)DEN, MAAS, KORTGENE, mm en luntN ■gelegenheid bood, sterken drank te drinken. liteit, en Bijbelbinderij lag 16 October. Vijfde Jaargang. elu went wee Kussens* rertregt&Co., B. JANSE, Goes. SakJ F. P. D'HUIJ. VERS KAZERNELEVI g C. W. D'HUIJ Fz. KLEM KERK, te Goes HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES ikoopste prijzen. JORI1ANDEN gerookte HAMMEN, 'EK, REUZEL, INE, (in vaatjes en „TELEGRAAF." en ÜBSBS I I r FT- bericht ik mijne geachte cliëntèle October mijn zaak, wat betreft de tan aan mijn zoon, die de zaak n voet zal voortzetten in het huis wijk B no 18. n vertrouw dat de gunst en toe mij zoo vele jaren betoond, ook worden overgedragen, ichtend, UEd. Dw. Dn., Oct. 1890. elken MAANDAG- WOEI Prijs per drie maanden Enkele nummers iie- Onder bovenstaanden titel den uitgever A. st v<de Fernhout te een vlugschrift van een oud mili hij uit eigen ervaring eenige feit< rende aan bovenstaande be- die een somber licht werpen oird neem ik de vrijbeid mjj beleefd daagsch kazerneleven. Hij doeiws st aan te bevelen. belangrijke mededeelingen die ve rzekering gevende, dat ik steeds vele oud-miliciens geen nieuwsine vatten en zeker de instemmingts. de meesten hunner, voorzoov^e- ihristelijke levensbeschouwing zy Menigeen zou uit eigen ervaring eeks van kazerneschandalen Ljj lommen. Van miliciens, die Sa-, vertrouwen^-bel bedrijven van de meest gruwelijke T'iiederlijkheden hebben aangezetvan plaats- vervangers die hunne «eenten» in hoeren huizen verbrasten en jeugdige miliciens ot rrij willigers wisten mede a( te voeren op iea weg der onzedelijkheid. Van zonden, die gepleegd werden, in weerwil van het toezicht op de chambrée's. Van een inrichting nci/rtio Tl 11/Til ier strafkamers, die zelfs aan gearresteerden Van tal van ongerechtigheden, die men de ondergeteekenden voor zeer straffeloos bedrijven kon. Van goddelooze vervloekingen en verwenschingen die de ;nde reputatie van ons solied ven handhaven, stel ik mij te brengen verbeteringen en ines, mijn prijzen concurreerend ihten door eene accurate be- het te schenken laken, chtend, UEd. Dw. Dn. )ctober 1890. Lange Burg B18 De uitslag der in het district MUÏ-ST gehouden herstemming voor een lid der Pro vinciale staten vacature Stevens is als volgt Axel Boschkapelle. Clinge Graauw Hengstdijk Hoek Hontenisse Hulst Koewacht. Ossenise Overslag Philippine. Sas van Gent St Jan Steen. Stoppeldjjk Terneuzen. Westdorpe Zaamslag Zuiddorpe. Totaal Aantal kiezers. 312 55 105 115 37 162 345 203 125 65 33 36 104 134 97 505 97 263 51 Uitgebr. st. op 30 Sept. 139 32 38 66 25 65 189 127 102 40 22 16 62 56 59 288 50 125 50 Uitgebr. st. op 14 Oct. 140 43 61 60 27 61 239 118 107 52 29 20 71 79 67 300 37 113 49 1673 2844 1551 Van onwaarde waren 40 briefjes. Gekozen is de heer A. JIOEBDIIH, (Katholiek), met 1011 stemmen. Op den heer mr H. M. G. Kloppenburg, (Liberaal) waren 623 stemmen uitgebracht. Bjj de verkiezing op 30 September werden 1521 geldige stemmen uitgebracht. Toen ver kreeg de heer Moerdjjk 734 en de heer Klop penburg 469 Btemmen. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. in grove ook :iens, die nrok en e krijgs et. Hei e t Chris- burger ;estelde prijzen verkocht t prima soort Kapok van af ken wij onze geachte be- merkzaam, dat wij tot de l/eeren Bedden geen andere gezuiverde Veeren gebruiken kooper van een Veeren Bed, geteekend schriftelijk be stellen, met de verklaring, de deugdzaamheid der Veeren edureude twee jaren borg Vorststraat, C 218, Goes. N-MIDDELB.-ROTTERDAM. October. Dinsdags, Donderd. en Zaterd. en 7.30, van Middelburg 8,45, m 8,15. rOOMBOOTDIENST Middelburg en Zierikzee. ;ie Zierikzee Spoorweg Goes. October. Iburg Van Zierikzee ld. 3,— 3,- 3,- bg.H,— 7.30 8,- 8,- 8 Dinsd. 14'smorg. Woen. 15 Dond. 16 Vrijd. 17 Vrijd. 17'smidd. Zat. 18 Zond. 19 Maan. 20 Dinsd. 21 7,30 7,30 6,- 6.30 3- 3,- 3.— 3.— 3,— Ot dam 5,~ 6,30 8 8.— October. van Antwerpen Dinsd. 14'smorg. 7.30 Dond. 16 7.30 Zond. 19 7.30 Dinsd. 21 3, miliciens onderling, ot de korporaals en onderofficieren hunnen minderen straffeloos oewierpen. Van gebrek aan welwillend- ïeid bij cle superieuren, ook bij het onderzoek fan klachten. Van allerlei inbreuk op de gewetensvrijheid, waaraan de organisatie den milicien blootstelde. Dit, en nog zooveel meer, zou een uit gebreide stof kunnen leveren, niet om bro chures, rnaar om heele boekdeeler. te vullen. Ons volk weet deze dingen. Maar of hel zich daarom tegen den persoonlijken dienst plicht verklaren mag, zal welde vraag zijn. Immers, een christelijk opgevoed zoon des volks, die geen plaatsvervanger kan stellen, kan het niet billijken, dat zjjn lijke buur man zich met zjjn geld uit dezen winkel van ongerechtigheden kan uitkoopen, terwijl lij zelt er maar moet worden ingeworpen. En juist, door dit vrjjkoopen van zoovele fatsoenlijke, christelijke jongelui wordt de toestand in de kazernes niet beter gemaakt. Wij kunnen nog niet anders inzien, dan r dat het stelsel van persoonlijk dienen, dat wil zeggenzelf dienen die er aan loot, tot de middelen behoort waardoor het kazerneleven kan worden verbeterd. Eene zaak beter maken, alvorens er de betere elementen in te brengen, schijnt ons toe gesteld het ware mogelijk een spannen van het paard achter den wagen te zijn. Laten de miliciens uit eigen ei varing het getuigen. Zijn over het algemeen de mili cien-korporaals en de milicien onderofficieren niet beter voor de manschappen dan de vrijwilligers Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Maai de ervaring leert dat in verhouding, van het militiekader veel minder koeionnatie te wachten is, dan van het kader uit de vrij willigers. Welnu, de jongelui die, bij af schaffing der plaatsvervanging, voor hun riommer zullen moeten dienen, kunnen het contingent voor ons militiekader versterken, en de kans op een goede behandeling der miliciens belangrijk verhoogen. Reeds twee jaren geleden wezen wij op de ellenden die het kazerneleven aankleven, maar tegelijk op de noodzakelijkheid dat alle man die er aan loot, (natuurlijk behou dens de gewettigde vrijgestelden) zich opmake om die ellendeD te bestrijden. Een escouade-commandant, die een zoon van een minister of van een ander regee- ringspersoon onder zijne recruten telt, zal zich wel tweemaal bedenken, alvorens zijne manschappen te bemoeilijken. En op de manschappen zeiven wordt eveneens beslag gelegd, als zij enkele beslist christelijke jongelingen in hun midden zien, die meenen Wat zij zeggen en beleven betgeen zij dienst- ge stelsel randerd. op door ons aangegeven grondenvrijstelling hebben gepleit voor toekomstige geestelijken voor kostwinnende zoons of broedersvoor eenige zoonsen voor hen die er aanspraak op hebben wegens broederdienst. In hoeverre echter de minister in zjjn legerontwerp bet beginsel van ruiling of nummerverwisseling kan opnemen, is een vraag, die door onze antirevolutionaire kamer leden zou kunnen worden overwogen. Mits aangetoond kunne worden, dat de belanghebbende bij een dergelijke ruiling overwegend belang heeft, de dienst niet »iind(er gebaat zal zijn door het dienen des een dan door dat van den ander, en zelfs de schijn vermeden is als zou het meerdere vermogen van den betrokkene een rol spelen, zou misschien voor enkele bepaald aange wezen gevallen nummerverwisseling kunnen worden gevraagd. Maar dan zij het eene nummerverwisse ling, dat wil zeggen ruiling onder de lote- lingen eener zelfde lichting. Zoo weert men althans, voor wat het kazerneleven betreft, de geroutineerde spelbrekers en bljjft men in de soort der onbedorven miliciens. Wij erkennen evenwel dat eene dergelijke concessie hare gevaarlijke zijde heeft. Nooit zou zij dan ook mogen ontaarden in eene g e 1 dquaestie. Niet de plaatsvervanging door de hoofddeur uitlaten, om haar door een zijdeurtje weer binnen te smokkelen. Wanneer de Regeering dit gevaar bij in voering van het stelsel mogelijk acht, dan dan doet zij de natie een dienst, met haar tegenwoordig ontwerp liever onveranderd te handhaven. Zij geve dan liever wat meer uitbreiding aan het stelsel van vrijstellingen. De lo ting is en blijft een noodzakelijk kwaad, door een zoon der Revolutie, door Napoleon in het leven geroepen. Doch zoolang zij er is, worde haar druk zooveel mogelijk verzacht. Persoonlijke dienstplicht met bil lijke vrijstellingen; met zoo weinig mogelijk dienstplichtigen, als noodig zjjn om een goed leger te hebben. Vergissen wij ons niet, dan ligt deze overweging ook ten gronds'ag aan het legerontwerp Van cle 40,000 lotelingen schijnen er jaarlijks slechts 13.000 in werkelijken dienst te zullen worden opgeroepen. 15 October 1890. Een heerlijk avondje voor de socia listen. De lezers weten dat de heer Tindal, oud majoor bij de artillerie in Indië, op ver schillende wijzen getracht heeft de natie wakker te schudden voor het gevaar dat er bestaat in langer uitstel van verbetering onzer verdedigingsmidden. Toen niemand naar hem hoorde, riep hij de hulp der pers in, die hem ook lang niet algemeen steunde. Daarna jschreef hij adressen aan de Kamers. Z\;ne meening dat de vijand in tweemaal 24 uren voor Amsterdam kan staan en dat Den Haag met hare ministrieele en andere voorname gebouwen, met hare archieven en gedenkstukken gebombardeerd zal wor den werd door den minister beantwoord met de tegenbewering dat een bombarde ment van een open stad als Den Haag in strijd zou zijn met het volkenrecht Tindal vroeg toen het oordeel van eenige groote en vermaarde krijgskundigen in Europa, waaronder Moltke en Brialmont en allen waren eei.parig van1 oordeel dat een bombardement van Den Haag niet in strijd zou zijn met het volkenrecht. Kortom, Tindal hield deze zaak aan den gang. Hij was onuitputtelijk in het zoeken van middelen om de aandacht van het pu bliek te wekken. En toen hij door Regee ring en Volksvertegenwoordiging werd af gescheept, begaf bij zich naar Het Looom, kon het zijn, met Z. M. den Koning zeiven over deze dingen te spreken. Doch ook daar werd hjj afgescheept. De adjudant van dienst verzekerde hem dat lig met dergelijke zwaarwichtige onderwerpen den Koning niet dorst lastig vallen. De heer Tindal schreel hierop een mani fest aan het Nederlandsche Volk, waarin hij zijn wedervaren 'meldde en tegel(jk de ministers in staat van beschuldiging stelde, dewijl zij Z. M. den Koning zoolang van de regeeringszaken onkundig hadden gelaten- en de wenscheljjkheid uitsprak dat Z. M. afstand deed van den troon. De heer Tindal heeft door dit beroep op het volk eene onvoorzichtigheid begaan, waarvan nochtans de gevolgen grootendeels in zijn voordeel kwamen, doordat werkelijk in de laatste dagen de toestand van Z. M. zeer ongunstig werd. Zeker door deze schijn baar toevallige bijkomstigheid aangemoedigd liet hij zich eergisterenavond in de radicale kiesvereeriiging Amsterdam opleiden om voor een gehoor, dat voor de overgroute meer derheid uit sociaal democraten bestond, nogmaals te komen betoogen dat dadelijke voorziening in den nood onzer verdedigings werken wenschelijk is. Maar vooral om aan de hand der bladen, te constateeren dat de jongste besluiten door den koning in onbewusten toestand geteekend, eigenlijk waardeloos verklaard moesten worden. Ook deed hij tal van aanhalingen uit de bladen om te bewijzen dat hij in zjjn manifest goed was ingelicht geweest. Ten slotte kwam nij ia het vaarwater der radicalen en socialisten, toen hij zeide «Wendt men zich tot den kouing, dan is er geen koningwendt men zich tot het volk, dan is er geen |volk, omdat wij een kiesstelsel hebben, waarmede niemand te vreden is. Spr. verklaarde ronduit, dat hij onder de tegenwoordige omstandigheden is voor een constitutioneelen regeeringsvorm met den koning aan het hoold, maar wil echter de meerderheid eene republiek, dan zal de minderheid zich daarbij moeten neer leggen. (Daverende toejuichingen. Leve de RepubliekLeve Oranje!) Maar dewijl de Koning een telg is uit het Oranjehuis, waaraan wjj zooveel ver plichtingen hebben, moeten wij het koning schap zoo hoog mogelijk houden. Maar een regeeringsvorm zooals wij dien nu hebben met een zieken koning, en acht mannen aan het hoofd, is delallerslechtste soort van republiek. Hij stelde toen de volgende motie voor: De openbare vergadering der kiesvereeni- ging „Amsterdam", van oordeel dat er ge- zondigdis tegen art. 88 der grondwet, noodigt de kiesvereeniging uit lo. zich te wenden tot de tweede kamer tot het houden eener par lementaire enquête (onderzoek) 2e den kies- vereenigingen te verzoeken dat adres te steunen. De motie vond veel bestrijding bij de socialisten, die de overweldigende meerder heid der vergadering uitmaakten. Een hunner zeide: Tindal heelt gezegd dat er geen koning en geen volk is. Ik ben het niet eens daarmee. De Nederlandsche koning heeft het Nederl. volk aan Je galg geholpen. Het volk lijdt armoeAls Nederland niets aan dien prulleboel heeft, laten wij dan ook maar niet meer belastingen betalen. Een ander zei: ik heb van nacht geJioomd dat de koning dood was. Ik vind het lamlendig het tractement te betalen voor een dooden koning. Een derde (Fortuijn) werd met luide toejuichingen begroet. Hg zeide onder anderen dat hg zjjne meening omtrent den koning niet publiek zeggen zou, «anders zou hij misschien in de doos komen.» Wat helpt het zoo zei hij of wij al roepen Leve de republiek De sabels der politieagenten leggen ons toch het zwijgen op. Tindal wil een beroep op den Koning. Maar ik zegwat baat het Als hg den minister van oorlog heen zendt, krijgt hij het te kwaad metSchaepman. Van Houten ziet dan ook in ons Koningschap niets dan een «kostbaar ornament.» Daarna stelde Fortuijn een andere motie voor, luidende Daar uit de rede van den heer Tindal blijkt dat het Koningschap door de Regeering slecht gehandhaafd wordt, verklaart de ver gadering de Regeering dank te zeggen voor wat zij gedaan heeft tot ondermijning van het Koningschap, en spreekt de noodzake lijkheid uit van vervanging van het Koning schap door de republiek. Een moeilijk oogenblik voor de weinige radicalen, niet minder voor Tindal zelf. Zij zagen hetde groote meerderheid stond aan de zijde van Fortuijn, die, listig als altijd, zich van het debat had meester ge maakt, en ouder gewoonte, over de hoofden van den inleider en zijne vrienden heen, in hunne tegenwoordigheid, doch doende als waren zjj afwezig, een plan ten uitvoer bracht tot vaststelling van eene geheel andere zaak, dan waarvoor men bijeengekomen was. Een onder-onsje van socialisten zou in een vergadering van liberalen en radicalen, notabene met Tindal er bij, het vonnis strjjken over het grondwettig Koningschap. De voorzitter gevoelde dit en verzocht dan ook den spreker deze motie, die toch wel zou worden aangenomen, in te trekken. En toen was Fortugn in zjjn kracht. Hij begon te spelen met Tindal, c. s. als poes met de muis, gelijk Fortugn alleen dit zoo kan. Hij trok dan ook zgne motie goed- williglijk in, maar om een nog brutaler motie er voor in de plaats te stellen. De vergadering verklaart dat na de ver kregen inlichtingen van den heer Tindal, duidelijk blijkt dat of de koning of de re geering niet in staat is het gezag te hand haven en dat dus een van beiden moet af treden. Ook deze luid toegejuichte motie vond bestrijding; thans bij Tindal zeiven. Hij waarschuwde de lieden tegen de inlijving bjj een land (hij bedoelde Duitschlan-1), welks keizer «hen allen aan zijn eerzucht zou opofferen.» En de motie Fortuijn zoo verklaarde hjj met een vloek, beteekende geen Eindelijk werd gestemd over de motie Tindaldeze werd verworpen. Toen de motie Fortugn. Honderden han den rezen omhoog en onder een groot hoera en het gezwaai met petten en hoeden werd geconstateerd dat deze motie was aangeno men. En nu, nog eenmaal trad Fortuijn op. Als een krijgsman die zich sterk voelt na een door hem behaalde overwinning, en zijne krijgsgevangenen grootmoedig wil be handelen, stelde hjj den vooozitter gerust met de mededeeling dat zijne vrienden de motie Tindal hadden verworpen, dewjjl een groote volksvergadering zich nu eenmaal niet wenden kan tot deze tweede kamer. Dit belette hen echter niet zich te vereenigen met het voorstel dat de kiesvereeriiging «Amsterdam» zich toch tot de tweede kamer wende en dat de heer Tindal op den in geslagen weg voortga. Poes wilde de zwaar gekwetste muis wel vergunnen, nog een poosje onder bescher ming van zjjn nagels, rond te loopen. Maar het droevigste in deze geschiedenis is zeker wel, dat in Nederlands hoofdstad, met, zjj het ook onwillige, medewerking van een officier des Konings, op zulk een wjjze over

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1