NOORDIJKE, 1890. No. 148. Dinsdag 16 September. Vierde Jaargang VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Regeling van den Krijgsdienst. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers 0.02*. UITGAVE VAN en PRIJS DER AD VERTEX TIEN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regei meer 10 cent. Zij die zich met 1 October, a. op ons blad abonneeren, ontvan gen het tot dien datum GRATIS. De gezamenlijke Antirevolutionaire Kiesvereenigingen op Zuid- en Noord- Develand hebben voor de ver kiezing in de Provinciale Staten op Woens dag, 24 Sept. e. k. candidaat gesteld den heer Notaris te Kolijnsplaat. Be Zeeuw steunt gaarne deze can- didatuur. Reeds vroeger hebben wjj bij de bespreking van minister Bergansius' wetsontwerp gezegd dat de Regeering dankj en hulde verdient voor den moed waarmede zjj bovengenoemde zaak aan de orde stelde vooral nu zij weet dat zij zoodoende haar eigen politiek leven in de waagschaal stelt. Immers de Roomsch-Katholieke partij heeft zooveel bezwaren tegen deze wet, die met het beginsel der plaatsvervanging breekt, dat het wel niet mogelijk zal zijn haar met het ontwerp van haren eigen geloofsgenoot te verzoenen. Bovendien, ook al gaat deze wet er in weerwil van Rome's verzet toch door, wat by de sympathie der liberalen meer dan zeker is, dan nog blyft de moge lijkheid, wij zouden haast zeggen de zeker heid bestaan dat de dagen van het ministerie Maekay geteld zijn, wijl van samengaan der beide niet-liberale partijen dan geen sprake meer kan wezen. Reeds vroeger gaven wij ook als onze meening te kennen, dat het ministerie zich aan de vrees-aanjagende bestrijding der katholieken niet storen magwijl de vraag wat eischt het landsbelang? van vrij wat meer gewicht i« dan de vraag of samen werking met Rome na aanneming der leger- wet nog mogelijk zal blijken. Aan onze eigene beschouwing over deze gewichtige wet zouden wij tal van gunstige beoordeelingen uit liberale bladen kunnen toevoegen. Want met een zeldzame een stemmigheid hebben dezen zich vóór deze wet verklaard, gelijk zij nu reeds beginnen het jongste belastingontwerp van minister de Beaufort toe te juichen. Wy laten in het midden of de Bood schapper, die het weten kan, Jgelijk heeft met hare bewering, dat deze eenstemmige toejuiching der liberalen strekken moet om de katholieke partij van den katholieken minister los te maken en verdeeldheid te zaaien tusschen de twee samengaande par tijen. Wij constateeren slechts het feit dat wij, ter aanprijzing van het ministriëel ontwerp, het oordeel der liberale pers mogen onderschrijven. Onder anderen Het Vaderland, wijdde eenige artikelen aan een bespreking van de voordeelen (en lasten) van de voorge stelde regeling van den krijgsdienst. Onder de eerste rekent het blad al dadelijk de wederinvoering der tijdelijke vrijstellingen, die zoowel voor delotelingen als voor het Rijk van gr>ot belang zijn. Daardoor wordt het bijv. mogelijk den kostwinner tijdelijk vrij te stellen; een beginsel van billijkheid, dat niet in de vorige militiewet was opgenomen; of militieplich-» tigen die te klein zijn telken jare te her meten, en hen eerst geheel vrij te stellen al? zij bij het intreden van het 21ste levens jaar nog kleiner zijn dan 1,57 M. Dat het blad met de vrijstelling der eenige zoons niet ingenomen is, is een zwak punt in zjjn anders zoo uitnemend pleidooi voor dit ontwerp. Maar hoe kan het ook anders 1 Wie op het standpunt der Revolutie staat, in de miliciens slechts apart staande individuen ziet, nummers, bij wie zelfs de naam zoo min mogelijk dienst mag doen om 1e herinneren dat er ook nog familiebanden zijn, en dat het leven der geslachten, welker namen niet mogen uitgeroeid worden, ook zijne eischen heeft, die kan jin de vrij stelling der eenige zoons niets anders dan bevoorrechting zien van het eene individu boven het andere. Voor de beginselvraag, waartoe in de eerste plaats de wet Gods verplicht, of eenige zoons, dat wil zeggen eenig mogelijke stainnouders, eenig mogelijke bewaarders van den familienaam, niet moeten vrijge steld, heeft men van zekere zijde geen oor. Men voelt niets voor het feit dat de maat schappij uit organen, niet uit Afzonderlijke, onverbonden individuen bestaaten dat het sneuvelen van eenige zoons, naar den mensch gesproken, evenzooveel familienamen uitwischtdat met den eenigen zoon een geslacht ten grave daalteen vloek dien eene natie, niet geheel van Gods Wet ver vreemd, in geenen deele mag bevorderen. Meer instemming vindt bij ons het blad als het er op wijst, hoe de bezwaren, die van de afschaffing der plaatsvervanging het gevolg zullen zijn, opgeheven zijn door de bepalingen omtrent het vroeger of' later vervullen der eerste oefening, en omtrent het toekennen van spoedig verlof aan hen, die bij hunne indiensttreding reeds eenige oefening in den wapenhandel hebben ver kregen. Ook het vervallen der bepaling dat voor de op 1 Augustus aan het contingent ont- brekenden, door afkeuring van lagere num mers, hoogere nummers moeten worden opgeroepentoont dat de Regeering de belangen der dienstplichtigen naar behooren wil behartigen. Met dit kompliment van een liberaal blad aan een niet liberale regeering wenschen wij beiden geluk. Maar op nog een ander pluimpje dient even de aandacht gevestigd. Het is gericht aan een Regeering die door diezelfde lofre denaars steeds verdacht werd niet te kunnen regeeren en vooral dit niet zuinig te kunnen doen. Wat de lasten namelijk aangaat, die van het ontwerp het gevolg zullen zijn, het Vaderland gelooft niet dat eene Regeering met welk stelsel ook, minder van onze fi nanciën zou vergen. Dit geldt ook voor de verlenging van den diensttijd. Het is toch van algemeene bekendheid dat de hoofdreden waarom het bestaande stelsel zoo duur is, in verhouding tot wat het geeft, te zoeken is in den korten dienst tijd, waardoor het kapitaal, dat de militaire oefening der dienstplichtigen kost, slechts gedurende enkele jaren interest geeft. Bo vendien, men weet het uit de herhaalde behandeling der wetten tot tijdelijke verlen ging van den militiedienst, de lasten der dienstplichtigen worden voor vredestijd door zoodanige verlenging niet noemenswaard verzwaard. En nu nog voor wat de schutterijen betreft. Het bezwaar dat de landweer alleen uit dienstplichtigen zal bestaan, acht het blad zoo groot niet. De tijd der schutterijen, burgerweeren en dergelijke is voorbij. Ook is uit militair en menschkundig oogpunt noodzakelijk dat de reserve van het leger uitsluitend besta uit dezulken, die bij dat leger tot soldaat gevormd zijn. Dan ook alleen kunnen de eischen voor oefening der landweer zoo matig worden gesteld als de Regeering doet, namelijk slechts eenmaal gedurende 14 dagen. Yooral het slot lazen wij met instemming „In de plaats van het leger van geheel onvoldoende sterkte dat wy nu hebben, zonder beschikbare stof tot aanvulling, en met een in militair opzicht niet betrouw bare reserve, zouden wy in bezit komen van het leger, dubbel zoo sterk als het te genwoordige (veld- en vestingtroepen), met een behoorlijke reserve, geheel bestaande uit vroeger gediend hebbenden, georganiseerd op dezelfde wijze als het leger en waarover beschikt kan worden over een bron tot aan vulling, die genoegzaam onuitputtelijk mag heeten. „Maar bovendien zal het stelsel der Regee ring ons geven een echt nationaal leger, waarbij in vredestijd een ieder in persoon de militaire verplichtingen vervult, die de wet hem oplegt; terwijl in de ure des ge- vaars binnen de grenzen van den dienstplich tigen leeftijd elkeen, die hiertoe niet geheel ongeschikt is, aan de verdediging des lands, wanneer de omstandigheden dit eischen, deelneemt. Waarlijk, de keuze tusschen het bestaande en het stelsel der Regeering kan voor hem, die zijn land en zijn volk liefheeft, en er prijs op stelt dat dit volk desgevorderd Zijn onafhankelijkheid en zijne vrijheden met zijne beste krachten verdedigt en tracht te handhaven, niet twijfelachtig zijnte meer omdat daardoor niet te zware lasten aan de ingezetenen worden opgelegd." 15 September 1890. Goes. De R. C. kiesvereeniging alhier heeft in hare vergadering van Vrijdag met algemeene (17) stemmen besloten een eigen candidaat te stellen. De candidatuur is aangeboden aan den heer S. de Meule- ineester, lid van den gemeenteraad te Goes; en bjj diens bedanken aan den heer P. G. Timans, secretaris van 's Heerenhoek. De minister van binnenl. zaken heef. de volgende aanschrijving aan 's Konirtgs Commissarissen gericht vMijn ambtgenoot van justitie bericht mij dat twee certificaten van oorsprong, noodig voor den uitvoer van spek naar Duilschlarid, vsrvalscht zijn door verandering van het cijfer dat het gewicht van het uit te voeren spek aanduidt. Teneinde dit voortaan zooveel mogelijk te voorkomen, heb ik de eer U te verzoeken de burgemeesters aan te schrijven dat zij zich voortaan in de door hen at te geven verklaringen van oorsprong van het gebruiken van cijfers onthouden. Ook de afdeeiing Noord Beveland der anti-revolutionaire Kiesvereeniging, verga derd te Wissekerke, stelde heden den heer M. Noordijke te Kolijnsplaat candidaat. Van dertien kiesvereenigingen brachten ongeveer 160 leden hunne stem op dezen heer uit, terwijl slechts enkele weinige stemmen over andere personen waren verdeeld. Wenschelijk is dat alle anti-revolutionaire vrienden het gewicht van deze verkiezing wel zullen beseffenen niet door per soonlijke voor- of tegen ingenomenheid zich van cïeze candidatuur laten aftrekken. De door Z. M. goedgekeurde begroo ting van de enkel provinciale en huishou delijke inkomsten en uitgaven van Zeeland voor den dienst 1890 bedraagt in ontvangst en uitgaaf 1582,767,961/2- De begrooting sluit met een post van onvoorziene uitgaven ad f 19,727,761/2. Jaarlijks, op den 2en Zaterdag in September komen de Eerste en Tweede Kamer der Staten generaal in vereenigde zitting samen om namens den Koning door den minister van binnenlandsche zaken de zitting voor het jaar dat van September tot September loopt, te hooren sluiten. De rede die de minister bij die gelegen heid nitspreekt, is een terugblik op wat in 'tafgeloopen jaar werd verricht, een kom pliment aan de Kamers over de werkkracht, enz. door haar dit jaar ontwikkeld. Iets dergelijks had dan ook Zaterdag plaats, toen minister Lohman namens den Koning de zittingen der beide Kamers kwam sluiten. Zulk een sluitingsrede interesseert gewoon lijk heel weinigen. Het is zelfs de vraag of wel al de leden der beide Kamers van den inhoud dezer sluitingsrede kennis dragen. Zoo weinig toch hebben zij er mede op dat zij bij deze plechtigheid steeds schitteren door afwezigheid, en uit alle mogelijke wyken van 'sGravenhage de in die stad wonende of toevallig verhlij zen de kamerleden moeten worden opgeschommeld, om de commissieuit te maken die den minister met 's Koningsop dracht belast, plechtig zal in- en uitleiden. Ditmaal waren de heeren v. Alphen, de Bruijn, Muller en Six, leden der eerste en v. Wassenaar, v. Kempen, Harte en Guyot, leden der tweede kamer, de gelukkigen. Met hen en den voorzitter die hen aanwees, waren nog e 1 f leden, waaronder slechts een uit de eerste kamer, aanwezig. Een tamelijk groot getal, al is het er dan ook maar 18 van de 150. Immers bij vroegere gelegenheden was het meermalen gebeurd, dat alleen de voorzitter en de commissie van in- en uitleiding tegenwoordig waren. De minister van binnenlandsche zaken, door de commissie binnengeleid, plaatste zich voor den troon en hield eene aanspraak, die wij voor den belangstellenden lezer hier onder laten volgen. «.Mijne Heeren Ter voldoening aan de opdracht des Ko- nings, vervul ik de aangename taak U Zyner Majesteits dank te betuigen voor de ijverige zorgen door U aan 's lands belangen besteed. Dank zij uwe medewerking, kwamen in dit zittingjaar gewichtige wetten tot stand, die op de zedelijke en stoffelijke welvaart des lands gunstigen invloed kunnen uit oefenen. De gedeeltelijke herziening van de wet op het lager onderwijs en het wetsontwerp tot regeling van het militair onderwijs moch ten uwe goedkeuring verwerven. Door de nieuwe regeling van de pensioe nen van burgerlijke ambtenaren, van hunne weduwen en weezen en van de mindere geëmployeerden bij de inrichtingen van 's Ryks zee- en landmacht, is de toekomst van menig gezin beter dan tot dusver verzekerd. Handel en scheepvaart zullen worden ge baat door de overeenkomsten nopens de afschaffing der kanaal- en havengelden op het Noordzeekanaal, welke overeenkomsten door werden goedgekeurdvoorts door de wijzigingen, die in de wet jop de consulaat rechten gebracht zijn en door de verbetering aan de rivier de Waal, waarvoor de noodige gelden door U werden toegestaan. Verwacht mag worden, dat de belangrijke overeenkomsten, met de drie groote spoor wegmaatschappijen hier te lande gesloten, en bij de wet bekrachtigd, aan de volkswel vaart zeer ten goede zullen komen. Door de in de wet op de zeevisscherijen aangebrachte wijziging, waartoe een uwer leden het initiatief nam, werd een verbod opgeheven, waaronder een deel onzer nijvere visschersbevolking gedrukt ging. Verschillende wetsontwerpen ter uitvoe ring van bepalingen der Grondwet werden U aangeboden. Een daarvan, strekkende om uitvoering te geven aan art. 90 van even- genoemde wet, werd door aangenomen. In naam des Konings sluit ik deze zitting van de Staten-Generaal." Wij voegen er slechts dit aan toe: Deze zakelijke opsomming van wat het parlement verrichtte, in weerwil van de vaak lijn trekkende beschouwingen, waarin de «libe rale» partij zich bij dien arbeid verloor, is de meest afdoende weerlegging van de beschuldiging dat dit Ministerie niets doet. Gezwegen nog van de vele wetten, die dank zij bovengenaamd parlementair party - geleuter - op behandeling wachten. Zooals bekend is, zijn er in den lande twee partijen, die ieder een eigen kijk heb ben op de quaestie die in 1886 te Amsterdam tot zooveel verscheuring en verbittering aan leiding gaf. Wij bedoelen de quaestie der verovering en herovering der Nieuwe Kerk aldaar. Goed-liberale mannekes, die (en er zijn er vele) tot onderhoud van hun politiek leven genoeg hebben aan de zeer lichte spijs van het liberale spotblad Uilen spiegel, weten u van de geheele ge schiedenis niets anders te vertellen dan dat

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1