1890. Nq. 126. Zaterdag 26 Juli. Vierde Jaargang VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. IVHUIJ, te Middelburg. PRIJS DER A D VERTEN TIEN GROOTHEID en VAL. uw. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummersƒ0.025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. 69. FEUILLETON. (Schetsen uit het leven van Napoleon I.) LVI. NAPOLEON. Neerlands goesel, menschenmoorder, Armoed'zaaier, rustverstoorder, Pest der menschheid, oorlogskweeker, Ondier, gelddief, woordverbreker, Landbederver, Godverzaker, Echtverbreker, Oproermaker, O monster, voor de hel bekwaam, Neem de eerste letters, zie uw naam. Zien wjj wat inmiddels met den Keizer is gebeurd. Wjj verlieten hem te Smorgoni, toen hij in den nacht van 5 December als een dief wegsluipend het oorlogstooneel ver liet en in zijn pels gewikkeld, onkenbaar en ongekend de terugreis over Warschau aanvaardde. Van den gouverneur te War schau vernam hjj dat de Polen, wanhopende ooit hunne vrijheid te zullen terug krjjgen, zich met hunne vroegere meesters, de Pruisen zochten te verstaan, en weigerden langer de onzeker geworden Fransche wa penen te dienen. En dat niettegenstaande hjj aan hunne ministers verzekerd had, dat hij spoedig met een nieuw leger in hun land terug zou zjjn. In alle stilte reisde Napoleon naar Dresden, waar hij in een hotel zijn intrek nam en den Saksischen koning gerust stelde met een dergelijke belofte als hij aan de Polen gegeven had. Vier dagen later, in den avond van 18 December, kwam hij in de Tuileriën terug, waar hij zijn vrouw Maria Louise verraste door zijn onverwachte ver schijning. Ook daar paaide hjj de lieden met leugenachtige berichten. Zelfs de gees telijkheid behield hare sympathie voor hem. Een plechtig Te Deum werd te Parijs en elders gezongen voor zjjne gelukkige te rugkomst Kenmerkend. De Haagsehe Synode werd den 16en dezer door den oudsten dienstdoenden pre dikant, Dr. Maagh Kniphuizen van Abbe- kerk. geopend, met een toespraak, waarvan de N. Rotterdammer Crt. het volgende mededeelt Drie vierden eener eeuw waren voorbijge gaan sedert de tijden van onrust en ver warring door de Fransche overheerschers gebracht over de vaderlandsche kerk. Eene nieuwe toekomst opende zich voor deze, toen de consuleerende commissie te 's Gravenhage bijeenkwam, samengeroepen door den sou- vereinen vorst en bestaande uit mannen, wier namen een goeden klank hadden, om ovei het bestuur en den vorm der Kerk te beraadslagen. Het daarop uitgevaardigde reglement van 1816 en de kort daarna in Juli samengeroepen Synode waren daarvan de vrucht. Men heeft de toen in het leven getreden organisatie alle rechtsgeldigheid willen ontzeggen. Maar men heeft vroeger en later den eischenden drang des tijds vergeten, en hoe de Kerk, vertegenwoordigd door hare waardigste dienaren, is gehoord geworden, en hoe zij bij de herziening ha- rer grondwet in 1852 een als voldoend be- schouwbaren rechtsgrond heeft verkregen. Mogen sommigen van een terugkeer tot de oude kerkorden, tot op zekere hoogte althans en met voorbehoud van enkele wijzigingeR veel verwachten, ons aller over tuiging is het dat niet van een uitwendi- gen vorm, maar van den geest die in haar leeft het heil en de toekomst der Kerk is te wachten. Die Kerk, de Kerk onzer vade ren, als wier wettige voortzetting ook de Kerk der laatste 75 jaren is te beschou wen, zij is ons allen dierbaar. Tot haar instandhouding en de bevordering van haar bloei, dus ging de spreker voort, willen wij samenwerken. Zij is voor land en volk tot een niet geringen zegen geweest, en daar een aanzienlijk deel der natie tot hu ar be hoort, mag zij met recht „Volkskerk" hee- ten. Aan de toekomst dier Kerk gelooven wij. Zij zal hare schoone roeping vervul len, nu zij, na de troebelen der laatste jaren, rustiger tijden beleeft. De tijden zijn ernstig. Wij traden met 1890 het laatste decennium in van onze eeuw, aan het einde van wel ke, volgens de voorspelling van een staatsman een gewichtige ommekeer op staatkundig en maatschappelijk gebied ons wacht. De toe komst, i i et wat zjj in haren schoot voor ons verborgen houdt, blijft Gode bevolen Bij de onrust en spanning onder de volken, bij de hier en ginds dreigend op stekende onweerswolken is van verlevendig den godsdienstzin door de prediking van het Evangelie, waarvan de Kerk de draag ster is, alleen heil te wachten. Eene ge wichtige en moeilijke taak, bij welke de spreker reeds ten vorigen jare stilstond, daarbij wijzende op de vijandige machten met welke zij te rekenen hadhet steeds veldwinnend materialisme, en de steeds aangroeiende macht van het steeds met grooter driestheid optredende Rome, en in haar boezem eene uiterste linkerzijde met felheid aandringende op hervormingen, die tot uiteengaan zouden lijden, en eene uiter ste rechterzijde, die in de verstijvende om arming van het confessionalisme de vrij heid dooden wil, en zich nu reeds opmaakt tegen de vrije beoefening der godgeleerde wetenschap aan onze universiteiten. „Broeders, laat ons pal staan en het ons toevertrouwde pand zorgvuldig bewaren", aldus besloot de redenaar zijne toespraak. „Mannen van uiteenloopende richting zie ik hier bijeen, het is goed dat ier verschillende richtingen zijn. Anders zou het leven weg kwijnen en versterven. Doch de vloek eener Kerk zou het zijn, indien die richtingen in elkander wantrouwende- en bestrijdende partijen ontaardden. Doch laat ons niet vergeten dat bij veel wat ons scheidt, er ook veel is wat ons kan en moet ver eenigen. Zoeken wij ernstig de gemeen schappelijke grondslagen, bij onbezweken trouw aan eigen overtuiging, den geest van verdraagzaamheid en waardeering, die de laatste vergaderingen der Synode ken merkten, niet verzakende, een geest die niet wortelt in indifferentisme, maar in de overtuiging dat onze Kerk als Hervormde Kerk het protestantsche beginsel der vrijheid In April 1813 had hij reeds weder een nieuw leger bijeen, sterk 350 duizend man, waaronder velen die hun tegenzin niet ver borgen hielden. Zij waren de eerste slacht offers der loting. Op sommige plaatsen gaf het volk lucht aan zijn afkeer van 's Keizers willekeurig bestuur. Eens toen de Keizer in de voor stad St. Antoine kwam aanrijden, werd hij door een loteling beleedigd, en toen de politie dezen arresteeren wilde, werd haar zul <s door het volk belet. Zieke soldaten die een wandeling maakten, werden vaak door medelijdende vrouwen omringd, die hen met verachting voor «Bonaparte» (zoo noemden zij den Keizer) zochten te ver troostten. Ook elders begon het volk te morren, niet het minst in de overwonnen of ver bonden landen. In het groothertogdom Berg, tijdens de loting, werden de ambtenaren mishandeld, de gendarmes weggejaagd, hunne huisjes vernield, onder den kreetLeve de Kozak ken Ook in ons land hadden volksbewe gingen plaats te 's Hage, Leiden, Zaandam, Oud Bejjerland en Alphen. In Berg liet Napoleon eenige belhamels doodschietenelders hield hij strenge straf oefening. Ook in ons land werden tal van «oproermakers» ter dood veroordeeld of naar de galeien gezonden, wat de verbittering niet weinig deed toenemen en den vreemden invloed verzwakte. Om de rijken voor zich in te nemen, liet Napoleon 10,000 rijke jongelui oproepen, die een zoogenaamde «Eerewacht», moesten vormen. Listig aangelegddeze jongens toch waren gijzelaars om daarmede hunne ouders in toom te houden. Die niet vrijwillig dienst nam werd uit zijn vaders huis gesleurd. Dit overkwam onder anderen een zoon van Gjjsbert Karei Van Hogendorp. Hjj werd tot straf door moet handhaven, en steunend op de maje steit van het geweten en de macht des heiligen geestes als christelijke Kerk, het bezit van den geest van Jezus als het kenmerk harer leden moet beschouwen." Bjj de mededeeling dezer zeer kenmerkende bewoordingen, zoo zegt de N. Prov. Gron. Crt., veroorloven we ons enkele sobere vragen 1. Indien gij, naar uw zeggen, niet van een uitwendigen vorm, maar van den geest die in haar leett, het heil en de toekomst der Kerk verwacht, waarom houdt ge dan zoo met hand en tand vast aan den tegen- woordigen vorm (die van '1816), waarvan hondeid maal bewezen is dat hij in strijd is met den aard der Kerk welk pleit echter door de Synode nooit aangehoord maar steeds opzetteljjk in de geboorte gesmoord is 7 2. Een aanzienlijk deel der natie behoort tot uwe Kerkdaarom mag zjj met recht «volkskerk» heeten, zegt ge. Een aanzienlijk deel der Amerikaansehe natie bijna een geheele staat behoort tot de kerk der Mormonen. Mag liet Mormonisme na met recht de Amerikaansehe «volkskerk» h:eten? Die logika schijnt bedenkelijk. 3. Alleen van de prediking van het Evangelie waarvan de Kerk de draagster is, verwacht gij heil. Vragevan welk Evangeliedat van Leiden, Utrecht of Groningen 7 Het moderne, het ethisch- orlhodoxe, of het evangelische 7 4. Een vloek zoudt gij het achten, indien de bestaande richtingen in elkaar wan trouwende en bestrijdende partijen ont aardden. «Indien.» Is het dan geen rauwe werkelijkheid dat bij elke stembus, bij elke benoeming van meer of minder gewicht, deze richtingen als onverzoenlijke partijen elkander te ljjf gaan gendarmes naar Metz gevoerd. Of men ook den vader er niet heen zou gebracht heb ben, indien men geweten had, dat hij toen reeds bezig was de vrijmaking van Nederland voor te bereiden 7 LVII. HET VERRAAD VAN YORK EN DESZELFS GEVOLGEN. Heel gunstig stond de positie der Russen op het eind van 1812 nog niet. De fransche generaal Macdonald stond nog in de nabij heid der Russische vesting Riga. Twee der den van zijn corps nu werden gevormd door die pruisische afdeelingen, wier aanvoerder York eenige weken te voren met Macdo nald geheel in ongenoegen geraakt was. Grimmig van aard, doch ook echt vader lander als deze was, had hij zijne onder geschiktheid aan een franschman met wrok in 't hart gedragen. En nu de kansen door zijn toedoen voor Rusland hacheljjk gingen staan, beraamde hij 't plan zich aan zijn gehaten bondgenoot te onttrekken en den Rus te hulp te snellen. Hij zond terstond een bode naar den Koning te Berlijn om hem te verzoeken het bevel uil te vaardigen dat de Pruisische hulptroepen zich hjj de Russen hadden te voegendoch de vreesachtige Frederik Wilhelm, door Franschen omringd, durfde geen antwoord geven en zond den bode zonder antwoord terug. Een tweede bode, door York afgezonden, bracht het dubbel zinnige antwoord weder dat hij te handelen had naar omstandigheden. Een ontzettende inwendige tweestrijd werd toen door York gestreden. Zou hij't wagen? Was dan Napoleon niet de vjjand zijns konings en had Alexander geen recht op diens hulp Eindelijk behaalde de zedelijke mensch de overwinning op den wetteljjken. Op den 30 December 1812 teekende York de over- Landverhuizing. Blijkens het Provinciaal Verslag over 1889 zijn er in het vorige jaar niet minder dan -i 710 personen uit ocze provincie naar vreem de werelddeelen gegaan, waaronder 456 hoofden van huisgezinnen. De grootste trek was als altijd naar de Vereenigde Staten. Onder de 456 hoofden van huisgezinnen waren er 303, die daarheen trokken. Toch was de landverhuizing naar Zuid Amerika, ziende op de omstandigheid, dat deze nog slechts korten tijd aan den gang is, verre van onbeduidend131 hoofden van huis gezinnen trokken naar Argentina, waaronder uit Noord- en Zuid-Beveland alleen 90. Naar Zuid-Afrika gingen er 12. Noord- en Zuid-Beveland leverden het grootste contingent uit deze provincie 1018 personen, en daarvan de gemeente Ierseke alleen 217. Na de beide Bevelanden volgt, het vierde district, vanwaar 385 een ander vaderland opzochten. De grootste trek was daar uit de gemeenten Biervliet en Hoofdplaat65 en 64. Van degenen die vertrokken, waren de meesten mingegoeden en behoeftigen, 310 van de 456 hoofden van huisgezinnen, behoorden tot den arbeidersstand. Wel een bewjjs, dat het den landbouw niet goed gaat. 25 Juli '90. Yiissingen. Z. M. heeft met ingang van 1 October aan dhr. J. F. Limonard eervol ontslag verleend als haven- en sluismeester aan de zeedoksluis alhier. - Z. M. heeft pensioen verleend groot f 601 aan dhr. Broerse hootd der school te Nieuw- en St. Joosland. Op verzoek is met 31 dezer eervol ontslagen de rjjksveldwachter 3e klasse, jachtopziener J. A. Buket te Serooskerke (W.J en vervangen met 7 Aug. door J. Polderman van Grauw, die weder vervangen wordt door D. F. Raes, agent van politie te Vlaardingen. eenkomst van Tauroggen, waardoor hjj zich aan het Fransche leger onttrok en Macdo nald met slechts 20,000 man in Lithauen achterbleet. York schreef tegeljjk aan zjjn koning »Ik leg mjjn hoofd voor de voeten van Uwe Majesteit en ben bereid mjjn on wettig gedrag op het schavot te boeten.» Napoleon was /ertoornd en verschrikt op het hooren dezer tijding. Yoi ks daad achtte hij het begin eener onoverzienbare nationale uitbarsting. Een muisje met een staartje. Doch van den anderen kant waren ook de vorsten van Pruisen en Oostenrijk met Yorks «verraad» verre van ingenomen. Toch traden beilen in het geheim tot het bondgenootschap met Rusland toe, wachten de op de dingen, die komen zouden. In 't openbaar echter sloeg de koning van Pruisen een anderen toon aan. Hg ver klaarde York vervallen van zjjn rang en beval dat hjj door een krijgsraad gevonnist zou worden wegens hoogverraad. Doch York kwam dit koninklijk besluit niet dan uit de dagbladen te wetende Russen hadden de bewuste brieven onderschept en weigerden York te laten trekken. Inmiddels was Stein gouverneur van Oost Pruisen geworden. Deze bewoog den Koning tot openlijke toetreding, hetwelk den 28 Februari 1813 dan ook geschiedde. Tal van jongelingen gaven de koninklijke oproeping gehoor. Den 17 Maart verklaarde Pruisen aan Frankrijk den oorlog. In twee maanden tijds bracht het 280,000 man onder de wapenen. Een indrukwek kend cijfer als men nagaat hoe dit arme land in de laatste jaren uitgezogen was geworden. Algemeen was de geestdrift 1 Zelfs grijsaards en huisvaders boden zich aan en meer dan één meisje trad verkleed in de rijen der mannen, om aan het vaderland bloed en leven op te offeren. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1