1890. No. 6. Dinsdag 14 October. Vijfde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS HER ADVERTENTIES FLOEES. KERIi- EN SUIHOLMEin s ij elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummersƒ0.025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Een der eilanden in den Oost Indischen Archipel, in naam tot Nederland behoorende, is Flores. Het heeft een lengte ongeveer l'/s maal den afstand van Maastricht naar Delfzijl, dat is|ongeveer honderd uren, terwijl de gemiddelde breedte ongeveer overeenkomt met den afstand van Bergen op Zoom naar Westkapelle. Het wordt doorsneden door een hooge bergketen die, met dichte bos- schen en ondoordringbaar kreupelhout be groeid en afgewisseld door diepe ravijnen, voor de woeste bevolking een welkom toevluchtsoord vormt. Nu meenden velen dat in dit eiland rijke tinmijnen aanwezig zijn, welker ontginning ons zeer voordeehg zou kunnen wezen. Bij besluit van 20 September 1889 be paalde de gouverneur-generaal dat de mijn ingenieur v. Schelle een plaatselijk onderzoek zou instellen. In December landde deze met 40 man aan de Zuidkust van tiet eiland; op enkele uren afstands daarvan werd bij door de woeste volksstam der Rokkaneezen verraderlijk aangevallen en gewond. Met achterlating van al hare goederen moest de gansche expeditie de vlucht nemen. De Regeering gelastte toen een nieuw onderzoek onder militaire bedekking. Van tuchtiging der bevolking behoefde geen sprake te zijn. Ware het eene beschaafde volks stam, het zou zeker noodig geweest zijn. Doch de bevolking van Flores is een zeer wilde bevolking, die zich veilig acht in hare bergenen nooit in aanraking komt met andere, minder barbaarsche volken. In naam behoort Flores ons; doch nog nimmer zette er een Nederlander voet aan wal, dan alleen een enkele katholieke zen deling om er het evangelie te brengen. Dit wetende, besloot de Regeering deze halfwilde bevolking niet te tuchtigen doch alleen te trachten het tinonderzoek zonder ongelukken voort te zetten. Evenwel, zoo wijs zijn deze wilden nog wel, dat zij zelfs het onderzoek van hun eigendom niet ge doogen. De gansche bevolking kwam er tegen opmet het gevolg dat ook de 2e expeditie, schoon versterkt met 400 militairen en dwangarbeiders mislukte. Hier en daar zyn enkele posten uitgezet van 6 a 10 man. Een dier posten, onder bevel van luitenant Diemont, werd aange vallen. Eenige manschappen vluchtten en de overigen werden afgemaakt voordat er nog aan verdediging gedacht kon worden. De commandant werd gevangen genomen, aan een boom gebonden (dit alles volgens het verhaal van zijn eigen jongen, die het rnoordtooneel van uitjde verte aanschouwde) en met lanssteken langzaam afgemaakt. Nu is de expeditie nog wel niet terug getrokken, maar toch verder het binnenland ingaan, vermag zij ook niet. Daartoe ont breken haar de noodige verdekkingen. Volgens geruchten moeten er te Eko Teto een duizendtal Rokkaneezen bijeen zijn, waaronder een honderdtal met geweren is gewapend. Wat de toestand zeer ernstig zou kun nen maken is, als het verzet zich ook naar het oostelijk deel van Flores, gewoonlijk Endeh genaamd, voortplantte. Dat toch wordt bewoond door een zeer woesten en dapperen bergstam, bijna geheel met geweren gewapend en de schrik van de omgelegen eilanden. Ongelukkig is er op dit oogenblik alle kans, dat juist dit ongewenschte zal geschieden. De aanvoerder van dien stam toch, de beruchte roover Baranoerie, die zelfs tot op Soemba strooptochten deed en slaven buit maakte en die er zich ook bijzonder op toelegde zijne landslieden van geweren en kruit te voorzien, zoodat thans bijna ;edere Endenees met een geweer is gewapend, en die sedert het voiige jaar te Koepang op Timor gevangen zat, wist in den verloopen zomer te ontsnappen. Met een open prauw is hij den breeden zeearm tusschen Timor en Flores overge stoken en behouden te Endeh aangekomen. Het spreekt van zelf dat deze zaak op zoo min mogelijk vernederende wijze voor het gouvernement dient beëindigd te worden. Wij hebben genoeg aan Atjeh. Het is nu reeds achttien jaar sinds wij de hand in dit wespennest staken, en nog is de tijd niet te voorzien, dat wij haar er uit zullen mogen trekken. Liefst bleven wij van verwikkelingen met Flores bevrijd, in weerwil van de goede diensten, die de Timoreezen ons zouden kunnen en willen bewijzen. Een Indisch blad de Locomotief raadt tot een schijnvertooning. Het blad wil namelijk den heer van Schelle gelegenheid geven op een zeer oppervlakkige wijze naar hen te zoeken, en ze dan niet te vinden, om dan terug te keeren met de boodschap dat de onderzoekingen zjjn geschiedt, en datgeene tinmijnen zjjn ontdekt, Het zou een onwaardige schoon onschul dige poging zijn om ons uit de moeiehjk- heden te houden. Het is wel jammer uat de zonen van het eens zoo fiere voorgeslacht dergelijke middelen moeten te baat nemen. Misschien zijn er nog wel andere middelen op te vinden die den schijn weren als zou de Nederlandsche Leeuw zich schamen ziju tandeloozen muil te openen. P. S. Dat de zaak overigens niet geluk ken zal, tenzij dan door verovering van het gevaarlijk binnenland, blijkt onder andere uit het verslag, dat de ingenieur Van Schelle heeft uitgebracht. Van nasporingen door par ticulieren kan z. i. in een tal van jaren nog geen sprake zijn, waar het gouvernement er nog niet in geslaagd is, voor zijne amb teaaren toegang te verkrijgen. Omtrent de z. g. nasporingen van den heer Zangen wordt het niet onwaarschijnlijk geacht, dat deze concessie vrager misleid is door den Chinees, die hem het tinerts, z. g. gewon nen in de Rokkastreet, hee t geleverd. Exploitatie zal alleen kunnen plaats hebben, wanneer het binnenland aan ons gezag is onderworpen en zal gepaard moeten gaan met bezetting zoowel aan de noordkust als in het binnenland. Een en ander zal dus alleen door het gouvernement, althans in den eersten tijd, kunnen geschieden. PLAKZEGELS. Herhaalde malen bleek mij, schrijft iemand aan de Zw. Ct., dat geen wetsbepalingen zoo dikwijls te goeder trouw overtreden worden als die ten opzichte van het quiian- tiezegel. Onbekendheid met de wet is de oorzaak. Niet weinigen toch verkeeren in de mee ning, dat .bij het quiteeren voor eene schuld boven f 10 aan het voorschrift der wet voldaan wordt wanneer zij een vijfcents zegel opplakken en daarop of daarover hun naamteekening schrijven. Toch verbeuren zij, indien zij niets meer doen, telken reize een boete van f25, want de wet vordert, zooals u bekend is, bovendien «dat de onderteekenaar op het zegel en mede (evenals de handteekening) met inkt het tijdstip vermeldt waarop het zegel wordt gebruikt door aanduiding van den dag, de maand en het jaar». Wordt dit nagelaten, dan wordt het stuk beschouwd, alsof het zegel daarop niet geplakt ware. Wanneer dag, maand en jaar niet met inkt op het zegel worden geschreven, dan beloopt hij, die de quitantie geeft, dus dezelfde boete van f 25, als wanneer hij geen zegel had gebruikt. 13 October 4890. Te Paramaribo is een blad De Volks- bode. Dit blad heeft den moed met al hare zusterbladen te verschillen in zake critiek op het bestuur van den gouverneur (den heer Lohmau Waar deze laatsten niets dan kwaads van hem weten te vertellen, daar durft de Volks bode wit wit en zwart zwart noemen en 't, waar het pas geeft, voor den gouverneur opnemen. Men herinnert zich hoe omtrent zeker «oproer» dank zij de voorlichting van «De Volksbode» aan het licht kwam dat alle berichten hierover verzonnen of overdreven waren. Gevolg echter van deze onpartijdige be schouwing was dat men in de West en in het Moederland ging vertellen, dat «De Volksbo de» door den gouverneur was opgericht en door hem werd gesteund en ingeblazen. Net als met «De Amsterdammer» in 1886. Toen dit blad een zelfstandige houding begon aan te nemen in de rij der liberale bladen, en 'tdesnoods ook voor antirevolutio nairen en katholieken ging opnemen, toen verzon men allerlei lasterpraatjes, die, door liberale bladekens grif verspreid, bij het pu bliek de meening wekten, dat dit liberale blad door antirevolutionairen betaald werd. Een antirevolutionair had er zelfs een ton voor gegeven. Zoo ver is het in deze wereld al gekomen. Zoodra een liberaal niet meer in het koor der liberalen meezingt, dan heet hij een verkapte clericaal, een betaalde agent van een antirevolutionair regeeringspersoon. De Amsterdammer heeft die leugen spoedig weerlegden de Volksbode, die thans op dezelfde krenkende wijze besproken werd liet er ook geen gras overgroeien. Althans men leest in De Volksbode van 10 Sept. het volgende „Zijn Excellentie de gouverneur verzoekt ons mede te deelen dat hfj, noch in quali teit, noch in privé, aan de oprichting van de Volksbode eenig deel heeft gehad en tot het blad in geen andere betrekking staat, dan dat hij er op is geabonneerd; alsmede dat hij op de richting en den inhoud van het blad geenerlei invloed uitoefent en nim mer direct of indirect, in qualiteit evenmin als in privé, eenig artikel bericht of mede- deeling er in heeft doen opnemen. „Terwijl wij aan dit verzoek voldoen en, voor zoover noodig, het bovenstaande on voorwaardelijk bevestigen, meenen wij er te moeten bijvoegen dat de gouverneur, na van ons artikel over de joden en den Tal mud te hebben kennis genomen, het abon nement op ons blad heeft doen opzeggen, waar hy echter op ons verzoek van is terug gekomen na lezing van het stuk in ons nommer van 7 dezer, waarin wij ons leed wezen over het opnemen van bedoeld artikel te kennen gaven." De tegenstanders van den gouverneur, die hern niet anders dan alsjJodenhaterkennen, mogen van bovenstaande mededeeling, ook ,lie betreffende de Joden en den Talmud wel Dotitie nemen. middelburg. Aan de acte-examens 1. o. werd door 2 vrouwelijke en 14 mannelijke candidaten deelgenomen. Hiervan slaagden 2 vrouwelijke en 10 mannelijke, terwijl 1 mannelijke zich terugtrok en 3 werden afgewezen. Geslaagd zijn mej. A. Boone te Kloetinge en mej. J. Schoo te Gronde en de hh. W. H. Bakker te Rilland-Bath C. de Dreu en N. Van der Hoeff, te Goes, W. Bruijnzeel te Groede. C. I. Laven en B. J. van Oost te St. Annaland, P. Brakmanen C. F. Kolder te Groede, J. L. Huyzer en A. de Visser, te Middelburg. De examens zjjn hiermede afgeloopen. De subsidiën voor de bijzondere s c h o 1 e n, op de begrooting voor binnenl. zaken voor 1891 uitgetrokken, bedragen voor Goes (Wijngaardstr.f850, id R. K. school f 500 Ierseke f 700's Heer Arends- kerke f 250Hoedekenskerke-Kwadendamme (R. K.f250; 'sHeerenhoek (R. K. jongens school) f 700; id. (R. K. meisjeschool t f250 Wissekerke f 500 Kamperland f 250. Middelburg. Vergadering van den Ge meenteraad op Woensdag, den 15 October 1890, des namiddags te 3 uren, ter be handeling der onderstaande zaken; 1, Herstemming over het voorstel va' den heer van Dunné, tot aanhouding va htt, voorstel Burg, en Weth. betreffenc verhooging jaarwedden agenten van polit en nachtwachts. 2. Voorstel Burg. en Wetl en de commissie van financiën tot het aai gaan van eene geldleening in verband mi den voorgenomen aanleg der gemeen! duinwaterleiding te doen aanleggen, ovei eenkomstig het bereids in hoofdzaak goec gekeurde pl.m. 3. Beschikking uit de post voor onvoorziene uitgaven gemeen! begrooting 1890. 4. Idem. 5. Voorwaarde verpachting tollen Middelburg, Vlissingsche rijweg. 6. Voorstel Burg. en Weth. be treffende het adres van den leoraar aan d burgeravondschool om verhooging van jaai wedde. 7. Voorstel Burg. en Weth. te aanstelling van nog een assistent bij he teekenen aan de burgeravondschool, f Beschikking onv. Uitgaven begrooting bui gerljjk armbestuur 1890. 8. Adres va Tinbergen s. s. om verlichting Looierssinge 10. Bezwaarschrift Inkomstenbelasting. Tl Adressen van de kamer van koophandel e fabrieken en andere betreffende den slechtei toestand van den mond van het kanaal doo Walcheren 'bij Veere, en voorstel van Burg en Weth. dienaangaande. 12. Voorste B. en W. betreffende aankoop huis en er iu de Wagenaarstraat wijk Dn. 78. 12. Be noeming onderwijzer in de eerste oefenin, van het handteekenen voor jongens de herhalingsklasse verbonden aan school I 14. Benoeming van een leeraar in de wis kunde aan het gymnasium. - Het op 20 Oct. bepaalde examen voc leerling consul zal worden afgenomen Bui tenhof 35 's Gravenhage 's voormiddag half 10. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te 's Heer Hendrikskinderen dr 11. Proost te Kooga/d Zaan; te Kolijns plaat ds. C. Ynsonides te Ouderkerk a/< IJsel. Aangenomen naar Oosterland door dhr I Klap cand. te Katwjjk (Herplaatst wegen misstelling.) Ierseke. Onze geachte leeraar hoopt S I November a. s. afscheid te prediken. Chr. Ger. Kerk. Middelburg. Zondag 26 October a. s. za D. V. de carididaat W. H. Oosten in ds I kerk St. Pieterstaat bevestigd worden dooi zijn zwager ds. W. J. de Haas te Hattem Naar de Amst. Kerkbode meldt, ontving het bestuur van „de Kerkelijke Kas" te Amsterdam bericht, dat aan deze Vereeniging een legaat gemaakt was, en weinig tjjds later, dat zij tot erfgenaam was ingesteld. Tevens werd de vraag ge daan, of ook „de Kerkelijke Kas" viel on der hetgeen bepaald is in art. 947 B. W Makingen bfj uiterste wilsbeschikking ten behoeve van openbare instellingen, gods dienstige gestichten, kerken of armen- inrichtingen, hebben geen gevolg, dan voor- zoover de Koning aan de bewindvoerders dier gestichten de macht zal hebben ver leend, om die aan te nemen." Het bestuur besloot toen zich met deze aangelegenheid tot de Regeering te wenden. Dezer dagen nu ontving het bestuur het volgende ten antwoord: „De Minister van Justitie. „Beschikkende op de aan den Koning ingediende adressen" enz. „Gelet op art. 947 Burgerlijk Wetboek; „Overwegende dat de Vereeniging ge naamd „de Kerkelijke Kas" te Am- terdam niet behoort tot de instellingen; osf inrichtingen in dat wetsartikel bedoeld „Geeft aan het bestuur voornoemd, onder terugzending van de overgelegde akte te kennen dat er geone wettelijke bepaling bestaat, op grond waarvan bedoelde mach tiging zou behooren te worden gevraagd of zou kunnen worden verleend. „De Kerkelijke Kas"bestaat wel ten dienste

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1