1890. No. 23. Zaterdag 22 November. Vijfde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENT1EN Onze Koningin-Regentes. BE ZEEUW. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p, ƒ0.95. Enkele nummers/0.02s. UITGAVE VAN E$ van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. Eene ernstige plechtigheid hield gisteren het Nederlandsche volk in het algemeen, onze geëerbiedigde Koningin met Ministers en Staten Generaal in het bijzonder bezig. Men weet wat er gebeurd is. De ernstige ziektetoestand van Z. M. onzen geliefden Koning maakte voorziening in de regeering noodig. Nadat, volgens enkele artikelen der Grondwet door de ministers was medege deeld dat Z. M. onbekwaam was geworden om te regeeren, de Kamers in vereenigde zitting dat hadden vastgesteld, de Raad van State voor den Koning opgetreden, zijn wetsontwerp tot het benoemen eener Regen tes had ingediend, en de Staten Generaal in vereenigde zitting dit regentschap aan B. M. hadden opgedragen, bleef nog éene daad te verrichten over, namelijk de eeds aflegging door de Regentes. Deze eedsaflegging nu is gisteren in het gebouw der Tweede Kamer, in eene ver eenigde zitting der beide Kamers geschied. Het was eene plechtigheid eenig in de geschiedenis van ons Koninkrijk, en dus wel der moeite waard, met nauwgezetheid te worden nagegaan. Niet dat in Nederland eene regentes op treedt is het ongehoorde. In het aloude Hollandsche graventijdvak treft ^men ook gravinnen-regentessen aan. Maar ook het latere geslaeht der stadhouders, niet zoovele jaren na de regeering van Maria enMarga- retha als Landvoogdes, is vaak aan gezag en leiding eener vrouw verknocht geweest. Frederik Hendriks karakter werd door zijne moeder Louise de Cologny gevormden stadhouder Willem III dankte zijne voor bereiding voor zijn grootsche taak aan zijne moeder Maria van Engeland. Beiden had den hun te vroeg gestorven vaders nooit gekend, Ook in de geschiedenis der|Friesehe stadhouders wordt meer dan eene gezegen de vrouwenregeering gemeld. Men denke slechts aan Hendrik Casimir die tot aan haren dood in 1672 onder voogdijschap stond van zijne vrome moederAlbertine Agnes, kleindochter van Prins Willem I en dochter van Prins Frederik Hendrik. Men denke aan Jan Willem Friso wiens .prille jeugd, na zijn vaders dood, geschraagd ;wefd door zijne moeder Amalia van Ar.halt Dessau. En toen hij in 1711 aan den Moerdijk verdronken was, werd zijn jeugdig kind, de 'atere stadhouder Willem IV, groot gebracht loor diens moeder Maria Louise van Hessen Kassei, terwijl diens zoon, onze stadhouder Willem V, de overgrootvader van onzen Koning, door zijne moeder Anna van Enge land, °de Prinses Gouvernante genoemd, werd bestuurd en na haar dood door zijn grootmoeder, Maria Louisa voornoemd. In dit opzicht overkomt ons niets vreemds. Maar dat nog tjjdenszijn leven, onze Koning door zjjne Gemalin als Regentes moest vervangen worden, dat is het zeldzaam pijnlijke dezer zaakhet ontzettend tragische in het leven van Neêrlands volk onder zijn laatsten Koning uit het zoo geliefde Huis van Oranje. 11 Laten wij de plechtigheid wat meer van nabij bezien. Des morgens 10 uur uit Apeldoorn af gereisd, waar slechts weinigen haar uitge leide deden, kwam de edele Vrouw te 12 uur te 's Graveïihagö aan, waar een talrijke «Schaar haar opwachtte, Op het perron van het staatsspoor bevonden zich onder ande ren minister Mackay en zqn ambtgenooten van justitie en van buitenlandsche zaken. Hare Majesteit was vergezeld van haren Hofstoet, zoo kamerheeren als Paleisdames. Aan het station gaf zij enkelen een hand en onderhield zich geruimen tijd met den minister van koloniën, (baron Mackay) den premier. Daarna reed zij naar het paleis vanwaar zjj door een ontzaglijke menschen- massa in stilte gegroet, in een rijtuig met 6 paarden bespannen naar het Binnenhof reed. Tot zelfs op de daken zaten de toe schouwers. Intusschen hadden de meeste leden der Eerste en der Tweede Kamer, benevens de heeren ministers en de leden van het bui eau des Voorzitters, zich in de vergaderzaal ver- eenigd. Op een tweetal uitzonderingen na, waren allen in plechtgewaad gekleedde militaire leden in groot-uniform. Vóór het bureau van den Voorzitter had den de leden van den Raad van State, met den vice-voorzitter, mr. Van Reenen, in het midden, en de heeren Ministers ter weerszijden, plaats genomen. De tribunes en de loges waren natuurlijk geheel bezet. Het aantal dames was aanzienlijk. Toen de stoet aan het gebouw van dc Tweede Kamer was gekomen, werd H. M aldaar ontvangen door eene Commissie uit de Vereenigde Vergadering, bestaande uit de heeren Van Eysinga, T. P. Viruly, Van Tienhoven, Verheden, en Vening Meinesz van de Eerste v. d. Schrieck, Tak, Brantsen v. d. Zjjp, Gleichman, Vos de Wael, Rutgers, Roëll, Clerx, v. Bylandt en Schimmelpen- ninck v. d. Oye van de Tweede Kamer. Voorafgegaau door den Kamerheer- Ceremoniemeester, baron de Constant Re becque, en de Kamerheeren, werd H. M. in de zaal geleid, gevolgd door de overige leden van haren Hofstoet. Bij haar binnentreden waren al de aan wezigen opgestaan. De Hofstoet plaatste zich achter haar en den Koninklijken zetel. H. M. droeg een hoogst eenvoudige fluweelen japon, van een groenachtig grijze kleur, met lange sleep. Ofschoon zich zelve geheel meester, was het Haar duidelijk aan te zien, dat Zij onder den indruk verkeerde van het plechtig oogenblik. Haar gelaat zag [bleek en de hooge ernst, die er op te lezen stond, verried de smartelijke aandoening, welke de Vorstin in deze ure gevoelde. Toen H. M., op den voor haar bestem den zetel, naast den troon had plaats ge nomen en op een teeken met het hoold de Vergadering eveneens was gaan zitten, hecrschte er een oogenblik eene doodsche stilte in de zaal. De Voorzitter der ver gadering, de heer mr. A. van Naamen van Eemües, nam daarop het woord en hield de volgende plechtige toespraak tot Hare Majesteit Mevrouw 1 „Ik heet Uwe Majesteit welkom in dit plechtig maar smartelijk oogenblik. „Nederland gedurende meer dan 40 ja ren tevreden en gelukkig door de Grond wettige regeering van zijn Geëerbiedigden Koning is sedert eenigen tjjd met diepe droefheid vervuld, door de langdurige ziekte van zijn Geliefden Vorst, wiens gene zing hoezeer ook afgebeden steeds on zeker blijft. „In deze dagen is het een heldere licht straal, dat iedereen Uwe Majesteit heeft leeren hoogachten en liefhebben als Gema lin, als Moeder, als Koningin. „Daarom ziet het Nederlandsche Volk met vol vertrouwen tot Uwe Majesteit op, om dat het vast overtuigd is dat Uwe Majesteit met geheeie toewijding van' hart en geest, het goede voorbeeld van uwen Koninklijken Gemaal zal volgen, nu Uwe Majesteit ge roepen is in Zijne plaats te regeeren. „Daarom ook verheugt de Volksvertegen woordiging zich zeer, dat Uwe Majesteit, aan haar eenparige roepstem gehoor ge vende, bereid is het Regentschap te aan vaarden. „Als haar Voorzitter neem ik thans de vryheid, Uwe Majesteit eerbiedig te verzoe ken den door de Grondwet van den Re gent gevorderden eed in mijne handen te willen afleggen." De Koningin stond van Haren zetel op en sprak met heldere vaste stem het voor geschreven eedsformulier uit, luidende «Ik zweer trouw aan den Koning; ik zweer, dat ik in de waarneming van het Koninklijk gezag, zoolang de Koning bui ten staat blyft de regeering waar te nemen de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven. «Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied des Rijks met al mijn vermogen zal verdedigen en bewarendat ik de algemeene en bijzondere vrijheid, en de rechten van alle des Konings onderda nen en van elk hunner zal beschermen en tot instandhouding en bevordering van de algemeene en bijzondere welvaart alle mid delen aanwendenwelke de wetten te mijner beschikking stellen, gelijk een goed en getrouw Regent schuldig is te doen. «Zoo waarlijk helpe mij Godalmachtig!» De woorden ik zweer werden door haar met klem uitgesproken. Toen zij den eed had afgelegd sprak de voorzitter nog tot haar «Moge de Almachtige God steeds Uwe Majesteit zijnen besten zegen schenken op de gewichtige maar moeilijke taak, door Uwe Majesteit aanvaard. «Moge Hij ons dierbaar Vaderland en ons geliefd Vorstenhuis altijd nabij zijn en be hoeden Hiermede was de plechtigheid volbracht en werd H. M. op dezelfde statelijke wjjze uitgeleide gedaan. Op Het Loo teruggekeerd richtte H. M. de volgende proclamatie aan het Neder landsche volk „In de ernstige dagen, waarin 's konings toestand ons allen met droefenis vervult, treed ik op als regentes van bet koninkrijk. „Ik gevoel al het gewicht der taak, die mij is opgelegd, maar uit liefde tot het Nederlandsche volk aarzel ik niet haar te aanvaarden, nu de Sta- ten-Generaal met eenparigen, ver trouwen wekkenden aandrang mij daartoe riepen. Mijne krachten en wijsheid zoek ik bij den Almach- tigen en Alwijzen God. „Ik reken op den trouwen steun van het geheeie Nederlandsche volk, dat mij door zoovele blijken van liefde en verknochtheid voor altijd aan zich verbond. „üe koning, mijn geliefde en ge- eerbiedigde gemaal, gaf mij altoos een hoog voorbeeld van de vorstelijke plichtsbetrachting en de werkzaam heid in het belang van land en volk, die het huis van Oranje steeds on derscheidden. „Ik acht het mijn plicht dat voor beeld na te streven. „Moge God het lijden van onzen koning veizachten en Nederland ne men onder Zijne heilige hoede." Wij hebben weinig toe te voegen aan deze breedvoerige mededeeling. Er is een tijd om te spreken. Er kunnen oogenblikken zijn, waarin te zwijgen beter is dan te spreken. Zij in het hart van Neêrlands volk de begeerte om de jeugdige Koningin-Regentes in den gobede te ge denken, en Haar te steunen met zijne genegenheid. Omstrale Geesteslicht de lijdenssponde van onzen Koning, opdat Hij den Heere Jezus moge vinden als Borg voor zjjne ziel. En bekrachtige die Geest onze Koningin tot hare taak, om in dagen van woelingen en partijschappen pal te staan voor de rechten en vrijheden der Natie. Oranje leve! 21 November 1889. Goes. Donderdagavond vergaderde de antirevolutionare kiesvereeniging tot het stellen van een candidaat voor de prov. Staten (vaeature v. Schouwen). De voorzitter dhr. B. Quist en de heer den Boer |wjjdden een hartelijk woord aan de nagedachtenis van het bekwame lid, ter wiens vervanging op Woensdag 3 Dec. a. moet gestemd worden. Namens het bestuur werd mee gedeeld dat na bekomen goede inlichtingen op de jongste samenkomst der afdeelings- besturen, met vrijmoedigheid kon worden aanbevolen de heer W. J. Vader, burge meester van Wissenkerke. De heer Vader, deswege gevraagd heeft volledige instemming betuigd met het a. r. program voor de verkiezingen van leden der Statenin de kiesvereeniging werden daaromtrent uit stekende mededeelingen gedaanmet bij voeging dat de heer M. de Jonge Jz. die zeer in aanmerking zou gekomen zijn, ter wille der zoo noodige eenheid en overeen stemming tusschen Zuid en Noord Beveland, thans niet in aanmerking wilde komen. Met 26 tegen 5 stemmen werd de heer W. J. Vader candidaat der afdeeling. Da overige 5 stemmen waren op den heer M. de Jonge Jz. uitgebracht. De benoeming van een bestuurslid werd uitgesteld tot een volgende vergadering als wanneer ook in de vacature zal worden voorzien, die ontstaat dooi het vertrek van den heer Wirtz. De heer Puijse besprak korteljjk den tegenwoordigen staatkundigen toestand in Nederlandhjj behandelde tevens het feit van den dag; de aanvaarding van het Regentschap door H. M. de Koningin. De vergadering besloot met algemeene stemmen aan H. M. een schrijven van deelneming te richten. De vergadering na het zingen van Ps. 103 vers 8 door den heer Quist met gebed geopend, werd door ds. Groeneweg met dankzegging gesloten. (Wij merken op dat de stemming van Donderdagavond geen definitieve is. Eerst moeten ook de andere afdeelingen zich uitspreken. De verschillende stemmencijfers der afdeelingen worden later bijeengevoegd en dan wordt pas de einduitslag meegedeeld. Woensdag vergaderden Noord-Beveland met uitzondering van Kolijnsplaatdie met algemeene stemmen den heer W. J. Vader aanwees; terwijlNieuwdorp met20 stemmen tegen 1 stem op den heer De Jonge, mede zich voor de candidatuur Vader verklaarde De bond Hontenisse vergadert eerst Za terdag.) Middelburg. Herkozen tot leden der kamer van koophandel de hh. J. Luteijn, J. A Tak, H. P. den Bouwmeester, F. G.Spren. ger, J. J. B. Doorenbos en J. P. Fokker, In de vergadering van vennooten der Zeevwsche Spoorboot-Maatschappij is beslo ten tot aanneming van het door de Staten van Zeeland toegezegde subsidie van 24.000; en in verband hiermede besloten tot het aanschaffen van een raderstoomschip tot een bedrag van hoogstens f75.000 Eveneens is, op voorstel van commissarissen, goed gevonden het aangaan eener Obligatie-leening tot een maximum van f30.000. rentende 4%, Het rijkstelegraafkantoor met telephoon- dienst te Sehoondijke zal, te rekenen van 21 dezer, op werkdagen open zijn van 8Vs tot 12 uren voor- en van 1 tot 2 en 3Vs tot 5 uren namiddags. De diensturen op Zon-en feestdagen bljjven onveranderd. Naar van het Loo aan het Vad. ge-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1