M. NOORDIJKE,
M. NOORDIJKE,
H. NOORDIJKE.
il
M. NOORDIJKE
NOG IETS.
HUISHOUDING.
De nieuwe belaslingontwerpen.
geen geboren redenaar is, zal wel
geen hinder zijn voor wie zijn tegen-
candidaat kent. Die toch is het ook
niet. Bovendien is die schande zoo
groot niet. De candidaten deelen
ze met duizenden. De Provinciale
Staten tellen niet vele redenaars.
En niet in de eerste plaats de
redenaars (zonder meer) zijn de ge
schiktste en nuttigste candidaten.
De heer Noordijke is reeds vroeger
candidaat geweest, toen de oude kies
wet met haar beperking van het ge
tal kiezers hem hoegenaamd geen
kans van slagen bood. Alvorens
andere candidaten te proclameeren,
is het onze plicht dat wij hem naar
de Staten atvaardigen.
Hij is tevens nu door verplaatsing
en inwoning een NoordBevelander ge
worden.
Er zitten op het oogenblik zeven
leden in de Staten voor Goes. Onder
hen is slechts één Noord Bevelander.
De heer Huvers die vroeger de tweede
was, is naar Middelburg vertrokken
en kan dus niet gerekend worden
meer voor Noord Beveland te zitten.
Het is dus goed dat wij nu eens
iemand hebben, die in Noord Beve
land woont; en de nooden van dit
eiland van nabij kan zien en ter harte
nemen.
De quaestie van den Sophiapolder
blijft voor Noord-Beveland op de
agendaen naast onzen wakkeren
vertegenwoordiger Van Schouwen,
dien wij nog dankbaar zijn in de
herinnering aan wat hij in 't belang
der Noord-Bevelanders sprak en deed,
worde de plaats bezet door onzen
bezadigden, kundigen en bekenden
candidaat den heer
Notaris te Kolijnsplaat.
Voor een goeden gang in de huis
houding is noodig, dat de huishoude
lijke wetten zoodanig zijn dat een
goede gang mogelijk is. Men gevoelt
dat, en vandaar, dat bij gemis aan
goede wetten de huishouding kreupel
gaat, zoo in het gezin, zoo in den Staat.
Wat zijn goede wetten?
Dat zijn zulke, die gebouwd zijn
op Gods getuigenis, het dierbare
Woord Gods, onzen Bijbel, en van
daar dat het Nederlandsche volk ge
roepen is, daarop aan te sturen, dat
Overeenkomstig Gods Woord mannen
die
rechtvaardig
verkozen worden,
zijn en Ue gierigheid haten. Mannen
die de eere Gods boven alles beoogen,
Ms dit Hetende, «die Mij eeren, zal
k eeren», en die verkozenen moeten
samen zijn als een eenig man.
Wat een huishouding is van een
enkel gezin, is genoeg bekend door-
Wat de huis-
het geheele
volk omvat, dat wordt vaak alleen
maar gevoeld, wanneer die huishou-
gebouwd is op vulcaanschen
dagelijksche omgeving.
houding aanbetreft, die
ding
Jaren achtereen heeft een groot ge-
I gedeelte van het Nederlandsche volk
'moeten lijden miskenning van hunne
rechten, verguizing, versmading, om
dat zij te dom werden geacht oin met
de stofvergoding mede te doen.
Daarin is kentering, verandering
gekomen. En ofschoon er nog veel
;ebeuren moet om zich te verblijden
'rn een geheel gezegende omkeering,
iïtoch mag men zich aanvankelijk ver-
heugen, dat er eene regeering aan
l aet roer is, die blijk geelt, dat zij
j\ et volk va.i Nederland wil besturen
naar Gods Woord en de huishouding
van den Slaat van rechtmatige wetten
wil voorzien.
Zal deze regeering in haar pogen
slagen? Ja! Als de zoogenaamde
wetgevende macht, dat is de Tweede
Kamer, met de Regeering êene lijn
trekt, en er niet eene Eerste Kamer
zij, die de wetgevende macht en dc
Regeering tegenstaat.
Bewezen is in den persoon van
Keuchenius wat die eerste Kamer
vermag en heeft gedaan. Die han
delwijze mag niet vergeten wor
den, en daarom zij er naar gestreefd
om mannen te zien afgevaardigd
naar de eerste kamer, die de Re
geering in haar pogen steunen.
Het afvaardigen van zulke leden
berust in de handen der Provin
ciale Staten en van daar, dat
de Kiezers die in hun vaandel ge
schreven hebben „Voor God, Neder
land en Oranje",geen enkele gelegen
heid mogen laten voorbijgaan om
de keuze te vestige r op personen
die onder dat vaandel .strijdenen
daardoor te bewerken, dat mannen
afgevaardigd worden naar de Pro
vinciale Staten, die trachten zullen,
dat de le Kamer saamgesteld wordt
uit mannen die èn de Regeering én
de wetgevende macht niet dwars-
boomen.
Vaak is gezegd dat het met het
collegie van de Provinciale Staten
zeo nauw niet let als er maar ge
zorgd wordt voor Zc-elands Zeewe
ringen, opdat de zee het land niet
verzwelgeal het andere moet im
mers toch bestuurd worden naar de
wetten des lands, en waagt men daar
buiten te gaan, «Een Kon. besluit»
brengt de zaak volgens de wet in
orde en daarin moet berust worden.
Van die bewering is veel waar,
maar het teedere puntje, dat de
Provinciale Staten uitkomen in hun
afgevaardigden naar de ie Kamer,
daar glijdt men overheen.
En juist daarom is het van zulk
een groot gewicht, bij de keuze van
Leden voor de Provinciale Staten,
daarop de Bijzondere aandacht te
vestigen.
Den 24 Septemher worden wij
geroepen in ons district een afge
vaardigde te kiezen.
Aan hem die door de Antirevo
lutionaire kiesvereenigingen kandi
daat gesteld werd, zal niet ontbreken
het oordeel der liberalen, want zulk
een kandidaat wordt dan door hen
op eene verhevenheid geplaatst, en
van alle zijden besproken, beoor
deeld, veroordeeld, geminacht om de
goe gemeente in haar keuze te doen
wankelen en over te halen op hun
uitnemende kandidaten.
Kiezers in het District Goeslaat
u niet bewegen, verleiden om ge
hoor te geven aan die slimme vo
gelaars, maar komt getrouw ter
stembus uw burgerplicht vervullen
en kiest eenparig een man uit het
volk die den lust en de gaven heelt,
uwe belangen te bepleiten, wiens
vroegere arbeid bij het gemeente
wezen hem de keunis daarvan waar
borgt en wiens bescheiden arbeid
in bijzondere betrekkingen steeds
gericht is geweest op de verbreiding
der door schrijver dezes geschetste
beginselen.
Kiest met mij den heer
Notaris te Kolijnsplaat.
jongste rageeringsontwerpen door hunnen
burgemeester, niet laten van de wijs brengen.
Burgemeester Bybau heelt namelijk met
veel lot gesproken over den maatregel van
onzen antirevolutionairen minister van fi
nanciën.
Het desbetreffend verslag in een der bladen
zegt«Met cijfers ook voor deze gemeente
toonde hij aan hoe de plattelandsgemeenten,
worden deze ontwerper, wet, in hare fi
nanciën er zeer mee gebaat zullen worden
en de gemeenten meer vrijheid in hare
plaafselijke belastingen zullen erlangen.»
Nu zou men zoo zeggen: Als de anti
revolutionaire regeering zoo goed haar be.-t
doet, dat zij zelfs een liberaal als burge
meester Bybau begint te bevallen, dan zal
deze laatste toch zeker wel geen lust hebben
in een politieke vereeniging de candidatuur
van een tegenstander dier regeering te
komen bepleiten. En zie dit is geschied.
De heer Bybau heeft de liberale kiesver
eeniging heel veel goeds verteld omtrent
het belastingontwerp van den antirevoluti
onairen ministerdoch tegelijk den wenk
gegeven r.iet op een geestverwant van dien mi
nister te stemmen voor de Provinciale Staten.
Aan opzet of politiek denken wij hierbij
in geenen deele. Toch mogen vooral de
Koiijnsplaatsche kiezers, voor zoover zij met
ons de christelijke historische beginselen
belijden, door deze op het oogenblik schijn
baar zoo gematigde, welwillende, vriendelijke
beoordeeling, zich niet laten wijs maken,
dat het liberalismewaarvan de heer Bybau
zeer zeker een der uitnemendste tolken is,
ook maar iets van zijne onbetrouwbaar
heid verloren heeft. Het liberalisme
haat, krachtens zijne natuur, de be
ginselen onzer regeering, zoodat zells de
welwillendste wijze van optreden zijner
belijders niemand der onzen verleiden mag
zijne stem te geven aan iemand, die voor
de Eerste Kamer en de Gedeputeerde Staten
mannen zal helpen kiezen die onze regeering
vijandig zijn.
De kiezers te Kolijnsplaat zullen dus wel
doen door niet af te gaan op den raad van
hun burgemeester, maar als één man te
stemmen op den antirevolutionairen candi-
dtat, den heer
Kolijnsplaat.
Het zal wel niet noodig zjjn onze vrienden
te Kolijnsplaat te waarschuwen dat zij zich
door de zeer gunstige beoordeeling van de
In een der blaadjes die de verkiezing voor de
Provinciale Staten leiden, worden de nieuwe
belastingontwerpen van den minister van
financiën onder handen genomen. Dat zulks
gebeuren zou, was te denken sedert bekend
werd, dat te Kolijnsplaat door een rechts
geleerde en landbouwman (burgemeester
Bybau) nog al welwillend over deze ont
werpen was gesproken.
Verzuimd werd echter in het blaadje
er op te wijzen, dat de nieuwe belasting-
ontwerpen niet zouden noodig geweest zijn,
indien niet op eene al te kwistige wijze door
liberale gemeentelijke, provinciale en rijks-
regeeringen, was omgesprongen met onze
gelden.
Yo >ral de gemeentekassen verkeeren in
grooten geldelijken nooden dien nood
hebben in sommige gemeenten de liberalen,
voor zoover z\j prachtige dure scholen met
overdekte speelplaatsen bouwden, en hel
onderwijs zoo weelderig mogelijk inrichtten,
'op hun geweten. Alsmede de Gedeputeer
den, voorzoover zij die ontzaglijke uitgaven
niet hebben tegengegaan. (En de Gede
puteerden worden ook door de Provinciale
Staten gekozen.)
De gemeenten moesten dus geholpen
worden. En nu heeft de minister van
financiën er wat op gevonden. Hij wil
5 pet. grondlasten htflen en de gemeente
het recht toekennen op die belasting op
centen te heffen, zooveel zij zal noodig
hebben om hare deels door de schoolwet
van '78 in de war gestuurde financiën
weer in orde te brengen. Maar meer dan
60 pet. mogen die opcenten niet bedragen.
Volgens de bestaande regeling kan een
gemeente heffen (zij doet het echter niet
altijd) 40 opcenten op de hoofdsom van de
belasting op de gebouwde en 10 opcenten
op die der ongebouwde eigendommen.
Deze bepaling werkt ongeljjk, en is dus
onbillijk.
Neem een klein dorp, grootendeels door
huurboeren en arbeiders bevolkt. De ge
meente moet wegen en vaarten onderhouden.
Ook den veldwachter moet zij bezoldigen,
en te hulp komen aan arme daglooners die
niet meer kunnen werken en door de
diaconie niet worden gesteund. Dit geld
wordt opgebracht door deze huurboeren en
arbeiders, en de uitwonende eigenaars, wij
zullen ze nu maar eens noemen de heeren
die buiten het dorp of buiten de provincie
wonen betalen niets, dan de 10 opcenten,
terwijl de boer er 40 betaalt.
Nu wordt het voor beide 60 en zullen dus
de eigenaars buiten de gemeente aan de
plaatselijke behoeften moeten mede betalen,
terwijl de inwonende eigenaars niet zwaar
der worden gedrukt, dan tot dusverre,
aangezien de andere plaatselijke belastingen
aanzienlijk zullen dalen.
De gezamenlijke eigenaars van ongebouwde
eigendommen over htt geheele land betalen
dan wel 4 ton in de grondlasten meer
doch de plaatselijke belastingen verminderen
in dezelfde mate. Op het patent zal de
gemeente voortaan 2% ineer opcenten kun
nen heffen. Een zeer luttele winst, die de
minister best kan terughouden.
Voorts worden door het Rijk 20 opcenten
op het personeel aan de gemeenten over
gelaten, waar de landbouwers dus ook,
wat de belasting betreft, bij profiteeren.
Maar nu wordt breed uitgemeten het
nadeel dat in plaats van de thans vastge
stelde jaarlijkscheuitkeering, voortaan slechts
hoogstens het a/4 daarvan door de gemeenten
zal kunnen worden genoten. En onderwijl
verzwijgt men er bij dat die 20 opcenten
die het Rijk aan de gemeenten afstaat
juist tegen dit nadeel opwegen.
De belastingschuldigen blijven van dezelfde
conditiealleen maar het bedrag aan de
gemeenten afgestaan, is veranderd.
Het stelsel van uitkeering eener vaste
som, terecht door de regeering veroordeeld,
wordt op nieuw ingekrompen, en de vrijheid
der gemeentebesturen tot het heffen van
belastingen op nieuw uitgebreid. Men moet
burgemeester zijn, om dit te beseffen, en tevens
te lachen over het feit dat men deze
alleszins gewenschte zaak als argument
gebruikt om er onzen candidaat voor de
staten, als hadde kij te dezer zake met
den minister van financiën geconfereerd,
mee te bestrijden.
De groote fout van den bekwamen be-
oordeelaar der nieuwe belastingontwerpen
is dan ook geweest dat hij Goes tot voorbeeld
koos. Hij had EEN DER DORPEN, waar
veel huurboeren, kleine boertjes en arbeiders
wonen, tot voorbeeld moeten kiezen.
Onze gemeenten zijn nu eenmaal niet
gelijk; en in de vrijheid van beweging die
de gemeentebesturen door deze wet krijgen,
om niet hetzelfde belastingstelsel toe te
passen ligt juist de kracht der ontwerpen.
Onze tegenstanders zeggen Een bepaald
deel der inwoners zal getroffen worden ten
bate van anderen, die door grooter inkomen
den belastingdruk uit den aard der zaak
minder gevoelen.
Als de verkiezing afgeloopen is, zullen
zij deze vage bewering bewijzennu
echter schijnt hun de tijd daartoe te ont
breken
Er is dus geen aanleiding tot het groote
woord En dit douceurtje zullen de pachters
en boeren te danken hebben aan een mi
nisterie dat zij zeiven aan het bewind
brachten.
Onze kiezers-landbouwers moeten de zaak
nu maar eens van twee kanten bekijken.
Of wij dan met alles in die belastingont
werpen meegaan Immers neen en wij
zullen dit te zijner tijd in ons blad bespre
ken. Het is met de verhooging der grond-
lasting eenzelfde quaestie als met de invoer
rechten. Letten wij alleen op de belasting-
quaestie, dan pleit er veel voor. Maar de
tandheeren zullen iets meer te betalen hebben.
Over het heele land te zamen 4 ton voor
ongebouwde, en 7 ton voor gebouwde eigen
dommen. Maar dan zullen zij dit zeker
weer wel op de pachters willen of moeten
verhalen en dit doet ons althans met dat
deel der regeling weinig op hebben.
Maar dit is geen reden om het heele
ontwerp af te keuren en nog _mitider om
er den heer
mede uit de Staten te weren.
Krabbendijke.
'tls altijd lastig, als wij tusschen tijds
moeten gaan stemmen. Maar de grootste