ïN Y, Goes. EOBBE. I ANKEN. esche Boot IDE KINA LASOCEE YICAT naf 3.00 gld. van Barometers, en Kamer-Thermometers 1890. No. 136. Dinsdag 19 Augustus. Vierde Jaargang en PINCE-NEZ. C A T. r AN- DER DOES Lz., lathan Emanuel, Landbouwzaden NiNEjN, Vlissingen. LAROCHE JOES naar ROTTERDAM ROTTERDAM naar GOES VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. Ü'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Rome en hare bestrijders. Herinnering op 17 Augustus. 197Bergen op Zoom hillende soorten DOR-, POEDER EN LAVEMENTSPUITEN. ht- en Spirituswegers. OOGDOUZEN, WIND- LASTIEKEN KOUSEN, enkele, dubbele en Kinder- orten artikelen voor ENVERPLEGING. Fasserdoozeu, losse Passers Trekpennen, »rs, Tooverlantarens, mcialiteit in Brillen op voorschrift role van H.H. Doctoren. ziemand voor zich reizen. van ECHTHEID staat i Insecten poeder de hand- 1 ischadelijk middel om het :rte te zuiverenhet ver ten. Als het niet voldoet teruggegeven. OOPHUIS GOES. Djj: DEN BOER, Middelburg. NEVE, Wissenkerke ïENBEEN, Neuzen. ij vestigen ieders aan- ze zeer uitgebreide zonder spiritus, dus ook uitsluitend BIERHUIZEN. ANKEN zijn GOED en GOES. in de firma NAMEN te Zwijndrecht te bekomen bij iURANT GRATIS. EN r en verkrijgbaar bij DER HARST JJz.. eker Middelburg. icon (375 gram) f 1,20. ^ug. 'e midd. 12,30 u. Aug. 's morg, 6,30 u. te Rotterdam bij deD '.DE LANGE,op'tHa- ij M. BOUWMAN, nj J. BOS, Directie, Rotterdam Nieuwe Pakkenbrug. I 6LKEN MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prfis per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers0.02s. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Naar aanleiding van ons stukje over «snijdende onjuistheden» dat we schreveR ten gevolge van Dr. Bronsveld's smalend schrijven over psalmzingende oproermakende negers in Suriname ontvingen we van een hooggeachten vriend en geestverwant het volgende schrijven, dat we gaarne plaatsen, wijl het ons aanleiding geeft om enkele dingen nog eens in het licht te stellen, en kon het zijn tot klaarheid te brengen. Onze geachte opponent dan schrijft Ik. zie weer, dat men niet licht te voor zichtig kan zyn in de correspondentie met H.H. Redacteuren. Wat ik schreef, ook dat stukske dat ge in uwe „Snijdende Onjuistheden" 'k had haast de weggelaten overneemt, was volle overtuiging, en is dit nog, dus ook dat Dr. B. lijdt aan Kufiperophobie. Maar 'k schreef dit niet, opdat gij publieke lijk lucht zoudt geven aan uwe Bronsveld- ophobie 't woord is zoo bar als de zaak Wat uwe opmerking betreft omtrent de oproerige negers in Suriname; 'kheb hunne handelingen gesteld de couranten deelden de juiste toedracht mede afgekeurd, zon der ze in verbaDd te brengen met ons huidig ministerie, of er in de verste verte een grief van te maken tegen den Gouverneur in de West. Maar waar ge Dr. Br. aanvalt omdat hfi' het ministerie bevoorrechting der Roomschen verwijt, daar beteekent uwe verdediging (,an het Ministerie evenveel of even weinig als B's beschuldiging. Ik doe hierin geen uitspraak; maar dat de Roomsche bladen, dat Centrum noch Schaepmannianen nog niet tevreden zijn, beteekent hoegenaamd niets. Dit geslacht kan niet tevreden zijn, voor het alles heeft, en nu het dank zij de „bondgenooten" zooveel verder is gescho ven,moeten deeischen steeds sterker worden. Het punt in kwestie zoudt ge met Dr. Br. alleen zuiver kunnen behandelen, als ge cijfers tegenover cijfers, namen tegenover namen kondet stellen. Nu is uw saffraan zooveel waard als zjjn peper; maar ook omgekeerd. Nog eens het spijt me, dat Br. voor 't Christelijk onderwijs, naar ik vrees, ten eenenmale verloren is, en daarvoor zal het nageslacht hem niet dankbaar zijn. Wèi zal het hem danken, dat hij de oogen heeft doen openblijven voor»degevaren van Rome; want Rome ne recule jamais. Dat hfi nu voor de „bondgenooten" onuitstaanbaar is, weerlegt hem niet. t. Voor een enkele onzer lezers die het geleerde woord Kufiperophobie of dergelijke niet recht verstaat diene dat dit woord beteekent afkeer van iets of iemand. Zoo is politicophobie b. v. afkeer van alle politiek Kujjper- ofBronsveldophobie afkeer van dezen of genen. De zaak is zoo bar als de naam, volkomen juist. Maar is zfi ernstigen mannen waar dig? We meenen van nief. Een ernstig man, een belijder der Christelijk historische waarheid vooral, past objectief te zijn, en onbevooroordeeld zaken en personen te scheiden en zjjn vaak zeer eenzijdige antipathieën of sympathieën niet teugelloos te laten doorhollen. Dat doet onbetwij felbaar veel kwaad en heeft vele pogingen verijdeld om iets goeds te doen, waar die pogingen aangewend werden door menschen, die wellicht ir. 80 van de 100 dingen boven hun medemenschen en hun tijd verheven waren, maar in 20 aan dezen gelijk stonden. En dus nu op grond van deze 20 dingen hen, hun werk veroordeelen Moeten wij wachten op mannen wier arbeid niet bezoedeld is,wien geen gebrek aankleelt En daarom is voor ons niet de vraag wat dunkt u van Dr. Kuyper? De H. Schrift geeft ons een ander shibboleth. Dr. Kuyper is een menschen wanneer, wat God verhoede Dr. Kuyper roomsch of liberaal werd, om nu maar het ergste geval eens te nemen, wel nu, dan wenschen we hem tegen te staan met al wat in ons is, juist op grond van hetgeen wjj nu met hem belijden roeping te zijn. En voorts, het laatste woord is over hem en anderen niet gesproken Er zal door een nageslacht uitspraak gedaan worden; een nageslacht, niet aan al de deiningen van den kerkelijken stroom der sympathieën of antipathieën onderhevig. Wat wij doen mogen, moeten, is, de daden aan de beginselen toetsenden boom aan zijn vruchten. En zou dan bij zoovelen de afkoeling, de versterking der liefde voor het Chr. onderwijs op zich zelve staan Zou het niet een bewijs er van zijn dat reeds meer losgelaten isen nu met meer log.ika dan men zich bewust is, de beginselen doorwerken? Aan welke zijde liggen de sympathieën, aan de zjjde der beginselen die van boven, of die van beneden zijn En is het menschenhart niet zeer arglistig En kan er zelfs niet een onbewuste arrière pensee zijn, een achterliggende, alles beheerscbende gedachte, die men voor zich zelf nog wel zoekt te ontkennen, maar die onverbiddelijk om de heerschappij strijdt En dan kan men zich onkundig houden, onkundig zijn aan de ontwikkeling, de ontplooiing der geliefkoosde beginselen maar dat ontschuldigt niet. Kennis der waarheid, zegt Groen, is, voor wie geen offer aan de waarheid verlangt te brengen, een last. Zoo staat het ook met Rome. Onze ge achte opponent oordeelt dat het nageslacht Di'. Bronsveld dankbaar zijn zal voor het aanwijzen der gevaren van Rome te duch ten. Toch heeft Dr. Bronsveld geen Archieven van het Oranjehuis uitgegeven evenmin een verbeterde geschiedenis der Kerkhervorming het licht doen zienof een werk als dat van Motley verbeterd. En de schatten onzer litteratuur zijn door Dr. B. met niet veel giondige werken over deze materie vermeerderd. En een verdachtmakend waarschuwen, zonder genoegzamen grond heeft een geheel andere uitwerking dan men er van wacht. Er bestaat bovendien geen aanleiding om de waarschuwing in 1871 door Groen aan Bronsveld gericht, in weerwil van negentien jaren van studie en ervaring, thans in te trt kken. Groen schreef reeds toen aan dezen be kwamen kroniekschrijver «Vergun mjj dan, voortreffelijke Vriend 1 die ook in uwe Kroniek aan Kerk en Vaderland zoo nuttig kunt zijn, mits gij het gevaar eener oppervlakkige beschouwing en het non omnia prossumes omnes (l) eenigszins meer in het oog houdt De groote kwestie is maarheeft Rome er recht op, ook de zegeningen van het protestantisme te genieten, en vooral Ge wetensvrijheid, rechtvaardig toegepast Zoo ja, kan het dan anders of Rome moet nu meer voorop geschoven worden, als het jaren en eeuwen lang onrecht is aangedaan Moet Rome behandeld worden als de Pro testanten in de 16e eeuw door Elisabeth? Moet de opvatting van Genève, in de 16e eeuw als de vrucht of als de verkrachting van het protestantsche beginsel worden aan gemerkt Als da vrucht Maar dan worden we weer zeiven Roomsch. Dap beging Chal mers een groote fout, toen hij de emancipatie der Roomschen verdedigde, mits met onbe perkte vrjjlating van den loop van Gods Woord. Wordt verdrukking niet uit vrees geboren En hebben we met Gods Woord in de hand te vreezen tegen Rome? Is Rome niet meer bevreesd voor Gods Woord? Kunnen wij echter met Gods getuigenis niet volstaan, dan vervalt ook het woord van den Christus, dat we dien niet vreezen zullen die ons lichaam alleen, maar vooral hem die beide lichaam en ziel kan verderven, in de hel. Klinkt dit woord niet ook in onze eeuw door? niet allen kunnen alles. Een artirevolutionair heeft wel degelijk ernstig te onderzoeken, waar de hoofdbron der diabolische revolutie ligt. Rome is er ééne der andersoortige openbaringen van maar de bron is ouder. En we verheugen ons dat onze geachte oponnent daaromtrent even positief staat, als wjj hopen te doen. Onze wapenrusting is Gods Woord-, met dat Woord staan we onverwinneljjk, tegen eiken vijand, ook tegen Rome. Maar wie ons nu die wapenrusting ontnemen wil, is die onze vriend of onze vijand We zullen niet behoeven in te roepen het getuigenis van zoovele denkers eD onver- 1 holen vrijdenkers, aangaande den aard der Revolutie, gelijk, die, als Dr. Beijnen zegt, in 1789 tot heersehend beginsel is geworden; en als Groen zegt, de beschaafde wereld in den afgrond van het ongeloof heeft geworpen. De ongeloovige wetenschap in hare worsteling tegen God, beoogt niet nnders dan den opstand tegen God, op ieder gebied van praktijk en wetenschap. En Fieett zij eenmaal gehoor gekregen, dan is al het andere bijkomstig. Voor wie de gehoorzaamheid aan Gods gezag en Woord opzeide, is alles mogelijk. Ook overgang tot Rome Bewijst de geschiedenis in Frankrijk het niet, en de dage'ijksche er varing in ons land Uit welke kringen worden Roomschen gerecruteerd, uit de beslist bijbelsch prote stantsche of uit de schare die door de verwoestingen van heel en half ongeloof, modernisme en athëisme, van alles onkundig en voor alle hooger leven onverschillig is Daarom bestrijden wij alle Liberalisme, met alle macht die in ons is, omdat wij den boom wenschen om te houwen, waarvan' Rome een der lakken is. De bjjl aan den wortel. Zal het de gewenschte vruchten dragen Dat is zeker niet allereerst onze vraag. Ge tuigen en gehoorzamen, niet overtuigen ia de plicht, waarvan de verantwoordelijkheid ons is opgelegd. Mr. Groen van Prinsterer heeft in 1867 op de vergadering der Evang. Alliantie het schoone woord gezegd waarmee wjj wenschen te bef luiten, n.l.dat buiten twijfel de chris teljjke gemeente een tijdperk zal doorwor stelen, waarin het zal schjjnen dat zij heeft' opgehouden te bestaan, maar nimmer mag dit zoo zjjn door de schuil der christenen. We hopen dat onze geachte opponent en zoo vele geestverwanten die door jnisver stand gescheiden zijn, en wier sympathieën niet bjj de verderfelijke theorieën der Re volutie liggen, eens nuchter en kalm deze dingen beschouwen. Zonderdat zij dienaren van menschen behoeven te worden, kunnen zij met ons getuigen voor die beginselen, in hun wezen vrucht der tijden, in hun vorm van dezen tjjd en die, wjjl ze in Gods getuigenis gegrSnd zjjn, altijd oud en altijd modern en op den waren vooruitgang, op waarachtige vrjjheid gericht zijp, doch met behoud van christelijk-historisch kompas. «De Vrije School» wijst op vele uit hun stand gerukte personen, voor wie de schoolwet van 17 Aug. 1878 bepaald schadelijk is geweest. Wjj lezen daar onder anderen: Volg mjj met uwe gedachten. Daar, in gindsche woning woont een landbouwer. Zijn oudste zoon helpt hem den last ver lichten, daar door diens hulp een arbeider in de boerderij gemist kan worden. Zjjn tweede zoon gaat nog school, hjj kan mooi schrijven en fliok rekenen. Meester wil hem onderwijzer maken. Dat gaat goedkoop 't kost niets. De vader bezwjjkt voor den aandrang en zjjn zoon wordt onderwijzer. Hij slaagt dadelijk bjj zjjn examen. Sinds zjjn twee lange jaren verloopon. De boerenzoon, wiens handen door geen eelt zijn verhard, solliciteert, solliciteert nog eens, maar steeds te vergeefs. Daar gaat dan de zeven en dertigste sollicitatie, 't is naar eene Christeljjke School. Aan den brief wordt de meeste zorg besteed. De inhoud, anders meestal een vorm, zal nu hoofdzaak worden. Luister slechts, 't is geen verbeelding, maar aan de droeve werkelijkheid ontleend «Mijnheer! red mjj toch uit de klauwen van het ongoddelijk, onchristelijk openbaar onderwijs, 'k Ben op de openbare school opgeleid, maar ik wil gaarne het Christelijk onderwjjs dienen. Red rnij toch, opdat ik in waarheid zal mogen ondervinden. «God, die helpt in nood Is in Zion groot Dat jongmensch kwam voor de klasse werken. De hoofdonderwijzer verzocht hem een verhaal uit den Bjjbel, naar eigen keuze, aan de kinderen te vertellen. Des jongelings gelaat verbleekte; dat had hjj nog nooit gedaan Een episode uit het leven van den Heere Jezus, iets uit het leven van Jacob, Jozef, Mozes ofPauluskon of durfde i.jj niet vertellen. De aspirant-onderwjjzer wilde wel «wat sprookjes» verhalen, maar wijl wij daarvan op onze scholen minder gediend zjjn, werd hem op de Vaderlandsche geschiedenis gewezen. Doch helaashét tijdvak van 1568 tot 1574 werd geheel ontdaan van zjjn kracht door die gehate neutraliteitDe jongeling begreep, dat het hier ook «mis» was. Met tranen in de oogen stond hjj daar. Hfi gevoelde, wat er ontbrak, om van ganscher harte christelijk onderwijzer te zijn. Dat kon zjjn lidmaatschap der Chr. Ger. Kerk niet vergoeden. Het bleek ons, dat de woorden uit zjjn brief geen onoprechtheid of huichelarij, maar pure onkunde waren omtrent de Christeljjke beginselen. Sinds vernamen wjj, dat dien jongeling op een der Zuid-Hollandsche eilanden een betrekking was aangeboden, tegen vergoe ding van kost en inwo.iing, met verplichting na schooltijd nog wat tuinarbeid te ver richten. (Historisch). Noemt gjj zoo iemand geen slachtoffer Ier schoolwet? Maar zult gjj zeggen omstreeks 1884 waren er nog wel betrekkingen te krijgen, die goed betaald werden. Zie er nog een voorbeeld van. In het Utrechtsche woonde een arbeider, die des zomers 9 en des winters met moeite 6 gulden per week verdiende. Zjjn zoon werd op aanraden van het hoofd der dorps school onderwjjzer. Tot op zijn achttiende jaar at hij als kind aan den soberen disch mee zjjn vader en moeder spaarden, wat zfi konden, om hun jongen knap in de kleeren te houden. Het examen nadert en hjj slaagt. Binnen twee maanden hëeft hjj een betrekking op een dorp, |een uur van zjjne ouders af. De vader is blijde, dat zijn jongen zes honderd gulden 'sjaars gaat verdienenzoover heeft hjj het nog niet kunnen sturen. De zoon vertrekt naar Z. Hjj gaat nu een gemeubileerde kamer betrekken en wordt op zjjne wenken bediend. Eten en drinken vindt hjj kosteljjk. De vrjjheid, die hjj nu geniet, is niet om uit te spreken. Zfine kleeren, hoewel knap, vindt de jongeling niet net. Hfi bestelt een nieuw pak, en daar hij bemerkt dat hjj op 'tjaar pas behoeft te betalen, bestelt hfi er «en passant» nog een bjjkort daarop komt de velocipède, die overbodige weelde onzer dagen. Hfi rent, hfi rfidt, hjj rost en drinkt Nu kan hfi in een oogenblik bij zijne ouders wezen, denkt ge? Helaas! eerrt kwam hij er om den anderen dag, toen om de week, weldra eer.s iü de maand en thans zien zjjne ouders, die tot zjjn 18e jaar voor hem gesloofd hebben, hem bfina niet meer. Hjj schaamt zich over hunne eenvoudige, doch heldere woning. Hun C1 ïdsi 5 o| 0 4 0 0 9 0 oj 7j 0.1 9. tul erei lai leri 2' kei >rd •ec :e.C te ae 'E in m a-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1