1890. No. (49. Donderdag 18 September. Vierde Jaargang M. NOORDIJKE, V E R S C H IJ A T G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. 1»RIJS HER ADVERTEYI1Ë3V DE OPENINGSREDE. TWEEDE KAMER. EERSTE KAMER. ei.KEN MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummersƒ0.025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regei meer 10 cent. ft' i Zij die zich met 1 October, a. op ons blad abonneeren, ontvan gen het tot dien datum GRATIS. De gezamenlijke Antirevolutionaire Kiesvereenigingen op Zuid-en Noord- Beveland hebben voor de verkiezing in de Provinciale Staten op Woens dag, 24 Sept. e. k. candidaat gesteld den beer Notaris te Kolijnsplaat. De Zeeuw steunt gaarne deze can- didatuur. Hoewel zich Dinsdag vele vreemdelingen in de residentie bevonden, haalde toch hun aantal in de verte niet bij vroeger, toen op den derden Dinsdag in September Z M. den Koning zelf de zittingen der beide Kamers opende. Thans werd het openingswoord weder, gelijk ten vorigen jare, niet door Z. M., muar door den minister van koloniën, de heer Mackay den eersten minister in dit Kabinet uitgesproken. Er lag iets weemoedigs in den aanblik van hun optreden. Op diezelfde plaats waar zij stonden, hadden vroeger de prinsen Frederik en Hendrik, Willem en Alexander, met den Koning in hun midden gestaan van lieverlee was dit aantal gedund, wanneer daar telkens een dezer Oranjezonen door den dood werd weggenomen; eindelijk maakte de Koning alleen de reis van het Paleis naar het Binnenhofen ten slotte mist het Nederlandrche Volk zelfs ook deze eene gelegenheid nog, hem eenmaal 's jaars to« zich te hooren spieken van zijn tioon. En daar buiten Welk een verschil Toen die lange, prachtige rijen van Hof- rjj tuigen met 's Konings «glazen koets» tot middelpuntdie plechtige intocht des Konings, wiens z»tel door generaals te paard werd beschermd die lange stoet, door het stafmuziek van Dunkier ingeleid, door al de infanterie en cavallerie waarover Den Haag beschikt, opgeluisterd; en dan die dichte ondoordringbare menschenmassa uit alle oorden van Nederland saamgestroomd, stil wachtend tot het eerste kanonschot de komst des Konings aankondigde. Thans slechts vijf van 's konings gala koetsen, slechts door een peloton huzaren gevolgd en door een veel minder dichte menschenmassa bewonderd. En in die rijtuigen niemand dan de opper-ceremonie- meester en de raadslieden der Kroon 1 Ook in dit opzicht is Nederland schrik barend achteruit gegaan. Doch luisteren wjj even naar het openings woord, dat namens den Koning door mi nister Mackay, nadat het achttal ministers, voorafgegaan door 's Konings opper cere moniemeester, door eene commissie uit de eerste en tweede kamer (de heeren Bultman, v. d. Breggen, Rengers, Prins, v. d. Velde, Rorret, v. Kempen en Guyot) is binnenge leid, wordt gesproken. Onder de talrijke toehoorders zijn ook de gezant der Ameri- kaansche Unie, en de zaakgelastigde van het Duitsche Keizerrijk. «.Mijne Heeren De Koning, wiens dierbaar leven dit jaar, Gode zij dank, gespaard bleef, heeft Ons opgedragen, deze zitting der Staten-Generaal te openen. 's Konings betrekkingen met de buiten- landsche Mogendheden zijn steeds van viiend- schappelyken aard. Met ingenomenheid is gevolg gegeven aan de uitnoodiging om deel te nemen aan de anti-slavernijconferentie te Brusselgetrouw aan de beginselen door Nederland als koloni ale Mogendheid voortdurend gehuldigd en in toepassing gebracht, hebben 's Konings gevolmachtigden ernstig medegewerkt tot het beramen van maatregelen, die kunnen strekken tot bestrijding van den slavenhan del. De Regeering betreurt ten zeerste dat tot dusverre die conferente niet heeft geleid tot het beoogde mensch bevende doel. De min gunstige weersgesteldheid heeft de g>ede verwachtingen omtrent den oogst eenigermate teleui gesteld, de veestapel ver keert in uitstekenden toestand. L)e ten einde gebrachte enquête betreffende den Landbouw heeft menige bijzonderheid aan het licht gebracht, waarvan met vrucht gebruik kan gemaakt worden, bij het over wegen van maatregelen ter bevordering van de belangen van dier. voornamen tak van welvaart. Eenige verbetering is merkbaar in den toestand van handel en nijverheid, terwijl de scheepvaart, vooral die ter zee, zich aan merkelijk heeft uitgebreid. Uwe goedkeuring zal gevraagd worden voor de met eenige stoombootmaatschappijen gesloten overeen komsten ten einde een versnelden maildienst met Nederlandsch Indië te bevorderen. Ook dit jaar hebben in verschillende dee len van ons land werkstakingen plaats ge had, van Regeeringswege is door afdoende maatregelen gewaakt tegen verstoring dei- openbare orde. Aan de Staatscommissie, ingesteld bij de wet van 19 Jam ari 1890 (Staatsblad no. 1) is, behalve voortzetting van den arbeid der parlementaire Enquête commissie, opgedragen bij haar onderzoek na te gaan, in hoeverre in de onderschei dene takken van nijverheid behoefte bestaat aan officiëele organen tot vertegen woordi ging van de belangen der arbeiders en tot oplossing van tusschen hen en de werkgevers gerezen geschillen. De in den zomer van dit jaar te Amsterdam gehouden tentoon stelling tot bevordering van veiligheid en gezondheid in faorieken en werkplaatsen en het daaraan verbonden Congres, door particulier initiatief tot stand gekomen, ge ven der Regeering een zeer gewaardeerden steun in haar pogingen om verbetering in den toestand te brengen. Bij de reeds aanhangige wetsontwerpen, welker behandeling een groot deel van Uwen beschikbaren tyd zal vorderen, zullen nog enkele anderen gevoegd worden, waar van de indiening, reeds vroeger toegezegd, tot nog toe vertraging heelt ondervonden. Voorts zullen weldra aan uwe Jgoedkeu- ring worden onderworpen eenige financieele maatregelen in verband staande met ver schillende in het afgeloopen zittingjaar tot stand gekomen wetten. De toestand van 's Rjjks middelen laat toe de gemeenten te hulp tekomen zonder de Rijksinkomsten te versterken. Nevens de reeds aanhangige ontwerpen, het belastingwezen betreffende zullen wetsvoorstellen tot herziening van de personeele belasting enden zoutaccijns Uwe aandacht vorderen. Op spoedige behandeling van het in de vorige zitting ingediende ontwerp tot rege ling van den krijgsdienst wordt prijs ge steld. Weldra zal U een wetsontwerp, de ter uitvoering dier regeling noodige invoe- rings- en overgangsbepalingen bevattende, worden aangeboden. Bovendien zullen U wetsontwerpen berei ken op de verveningen en tot regeling der bevoegdheid om als officier of als machinist dienst te doen aan -boord van koopvaardij schepen. De verrichtingen van de zee- en landmacht in Nederlandsch Indië kunnen weder niet anders dan met grootert lof vermeld worden, beider roem werd verhoogd door de jongste wapenfeiten in Edi. Van dezeemacht wordt opnieuw veel inspanning gevorderd voor de afsluiting van een groot deel der kust van Atjeh, die wegens de bestendiging van het verzet tegen liet Nederlandsch gezag noodig is geoordeeld. Mag de economische toestand in onze Indische bezittingen over het algemeen niet onbevredigend genoemd worden, teleurstel lend voor het Bestuur en de inlandsche bevolking, zoowel als voor particuliere onder nemers is de door ongunstige weersge steldheid veroorzaakte buitengewoon geringe koffieproductie op Java in dit jaar. Een zeer voorzichtig financiëel beleid is meer dan ooit geboden. Niettemin zal met kracht de hand kunnen gelegd worden aan de uitvoering van irrigatie werken, ter wijl Uwe beslissing zal worden ingeroepen om den verderen aanleg van spoorwegen op Java te bevorderen door het verleenen. van rentegarantie aan consessionarissen. De beschikbare overschotten van vroegere dienstjaren maken het inogeljjk het geraamd tekoit op de in te ciienen begrooting te dekken, zonder tot een geldleening te.i behoeve van Nederlandsch-Indië over te gaan. Gods onmisbare zegen ruste op Uwen arbeid tot bevorciering van 's I ,ands belangen. In naam des Konings verklaren Wij de zitting der Staten-Generaal geopend. Laten wij met een paar woorden den indruk weergeven, dien deze openingsrede bij ons heeft achtergelaten. Reeds de le paragraaf getuigt van de betrekking waarin dit Ministerie staat tot de Natie, voorzoover haar christelijk be wustzijn haar niet heeft verlaten. Het eerste woord van eene Regeering tot het Volk moet een instemming zjjn met diens dank aan Gods genade voor het bij ver nieuwing gespaarde leven des Konings. Ook zegt de Regeering in ronde woorden aan de vertegenwoordigers des Volks wat haar in het vorige jaar eene oorzaak van teleurstelling was. n.l. de gedeeltelijk mislukte anti-slavernjjconferentie; de werkstakingen de koffieoogst, de landbouwmaar ook op uit nemende zegeningen als de gezondheid des Konings, den toestand van den veestapel; en vermeerderde welvaart, zjj het ook weinig. Zij spreekt van onderzoek naar de moge lijkheid der oprichting van Arbeidskamers, terwijl een warm woord van hulde wordt gewijd aan onze soldaten in Atjeh. En nu wat het toegezegde aangaat, 't Is minder dan vorige jarenen dat is het juist wat ons aanstaat Want daargelaten dat dit minder slechts schijnbaar is, dewijl ook ongenoemde, reeds vroeger toegezegde wetsontwerpen in bewerking zullen koinen, getuigt het van oprechten en nuchteren zin dat de Regeering den grooten hoop niet belangrijk wenscht te vermeerderen. Zien wij juist, dan spreekt in deze openingsrede het plan om achtereenvolgens al de punten van het in de Troonrede van 1888 ontwikkelde Program aan de orde te te stellen. Had dit echter kunnen geschieden De vraag zou natuurlijk slechts den minister van financiën kunnen gelden. En dan moet ook voor dien bewi idsman het antwoord luidekt: Neen. Om te komen lot regeling van financiëele aangelegenheden, dient men een overzicht te hebben en hoe zou dit voor de uitvoering der nieuwe schoolwet mogeljjk kunnen zijn geweest. Wat dan ook de openingsrede zegt ir, betrekking tot Inrziening van het personeel; en den zoutaccijns, bewijst genoeg, dat het den minister van financiën gelukt is, wat partijhaat en wantrouwen onmogelijk acht ten, namelijk eene regeling in het finanlie- wezen te bedenken, die den gemeenten, en onzen middenstand ten goede komt. De Regeering dringt zelve, in zake Leger- wet bij de kamer op spoed aan. Een herin nering die door de ondervinding by de behandeling van Schoolwet en Spoorwegwet opgedaan, niet overbodig scheen. Maar dan vertrouwen wij ook welerkeerig inzonderheid van onze antirevolutionaire Kamerleden, dat zjj de Regeering in die richting zullen steunen door bij de aanstaande Begrooting op uitvoering van de nog restende punten van het eeiste Pro gram dezer Regeering aan te dringen. Denken zij ook aan ons arme Indië. Daar moeten nieuwe bronnen van inkomsten voor de bevolking geopend worden. Wjj den ken daarbij aan de Ombiliën-steenkolenvelden. Minister Sprenger v. Eyk heeft indertijd, dank zij Keuchenius' verzet, aan de tweede kamer beloofd, dat een contract in zake de Ombiliën velden eerst aan hare goedkeuring zal worden onderworpen. En welke plannen heeft nu minister Mackay Het komt ons voor dat de regee ring deze belangrijke bron van inkomsten gemakkelijker en ruimer zal doen vloeien; wanneer zij aan particulieren vergunt deze mijnen te ontginnen, en hun daarbij als waar borg tegen mogelijk verlies, bijvoorbeeld 3i/, pet. rente van wege den Staat toe te zeggen. Particuliere exploitatie dus met Rijks ga rantie. Een maatregel dien de openings rede terecht ook voor Java heeft in het verschiet gesteld. Moge het minister Mackay gelukken ook de quaestie der Billiton mijnen (het wordt tyd) tot een goed einde te brengen. 17 September 1890. De vergadering vaa de Tweede Kamer werd heden geopend door den heer Van der Schrieck, met eene rede, waarin hij wees op den gewichtigen wetgevenden arbeid, dien de Kamer wachtte en welke, naar hjj hoopte, in den geest der natie zou volbracht worden. Hy eindigde met den Koning nog vele gelukkige en voorspoedige jaren toe te wenschen. De oversten Rooseboom en Seyffardt zjjn weder toegelaten en nameri na beëediging, zitting. Op de voordracht voor het voor zitterschap werden geplaatst als ln candidaat jhr. Beelaarts van Blokland met 54 «temmen tegen 36 op den heer E. Cremers 2n can didaat, generaal v. d. Schrieck met 51 tegen 39 stemmen op mr. E. Cremers en als 3n candidaat mr. E. Cremers met 68 stemmen. De hernieuwde afdeelingen benoemden tot voorzitters de hh. Schimmelpenninck van Nijenhuis, Keuchenius, Huber, Haffmans en Van Deldenen tot ondervoorzitters de heeren Van der Schrieck, De Geer, Smidt, Van Asch v. Wijck en Viruly. De centrale sectie die de orde der werk zaamheden regelt, dat zjjn de vijf voorzitters met den voorzitter der Kamer, telt dus vjjf antirevolutionairen en katholieken. Een omstandigheid, die van invloed zal zijn op de aanwijzing van die wetsontwerpen, welke nog voor de Juni-verkiezingen moeten aan de orde komen. Nog dient gemeld dat de antirevolutionaire partij als 3en candidaat aanwees een liberaal, den heer Cremers. Toen de liberalen de meerderheid hadden, stemden zjj nooit een antirevolutionair, steeds een der hunnen ot een roomsch-catholiek voor 3n candidaat. Zelfs Mackay, de oud-voorzitter in 1886, werd door hen, toen zjj de meerderheid herwonnen hadden, niet eens op de candi- datenljjst geplaatst. Ook hier hield de voorzitter de heer v. Naamen de openingsrede. Al de aan wezige herkozen leden werden beëedigd. De afdeelingen kozen tot voorzitters de hh. Viruly, Six, Fransen v. d. Putte, Insinger, en v. Akerlaken. De hr. W e r t h e i m kreeg verlof om op naJrr te bepalen dag aan de Regeering twee vragen te stellen,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1