Oïïb Prinsesje I
wellicht somwijlen spreekt in jeugdige
opgeworidenheid. Daar is partijzucht
in Nederland, een strijd om het bestaan,
een voortwoekerend ongodisme, dat geen
overheid meer eert, zelfs niet in hare
lieftalligste verschijning.
Daar ruischen zelfs tonen van Oranje-
haat ons tegen. Doch geen nood. Die
met ons is, is machtiger dan alwie tegen
ons zijn. Zij dit de grondtoon van
ons feestgezang op 31 Augustus.
En het slot:
Soli Deo Gloria!
(Alleen' Gode de eer
'k Zat onlangs in mijn stille cel
Het Nieuwsblad door te lezen.
Het meldde: „'tKlein Princesje zal
Eens Koninginne wezen."
En 'twas als trof me een dof gemor:
„Een Jonkvrouwtje op 's rijks zetel
Een kind (als 't erg loopt) tot den troon
Geroepen 't Is vermetel
„'t Is waar nog leeft Vorst Willem Drie,
En moog' hij lang nog leven
Maar trof de slag eens onverhoopt,
Wat trilling zou hij geven
Of hoe Zal zich Oud-Hollands leeuw
Met zwakke zijden snoeren
Door teedro bandekens van zij
Heromme laten voeren
„Zal 't Geuzenvolk, vaak stoer en stug,
GeSchiednis kan 't getuigen
Voor 't voetje van een jonge Maagd
Gedwee zich nederbuigen
„En dat in de eeuw, nu 't woelig volk,
Welks driften nooit zoo bruisten,
Zich losrukt zelfs uit d' ijzren greep
Van mans- en krijgsmansvuisten
„Dreigt zoo, de natie geen gevaar
In 't heffen van 't Vorstinnefje
Op Nassau's gouden heerschersstoel,
Als aanstaand Koninginnetje
M>aar hoor ginds klinkt een andre stem,
Die d' eerste komt verdooven
Haar galm klinkt anders, heft den toon-
Van 'toud Oranje-boven
„Al is ons Prinsje nog zoo klein,
Stadhouder zal hij wezen!"
Zpo is hier eeuwen reeds geleên
De Oranjeleus gerezen.
Welnu, die leus bleek steeds van kracht:
Dat u Geschied'uis 't leere
Zij toont ons in ons Nederland
,,'t Klein Prinsje" steeds in eere. (3)
Toen vader Willem mart'laar viel, (4)
Was Hendrik pas geboren,
Die eens op Maurits' gloriespoor
Ook zelf als held zou gloren.
De derde Willem (5) was pas knaap
Toen Luidwijk ons kwam dreigen.
Toch deed hij naar Oud-Hollands zij
Welhaast de zege neigen.
De vierde Willem was nog niet,
Toen 't land de dood moest treffen
Zijns vaders boven wien hem God
Als Erfvorst zou verheffen.
En wie die d' Achterkleinzoon zag
Ter vlucht op 't pinkje ontkomen
DaehfEens zal deze als Heldenvorst
Zijn bloed door'tland doen stroomen7(9)
Zoo is dan Holland met zijn kroon
Op 't kinderhoofdje in 't reine.
De ervaring leertGod zegent liefst
In 't kleine Holland 't kleine.
Ja 'k zie naar 't Delftscho Vorstengraf,
't Is of 'k een heir van schimmen,
In 't witte kleed, een harp in d' arm,
De groeve uit op zie klimmen,
Die 't oude lied met nieuwe stem,
Herhalen als voor dezen
„Al is 't Prinsesje nog zoo klein,
't Zal Koninginne wezen!"
Nog meer! 't Schijnt boven 'twelfhaars
(troons,
Als ging de hemel open,
En daalde een glans op 't kleine hoofd,
Die '8 Heeren gunst doet hopen
En 't is me als klonk daaruit een stem
't Is niet aan't hoofd gelegen,
Noch aan de kroon, hoe groot of klein,
't Hangt alles aan Gods zegen
En op dat woord boog ik mij mee
Voor 't kleine Kroonprinsesje,
En 'k zegende, o mijn land en volk
Uw aanstand Ileerscheresje.
En 'k dacht: „Wordt door den Brit
Quien Bess (ia)
Als puikregent geprezen,
Al is 't Prinsesje nog zoo klein,
Zij kan de grootste eens wezen 1"
Uit „De Vesper van
J. P. Hasebroek,
Uitgever:
Höveker Zn. Amsterdam
De dichter zegtZal zich de Neder-
landsche Leeuw laten ïondleiden aan eon
zijden draad, waarvan de Prinses, als zij
Koningin wordt, het eind vasthoudt Het
volgende couplet geeft de verklaring.
Men heeft het gezongen bij de verheffing
van de stadhouders Willem III en Willem IV.
De dichter bedoelt dat het meer ge
beurd is dat jeugdige prinsen in ons land
tot den troon geroepen werden, en telkens
door de Volksliefde werden gesteund.
(4) In 1584 bij Prins Willems dood,
was zijn opvolger Maurits 17 jaarprins
Frederik Hendrik, door 't volk prins Hendrik
genoemd, pas eenige maanden oud.
(6) Stadhouder Willem III, na zijn vaders
dood geboren (1650) was 22 jaren oud toen
hij in 1672 stadhouder werd en het berooide
vaderland te verdedigen had tegen „Luid'
wijk" (Bodewijk XIV) en anderen. Frankrijk,
Engeland, Munster en Keulen deden ons dat
jaar den oorlog aan. Willem III weerstond
hen met gelukkigen uitslag.
Johan Willem Friso, stadhouder van Fries
land, verdronken 1711zes weken later werd
hem zijn zoon Willem Karei Hendrik Friso
geboren, die in 1747 totErfvorst, tot erfelijk
stadhouder van alle zeven de gewesten ver
heven werd.
(7) Zijn vader was altijd slechts stadhouder
van Friesland geweest. Hij werd het nu
ook van Holland en de andere „provinciën".
Zie (6).
(8) Deze achterkleinzoon van Willem IV
is 4e latere koning Willem II die in 1792
geboren, op ruim 2 jarigen leeftijd met de
stadhouderlijke familie in een visscherspink
van uit Scheveningen ons door heftige partij
twisten verscheurde vaderland verliet en in
Engeland een veilig ballingsoord vond.
(9) Bij Waterloo 18 Juni 1815.
(1U) In de Nieuwe Kerk te Delft in de ko
ninklijke grafkelder. Daar liggen bijna al
de Oranje Nassau's, van Prins Willem I
(f1584) tot prins Alexander,'sKonings laatst
overleden zoon (f1884), begraven.
De opklimming is schoon. De dichter
roept eerst de Geschiedenis, daarna de ge
storven voorvaderen, eindelijk God zelf tot
getuige dat wij ook met een kleine, een
jeugdige Koningin gelukkig kunnen wezen.
spreek uit Kwien Bès). Zoo noemt men
in Engeland Victoria, sinds 18S7 koningin
van Nederland, de oudste der regeerende
vorsten van Europa. Ook zy werd jong tot
den troon geroepen.
I September 1890.
IERSEKE. Vergadering van den gemeen
teraad van Zaterdag 30 Augustus, des
avonds te 6 uren.
Tegenwoordig 6 leden, voorzitter de Bur
gemeester. De notulen der vorige vergadering
worden ongewijzigd goedgekeurd. Een me
nigte ingekomen Staat- en Prov. bladen
worden voor kennisgeving aangenomen.
Tot leden van het stembureau voor 24
September a.s. worden gekozen de heeren
Schipper en Sandee. Het aandeel der ge-
meeiitekosten* .van de schutterij bedraagt,
blfjkens mededeeling van Ged. Staten f22,10.
Wordt voorgelezen een begeleidend schry ven
van Ged. Staten bij het terug ontvangen
kohier van den H. O. Ged. Staten meenen
dat dit kohier hun vroeger had kunnen
worden toegezonden, en verzoeken voor 't
vervolg wat meer spoed. Ingekomen een
schrijven van den heer C. d. K. en van
den Minister, betreffende de herhaalde wei
gering van den Raad om de verplegings-
kosten der krankzinnige W. K., in het ge
sticht te Medemblik voor rekening der ge
meente te nemen. De Min. zich beroepende
op het vonnis van den Off v. J. en op de
verklaring van den geneesheer-directeur
van genoemd gesticht, verklaart dat de
verpleging der bedoelde krankzinnige in het
ouderlijk gezin niet mogelijk is, en dat,
wjjl hare ouders daartoe onmachtig zijn,
de gem. de kosten moet dragen. Mocht de
de Raad langer ongenegen blijvende kosten
aan het gesticht te Medemblik te voldoen,
dan zou hy daartoe langs rechterlijken weg
gedwongen worden. Verplaatsing naar een
ander gesticht blijft aan de bevoegdheid van
den Raad. De heer Sauer vraagt of B. en W.
een advies hebben uit te brengen, waarop
ontkennend geantwoord wordt.
De heer van Oeveren blijft bezwaar ma
ken om toe te geven, daar de wet toch
duidelijk de verpleging in het ouderlijk gezin
toestaat. De Vz. merkt op, dat bij weigering
de gem. een misschien kostbaar proces te
wachten staat. De heer Sauer wenschte
gaarne een proces te vermijden, maar wil
toch vóór van besluit te veranderen eerst
een rechtsgeleerde raadplegen. Zy'n daartoe
strekkend voorstel wordt met alg. st. aan
genomen. De keuze van den rechtsgeleerde
wordt aan B. en W. overgelaten.
Vervolgens is ingekomen een verzoek van
den heer A. M. Polderman om eervol ontslag,
als onderwijzer aan school 2, tegen 14 Sept
of 1 Oct. Het ontslag wordt verleend tegen
1 Oct. Nu stellen B. en W. voor in plaats
van den heer Polderman een onderwijzeres
te benoemen met het oog op het onderwijs
in de vrouwelijke handwerken, hetwelk tot
heden op School I aan de kinderen van
beide scholen gegeven wordt. Zjj wenschen
verder het salaris te bepalen op f 400 met
2 verhoogingen van f25, telkens na een vol
jaar verbljj.. Beide voorstellen worden met
alg. stemmen aangenomen. Daarna volgt
de aanbieding le. van de gem. rekening
over 1889 en de gem. begrooting voor 1891
en 2e van de rekening en begrooting van
het Burg. Armbest.
De heeren Sinke, Sauer en Schipper
worden gekozen om deze 4 stukken te
onderzoeken.
De gemeenterekening bedraagt in ontv.
f 24813,85 en in uitg. f 24363,55; goed slot
alzoo f450,30 hetwelk ontstaat doordat
f 650.585 minder is uitgegeven dan geraamd
was. De begrooting sluit met een ontv. en
u;tg. van f23318,57".
Van Ged. Staten is mededeeling ontvan
gen dat zy tegen de benoeming van den
heer Geill. tot waarnemend secretaris geen
maar tegen die tot waarnemend ontvanger
wel bezwaar hebben. Zy stellen dus den
Raad voor een tijdelijk ontvanger te
benoemen, zullende zy zich niet verzetten
tegen eenevereeniging van beide betrekkingen
in één persoon.
B. en W. bevelen aan tot benoeming van
een tijdelijk ontvanger do heeren Geill
alhier en Lakeman te Wilnis. De eerste
wordt met alg. stemmen benoemd. Nog
stellen B. en W. voor, ter vermijding van
kosten, van den heer Geill een persoon
lijken in plaats van een zake lij ken
borgtocht te eischen, hetwelk met alg.
stemmen wordt aangenomen.
Ten slotte deelt de Voorz. mede, dat de
ontvanger der directe belastingen teHans-
weerd hem zijn voornemen heeft te kennen
gegeven by de bevoegde macht te verzoeken
zijn zittingsuren alhier, welke voor een paar
jaar op 9 tot 4 uren zijn bepaald weder
op 9 tot 2 uren terug te brengen, daar hy
gewoonlijk van 2 tot 4 uren te vergeefs op
belastingschuldigen wacht. Indien er vroeger
opeenhooping van menschen heeft plaats
gehad, dan moet dit aan mindere vlugheid
van zijn voorganger gehaperd hebben.
De Voorz. vraagt nu of den leden teiten
bekend zijn, welke met do verzekering van
den ontvanger in strijd zijn. Hij wenschte
dit te weten met het oog op het door hom
te geven advies.
Niemand had daaromtrent iets bezwarends
mee te deelen.
Bij de rondvraag deelt de heer J. C. Van
der Burght mede dat hy ontslag neemt als
wethouder.
De Voorzitter betreurt dit besluit maar
billijkt de redenen, welke hern bekend zijn.
De lieer Saüef keurt de tegenwoordige wijze
van inning van schoolgeld af, en wenschte
wel, dat dit door den veldwachter-bode werd
opgehaald. De Voorzitter antwoordt, dat
dit aan den ontvanger staat, die de belas
tingen int, zooals hij goedvindt; maar ove
rigens zou hij het denkbeeld van den heer
Sauer ontraden. Ook de heer van Oeveren en
blijkbaar ook de andere leden, keuren de
ontvangst op de scholen, zooals tot heden
plaats heeft, het beste.
Daarna wordt de vergadering gesloten..
MIDDELBURG. Sollicitanten naar de
betrekking van controleur der plaatselijke
belasting, tevens schatter der huurwaarde
van de lokaliteiten waar.sterke drapk in
het klein wordt verkocht, worden door B.
en W. uitge'noodigd zich voor den 8 Sep
tember 1890 per gezegeld adres te wenden
tot den raad der gemeente.
Nieuwdoep. Na twee maanden dienst te
hebben gedaan heeft de telegraaf besteller
UITSLAG der keuringen, gehouden door de keuringscommissie van
30 Juli tot 5 Augustus jlin verband met de subsidie door de
Ministers van Oorlog en Waterstaat, Handel en .Nijverheid, voor
deze provincie beschikbaar gesteld ter verbetering der Paarden-
lokkei ij.
Naam en woonplaats van
den eigenaar.
Naam.
Geslacht
Kleur.
Geboren.
Prjjs.
Op 30 Juli 's vooruiiddags te elf uren, keuring te Goes.
C. Zuidweg, Wolfertsdijk.
.1. M. Kakebeeke, Goes.
G. Lokerse, 's Gravenpolder
A. M. Kakebeeke. Kloetinge.
J. J. Mol, Waarde
Woltert.
Arda
Kas.
N'ora.
Adriaria.
Man.
Vrou w.
Man.
Vrouw.
Op 31 Juli 's voormiddags te elf uren,
bruin. 15 Mei 1810
zwart. 19 April 1890
bruin. 1 Juni 1800
zwart. 13 April 1889.
19 April 1889.
keuring te St. Maartensdijk.
Ch. Hartog, Scherpenisse
T. Geluk, St. Annaland
Ch. Hartog. Scherpenisse
.1. Hage Dz. Si. Maartensdijk
A. J.Ackerman, St. Annaiand
Martha.
Trui.
Li ze.
Bel.
Nelson.
Vrouw.
D
Man.
zwart,
zeem kleur,
donk. vos.
bruin,
bruin.
13 April 1890.
April 1889.
20 April 1889.
April 188°.
15 April 1890.
Op I Augustus 's voormiddiigs to elf uren, keuring te Oostburg.
I v. Maldegem, Sluis
A.A. de Vlieger, Zuidzande
P. Mabesone, Sluis
H. Aernaudts, Sluis
Op 2 Augustus
J. Vogelvanger Hulst
Idem.
M. v. Arenthals. Hontenisse.
L. v. Hecke, Westdorpe
Wed. van Nevel, Zuiddorpe.
Vael, St. Jansteen
E. Plasschaert, St. Jar-steen
Vrouw.
bruin. 4 Mei 1890.
4 Mei 1890.
rouaan kl. 25 Mei 1890
stekelh. vos. 21 April 1890.
's vooruiiddags te elf uren, keuring te Huist.
Alice.
Fanny.
Achilles.
A line.
Man.
Vrouw.
Carmen
Sultane.
Mina.
Mie.
Dora.
Leon.
Marie.
Vrouw.
D
Man.
Vrouw
bruin,
zwart,
bruin,
vale schim,
bruin.
D
rouaan kl.
23 Maart 1890.
10 Januari 1890.
7 April 1889.
7 Maart 1889.
15 Maart 1889.
17 April 1889.
26 Maart 1890.
Op 4 Augustus 's voormiddags te negen uren, keuring te Middelburg.
H. A. Dierkx, N. en St, Joosl. j Pluiin.
W. Poppe, Grijpskerke Sultan
Vrouw.
Man.
rouaan kl.
/.wai t.
Op 5 Auruslus 's namiddags te een uur, keuring te
C. M. Bolle, Haamstede Marie.
Wed.M.H. Krepel. Nieuwerk. Oito.
C. Berrevoet, Ellemeet Lady.
1. Hage, ZierikzeeMadam.
D.v.Nieu wenhuijze, Nieuwerk Frits.
W. Kooman, Zieriksee Paula.
H. Hanson, Elkerzee Hugo.
D.v.Nieuwenhuijze,Nieuwerk Ai ie.
C. Berrevoets. Eilemeet Mirza.
A. Van der Have, Oosterland. Mira.
C. van Oeveren, Nieu wei kerk. Marie.
Op de keuring te
Vrouw.
Man.
Vrouw.
Man.
Vrouw.
Man.
Vrouw.
schimmel,
bruin.
zwart,
bruin.
zwart,
bruin.
Noord-Bevelnnd werd niets
Maart 1889.
1889.
Zierikzee.
15 Maart 1889.
15 April 1889.
4 April 1889.
27 April 1889.
26 April 1889.
6 Maart 1889.
20 Mei 1890.
3 April 1890.
4 April 1890.
30 Januari'1890.
I 18 Maart 1890.
aangeboden,
f 60
r 40
60
50
50
40
50
50
50
60
40
40
60
50
i 40
40
50
50
50
75
s 40
50
75
50
75
50
50
75
50
60
60
40
40
40