1890. No. 106. Dinsdag 10 Juni. Vierde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMK.ERK, te Goes F. P. D'BUIJ, te Middelburg. PRIJS DER A I) VERTE X TIEN DE UNIE. E elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Pr\js per drie maanden franco p. p. /0.95. Enkele nummersƒ0.025.' UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. Vergadering van 5 Juni te Utrecht.) Ds. Montagne van Vlissingen begon de discussie over den Schoolraad. Ofschoon onder den indruk van 's voorzitters wel sprekend woord geneigd er voor te stemmen, is en blijft hij er uit vrees tegen. Hem dunkt de zaak is te mooi voorgesteld. Spreker heeft jarenlang geleefd onder de afgoderij van het woord neutraal, dat onder de zorg der liberalen is uitgeloopen op tyranniek. Thans zijn wij onder de heerschappij geraakt van het woord alge meen. m vreest dat dit ook op zoo iets zal uitloopen. De Schoolraad zal bevatten een uitstekend extract uit de 4 beste vereenigingen op schoolgebied. Maar spreker houdt niet van extracten zij zijn ongezond. Hij is bang dat voor het algemeene het bijzondere zal wijken. Langzamerhand zul len de verschillende besturen hun invloed verliezen. De Unie zal allicht het eerst worden opgelost, wijl zij een groot deel harer taak van zich zal afschuiven op den schoolraad dan zullen wij misschien nog wel eens eèn verslag van den secretaris penningmeester kunnen komen hooren voorlezen,doch meer ook niet. De zelf standigheid der vereenigingen en der school besturen wordt bedreigd. De heer Husen erkent dat ook aan deze organisatie wel schaduwzijden zullen zijn men mag dus verwachten dat dan de school raad zaf beginnen met zich te corrigeeren. Maar lichtzijde bij uitnemendheid is wel dat het bijzonder onderwijs in betrekking treedt met, de regeering. Wij kunnen nu rnet onze wenschen tot de regeering komen de Schoolraad zal de mond der vier ver eenigingen zijn. De regeering moet weten met wie zjj onderhandelt. Hij dringt aan op aanneming van hét voorstel. De heer v. Oversteeg herinnert ds. Mon tagne aan het spreekwoord Vrees is een slechte raadgeefster. De vrees heeft ds. M. parten gespeeld. Er is geen logica in haar. Dat neutraal in tyranniek ontaardde, is nog geen bewijs dat algemeen (gelijk de Schoolraad wenscht te zijn) ook tot tyrannie voeren zal. Ds. Montagne vreest voor dyf en voor datdoch gronden voor zijn vrees noemde hij ï.iet Hij wenscht ze gaarne te weten. Hij weet wel dat bij velen de neiging bestaat om brand! te roepen, als men zich verbeeldt dat er ergens brand zal zijn. Maar met zulke ongemotiveerde kreten overtuigt men niet. Hij wenscht feiten te vernemen. Ds. Montagne ver klaart daarop die feiten niet te kennen. Hjj wantrouwt de voorstanders van tien Schoolraad niet, maar acht zich vrij in den- zelve geen heil te zien en zijn vrees dat de vereenigingen zullen worden opgelost, te blijven uitspreken. Nadat nog enkele sprekers hun gevoelen hadden gezegd, nam de heer Pierson het woord. Is de Schoolraad noodig? Ja, zegt Spr. Om de eenvoudige reden dat wij nu in een anderen toestand leven dan vroeger. Is hij nu noodig? Ja er is gevaar bij uitstel. Wij kunnen niet genoeg wijzen op het feit dat er gevaar voor het Chr. Ond. geboren is door de nieuwe toestanden, die sedert de aanneming der nieuwe wet zijn gekomen. De liberalen zullen nauw toezien. Nut en «Volksonderwijs» werken wat zij kunnen om hunne «openbare» scholen er oponze bijzondere scholen er onder te krijgen. Zij zullen azen op kerke lijke geschillen om daarmede te propageeren voor de openbare school. De verkiezingen van 't volgend jaar zijn lang zoo zeker niet, en 'tis mogelijk, dat de nu verkregen voorrechten ons dan weer ontfutseld worden. De nieuwe schoolwet is een ongehoorde verschijning. Staten als Duitschland en Zwitserland staan verbaasd dat onze regeering looveel vertrouwen in het valk heeft durven stellen, dat zij op het gebied van het onderwijs zich dienares van de ouders maakt. Dit is een waagstuk op politiek gebied, waarvoor men al meer 'respect krijgt, naarmate men het indenkthet is bepaald eenig in Europa. Zelfs de vrijgevige En- gelscbe wet stelt niet zulk een vertrouwen in de vrije school als deze gewijzigde schoolwet. Wij moeten nu zooveel ver trouwen in ons gesteld niet teleurstellen, noch den indruk geven dat wij slechts zijn een troepje ontevreden schreeuwers de niets tot stand kunnen brengen. Er is gesproken van vrees voor «groote geesten», dat wij ons dan wachten voor kleingeestig heid, namelijk door ons te veel aan «kleine geesten» te hechten. De reg. zal door den Schoolraad meer waarborgen erlangen dat ons onderwijs goed en degelijk zal zijn. Er is bezwaar dat de Besturen hunne zelfstandigheid zullen inboeten. Men vreest voor onderdukking door den Schoolraad. Maar spr. vraagt, hoe het mogelijk is, dat de Schoolraad dit kan doen. Met zedelijke macht kan men immers geen tirannie ^uit oefenen. Had de Schoolraad over de subsidies te beschikken, de zaken zouden anders komen te staan. Dit toont de neutraliteit die terecht tyrannie genoemd is, doch die werd gesteund door den Staat, een stoffelijke, geen zedelijke macht. Ook blijft elke school immers volkomen vrij zich aan te sluiten bij den Raad of zich er weder aan te onttrekken, tenzij dan bij een procedure waarin zij betrokken is het zou een leelijke streek zijn, zoo zulk een school er dan uitliep. Ook iedere school zal volkomen vrij blijven om die boeken in te voeren, welke haar bestuur goedvindt. Acht men den invloed der vereenigingen bedreigd? Laten die dan wakker zijn. Ook wordt hier niet iets van boven op gelegd. De chr. scholen door particulieren opgericht, deden vereenigingen ontstaan en uit deze komt nu de Schoolraad op. «Van onder op» dus; het tegendeel van «Van boven af.» Mannen van tegengestelde richting (spre ker bedoelde, al noemde hij ze niet, Linde boom en Bronsveld) verklaren zich tegen den Schoolraad. De Roeper vreest voor inboeting van het gereformeerd karakter van «Gereformeerd Schoolonderwijs.» 't Wordt een allegaartje, zegt zij. Niet waar. Wel is de paedagogie (opvoeding) van C. N. S. en die van Ger. Schoolonderw. niet dezelfde. Maar tal van paedagogische quaesties kunnen door beiden vereenigd tegenover de quaestie der neutraliteit behandeld worden niet alle hangen samen met de reformatorische beginselen. B. v. die van lees- en reken methode, methode voor tal van leervakken op de school. Ongetwijfeld vragen die samenhangen met iemands christelijke, niet met zijn speciale beginselen. Het is een zeer gevaarlijk oogenblik als men zoo pas een overwinning heeft behaald. De geschiedenis leert het. Men is dan ge neigd in te slapen. Toen onze vaderen Filips hadden afgezworen, meenden zij er reeds te zijn. Zij begonnen pas. De malaise bleef niet uit. Welk een periode van moe deloos gesukkel, volgde op den onverwachten dood van prins Willem. Gelukkig kwam aan deze malaise een eindtoch waarschuwt ook ons deze geschiedenisOnze triumf kan onze nederlaag worden. Maar kan de Unie dat ook niet Wij zullen meer te zeggen hebben als sprekende namens de vereenigingen en tal van scholen die met niet eene daarvan in verband staan. Ook voor deze hebben wij te zorgen krijgen wij dan later netelige quaesties en de Mi nister v. Binnenl. Zaken wil weten hoe in onze kringen er over gedacht wordt, dan hebben wij den flinkst mogelijken leiddraad. Dat de vergadering het bijna eenstemmig met den spreker eens was, weet men reeds. De weinige tegenstanders zwegen en de eenige die sprak, deed het in den meest broederlijken geest. Ons verslag omtrent de overige punten moet kort zijn. Wij stippen slechts aan. Punt 2. Voorstel om uit de Uniekas f 100 te bestemmen voor de vereei.iging «Christelijke Normaallessen» te Amsterdam, werd verworpen, terwille van andere Nor maallessen, die gelijke aanspraken zouden kunnen doen gelden. Punt 3 werd aangenomen tengevolge waarvan de Unie-collecte niet meer op 17 Aug. maar op 3 Aug. zal gehouden v orden, en wel als eene voortdurende dankbare herinering aan het \olkspetitionnement van 1878.» Met de verandering van 17 Aug. in 3 Aug. wilde het Bestuur den dag herdenken, waarop door het twaalftal mannen den 3 Aug. 1878 het petitionnement aan Z. M. den Koning werd aangeboden. Het loc. comité van Nijkerk door ds. Pierson gesteund, wilde art. 3 tweede lid aldus lezen: «De Augustus- of Unie-Collecte is eene voortdurende dankbare herinnering aan den zegen des Heeren ons volk in en door het volkspetitionnement van 1878 geschonken Deze omschrijving werd evenwel verwor pen, dewijl men wat Nijkerk bedoelde, genoegzaam aangeduid achtte in de wijziging door het Bestuur voorgesteld. Punt 5 van het locaal comité van Leiden De Augustus-Collecte worde op eenen anderen dag, dan op den 17den gehouden zij worde niet meer gehouden als protest en niet langs de huizen van alle ingezetenen wtrd verdedigd door dhr. de Geus uit Leiden, die zooals hij zei de geuzennap wenschte af te leggenen van de «vijanden» geen gave meer aannemen. Ds. Montagne van Vlissingen vond bij de meesten instemming toen hij dit voorstel bestreed met de nuchtere opmerking dat wij niet kunnen uitmaken wat en wie een vijand is. Wij mogen aan iedereen vragen, of hij ook wat geven wil voor onze school, voor de Unie. Men was het er over eens dat dit geheel aan het goedvinden der locale comité's diende overgelaten te worden. Zoo ook was de meening over het voorstel van Bols ward, om de Augustus-Collecte te bestemmen tot steun voor minvermogende kinderen en hulpbehoevende scholen. Punt 7 van het loc. comité te Buiksloot luidde aldus: „Kan nu nog, onder de nieuwe Wet op het Lager Onderwijs, opgrond van eenebestaande plaatselijke Verordening de jaarlijksche Unie- Collecte gestuit worden? Zoo ja, moet dan eene zoodanige Verordening niet als strijdig met de Rijkswetten of' het algemeen belang, ter vernietiging aan Z. M.den Koning worden voorgedragen De secretaris, de heer Derksen, antwoordde op deze vragendat, zoo eene plaatselijke verordening als deze strijdig is met de grondwet, de leden van 't locaal comité, echter niet als zoodanig, maar als bijzondere personen, per gezegeld adres aan den minister van Binnenlandsche Zaken vernietiging van zulke verordeningen kunnen verzoeken. Punt 8 van het locaal comité te Goes luidende „De Vergadering spreke hare ingenomen heid uit met de indiening, en den wensch tot onverwijlde behandeling van het Ont werp tot wijziging der wet op de besmet telijke ziekten afschaffing van den vaccine-dwang." werd door dhr. Buijse ingeleid. Hij herinnerde er aan dat de geboorte var. dit ontwerp al zoo vaak vergeefs was verwacht, dat men begon te vreezen. Nu echter is, zoo de pers goed ingelicht is, 't ontwerp in staat van wijzen. Het voor stel is een compliment aan den minister, oud-voorzitter der Unie, die de verwachtin gen niet beschaamt, de zaken aanvat en doorzet op een wijze die zelfs den tegen stander eerbied afdwingten ook in zijn hoogere betrekking het Christelijk, het nationaal onderwijs gedenkt. Maar het is ook een zjjdelingsch verzoek aan de antirevolutionare kamerclub, om spoedige aan-de-orde-stelling te bevorderen. Spreker toonde aan in welk opzicht opheffing van den vaccinedwang in 't belang van 't christelijk onderwijs is. Mocht de Tweede Kamer het ontwerp aannemen, dan zal noodig zijn dat men gezamenlijk bij de Eerste Kamer (van wie men niet zoo zeker is als van de tweede) jpetitionneere voor de aanneming van het wetsontwerp. De heer Kater was van de aanneming door de Tweede Kamer ook niet zeker. Rome was nooit afkeerig van dwang, cok niet van den vaccinedwang. Het voorstel vond algemeene instemming. Alleen werd er bij bepaald dat zoo gepetion- neerd werd, het Bestuur dit dan zou doen in overleg met dat van den Anti-vaceine- dwangbond. Een voorstel Buiksloot om van de Regeering vrijstelling te verzoeken van zegelrecht voor onze Schoolbesturen inzake de aanvrage om de Rijksbijdrage voor de bijzondere scholen (Model F), vond bestrijding. Een voorstel van ds. Pierson om in deze zaak rechtskundig advies te vragen werd bjj acclamatie aangenomen. Punt 10 (voorstel van Bolsward) om de reiskosten van de afgevaardigden ter Algem. Verg. gemeenschappelijk te dragen, werd verworpen. Punt 11, een voorstel van Goes, werd aangenomen; evenwel met eenige wijziging van den laatsten volzin. Het luidt in zijn geheel nu aldus: «Er bestaat gevaar, dat de Christelijke School zal worden een toevluchtsoord van onderwijzers en onderwijzeressen, die voor de openbare school zijn opgeleid. De Unie wekke de besturen op zooveel mogelijk tegen dit gevaar te waken." De afgevaardigde wees er op dat dit gevaar er altijd geweest is, doch nu grooter afmetingen krijgt, wegens de ter wille der subsidiën noodige completeering van het getal onderwijzers. Er zijn reeds benoemin gen aan een chr. school te constateeren van jongelui, die slechts bjj gebrek aan beter tol de cnr. school waren overgegaan. Enkele middelen ter voorkoming werden genoemd. Ds. van Andel sloot de vergadering met dankzegging nadat hij namens de vergadering den voorzitter dank had betuigd voor zijne leiding. Aan het begin der vergadering was nog medegedeeld dat het bestuur door een on- geteekende briefkaart was onderricht Jat op de prijsvraag (geschikt leesboek over vaderl. geschiedenis) gelet was en iemand zich er mee bezighiéld. Later maakte de schrijver van die briefkaart zich bekend, en schreef er bij dat hij van zijn voornemen de prijsvraag te beantwoorden was afgezien en nu zijn antwoord in een anderen vorm het licht deed zien onder den titel«Ge schiedenis des Vaderlands voor Gymnasiaal-, Middelbaar- en Lager Onderwijs door F. v. Rijsens, leeraar aan oe Rijks H. B. S. te Groningen.» Dit werk door De Standaard naar verdienste gerecenseerd en aanbevolen behandelt onze Vaderlandsche Geschiedenis, met name de betwiste punten als Maurits en Oldenbarneveldt, enz. geheel in antire volutionairen zin, waartoe de schrijver, een man van liberale beginselen, door onpartijdige lezing der werken van Groen, Kuyper, Fruijn, en andere gekomen was. Met blijdschap werd deze mededeëling vernomen. Inmiddels blijft de prijsvraag openstaan tot 31 December 1890. 9 Juni '90. Goes. Vrijdag 13 Juni inspectie verlof gangers, ook van de lichtingen 84 en 85,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1