31 AUGUSTUS 1890
1890. No. 142. Dinsdag 2 September. Vierde Jaargang
Oranje Boven
Laat klinken en schallen
Langs grachten en wallen,
In boschrijke dreven
Vol tinten en leven,
Het lied nu gezongen
Door ouden en jongen.
En vraagt ons dan een vreemdeling,
Bij 't zien van onzen blijden kriiig,
Wat al die vreugd beduiden mag?
Het antwoord klink1: PRINSESJES-DAG!
Dies juichen we: „wij leven vrij,
't Oranje boven maakt ons blij
Onder alle bloemen
Die 't liefste wij roemen,
Die balsemend geuren
Met gloeiende kleuren,
Bedauwd op beur knoppen
Met schitt rende droppen
Blijft toch één Roosje ons "t meeste waard
Dat blozend prijkt iu Hollands gaard,
En, hoe dat Roosje heeten mag,
Ei, zeg het ons, Prinsesjes-dag?
„Het is, het is, uw Koningskind,
„Uw WILHELM1NA, teèr bemind!"
Doet den jubel rijzen.
Laat ons Gode prijzen,
Daar Hij nu tien jaren
't Dierbaar Kind Wóu sparen,
Als een frissche lote
d' Ouden Stam ontsproten
U groeten wij, lief Koningskind
U hebben wij steeds méér bemind.
Voor U ontplooi' d' Oranje-vlag
Haar breede banen op deez' dag,
Terwijl de Volksbéè stijgt tot God
„Geef Haar een rijk gezegend lot
J. VERMEER Az
VERSCHIJNT
PRIJS DER ADVERTEX11 EN
G. M. KLEM KERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
UITGAVE VAN
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
en
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De 31ste Augustus is, sinds het ge
lukkige jaar 1880, meer nog na de
verliezen, die het Koninklijk Huis daarna
troffen, een van onze meest gewenschte
nationale gedenkdagen geworden.
Een nationaal feest is het geboorte
feest onzer eenige Prinses Wilhelmina.
Om dit geliefde Koningskind staan
in den geest alle Nederlanders, met uit
zondering slechts van een handjevol
anarchisten, op dezen dag geschaard.
Neerland verheugt zich met iederen
terugkeerenden verjaardag, die aan
's Konings tweeden echt en aan de ge
boorte van dit doorluchte kind herinnert.
Nu reeds een tiental jaren beschijnt
de zon des voorspoeds, als met nieuwe
kracht, het levenspad van onzen grijzen
Koning; bestrooit de zorg eener trouwe
Gade en beminnelijke Dochter dat pad
met groen en bloemenen spitst het
Nederlandsche Volk al zijne genegenheid
op dat Oranjehuis, waaraan het naast
God zijne vrijheid, zijn welvaart, zijne
privilegiën dankt.
Is het wonder, dat men sinds den
dood onzer Prinsen, weggemaaid in de
kracht des mannelijken leeftijds, zich
met al de energie, die de hoop beschikbaar
stelt, vastklemt aan dien ontbladerden
Oranjeboom, en op den tienden geboorte
dag van het geliefde kind, het Eb en
H ae z e r Tot hiertoe heeft de Heere
geholpen- doet hooren
Inzonderheid voor onze kinderen is
de 31ste Augustus een feestdag. De
Hoop der Toekomst, als zij, mag zich
met Haar verblijden; en voor al deze
blijken van kindervreugd is de jeugdige
Jubelarisop Het Too niet ongevoelig.
De liefde van het opkomend geslacht,
door een voorbijgaand geslacht gekweekt
en aangewakkerd, zal eens de liefde
der natie zijn, die met Haar opgegroeid,
juist daardoor, haar te meer zal eeren
en liefhebben.
Onverbreekbaar is de band tusschen
Nederland en Oranje; tenzij de eerbied
voor het Schriftwoord verloren ging:
„Door Mij regeereh dé koningen
Op die voorwaarde zal dan ook on
uitroeibaar blijken de liefde voor deze
onze laatste Prinses van Oranje;
Dubbele dank voegt ons bij de her
innering dat het Gode behaagd heeft,
den eeuwen ouden Oranjestam nog niet
om te houwen, maar nog een nieuwe
frissche loot uit hem te doeri ont
spruiten.
Drie eeuwen reeds had hij den Vader-
landschen turn gesierd, de stormen ge
trotseerd, de bliksemen afgewend, zijne
takken uitgespreid, beschutting en be
scherming verleend aan wie onder hem
een veilige schuilplaats dacht te vinden.
Maar de boom verloor bladeren en
loten. Takken werden afgeworpen.
Eenzaam en verlaten stond daar de
ontgroende stam, tot het Gode behaagde
hem met nog een enkele groene twijg
te sieren.
Het uitstervend Huis, door onzen
grooten Zwijger vóór ruim drie eeuwen
gesticht, ontving met de geboorte van
deze Prinses nieuw leven.
Worde deze geliefde Konings-dochter;
deze veel belovende kleindochter van
den held van Quatrebras en Waterloo,
van Hasselt en Leuven tot in lengte
van dagen ons gespaard!
Zij is na onzen Vorst de eenigste
draagster van den geliefden Oranjenaam,
met welken op de lippen zoo menig
Vaderlandsch krijger den dood tegemoet
ging. Straks zal zij de eenige band
zijn om menschen met verschillende
belangen en inzichten, duurzaam aan
elkander en aan haar Huis te verbinden
Onze Prinses zal zij het spade
eens onze Koningin worden.
Hare opvoeding is op die heerlijke
taak gericht, en in overeenstemming
met de eischen harer toekomstige be
trekking. Tot heden kwamen uit het
koninklijk Paleis de Natie niets dan
goede geruchten ter oore omtrent de
uitstekende vorderingen door dat Kind
gemaakt. Hare leermeesters prijzen
haar om het zeerst om hare stipte ge
hoorzaamheid en plichtsbetrachting. Met
haren vader en hare moeder (want met
dien naam wil het koninklijk Echtpaar
door haar aangesproken worden) spreekt
zij in den regel in het Nederlandsch
doch ook in twee der drie óverige talen
waarin zij onderwezen wordt, weet zij
zich juist en vloeiend uit te drukken.
Men zegt: dat-de1 Heere haar zeldza
me gaven- van verstand en hart hééft 1
geschonken.
Hare moeder leerde haar allerlei hand
werken ook de edele kookkunst wordt
door haar beoefend. Op een vorigen
geboortedag ontving zij tot dit doel een
fraaie keuken ten geschenke, een ruim
gebouw dat een sieraad is voor haar
Vorstelijk verblijf.
Ook het Bijbelsch onderricht wordt
niet vergeten eene taak waarvan de
Koningin zich dagelijks kwijt.
O ja, onze Prinses is geen heilige.
Als alle kinderen is ook zij een jeug
dige zondares, in wier hart ook de zaden
der ondeugd wachten op ontkieming5 I J
en die alleen door inwoning des Heili
gen Geestes tot alle goed werk vol-
maaktelijk kan worden toegerust.
Doch dit neemt niet weg dat elke
deugd die ons van haar tegenblinkt,
met dankbaarheid mag worden vermeld.
Moge Prinses Wilhelmina eens haar
Godzalige voorzaat, prinses Louise Hen-
riëttedochter van prins Willem I
evenaren.
"■Reeds-nu bespeurt men de gezegende -
vrucht der moederlijke opvoeding in de
vorming van het karakter onzer aan
staande Koningin. Reeds worden af en
toe in dit kind trekken openbaar, die
èn aan de edele Nassau's der z e s t i e n d e
èn aan de fiere Waldecks der zevèjh-
tiende eeuw herinneren.
Prinsesje! Neerlands Hoop! Spreid
nog vele jaren zegen in Uw vaders
huis. Word grootin het bewustzijn
Uwer hoog heerlijke roepingWas op
in de kennis en in de genade des
Heeren! Geniet tot aan uwen grijzen
ouderdom de liefde van een dankbaar
Nederland.
Wilhelmina! Die naam beteekentbe
schermster.
Moogt gij eenmaal de bescherm
ster onzer vrijheden zijn!
Zwaar zal zij u eens drukken, die
koninginnekroon, thans nog het voorwerp
l uwer kinderlijke droomen, waarvan gij