loven s asterdain. 0,12a 1890. No. 25. Donderdag 27 November. Vijfde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKRRK, te Goes F. P. DHUIJ, te Middelburg. PRIJS HER ADVERTENTIES US, Het overlijden des Konings. sterkende drank rmen, Zwak- ell enden. Aan- ille geneeskun- n. baar bij Langedelft, AK ZEEP. DITMARS iIS enz. ELEGRAAF." e verhaal uit de idz ii hare pleeg- net ésn plaat 50 ex. 13. a.,Yoor groo- ilen 41 bladz. donnar, ot de sel en Brielle jaarden in en 0,12a "illustreerden omslag en 2024 bladz. 100 ex. f 8, 4 pag. f 1,— 500 ex. f 4,50 der voor 1891 0,35. 13,75 100 ex. 25. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. /0.95. Enkele nummers/0.02E. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. zijn de werken van i te vestigen op den ijeefL dit voordeel, dat, qn, de kinderen toch mooi en goedkoap. In 4o t gebied te verkrijgen is. pLBURG. tfc Co's. Hider geschikt voor het a Goederen, is speciaal natuur Wollen Onder- hof. Dr. G. JAEGER, ANUS, te friezenveen. t, Middelburg. UN VAN :dden, matrassen, ELB.-ROTTERDAM. ember. dag 27, Zaterdag 29, ■n Middelbur 8,30, van st. ijdag 28, alleen van lOTDIENST urg en Zierikzee. tzee Spoorweg G oen. ;rnber. Van Zierikzee Dinsd. 25'smorg. 6,. Woen.26 6, Woeri. 26'smidd. 1,30 Dond. 27 2, Vrijd. 28 1. Zat. 29 12, jmber. van Antwerpen Uinsd. 25'smorg. 5.30 Dond. 27 6.30 Zond. 30 6,30 De Koningin-regentes heeft de volgende proclamatie aan het Nederlandsche Volk gericht In naam van Hare Majesteit Wilhelmina, bjj de gratie Gods Koningin der Nederlanden, prinses van Oranje Nassau enz. enz. enz. Wij Emma, Koningin-Weduwe, Regentes van het koninkrijk, Het heeft Gode behaagd mijnen geliefden en geëerbiedigden Gemaal, Koning Willem den Derde, tot zich te nemen. Ruim een en veertig jaren schaarde zich het Nederlandsche volk om Zijnen trooo, en gedurende dit tijdvak werden, onder 's Heeren zegen, rust, vrede en welvaart aan het vaderland geschonken. De kroon is door Zijn afsterven, dat ons allen met diepen rouw vervult, overgegaan op mijne beminde dochter Wilhelmina Helena Paulina Maria. Haar troon vinde zijnen hechten steun in de innige trouw en verknochtheid van het Nederlandsche volk aan het Huis van Oranje. Moge de Almachtige God de beden ver- hooren, die tot Hem opgezonden worden voor onze koningin Wilhelmina. Hij neme haar onder Zijne heilige hoede en be scherming. Krachtens de wet ben ik gedurende hare minderjarigheid geroepen als regentes het koninklijk gezag voor haar waar te nemen. Vertrouwende op Hem, in Wiens Handen het lot is der vorsten en volkeren, neem ik de mij toevertrouwde regeeringstaak op mij, met de bede, dat hare vervulling in allen deele mogen strekken tot heil van land en volk en tot bevestiging van het koninkrijk. Lasten en bevelen dat deze proclamatie in al de gemeenten des rijks zal worden aangeplakt en afgekondigd ter plaatse waar zulks gebruikelijk is en dat zij in het Staatsblad zal worden geplaatst. Paleis het Loo, den 24sten November 1890 EMMA. De proclamatie is door alle ministers gecontrasigneerd. In de Tweede Kamer heerschte Dingdag een zeer plechtige en ernstige stemming. De leden waren allen in het zwart gekleed. Al de Ministers waren tegenwoordig. De Griffier las de volgende ingekomen Ko ninklijke Boodschap voor, waarbij der Kamer werd kennis gegeven van het overlijden van Z. M. Op voorbeeld van den Voorzitter, rezen al de aanwezigen van hunne zetels op, waarna de Griffier, onder plechtige stilte, het stuk voorlas Mijne Heeren „Met een diep bewogen hart vervullen wij den droevigen plicht U kennis te geven van het overlijden van Onzen innig geliefden Gemaal. „Het behaagde Gode Zijne Majesteit "Willem III, Koning der Nederlanden, in den vroegen ochtend van heden tot Zich ite nemen, na een smartelijk ziekbed, dat, jinet gelatenheid gedragen, in de laatste •oogenblikken in kalmte werd doorleefd. „Wjj zijn overtuigd, dat door U Mjjne Heeren, en door geheel het Nederlandsche Volk met innigen weemoed wordt gedeeld in den rouw van het Koninklijk Huis. „En hiermede, Mjjne Heeren, bevelen Wij D in Godes Heilige bescherming. „Het Loo, den 23sten Novem ber 1890. EMMA" De Voorzitter zei daarop met een in aandoening trillende stem Mijne Heeren I Met diepe smart ontvangt de Kamer de treurmare, in deze Koninklijke Boodschap vervat. Nog geheel onder den indruk van het aandoenlijk oogenblik, waarop de Konin gin-Regentes deze zaal betrad tot vervul ling der taak. Haar bjj 's Konings ziekte door het algemeen vertrouwen opgedragen, overvalt ons thans reeds de tijding, dat het Gode behaagd heeft onzen Koning Z. M. Willem den Derde tot zich te nemen. Wjj betreuren in Hem een Vorst, die in zjjne langdurige gedenkwaardige Regeering treffende blijken heeft gegeven, hoe warm de bloei en de welvaart van het land Hem ter harte gingen en die, onder alle om standigheden, de grondwettige rechten en vrijheden Zijner onderdanen met de groot ste nauwgezetheid heeft gehandhaafd en voorgestaan. Eeren wjj 's Konings nagedachtenis door het voorbeeld te geven van onverbrekelijke gehechtheid en trouw aan de beide Vor stinnen, die den Koning zoo onuitsprekelijk dierbaar waren en die Hjj als kostelijkste nalatenschap aan het Nederlandsche Volk heeft toebetrouwd. Moge de eenheid der natie in hare hoogste belangen zich toonen door onderlinge aan eensluiting en door eendrachtige samen werking van Regeering en Volksvertegen woordiging. Moge 's Heeren zegen rusten op onze be minde Koningin Wilhelmina! Moge door Gods genade in de ruimste mate èn wijsheid èn krachten geschonken worden aan de Koningin-Regentes, die verzekerd kan wezen, dat het ons een voorrecht zal zijn Hare paden te mogen effenen, Hare zorgen te mogen verlichten." Daarna werd besloten een adres van rouwbeklag aan H. M. de Koningin weduwe te zenden. De commissie met het opmaken daarvan belast, zjjn de hh. Keuchenius, Schaepman, E. Cremeis, Schimmelpenninek v. d. Oye en Brantsen v. d. Zijp. De hofrouw zal gedurende 39 weken worden gedragen, en wel 26 weken groote rouw, 10 weken halve rouw en 3 weken lichte rouw. Het lijk van Z. M. wordt in het vorstelijk paleis tentoongesteld. De groothertog van Luxemburg (Adolf van Nassau) komt met de Luxemburgsche autoriteiten 1 December in de residentie. Ook Chineesche en Pe- ruaansche gezanten worden verwachtterwijl de koning van Italië door een vorst uit het huis van Savoye zal worden vertegen woordigd. De officieren van het leger zullen geen nieuwen eed afleggen maar de proclamatie der regentes wordt voor het front der troepen, in de garnizoenen vereenigd, voor gelezen. Gisteren avond is het vorstelijk lijk gekift, buiten tegenwoordigheid der ïegentes, in het bijzijn van hotdignitarissen en dr. Van Vlaanderen. Daarna werd de kist overge bracht naar de rouwkamer en heden door den minister van justitie verzegeld. Het is een hermetisch gesloten looden kist, die aan de binnenwanden met matrassen van witte zijde is gecapitonneerd. Om deze kist is een kist van zwaar eikenhout geplaatst, die wederom omsloten wordt door een kist van prachtig gepolijst mahoniehout met zilveren garnituur. Dit garnituur bestaat uit twaalf massief zilveren hindvatsels met de zinnebeelden des doods en een gelijk aantal zilveren schroeven gedekt met kronen. Op het deksel is een zilveren plaat vastgehecht waarop gegraveerd zijn de data van de geboorte en het overlijden. Onder deze dakplaat is eene opening gelaten waarover een glazen plaat is bevestigd, zoodat het gelaat van den ontslapen monarch zichtbaar blijft. De kist wordt gedragen door acht zilveren leeuwenklauwen. De begrafenis is bepaald op Donderdag 4 December. Bij die begrafenis, zal prins Albrecht, prins-regent van Brunswijk, den Duitschen keizer en prins Edward van Saxen-Weimar waarschijnlijk de koningin van Engeland vertegenwoordigen. De laatste levensuren des Konings. De laatste oogenblikken des Konings, meldt het N. v. N., moeten blijkbaar weinig pijnlijk zijn geweest. Hij is zacht ontslapen. Ook in zijne laatste levensdagen was hij betrekkelijk kalm en rustig. Na den nacht van Donderdag op Vrjjdag jl. is de Koning niet meer bij kennis ge weest; maar dat laatste oogenblik gaf nog getuigenis van den sterken wil en van de onverzettelijkheid, die altjjd het kenmerk van 's Konings karakter is geweest. Ook toen waakte Van den Bosch ('s Ko nings trouweKamerdienaar) aan zijne sponde. Verscheidene uren acntereen had de Koning stil en rustig neergelegen. Eensklaps begon hij zich te bewegen en aanstalten te maken om op te staan. Van den Bosch schikte het dek terecht en trachtte den Hoogen Lijder tot kalmte te brengen. Maar dit baatte niet. Met een forschen greep wierp de Koning de dekens terzijde en voordat de kamerdienaar er op bedacht was, stond hij recht overeind voor het ledikant. Zelfs toen maakte zijn forsche gestalte nog indruk. De koning was weinig vermagerdzijn voeten echter waren gezwollen en belem merden hem in de poging tot loopen, die hij toen aanwendde. Van den Bosch schoot toe en wilde den Koning beduiden, dat hij zich weer rustig neer moest leggen. Met een krachtig ge baar wees de Koning hem terug. Wie beveelt hiergij of ik Dit zijn de laatste woorden geweest die de Koning heeft gesproken. Schuchter gaf Van den Bosch ten ant woord «Uwe Majesteit, en die alleen,» terwijl hij den Koning oadersteunde. Toen, ziende, dat de pogingen om te gaan qdel waren en dat de Koning gevaar liep te vallen, voegde Van den Bosch er bjj«Maar uw kamerdienaar weet, dat een koning niet vallen mag», en een lakei wenkende legde hij, met behulp van deze, den inmiddels weder willoos geworden Lijder neder op het ziekbed, waar deze onmid dellijk insluimerde. De eerste verschijnselen van zijr.e ont binding, die Dr. Vlaanderen aanleiding gaven om nog Zaterdagavond hulp te ontbieden, waren een klam zweet, dat zich om den mond des Konings-begon te vertoonen. Dr. Roessingh te 10 uur 's avonds ont boden uit Deventer, kwam te half 2 des nachts aan, waar hij bij den steeds be- wusteloozen lijder bloedvergiftiging consta teerde en verklaarde dat het einde nabij was. Toch kon dit nog wel eenige uren duren en toen te vier uren in den morgen zich geen onmiddellijke verandering in 's Konings toestand bleek voor te doen, besloot de Koningin, wakensmoede zich eenige uren ter rust te begeven, haren gemaal toever trouwende aan de beproefde zorgen van zijn trouwen kamerdienaar Van den Bosch. Ook de geneesheeren verwijderden zich van het ziekbed, en begaven zich naar een aangrenzend vertrek, van waar dr. Roessingh af en aan liep om naar den ljjder te zien. Zonder dat er eenige merkbare verande ring in 's Konings toestand kwam, ging de tijd voorbij. Van den Bosch bespiedde met angstige blikken het gelaat zijns meesters, Eensklaps begon dit te vertrekken. Een pijnlijke uitdrukking teekende zich op het gelaat. Haastig riep Van den Bosch de beide geneesheeien. Toen dezen aan het ziekbed kwamen steeg van de lippen van den ster vende een dof gerochel een zucht Koning Willem de Derde was niet meer. Verslagen staarden de drie mannen elkander aan; de zoo lang voorziene gebeurtenis was nu nog gekomen als een donderslag bij on- bewolkten hemel, onverwacht schielijk, zoo dat men den tijd zelf niet had gehad om de Koningin te waarschuwen. Van den Bosch begaf zich naar het nabij gelegen vertrek van freule Wichers, tikte aan de deur en deelde haar den dood des Koning mede. Freule Wichers stond on middellijk op en begaf zich naar de ver trekken der Koningin, die enkele oogen blikken later in nachtgewaad, opgeschrikt uit een onrustige sluimering de sterfkamer binnentrad. Zwijgend wierp zij een blik op het gelaat van den Vorst, wiens levensavond zij heeit verhelderdtoen drukte zij de hand van den trouwen kamerdienaar, die zijn meester tot het laatste oogenblik was bijgebleven, daarna verliet zij, aan hare aandoeningen ten prooi, de sterfkamer. Graaf Dumoncean gaf onmiddellijk de noodige bevelen, om het lijk af te leggen. Van den Bosch en eenige lakeien trok ken het doodshemd aan, een doek werd hem om het hoofd gebonden om het open vallen van den mond te voorkomen 'deze doek werd verborgen onder eenige louwer- biaderen. welke het gelaat als een krans omringden het lichaam daarna op het bed gelegd "en zorgvuldig toegedekt. Zoo was het lijk des Konings Zondag middag ten twee uren voor de beambten van het paleis te zien. Weinig veranderd vonden dezen hun meester daar, uitge strekt op het groote ledekant in de gewone slaapkamer des Konings. Deze kamer is een ruim vertrek, een voudig, bijna sober gemeubeld ebbenhouten stoelen met blauw chits overtrokken, een dito behang, geven aan dit vertrek in het paleis den naam van de blauwe kamer, dezelfde kamer waar de Koning bjj zijn aankomst op het Loo, na zijn huwelijk te Arolsen, gewoon was des avonds thee te drinken met de Koningin, als de Staats zaken waren afgedaan en het gewone hof gezelschap was ontbonden. De nieuwe orde van zaken. Het regentschap van H. M. Koningin Emma, als plaatsvervangster des Konings, die buiten staat was geraakt de Regeering waar te nemen, is met den dood van Koning Willem iii geëindigd. De dochter des Konings, h. m. Wilhel- n

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1