koningin heeft aan den
directeur van het Kabinet des Konings het
volgende schrijven gericht dat al onze lezers
zich wel mogen aantrekken
«Ik verzoek u aan allen die in de laatste
dagen zulke harteljjke blijken given van
deelneming en rouw bjj den zwaren slag
die mijne beminde Dochter en Mij heeft
getroffen, daarvoor mijn oprechten dankte
betuigen.
Het is Mij ondoenlijk, zooals Ik zou wen-
sclien, aan een ieder afzonderlijk de verzeke
ring te doen geven, hoezeer Ik erkentelijk
beu voor de hulde, van alle zyden aan de
nagedachtenis van Mijn betreurden Gemaal
gebracht. Toch heb lk behoefte het uit te
spreken, bij de groote droefheid over Mijn
geleden verlies, hoe een gevoel van innige
dankbaarheid n;y vervult, bij de herinnering
aan de bewijzen van eerbied en liefde door
liet Nederlandsche Volk gebracht aan de
Lijkbaar van den ontslapen Koning.
«De overtuiging dat het geheele Vaderland
deelt in den rouw van Mijne Dochter en
My, geeft Mij troost en steun voor het
tegenweordige, hoop en vertrouwen voor de
toekomst. EMMA.»
De diensturen op wei klagen van het
hijzonder telegraafkantoor te St. Annaland
zijn geregeldvan 1 Sept. tot 30 April
8 uur tot namidit. 1 uur; 23 en 57
uur. Van 1 Mei tot 31 Aug. 8'/2 uur vóór
tot 2 uur namiddag en 57'/2 uur 's avonds.
De diensturen op Zon- en feestdagen blijven
onveranderd.
Door het overlijden des Konings zijn
de Eikenkroon, en de Gouden Leeuw van
Nassau voor ons Vorstenhuis verleren ge
gaan. Deze laatste orde kan niet meer
verleend worden, wijl de Gouden Leeuw
nu een Luxemburgsche Orde is geworden.
Driewege. Voor een I id van den gemeen
teraad, vacature wijlen J. de Dreu, moet
lier-teind worden tusschen G. Molhoek met
16 en J. de Jager met 10 van de 49 geldige
stemmen.
«2?en spiritistischi Evangelie
De bekende briefschrijver in De Bazuin
bespreekt het artikel van P. H. «De Vivi-
sector geviveseceerd», in ons blad van '18
Nov. jl. De lezer weet hoe de schrijver in
dit artikel gewezen heeft op de zekere
vergelding die den vivisector hiernamaals
wa ht, wanneer hij de folteringen der vi
visectie in zijne ziel zal ervaren. Deze
bedreiging, op tal van door P. H. aangehaalde
schriftuurplaatsen gegrond, wordt door ds.
Gispen met den zeer onjuisten naam van
spiritistisch evangelie betiteld.
Tocli is het niet zoozeer dat woord
evangelie met zijne vele gangbare beteeke-
nis<en, als wel het daaraan voorafgaand
spiritistisch, dat ons in ds. Gispens critiek
gehinderd heeft.
Immers mag gevraagd, of eene beschou
wing op uitspraken der Schrift gegrond
«spiritistisch» kan zyn Wij denken hier aan
het door P H. aangehaalde Kol. 3 25 en
aan Gal. 6 7en voorts aan des Heilands
woorden «Met welke maat gij meet, zal
u gemeten worden.» «Allen die het zwaard
nemen, zullen door het zwaard vergaan».
«Die in de gevangenis leidt, zal zelf in de
gevangenis geleid worden.»
Bovendien weet ds. Gispen of kon hy
althans weten dat de geachte schry ver van
het door hem gewraakte artikel, na met
het spiritisme gebroken te hebben, dit thans
met alle kracht bestrijdt. Wij althans
kunnen op goede gronden verzekeren dat
niemand in den lande meer dan hij met
hart en ziel van het spiritisme afkeerig is.
Eene verzekering die wy hier gaarne neer
schrijven, niet alleen ter wille van den
goeden naam van P. H., wiens artikel wy
met hartelijke instemming opnamen, maar
nog meer, om de schade die ds. Gispens
onjuiste critiek aan den strijd tegen de
vhesectie berokkenen zou, zooveel mogelijk
af te wenden.
Ten slotte vermelden wjj nog uit goede
bron dat de vereeniging tegen de vivisectie
tal van leden telt onder de chr. gerefor
meerde en doleerende broedersook onder
ds. Gispens meest begaafde geestverwante
stadgenooten.
In de vergadering der afdeeling
Bruinisse der Vereeniging tot bevordering
van de Ned. Visscherij werd de wensche-
lijkheid uitgesproken om te Bruinisse een
ondersteuningsfonds op te richten, door
wekelijksehe bijdragen, in het belang van
ongelukkige en oude, behoeftige varenslieden,
alsmede voor hunne weduwen, vader- en
ouderlooze kinderen. Bij deze gelegenheid
werd medegedeeld dat iemand, die onbe
kend wenschte te blijven, f5000 had aan
geboden ten behoeve van weduwen en
weezen van verdronken visschers te Bruinisse.
Daarop is echter, onder dankzegging voor
het heusche aanbod, geantwoord dat zulke
ongelukkigen in die gemeente niet aanwe
zig zijn; terwyl de edele gever tevens in
kennis gesteld werd met het bovengenoemde
plan onder toezending van het concept,
reglement, waarmede hij ziel» zoo ingeno
men heelt betoond, dat hij voor het tot
stand komen van gedachte stichting het
zelfde bedrag heeft bestemd, wat onder
voorloopige dankbetuiging aan den edelen
merischenvriend is aanvaard.
Ten genoegen van de visschers van Brui
uisse kan worden bericht dat het meerge
noemde fonds in de vergadering van
Donderdag avond, doorjprovisioneel voldoende
deelneming is geconstitueerd en een voor-
loopig bestuur is benoemd, dat de statuten
definitief zal vaststellen, teneinde deze stich
ting zoo spoedig mogelijk in werking te
doen treden. M. C.
Aan 's rijks munt is een medaille gesla
gen, ter grootte van f3 mM. middellijn,
ter herinnering aan de regeering van Ko
ning Willem III. Aan de voorzijde ziet
men de beeltenis des Konings met het
randschriftWillem 111. Koning der Ne
derlanden, G. II. v. L.
De achterzijde vertoont een grafmonu
ment, waarvoor op een kussen de Konings
kroon ligt en een treurend kind, als ^beeld
van het volk, ligt neergeknield. Op de
voorzijde van het monument prijkt het
rijks wapen en daaronder gedeeltelijk lees
baar de woordenWillem 111, Koning
der Nederlanden Groothertog van Luxem
burg.
Óp het monument staat de buste des
Konings, en terzijde daarvan links een engel,
de genius des tijds, die een lauwerkrans
boven bet hoofd houdt uitgestrekt en in
de linkerhand eene naar beneden gekeerde,
uitgedoofde fakkel draagt. Rechts staat
eene vrouwenfiguur met gekroond hoofd
en een rijksstaf in de rechterhand, eene
voorstelling van het Koningschap.
Onderop het monument staat te lezen
Geb. te Brussel 19 hebr. 1817. Overleden
op het Loo 23 Nov. 1890. terwijl het
j geheel omgeven is door hel volgend rand
schriftXL1 jaren regeerde de laatste
Oranjevorst en was Nederland gelukkig.
De penning is aangeboden aan H. M. de.
Koningin en aan H.M.de Koningin-Weduwe
Hij zal Maandag aan 's ryks munt worden
verkrijgbaar gesteld, in zilver voor f 12, in
brons voor f2.40.
Aan 's Rijks Munt zullen binnen kort
munten worden geslagen met de beeltenis
van de jeugdige Koningin Wilhelmina. Er
is voor dat doel reeds een photographie van
H. M. en profil gemaakt.
De Indische Locomotief meldt, dat
de civiel en militair gouverneur van Atjeh
en onderhoorigheden is gemachtigd elk jaar
over f 1200 te beschikken, tot betaling
van premiën, tot belooning van flinke daden
en tot aanwakkering van den ondernemings
geest bij het korps maréchaussees te Atjeh.
Thans verneemt het Batavisch Han
delsblad, dat de Indische regeering besloten
heeft de geheele expeditie van Flores terug
te roepen. Het blad zegt dat dit zeker
onder de pressie van Nederland is, en zou
dit besluit, zoo het waar is, zeer betreuren,
OYER KOCH'S GENEESMIDDEL.
Omtrent de inspuitingen, in het Binnen
gasthuis te Amsterdam verricht, bevat het
„Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde" eene
uitvoerige beschrijving.
„De eerste patient, die werd ingespoten
was een lupuslfider, bij wien echter kleine
1 upus-knobbeltjes nog in de litteekens sche
nen te bestaan, zoodat de inspuiting tevens
moest uitmaken of de ziekte werkelijk reeds
genezen was. De tweede patient was een
lijder aan blaas-tuberculose. De derde patient
was eene krachtige jonge vrouw die reeds
sinds acht jaren lijdende was aan lupus
aan de wang en ook op andere plaatsen
van het lichaam oude litteekens en nog be
staande efflorescentie vertoonde. De patient
in het Kinderziekenhuis was een jongentje
van vfif jaar met lupus aan de bil en in
het gelaat. By alle patiënten waren de lon
gen vooraf nauwkeurig onderzocht, doch
zonder dat verschijnselen van long-tuber-
culose werdea waargenomen. Den volwas
senen lup us-patienten werd elk 5 milligram
van het middel ingespoten.
De lijder aan blaas-tuberculose kreeg slechts
drie milligram; het jongentje in het Kinder
ziekenhuis slechts 0.6 milligram; bij alle
patiënten werden de gewenschte reactie
verschijnselen waargenomen en bij de lupus-
lijders waren die, op de aangetaste plaatsen
ook zichtbaar. Aangaande de koorts kan
worden medegedeeld, dat zij later optrad
dan in Berlijn; bij een der gevallen eerst elf
uur na de inspuiting. Voorzichtigheidshalve
werd bij deze eerste inspuitingen slechts de
helft der te Berlijn gebruikelijke dosis toe
gediend. Bjj den lijder aan blaastuberculose
werd den dag na de inspuiting reutelge-
ruisch waargenomen aan de longtoppen.
In een koffiehuis te Oude Tonge zat
Vrijdagavond een jongeling in de herberg
gemoedelijk te redeneeren, toen er een gast
binnenkwam, een berucht voorvechter, die
vertering maakte en ten slotte weigerde
te betalen. Dit ging zoover dat by eerst
den zoon, daarna de vrouw des huizes be
gon te mishandelen. De jongeling kwam
toen op verzoek der vrouw tusschenbeide en
zette den woesteling j buiten de deur. Djd
deze kwam weldra terug met zijn broeder
die met een mes gewapend was, terwyl
hij zelf een steen in een doek verstopt had,
teneinde daarmede eens gevoelig te kunnen
slaan. Zij wierpen zich op den jongeling.
De een sloeg hem met den steen op het
hoofd, en de ander stak hem met het mes
in de buik zoodat de ongelukkige bewuste
loos ineenzakte. De geweldenaars vertrok
ken hierop, alsot er niets gebeurd ware.
De gekwetste verkeert in levensgevaar. De
daders zijn in hechtenis.
De vorige week verdween uit Rotter
dam een fourier der mariniers, medene
mende f 125 tracteiueni dut hij aan zijne
0,
Bn-
n
DE
op
i
led
if-
ï-
BC.
en
Ier
Ü-
en
;e-
De
en
les
x>f
de
s®.
op
UB
le
ge
ul-
lk-
tr-
in
:r-
in
tr-
hi
r.
ïi-
m