taten.
amen,
KORTCENE.
1890. No. 152.
Donderdag 25 September.
Vierde Jaargang.
SVEREENI-
ene stemmen
5
oote
Mantels,
fabrikant
IGRAAF."
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. IPHUIJ, te Middelburg.
PRIJS HER ADVERTEN1IEN
I)e nieuwe belastingontvverpen.
GROOTHEID en VAL.
*GP WOENSDAG
'ijnsplaat.
administratie
M
ester.
etaris.
N,
ste prijzen,
6,
fiers en Koffle
hem eene geu-
:rijgbaar is, die
brand en lekker
rdtop aanvraag
stuks geleverd,
tiende merken
toegezonden.
IOTTERDAM.
Zondags
Hiddelburg 9,
ÏNST
Zierikzee.
Jpoorweg Goes.
Zierikzee
23'smidd. 3,30
24'smorg.44,30
25
26
27
28
29
30
6-
6.—
6,30
7,30
7,30
7.30
Antwerpen
23'smorg. 3.
25 3.30
28 6.—
30 7,30
I
elken MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummers/0.02f.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 October, a.
op ons blad abonneeren, ontvan
gen het tot dien datum GRATIS.
De minister van financien heeil enkele
belastingontvverpen ingediend die door de
liberalistische pers van alle kanten bekeken
en geoordeeld zijn. Verzuimd werd echter
er op te wijzen, dat deze nieuwe belasting-
ontwerpen niet zouden noodig geweest zijn,
indien niet op eene al te kwistige wijze door
liberale gemeentelijke, provinciale en rijks-
regeeringen, was omgesprongen met onze
gelden.
Yo>ral de gemeentekassen verkeeren in
grooten geldelijken nooden dien nood
hebben in sommige gemeenten de liberalen,
voer zoover zij prachtige dure scholen met
overdekte speelplaatsen bouwden, en het
onderwijs zoo weelderig mogelijk inrichtten,
op hun geweten. Alsmede de Gedeputeer
den, voorzoover zjj die ontzaglijke uitgaven
niet hebben tegengegaan. (En de Gede
puteerden worden ook door de Provinciale
Staten gekozen.)
De gemeenten moesten dus geholpen
worden. En nu heeft de minister van
financiën er wat op gevonden. Hij wil
5 pet. grondlasten htfien en de gemeente
het 'recht toekennen op die belasting op
centen te heffen, zooveel zij zal noodig
hebben om hare deels door de schoolwet
van '78 in de war gestuurde financiën
weer in orde te brengen. Maar meer dan
60 pet. mogen die opcenten niet bedragen.
Volgens de bestaande regeling kan een
gemeente heffen (zij doet het echter niet
altijd) 40 opcenten op de hoofdsom van de
belasting op de gebouwde en 40 opcenten
op die der ongebouwde eigendommen.
83.
FEUILLETON.
Schetsen uit het leven van Napoleon 1.
De Bergschotten van Piekon deden het
overige, zoodat de tnnsche overwinnaars
genoodzaakt waren in ongeregelde vlucht
terug te keeren.
Steeds bleei het leger aangroeien.
Reeds naderden de Brunswjjkers, dappere
schoon ongeoefende troepen, doch aange
voerd door hunnen bekwamen beminden
hertog, die steeds kalm zijn veldpijp rookte,
naarmate hem de kogels om de ooren stoven.
Jammer slechts dat ook de fransche ruiterij
aanmerkelijk was versterkt, zoodat deze in
sterkte die der onzen verre overtrof.
De Nederlandsche divisie Perponcher be
paalde zich na de komst der nieuwe troepen
tot de verdediging van het bosch (het bosch
van Bossu\ dat door Jeróme Bonaparte,
Napoleons broeder, met overmacht bestookt
werd. "Weldra hadden dezen de hoeven
veroverd en drongen zg steeds dieper het
bosch in, waarvan de noordelijke helft
evenwel in het bezit der Nederlanders bleef.
Spoedig naderden nieuwe hulptroepen,
waaronder het Engelsch-Hannoversche leger
onder Alty en de Engelsche garde onder
Cooke (spreek uit Koek.) De Franschen
•werden weder uit hunne stellingen gedreven
en toen ,de schemering hen dwong het
gevecht te staken, bleek ieder der partijen
de stelling te hebben behouden, die zij voor
den slag had ingenomen.
Van weerskanten waren 3000 dooden te
betreuren.
De eer van dien dag komt toe aan Per
poncher. Had deze geen stand gehouden
bij Quatre-Bras, de Engelschen zouden zich
daar niet hebben kunnen verzamelen, en
Mey zou de gelegenheid hebben gehad om
de Pruisen aan te vallen en te verstrooien.
Maar na hem aan den Prins van Oranje,
die van 10 tot 4 uur in den middag met
Deze bepaling werkt ongelijk, en is dus
onbillijk.
Neem een klein dorp, grootendeels door
huurboeren en arbeiders bevolkt. De ge
meente moet wegen en vaarten onderhouden.
Ook den veldwachter moet zij bezoldigen,
en te hulp komen aan arme daglooners die
niet meer kunnen werken en door de
diaconie niet worden gesteund. Dit geld
wordt opgebracht door deze huurboeren en
arbeiders, en de uitwonende eigenaars, wij
zullen ze nu maar eens noemen de heeren
die buiten het dorp of buiten de provincie
wonen betalen niets, dan de 40 opcenten,
terwijl de boer er 40 betaalt.
Nu wordt het voor beide 60 en zullen dus
de eigenaars buiten de gemeente aan de
plaatselijke behoeften moeten mede betalen,
terwijl de inwonende eigenaars niet zwaar
der worden gedrukt, dan tot dusverre,
aangezien de andere plaatselijke belastingen
aanzienlijk zullen dalen.
De gezamenlijke eigenaars van ongebouwde
eigendommen over het geheele land betalen
dan wel 4 ton in de grondlasten meer
doch de plaatselijke belastingen verminderen
in dezelfde mate. Op het patent zal de
gemeente voortaan 2% meer opcenten kun
nen heffen. Een zeef luttele winst, die de
minister eigenlijk best kan terughouden.
Voorts worden door het Rijk 20 opcenten
op het personeel aan de gemeenten over
gelaten, waar de landbouwers dus ook,
wat de belasting betreft, bij profiteeren.
Maar nu wordt breed uitgemeten het
nadeel dat in plaats van de thans vastge
stelde jaarlijkscheuitkeering, voortaan slechts
hoogstens liet ®/4 daarvan door de gemeenten
zal kunnen worden genoten. En onderwijl
verzwijgt men er bij dat die 20 opcenten
die het Rjjk aan de gemeenten afstaat
juist tegen dit nadeel opwegen.
De belastingschuldigen blijver» van dezelfde
een handjevol dapperen zich tegenover man
nen van zooveel beproefde bekwaamheid en
overmacht had staande gehouden. Bovenal
dank aan Neerlands God die onze mannen
zoo kennelijk ter zijde stond. De verdedi
ging van Quatre-Bras was een belangrijk
feit in de gevolgen. De Prins van Oranje
en de Nederlandsche troepen hebben de
overwinning bij Waterloo mogelijk gemaakt
door de verdediging van Quatre-Bras.
Het was, na deze gelukkig geslaagde ver
dediging, alsof Napoleon van de eene dwaas
heid in de andere verviel; terwijl debond-
genooten hun beleid en doortastendheid had
den herkregen. Want van dien dag at,
werden door Wellington en Blucher goede
maatregelen genomen. Hunne groote legers
kwamen elkander telkens meer nabi)ter
wijl de fransche troepen al langzamer en
werkeloozer weiden, en deze hereeniging
ongehinderd toelieten.
Zoo wischte Napoleon zelf door zijn dralen
de weinige goede gevolgen uit, die jLigny en
Quatre-Bras hem boden.
In persoon deelnemende aan den strijd
en zijne ruiterij tegen die van Napoleon
aanvoerende, had Blucher in den avond van
den 16 Juni een lichte wonde bekomen, die
hem noodzaakte het opperbevel over de
Pruisische troepen aan Gneisenau over te
dragen. Ook dit was een geluk bq een
ongeluk. Immers Blueher bezat veel persoon
lijken moed, doch den tact om een veldslag
te leiden moest men bij Gneisenau zoeken.
Veel rneer nog dan Blucher zag Gneisenau
in, hoeveel van de hereeniging met de Engel
schen afhing. Hij beslout dus, niet naar
de Maas terug te trekken, maar den terug
tocht in noordelijke richting te bewerk
stelligen en zoo de troepen van Wellington
te naderen.
Die terugtocht had in goede orde in den
riacht van 17 Juni plaats. Tot op drie
uren afstands van Waterloo hielden zij stand.
conditie; alleen maar het bedrag aan de
gemeenten afgestaan, is veranderd.
Het stelsel van uitkeering eener vaste
som, terecht door de regeering veroordeeld,
wordt op nieuw ingekrompen, en de vrijheid
der gemeentebesturen tot het heffen van
belastingen op nieuw uitgebreid.
Nu is het natuurlijk zeer gemakkelijk,
als men van ééne bepaalde gemeente het
inkomen aan belastingen, het aantal opcenten
en de opbrengst der grondbelasting kent,
te constateerenzie, nu krijgt deze ge
meente zooveel meer, en dat moet de kleine j
man meer betalen. Zulk eene redevoering
is eerlijk noch verstandig. Wil men de be-
lastingontwerpen eerlijk beoordeelen, dan
moet men de uitwerking er van nagaan
voor alle gemeenten in onze provincie.
Wjj voor ons, die onze vrienden niet
in de eerste plaats onder gemeenteambte
naren of gemeentebesturen zoeken, natuur
lijk behoudens enkele vereerende uitzonde
ringen, moeten bekennen dat wij op dit
oogenblik zulk een tabellarisch overzicht
niet zouden kunnen geven.
Zien wij evenwel dat in verreweg de
meeste gemeenten van ons land, blijkens
de tabellen door de provinciale bladen open
baar gemaakt, deze r.ieuwe regeling een
voordeelige uitkomst oplevert, en dat ook in
Zeeland nu reeds gemeenten bekend zijn,
die er wel (bij varendan kunnen noch
mogen wij nu reeds terstond met de libe
rale bladen méégaan, om deze ontwerpen
onvoorwaardelijk te veroordeelen.
Bovendien is 't niet denkbaar dat een
minister des Konings met een dergelijke re
geling zou voor den dag gekomen zijn, zon
der niet eerst nauwkeurig te onderzot ken,
of het lueerendeel der gemeenten ze wel
dragen kan. Of liever van dragen kan
geen sprake zijn, nu men weet dat vele
gemeen! en onder een schuldenlast gebukt
En onderwijl bleef Napoleon werkeloos 1
Wel was het een regenachtige Zaterdag,
die 47de Juni, doch gaf dit hem recht op
•ie weinig behaalde lauweren in te sluimeren,
en den vijand toe te laten dat hij zich van
zijne verliezen herstelde?
Ja, wel had hq aan Grouchy opgedragen
de Pruisen in het oog te houdendoch
deze voldeed jp zeer gebrekkige wijze aar-
dit bevel. Evenwel ook dit verontschuldigt zjjn
eigen traagheid niet. Het eenige wat hij
nog deed was de Engelschen vervolgen, die
in de richting van Brussel terugtrokken.
Een gevecht met de Engelsche achterhoede
werd ten voordeele der laatste beslist.
Bij het gehucht Mont St. Jean werd halt
gehouden. Op een uur ten zuiden daarvan
ontstaken ook de Franschen hunne bivak
vuren. De 47de Juni was voor hen nutte
loos voorbijgaan.
WATERLOO.
Zoo naderde de 48e Juni. Wellington
liet aan Blucher weten, dat hij bij Waterloo
dien dag wenschte slag te leveren, en op
zijne hulp rekende. Bluchers antwoord aan
den bode was, dat bij niet een gedeelte
van zijn leger wenschte te zenden, maar
dat hrj zelf komen zou met al zijne troepen.
Deze afspraak gaf heel wat drukte in
de verschillende gelederen. De Pruisen
maakten zich al vroeg op om naar den kant
van Waterloo op te rukken, terwijl de
Engelschen zich beijverden om een geschikt
terrein te kiezen voor den aanval. Jammer
dat Wellington, steeds bedacht om Brussel
zooveel mogelijk te beschermen, zijne troe
pen weder zoo verspreid opstelde. Zoo lag
onder anderen op twee uur atstands van
Waterloo Prins Frederik der Nederlanden
met 44,000 soldatenterwijl hier en daar
ook nog andere groepen werkeloos neder
lagen, zonderdat er aan gedacht werd hen
naderbg te doen komen. Hunne hulp zou
inderdaad in de hachelijkste oogenblikken
gaan, zoo groot dat zij zelfs 400 opcenten
heffen en zij zoo ze al niet achteruitgaan,
desniettemin de oude knecht blijven.
Doch wjj herhalen men neme niet eene
gemeente, men neme alle gemeenten tot
voorbeeld.
Onze gemeenten zijn nu eenmaal niet
gelijken in de vrijheid van beweging die
de gemeentebesturen door deze wet krijgen,
om niet hetzellde belastingstelsel toe te
passen ligt juist de kracht der ontwerpen.
Daarom zullen ook niet alle gemeenten
het a/* van het thans uit de personeele be
lasting aan hen uitgekeerde ont;angen. Al
leen. dezulken die er behoefte aan hebben.
Die behoefte moet daaruit blijken, dat zij
van de andere middelen tot belastingheffing
hoofdeljjken omslag, opcenten personeel, be
drijfsbelasting enz. gebruik maken.
Daarom schreef de regeering in haar
ontwerp de bepaling dat de personeele be
lasting, die in de plaats kornt van het 'thans
genoten wordend fixum, in geen geval meer
mag bedragen dan de helft van hetgeen de
gemeente aan opcenten aan die belasting en
aan eigen belastingen ontvangt.
Deze beperking is billijk. Er zijn toch
gemeenten, die zulk een hooge som als
vaste uitkeering ontvangen, dat zij desnoods
zonder heffing van opcenten op het personeel
er kunnen komen, en geeD of zoo goed als
geen hoofdeljjken omslag heffen. Deze ge
meenten hebben natuurlijk aan de uitkeering
van het 5A der thans genoten wordende
som geen behoefte, te meer daar ook haar
de vrjjheid is gegeven door heffing van
hoogstens 60 opcenten op de grondbelasting
zich te helpen.
Onze tegenstanders zeggen Een bepaald
deel der inwoners zal getroffen worden ten
bate van anderen, die door grooter inkomen
<len belastingdruk uit den aard der zaak
minder gevoelen.
den troepen zeer te stade zjjn gekomen.
Wij zagen reeds dat de Pruisen opgerukt
waren om de Engelschen te hulp te komen.
Het moet echter gezegd worden, dat zjj
hunne marschen zoo langzaam mogelijk
maakten. Wel waren de wegen door de
vele plasregens zoodanig doorweekt, dat de
kanonnen niet dan met veel moeite over
den drassigen grond konden worden voort
getrokken, toch werkte de traagheid van
hen die onder Blucher dienden veel meer
nog tegen dan de grond.En ware niet Blucher
er telkens bjj geweest om de tragen en
onmachtigen aan te moedigen, nog later
dan nu. en dit wil zeggen i in het ge
heel niet zou op 48 Juni de vereeniging
van Engelschen en Pruisen hebben plaats
gehad.
Inmiddels was de Pruisische achterhoede
bjj Wavre onder bevel van geraal Thielmann
door den franschen linkervleugel onder
Grouchy aangevallen. Een bode die namens
hem bjj Blucher op versterking kwam aan
dringen, ontving als antwoord mede, dat
Thielmann zich maar moest zien te redden,
want dat allen naar Waterloo (noesten.
Dien dag bleven Thielmann en Grouchy tot
den avond slaags. Eerstgenoemde had een
zeer sterke stelling ingenomen, die door den
ander te vergeefs werd bestormd.
Voor de verbondenen was het een zegen
des Heeren, dat Grouchy zich zoo letterlijk
aan de bevelen des Keizers hield, door zich
alleen met de Pruisen bezig te houden,
terwjjl bij het gebulder der kanoDnen bij
Waterloo hoorde. Indien hg en zijne 30
duizend getrouwen op het eerste hoorei)
van den aanval naar Waterloo waren ge
sneld, of er wel iets van het Engelsch-
Nederlandsche leger zou terecht gekomen
zijn? Zou ook het Pruisische leger, na een
nederlaag van het Engelsche, een tweeden
aanval even gelukkig hebben doorstaan
iWordt vervolgd).